Wat racisme echt is (hint: het is niet wat je denkt, vindt en doet)
Aardig zijn tegen zwarte mensen is niet genoeg om jezelf antiracist te noemen. Zelf zwart zijn ook niet. Je bent pas antiracist als je ervoor strijdt dat zwarte mensen net zo vrij kunnen zijn als witte mensen.
Vier jaar geleden ging ik voor een conferentie naar Salvador de Bahia, de zwartste streek van Brazilië. Ik kwam een paar dagen te vroeg en in het schitterende all-inclusiveresort heerste de gebruikelijke bedrijvigheid. Terwijl ik langs het strand wandelde, in het zwembad dook en drankjes aan de bar bestelde, bekroop me een steeds ongemakkelijker gevoel. De andere gasten gaapten me continu ongegeneerd aan. Ik ben opgegroeid in Lagos, waar ik gewend was aan schaamteloze blikken, maar dit voelde op de een of andere manier anders.
Terwijl ik de volgende ochtend tijdens het ontbijt mijn vrienden thuis grappige appjes stuurde over al die vreemde blikken, zag ik eindelijk iemand met net zo’n donkere huid als de mijne. Zij was de vloer aan het dweilen.
Racisme is de reden van al dat gestaar. Racisme is ook de reden dat die vrouw de vloer dweilde. Maar veel mensen begrijpen niet wat die twee met elkaar te maken hebben, zelfs mensen die zelf het doelwit van racisme zijn – mensen zoals de Nigeriaanse vrienden die ik appte.
Mijn land is een van de meest bevolkte zwarte staten op aarde. Ons gebied wordt door malaria geteisterd, waardoor koloniserende machten zich hier nooit konden vestigen, met als gevolg dat Nigerianen, net als witte mensen, in het dagelijkse leven geen last hebben van openlijk racisme. En dat betekent dat de meesten van ons, zoals de meeste witte mensen, slechts een oppervlakkig begrip hebben van wat racisme werkelijk is.
Terwijl ik toekeek hoe deze enige andere vrouw met een donkere huid de vloer schoonmaakte, merkte ik op dat niemand naar haar keek zoals ze mij aanstaarden. Het leek wel of ze onzichtbaar was.
Veel mensen denken dat racisme een houding of opvatting is, of zelfs gedrag. Dat is het niet. Racisme is een systeem. Inderdaad kan een houding, opvatting of gedrag het resultaat van racisme zijn. Maar racisme is meer dan dat: het is een socio-economische hiërarchie die ooit in het leven werd geroepen om te rechtvaardigen dat de Europese elite Afrikanen middels slavernij uitbuitte, onteerde en vermoordde.
Racisme ontwikkelde zich dus uit de slavernij, maar bestaat nog steeds. Systematisch racisme heeft tot gevolg dat sommige mensen een ongegronde hekel hebben aan zwarte mensen, ze als minderwaardig beschouwen of gemeen behandelen. Maar dat zijn allemaal slechts uitingen van racisme, niet racisme zelf.
Ras is uitgevonden om slavernij te rechtvaardigen
Toen een half millennium geleden de slavernij ontstond, bestond ‘ras’ nog niet. Hoe mensen zichzelf zagen, hing af van sociale of politieke omstandigheden: ze waren onderdanen van een koning, leden van een groep of een natie, of voelden zich verbonden met de grond waarop hun voorouders hadden geleefd.
Het idee van ‘ras’ was niet relevant omdat – zoals de wetenschap inmiddels ook heeft aangetoond – het een vrij recente uitvinding is, zonder enige biologische, fysiologische of genetische onderbouwing.
Voordat er zwarte mensen waren, waren er de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Terwijl het racisme vanuit de slavernij vorm kreeg, stonden ‘zwarte’ mensen onderaan de hiërarchie.
Dit is de kern van racisme: dat in de afgelopen vijfhonderd jaar witte rijkdom werd geproduceerd door zwart lijden en sterven. Europeanen degradeerden Afrikanen tot privébezit, en zochten naar een manier om dat te rechtvaardigen en institutionaliseren. Dus verzonnen ze een verhaal over de mensen die ze tot slaaf maakten.
