Flexwonen geldt als snelle oplossing voor de woningnood, maar wat is het eigenlijk?
Afgelopen week was ik eindelijk weer eens op reportage. Voor mijn onderzoek naar woningcorporaties schrijf ik een artikel over flexwoningen. Die gelden op dit moment als dé kortetermijnoplossing voor de woningnood. De Tweede Kamer wil dat er per jaar minstens 15.000 extra flex- of tijdelijke woningen bij komen, omdat dat sneller gaat dan de bouw van permanente woningen. Het kabinet stimuleert corporaties die flexwoningen bouwen flink, onder andere door ze geen belasting te laten betalen over de huur die ze daarvoor ontvangen.
Ik vraag mij af in hoeverre de bouw van flexwoningen echt helpt, en besloot een kijkje te nemen in Eindhoven. Onder leiding van wethouder Yasin Torunoglu (PvdA) heeft de stad flink wat vergunningen afgegeven voor de bouw van tijdelijke huurwoningen.
Ik bezocht het voormalige kantoor van woningcorporatie Woonbedrijf. In de toekomst krijgt het pand een andere bestemming, omdat het in een gebied ligt dat wordt herontwikkeld. Tot die tijd heeft de corporatie er tijdelijke woningen in gebouwd, voor mensen die snel een dak boven hun hoofd nodig hebben maar nog niet lang genoeg op de wachtlijst staan voor een sociale huurwoning.
In de grote kantoorruimtes waren niet voldoende keukens en badkamers aanwezig, en het zou heel duur zijn geweest die voor een korte tijd te bouwen. Daarom heeft Woonbedrijf ervoor gekozen een aantal zogenoemde spaceboxen, kunststof studio’s die als studentenwoningen op de campus van de Technische Universiteit stonden, in het gebouw te schuiven. Je ziet er aan de voorkant drie uitsteken:
Het was leuk om te zien, en ik sprak met een aantal bewoners die tevreden zijn met hun woning. Weliswaar krijgen ze maar een contract voor twee jaar, maar ze zitten voor een lage huur in het centrum van de stad. Toch bleef ik na mijn bezoek misschien wel met meer vragen zitten dan waarmee ik was gekomen.
Wat ik me afvraag over flexwonen
Wat is flexwonen eigenlijk?
In bijna alle gesprekken die ik over het onderwerp voerde, ging het over de definitie van deze woonvorm. Want flexwonen kan betekenen dat een woning tijdelijk wordt verhuurd, maar dat het huis zelf langer blijft staan. Het kan ook betekenen dat één en dezelfde woning tijdelijk op een plek blijft staan, en na een aantal jaar wordt verplaatst. Ten slotte kan ook de woning zelf tijdelijk zijn.
In mijn onderzoek richt ik mij niet op tijdelijke huurcontracten voor bestaande huizen, maar op nieuwe tijdelijke woningen. Het gaat mij erom dat er iets wordt toegevoegd aan de woningvoorraad. Maar het onderscheid is niet zo duidelijk als het lijkt: tellen de woonunits die zijn verplaatst als nieuwe flexwoningen? En wat als woningen eigenlijk op de slooplijst staan, maar in de tussentijd tijdelijk worden verhuurd?
Voor wie is flexwonen?
De meeste woningcorporaties verhuren hun flexwoningen aan zogenoemde spoedzoekers. Dat zijn mensen die snel een woning nodig hebben, omdat ze bijvoorbeeld gaan scheiden, voor hun werk naar een andere stad verhuizen of omdat ze op zichzelf willen gaan wonen. Doordat de wachtlijsten van woningcorporaties de afgelopen jaren steeds langer zijn geworden, maken mensen die plotseling iets nodig hebben geen kans meer. Een belangrijk voordeel van flexwoningen is dus dat ze zonder wachtlijst worden verhuurd.
Maar is niet bijna elke woningzoekende een spoedzoeker? De meeste mensen die verhuizen, hebben daar een reden voor. Dat zou betekenen dat iedereen die een woning zoekt maar nog niet lang genoeg op de wachtlijst staat voor een sociale huurwoning, en bovendien niet genoeg verdient voor een koophuis of particuliere huurwoning, een spoedzoeker is. Betekent dat niet dat we meer sociale huurwoningen nodig hebben, in plaats van meer tijdelijke woningen?
Wat betekent flexwonen voor de kwaliteit van wonen?
Verhuurders van flexwoningen kunnen niet genoeg benadrukken dat de snelle bouw niet betekent dat de kwaliteit van de woningen slechter is. Wie bij flexwoningen nog aan containers denkt, loopt volgens hen helemaal achter. De woningen worden modulair gebouwd, wat betekent dat de afzonderlijke delen uit de fabriek komen en vaak daar al worden gemonteerd tot kant-en-klare woonunits. Dat zou je net zo goed kunnen doen voor woningen die langer blijven staan.
