Grote keuze, kleine prijzen. Een slogan die tegenwoordig weinig uniek is in de modewereld: vrijwel alle fastfashionmerken, van H&M tot Primark en Zara, staan voor dit concept. Toch was het ooit zeer vooruitstrevend. Meer dan honderd jaar geleden was het het modemerk C&A dat pionierde met het maken van kleren in grote oplages, standaardmaten en voor een vriendelijke prijs. 

Ik kwam als tiener regelmatig samen met mijn zus en moeder bij C&A. In mijn kast hangt nog een grijs suède colbertje van het huismerk Clockhouse. Het moet minstens vijftien jaar oud zijn, maar ik draag het nog steeds graag. Er zijn weinig kledingwinkels waar ik zelf heb geshopt én waar mijn oma (83) en opa (86) hun kleren kochten toen ze jonger waren. 

Bijzonder dat het bedrijf nog altijd meedraait in de confectiemode, ondanks de hevige concurrentie sinds de jaren 80 van ketens als H&M, Zara, Topshop, The Sting, en ga zo maar door. 

De ontstaansgeschiedenis en ‘het verhaal’ van grote kledingmerken – zoals en – heb ik altijd interessant gevonden. Maar een paar weken geleden realiseerde ik mij dat ik maar weinig weet over een van de bekendste – zo niet hét bekendste – modemerken van Nederland.  

Hoe kan het dat C&A zich altijd staande heeft weten te houden in deze enorm concurrerende business? Speelt het mee dat het een familiebedrijf is – ook een uitzondering tussen alle beursgenoteerde fastfashionmerken? Wat is er überhaupt bekend over het ontstaan en de vroege jaren van C&A?

De eerste vestiging van C&A in Berlijn. Beeld: Draiflessen Collection, Mettingen

Een van de geheimzinnigste bedrijven ter wereld

Om met dat laatste te beginnen: verdraaid weinig. Daarbij speelt mee dat C&A en de puissant rijke familie Brenninkmeijer achter het bedrijf zelden tot nooit of anderszins buitenstaanders toelaten Eén uitzondering daargelaten: in 2016 verscheen het boek C&A. Een familiebedrijf in Duitsland, Nederland en Groot-Brittannië van de Duitse historicus Mark Spoerer. Hij beschrijft daarin de periode van de oprichting van C&A, omstreeks 1840 door de broers Clemens en August Brenninkmeijer, twee rondreizende textielhandelaren die in Sneek een textielwinkel begonnen, tot circa 1960. 

Eerste winkel van C&A op de Nieuwendijk in Amsterdam. Beeld: Draiflessen Collection, Mettingen

Spoerer laat zien hoe de manier waarop mensen zich kleedden in relatief korte tijd gigantisch veranderde. Waar veel mensen tot eind negentiende, begin twintigste eeuw zelf stoffen kochten en hier vervolgens zelf kleren van maakten, of dit door een kleermaker op maat lieten doen, brak nu het tijdperk van de confectie aan. Confectie wil zeggen: het maken van kleren in grote aantallen in standaardmaten en -designs, op voorraad in plaats van op bestelling.

Waar de meeste modemerken zich in die tijd zich vooral richtten op de rijken, zag C&A juist kansen liggen bij de arbeidersklasse

En waar de meeste modemerken zich in die tijd vooral richtten op de hogere, rijkere klassen, zag C&A juist kansen liggen bij klanten in de lagere inkomensklasse, de arbeidersklasse. Die hadden weliswaar minder te besteden, ze waren wel met veel meer. En doordat de inkoopvolumes zo hoog lagen, kon C&A weer grotere kortingen bij fabrikanten

Waar aan het eind van de negentiende eeuw een confectiepak of mantel tussen de 15 en 75 gulden kostte, kon C&A ze voor 5 tot 17,50 gulden verkopen. C&A kon, voor de begrippen in die tijd, snel inspelen op de nieuwe mode, en het assortiment vaak vernieuwen. Eigenlijk zou je C&A kunnen zien als een verre voorloper van fast fashion. 