Europeanen degradeerden Afrikanen tot privébezit, en zochten naar een manier om dat te rechtvaardigen en institutionaliseren
Hoewel alles op het tegendeel duidde, hielden de slavenhandelaren vol dat Afrikanen van nature gewelddadig, lui, stom, seksueel ontaard, smerig, ontmenselijkt, zelfs dierlijk waren. Vooral die dierlijkheid was belangrijk: de slavernij bestond namelijk hoofdzakelijk uit het ontvoeren van menselijke wezens om hen vervolgens te dwingen tot landarbeid, onder beestachtige omstandigheden.
Slavenhandelaren rekenden op de kerk, de academische wereld en andere instituten om dit evangelie te propageren. Ineens werden de maat van de ‘Afrikaanse’ schedel en het ‘Afrikaanse’ brein interessant, en werd het ‘bewijs’ gevonden van ons minderwaardige intellect. De vorm van onze neus, de breedte van ons voorhoofd, het spierstelsel van ons lichaam, de vetverdeling op onze heupen en billen, de afmeting van onze penis en de lengte van onze schaamlippen moesten onze inferioriteit aantonen.
En dit allemaal zodat de Europeanen in Amerika en het Caraïbisch gebied geld konden verdienen met Afrikaanse arbeid, zonder geconfronteerd te hoeven worden met het geweld waaraan ze andere menselijke wezens blootstelden. Bij het brandmerken van hun zielloze ossen of het fokken van prijspaarden voelden ze immers geen schuld, en zo hoefden ze ook geen schuld te voelen als ze Afrikanen hetzelfde aandeden.
Het duurde niet lang of de Europeanen hadden zichzelf ervan overtuigd dat slavernij de Afrikanen ‘verhief’ uit pure dierlijkheid tot een soort onder-menselijkheid.
En daarmee deden ze zichzelf voorkomen als welwillende redders. Want dat primitieve ‘ras’ zou zich, zonder toezicht van de witte mens, vast ‘wild’ gedragen. Eeuwenlang werden Afrikanen en afstammelingen van Afrikanen tot slaaf gemaakt, uitgeput, gecriminaliseerd.
Racisme heeft zich ontwikkeld, maar het belangrijkste is ongewijzigd: Afrikaan zijn, ‘zwart’ gemaakt worden, is leven in een systeem waar eurocentrisme heerst.
Je hoeft geen racist te zijn om racistisch te zijn
In de paar dagen dat ik in Bahia was, had ik vriendschappelijke gesprekjes met de barman die ’s avonds werkte. Hij was zelf van gemengde afkomst en als hij me zag, klaarde zijn gezicht onmiskenbaar op. Maar zijn houding veranderde telkens zodra er een wit iemand naar de bar kwam. Zelfs als hij bezig was met mijn drankje, liet hij dat staan om de bestelling van de witte klant op te nemen. Vooral bij witte vrouwen moest mijn drankje wachten tot hij er echt honderd procent zeker van was dat alles voor hen naar wens was.
Volgens mij vond de barman het leuk dat ik in het resort te gast was (waarschijnlijk om precies dezelfde redenen dat witte mensen zich stoorden aan m’n aanwezigheid). Maar dat veranderde niets aan het feit dat in de racistische hiërarchie mijn ‘rechtmatige’ positie niet barhangen was; dat was de vloer dweilen.
Het maakte niet uit dat ik net zo goed een betalende gast was als de zonverbrande mensen die mij met hun vijandigheid zo’n ongemakkelijk gevoel bezorgden; of dat het in feite de taak van de witte manager was te zorgen dat ik een tevreden klant was; of dat de receptionistes, kelners en barmedewerkers met hun lichte huid me professioneel en vriendelijk bejegenden. Het deed er ook niet toe of een van deze mensen me ‘mocht’ of niet. Het resort was racistisch, omdat het antizwarte ordenen van mensen naar hun waarde, dat we zo goed kennen uit de slavernij, hier in volle gang was.