Maar toen ik vanuit Eindhoven doorreisde naar een plek met flexwoningen in het nabijgelegen Veldhoven, zag ik dat de kwaliteit niet altijd goed is. Op een veldje stond nog een verzameling spaceboxen − net als de woningen in het voormalige kantoor van Woonbedrijf afkomstig van de campus van de TU.
De bewoners waren een stuk minder tevreden met hun woningen. Ze vertelden over schimmelplekken op de muur, en dat het binnen heel warm werd zodra de zon schijnt. Ik sprak een man uit Syrië die met zijn zwangere vrouw in een dubbele woonunit verblijft. Ze waren bang dat de baby er niet zou kunnen slapen. Een buurman uit Afghanistan woonde er inmiddels twee jaar en moest binnenkort verhuizen, naar een soortgelijke studio aan de andere kant van Eindhoven.
Ook als de flexwoningen wel van goede kwaliteit zijn, vraag ik me af wat het doet met mensen als ze elke paar jaar moeten verkassen. De meeste corporaties verhuren de woningen voor twee of voor vijf jaar. In theorie is een flexwoning een opstapje naar een echte sociale huurwoning. Maar in de praktijk is het niet zo makkelijk, omdat de meeste mensen aan het einde van hun contract nog steeds niet genoeg wachttijd hebben. Velen vinden weer iets waar ze tijdelijk kunnen blijven. Kun je wel een thuisgevoel opbouwen als je weet dat je weer weg moet?
Ik ben heel benieuwd wat jullie van deze vragen vinden. Laat het vooral weten onder deze nieuwsbrief, of stuur mij een mail: josta@decorrespondent.nl
Wat er deze week gebeurde
Het is een vraag die ik regelmatig krijg: gaan de huizenprijzen dalen nu we afstevenen op een economische recessie? Tot nu toe is dat niet het geval, bleek eind vorige week uit cijfers van makelaarsvereniging NVM. In het tweede kwartaal van dit jaar zijn de huizenprijzen met 9 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder.
Dat de prijzen nu nog stijgen, betekent niet dat dat zo blijft. Tijdens eerdere recessies nam eerst het aantal verkopen van woningen af, en begonnen de prijzen pas een halfjaar later te dalen. Uit de cijfers van de NVM blijkt dat het aantal verkopen vorig kwartaal met 3,7 procent is gedaald ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019. In Amsterdam, Den Haag, Almere en Lelystad ging het aantal transacties zelfs met 15 procent omlaag.
Wil je weten welke factoren de huizenprijzen beïnvloeden? Ik schreef er eerder een artikel over.
En het is iets langer dan een week geleden, maar vlak voordat de Tweede Kamer met reces ging, kwam minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken terug op de huurverhogingen. Ze diende een wetsvoorstel in dat het voor verhuurders makkelijker moet maken om de huur tijdelijk te verlagen. Op dit moment kunnen verhuurders de huur wel verlagen, maar hem daarna niet versneld weer verhogen. Daar wil Ollongren verandering in brengen. Ook wil ze verhuurders in staat stellen om huurgewenning toe te passen: als huurders naar een duurdere woning verhuizen, moet het mogelijk zijn om ze in het begin minder te laten betalen.
Daarnaast diende Ollongren een wetsvoorstel in om de inkomensgrenzen voor sociale huurwoningen te veranderen. Op dit moment ligt de grens voor alle huishoudens bij 39.000 euro. Als het aan de minister ligt, wordt dit bijna 36.000 euro voor een alleenstaande en iets meer dan 43.000 euro voor een stel of een gezin. Op die manier moet het voor gezinnen makkelijker worden om aan een sociale huurwoning te komen.
Huurdersvereniging Woonbond en Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, zijn tegen het voorstel. Zij wijzen erop dat alleenstaanden die door de wetswijziging niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, ook niet genoeg verdienen voor een koophuis of een huurwoning in de vrije sector. Ze stellen daarom voor de inkomensgrens voor alleenstaanden gelijk te laten, die voor stellen te verhogen naar 43.000 euro en die voor gezinnen naar 53.000 euro.
Begin september debatteert de Tweede Kamer over het voorstel.
Om te lezen, kijken en luisteren
Deze nieuwsbrief is vrij lang geworden, maar deze leestip wil ik jullie niet onthouden. Journalist en NPO Radio4-presentator Beitske de Jong verzamelt op het Instagramaccount @fundamakeovers foto’s van woningen die via Funda worden verkocht, en een paar maanden later alweer te koop staan. Alleen nu opgeknapt: bij het standaardpakket horen een parket in visgraatpatroon, een kookeiland, marmerlook in de keuken en/of badkamer en een stalen deur met glas.
Dat dat loont, blijkt wel uit de prijzen die De Jong erbij zet: de huizen zijn zó tienduizenden euro’s duurder. Het Parool schreef er een artikel over.
Tot de volgende,
Josta