Het bleek een gouden formule: het bedrijf opende in Nederland het ene filiaal na het andere. In 1911 opende C&A zijn eerste winkel in Duitsland. Een paar jaar later volgden Engeland en zelfs de Verenigde Staten. 

Innige banden met de nazi’s

Toch is Spoerers boek geen lofzang op het zakelijk instinct van de Brenninkmeijers. Spoerer richt zich vooral op de activiteiten van het bedrijf in Duitsland. Hij deed dat op verzoek van de familie Brenninkmeijer, die eerder een andere historicus had gevraagd intern onderzoek te doen naar het bedrijf en erachter was gekomen dat C&A er in de jaren dertig en veertig innige banden op na had gehouden met het Duitse naziregime. Niet alleen betaalde het familiebedrijf grote geldbedragen aan nationaalsocialistische organisaties, ook bleek C&A onroerend goed van Joodse ondernemers voor een habbekrats te hebben overgenomen. 

Reclame van C&A. Beeld: Draiflessen Collection, Mettingen
Reclame van C&A. Beeld: Draiflessen Collection, Mettingen

Spoerer kreeg de opdracht om zo veel mogelijk te weten te komen over de zwarte periode. Hij tekende onder meer op dat het bedrijf kleren had laten maken in in waar Poolse Joden onder dwang en onder erbarmelijke omstandigheden werkten. Ook zette het bedrijf bij de kledingproductie Van de tachtig mensen die aan de slag gingen in een productiebedrijf voor C&A stierven uiteindelijk vier jonge vrouwen en vijf kinderen door, naar alle waarschijnlijkheid, ondervoeding.

Het intrigeerde me dat een doorgaans zo gesloten familie had besloten om schoon schip te maken met de gitzwarte bladzijden uit de eigen geschiedenis. Dus ik besloot Spoerer, die voor zijn boek vijf jaar lang onderzoek deed aan de Universiteit van Regensburg, te bellen. 

Waarom zei u ja toen de familie Brenninkmeijer u in 2011 benaderde? 

‘Er bestaan in zowel Duitsland als Nederland niet heel veel studies over de detailhandel. Een retailbedrijf is niet zo sexy als een bedrijf als Lufthansa of BMW. Dat trok mijn interesse. Maar voordat ik toezegde wilde ik eerst zeker weten dat ik alle vrijheid had om te schrijven wat ik zelf wilde. Ik wilde toegang tot alle historische documenten, én ik wilde dat ook lezers die te zien kregen. Daar gingen ze akkoord mee.’ 

Hoe reageerden De Brenninkmeijers op uw ontdekkingen uit het naziverleden? 

‘Ze waren heel erg geschrokken, ook al waren ze van de meeste zaken al op de hoogte voordat mijn boek uitkwam. Toen de documenten en bewijzen uit het archief kwamen, had de archivaris ze er meteen al op gewezen. Ze vertelden mij achteraf dat ze blij waren met het boek. Het was kritisch en ze probeerden niet te verbloemen dat De media-aandacht viel erg mee. Het zou heel anders geweest zijn als een journalist op dit verhaal was gestuit. Nu heeft het bedrijf zelf opdracht gegeven om dit uit te zoeken.’

Wat Spoerer zelf het meest fascineerde aan het hele verhaal over C&A en de Brenninkmeijers? De manier van werken van dit familiebedrijf. Tot halverwege de jaren negentig konden uitsluitend mannelijke nakomelingen die in een rechte lijn van Clemens en August Brenninkmeijer afstamden, toetreden tot de aandeelhouders. Iedere zoon van een C&A-ondernemer had het recht om als leerjongen in de zaak te beginnen. Bovendien mochten alleen familieleden die in het bedrijf werken aandelen bezitten – een praktijk die de familie nog steeds hanteert.

Waarom vindt u dit zo interessant? 

‘Je kunt je afvragen of iemand van binnen de familie wel de beste persoon is voor een bepaalde functie. Managers van binnen de familie zijn in de regel loyaler, wat (veel) zwaarder kan wegen dan geschiktheid. Tot nu toe is het niet gelukt te bewijzen dat familiebedrijven minder winstgevend zijn dan ondernemingen waar managers van buiten de dienst uitmaken. Soms wordt zelfs het tegendeel beweerd. Typisch voor familiebedrijven is dat alles meer op de lange termijn is gestoeld.’