En nu dit: zelfs in Nigeria – een land met bijna 200 miljoen zwarte mensen – maakte ik dezelfde tweederangs behandeling mee in restaurants die ‘zich richten op een bepaalde clientèle’. Tijdens een etentje met een witte mannelijke collega werd ik aangezien voor een prostituee. Mijn beste vriendin kreeg voortdurend de vraag ‘hoeveel?’, als ze in Florence naar huis liep. Ik bezocht in Lagos open dagen van scholen die hun brochures vol zetten met foto’s van de vier niet-zwarte kinderen die maar 1 procent van hun leerlingenbestand uitmaakten. En op de verpakking van de babyproducten voor mijn dochter stonden altijd foto’s van witte baby’s.
Dit zijn stuk voor stuk racistische feiten, en toch weet ik zeker dat maar weinig van de mensen in zulke situaties actief zwarte mensen haten – of een lage dunk van hen hebben. Ze maken gewoon deel uit van een systeem dat de eurocentrische macht versterkt en beschermt, door de menselijkheid van Afrikanen en hun nazaten te ontkennen, of door daar op zijn best een vraagteken bij te zetten.
In deze wereld hoef je geen racist te zijn om racistisch te zijn; het is racistisch om passief te zijn en zo racisme te laten voortbestaan.
Racisme is geen houding (en antiracisme ook niet)
Racisme werd in het leven geroepen om de stress van het ontvoeren en doden van Afrikaanse menselijke wezens te verzachten. Daarom is wit schuldgevoel – of elk ander gevoel dat witte mensen misschien koesteren – nutteloos bij het bestrijden van racisme. Net zoals dat racisme niet gaat over wat in een specifieke situatie jouw houding, opvatting of gedrag is tegenover Afrikanen en hun nazaten, maken vriendelijke of welwillende gevoelens voor ons je nog geen antiracist.
Erger nog, zo’n instelling is vaak het tegenovergestelde. Of het nu om de vrijwilliger gaat die ervan overtuigd is dat hij of zij met goede bedoelingen ‘Afrika kan redden’, zonder daarvoor ook maar enigszins gekwalificeerd te zijn; de Tindervrijgezel voor wie ‘kleur niet bestaat’ en als bewijs een foto van zichzelf omringd door zwarte kinderen plaatst; of het Nederlandse kinderkoor dat door het zingen van ‘een kind onder de evenaar / is meestal maar een bedelaar’ probeerde Afrikaanse kinderen te helpen. Witte liefdadigheid heeft vaak racistische wortels.
Racisme bestaat zodat een grove ongelijke machtsverhouding in stand blijft, een waarbinnen witte mensen personen van Afrikaanse afkomst ontdoen van hun menselijke waarde en ze vermoorden. Het is niet genoeg – zelfs fout – te denken dat racisme alleen om huidskleur, negatieve ideeën en discriminatie gaat.
Antizwartheid is de spil waar racisme omheen draait. Alleen gedrag, ideeën en handelingen die laten zien dat zwarte mensen mensen zijn, zijn een zinvolle reactie op racisme. Wij moeten zelf – als mensen – kunnen doen wat we willen en van dezelfde middelen en vrijheden kunnen genieten als alle andere mensen. Om antiracist te zijn is het niet voldoende om zwarte vrienden of een zwarte geliefde te hebben, of gewoon aardig te zijn tegen zwarte mensen.
Zelf zwart zijn is zelfs niet genoeg. Antiracist zijn is actief strijden voor zwarte veiligheid, zwarte voorspoed, zwarte gezondheid, zwarte onschuld, zwarte vrijheid, zwart welzijn en zwart leven.
Racisme heeft weinig te maken met gevoelens of kleur, maar alles met macht, winst en vrijheid.
Antiracisme is actief in verzet komen tegen alles wat zwarte mensen de toegang ontzegt tot waardigheid en middelen. Het is ervoor zorgen dat wij de vrijheid hebben om echt te leven. De ruimte om te leven zonder je af te vragen hoe het mogelijk is dat je nog leeft. De mogelijkheid van een leven dat maakt dat je wilt blijven leven.
Witte mensen – de sociale categorie – hebben dat al, waar ter wereld ze ook wonen – in Europa, Bahia of Lagos. Zwarte mensen verdienen die vrijheid ook – en niet een beetje, want deze wereld is op onze ruggen gebouwd.
Vertaling uit het Engels: Hi-en Montijn.