‘De Brenninkmeijers leggen zichzelf regels op om fricties in de onderneming op te lossen’

‘Ook interessant vond ik om te leren hoe de Brenninkmeijers in staat zijn om zichzelf regels op te leggen om fricties binnen de onderneming op te lossen. Er wordt altijd gezocht naar consensus. Zodra een C&A-ondernemer de 55 is gepasseerd, raakt hij de verantwoordelijkheid over de bedrijfsvoering kwijt. Hij moet zijn stemgerechtigde aandelen verkopen.’

Om als jonge Brenninkmeijer carrière te maken binnen C&A, diende je de sterk katholieke familiewaarden te onderschrijven, en moest je een studie volgen waar je in het bedrijf iets aan zou hebben. Lange tijd moesten zelfs kwesties als het kopen van een eigen auto, het halen van een vliegbrevet en de partnerkeuze aan de ondernemerskring worden voorgelegd. Wie een niet-katholieke vrouw huwde, moest de ondernemerskring verlaten. Pas sinds medio jaren negentig kunnen ook dochters van de familie opklimmen in het bedrijf. 

Mede door de strakke familiebedrijfsdiscipline wist de familie Brenninkmeijer met C&A uit te groeien tot de rijkste van Nederland, met een geschat vermogen van 22 miljard euro. Maar de familie is niet alleen rijk, maar ook gul: uit van NRC in 2017 over liefdadigheid in Nederland bleek dat van de dertig families die in 2015 samen 246,4 miljoen euro weggaven, de Brenninkmeijers zeker 40 procent voor hun rekening namen. De familie gaf in dat jaar meer dan 100 miljoen euro

Hoofdkantoor van C&A in Londen. Beeld: Draiflessen Collection, Mettingen

Ook in het boek van Spoerer is te lezen hoe C&A altijd veel geld heeft geschonken aan – meestal katholieke – liefdadigheidsinstellingen, zoals bijstandsorganisaties, scholen, ziekenhuizen, weeshuizen en kerkgemeenschappen. Ook gemeentebesturen kregen regelmatig donaties. 

Waarom deed C&A dit? 

‘Aan de ene kant denk ik dat ze goodwill bij gemeentebestuurders en plaatselijke liefdadigheidsinstellingen wilden kweken. Anderzijds wilden ze met de schenkingen een bepaald wereldbeeld uitdragen. De familie hecht veel waarde aan de traditionele katholieke rolverdeling van man en vrouw, maar wil ook gezien worden als vooruitstrevend en modern.’ 

Vanaf de jaren 60 – het eindpunt van Spoerers boek – begon C&A meer en meer productie uit te besteden aan landen waar de loonkosten lager lagen. Van Zuid- en Oost-Europa in de jaren 70, naar Zuidoost-Azië in de jaren 80, om in Bangladesh te eindigen. Vanaf dat moment kreeg C&A ook steeds meer concurrentie van merken als Zara en H&M, die in dezelfde vijver vissen. 

Uw boek gaat tot 1960. Komt er een vervolg, ook gezien de snelle ontwikkelingen in de branche?

‘Ik denk niet dat de Brenninkmeijers dat snel aan mij of iemand anders zullen vragen, omdat het nog levende familieleden zou kunnen raken. Daarvoor zijn de familiebanden te sterk. Misschien over dertig jaar. Dat ze dan iemand vragen om de geschiedenis van 1960 tot, zeg, 1990 op te tekenen. Dat zou een zeer interessante transformatie kunnen blootleggen binnen het bedrijf.’ 

Meer lezen?

Een bikini voor één euro, hoe dan? Als je dacht dat de snelle en goedkope mode wel op z’n retour was, dan heb je het mis. Een nieuwe generatie online merken doet er graag nog een schepje bovenop; het kan nog sneller en nog goedkoper dan H&M en Zara. Lees het artikel hier