Het idee dat de VS de Europese veiligheid waarborgt is achterhaald, en daarom moet de Nederlandse regering serieus werk maken van Europese defensiesamenwerking. Dat staat in een vorige week gepubliceerd van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), dat is opgesteld op verzoek van de Tweede Kamer.

Europese defensiesamenwerking werd in ‘Den Haag’ altijd beschouwd als ondergeschikt aan het NAVO-bondgenootschap, uit vrees de Amerikanen voor het hoofd te stoten. Dat zou het trans-Atlantische bondgenootschap kunnen verzwakken, wat Europa kwetsbaar zou maken.

Dat de Amerikanen ons te allen tijde te hulp schieten is inmiddels niet meer vanzelfsprekend. Daarnaast zijn de dreigingen die op ons afkomen veranderd (denk aan cyberaanvallen, handelsoorlogen en desinformatie). Dat maakt Europa kwetsbaar. Nederland moet daarom de traditionele arbeidsverdeling tussen de EU en de NAVO herzien, en zich hardmaken om meer dreigingen Europees aan te pakken, stelt de AIV.

Dat betekent niet dat de NAVO moet worden opgedoekt, dat de VS geen belangrijke bondgenoot meer is, of dat alle militaire initiatieven via de EU moeten worden uitgevoerd. Wel zouden Europese landen beter moeten nadenken over wat ze gezamenlijk al kunnen en welke plannen er liggen om uit te werken, zegt Luuk van Middelaar, EU-expert en een van de opstellers van het rapport, telefonisch. 

En daarvoor moet Nederland vooral aansluiting zoeken bij Frankrijk en Duitsland, is het advies.

Haperende ambities

Europa is Landen hebben verschillende belangen, hechten aan een eigen defensie-industrie, en hebben een eigen manier van werken. Het gevolg: matig op elkaar ingespeelde legers, uiteenlopend materieel en al met al grote verspilling van geld en effectiviteit.

Om samenwerking op het gebied van defensie te stimuleren zijn de afgelopen jaren verschillende initiatieven gelanceerd. Zo werd in 2017 het Europees Defensiefonds (EDF) in het leven geroepen, waarbij vanaf 2021 13 miljard euro beschikbaar werd gesteld voor de gezamenlijke ontwikkeling van nieuw militair materieel door Europese wapenbedrijven, maken Nederlandse soldaten sinds 2015 deel uit van een en leverde Nederland tot vorige maand een fregat voor een Europese missie in de

Toch komen de Europese ambities nooit echt van de grond. Het budget van het EDF is inmiddels en met het vertrek van de Britten uit de EU valt een groot deel van de gezamenlijke militaire slagkracht weg. En dan zijn er ook nog de grote verschillen tussen wat landen als bedreiging zien. Noord- en Oost-Europa maken zich vooral druk om Rusland, terwijl Zuid-Europa zich meer zorgen maakt om migratie en terrorisme in de Sahelregio. 

Geen tijd te verliezen

Het AIV-rapport stelt nu: de tijd van aanmodderen is voorbij. Europa kan de komende tijd worden geconfronteerd met crises waar we zelf uit moeten zien te komen. Daar moeten we op voorbereid zijn, of dat nou via de NAVO, de EU of tijdelijke coalities van Europese landen gebeurt. 

Europa kan de komende tijd worden geconfronteerd met crises waar we zelf uit moeten zien te komen

En dus moet de Nederlandse regering het Duitse voorstel voor een ‘Europese Veiligheidsraad’ steunen, bestaande uit in ieder geval Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De EU moet zelf in staat zijn militaire operaties aan te sturen en er moet een ‘bindend gemeenschappelijk defensieplanningsproces’ komen − parallel aan dat van de NAVO, adviseert de AIV. 

Waar Nederland zich altijd heeft gekeerd tegen ‘overlap’ tussen taken van de EU en de NAVO, ziet Van Middelaar dat niet als een probleem. ‘Of het nou in de NAVO of de EU is, het zijn dezelfde mannetjes en vrouwtjes die moeten opdraven, met eventueel een ander vlaggetje op hun uniform genaaid. Die overlap valt dus wel mee. Het zijn dezelfde mensen en het is hetzelfde materieel.’ 

Hoe blijft Europa veilig?

Toch blijven nog veel vragen onbeantwoord. Zo biedt het adviesrapport vooral militaire oplossingen, voor wat in de praktijk steeds vaker niet-militaire dreigingen zijn, zoals handel, desinformatie of cyberaanvallen. Er wordt gepleit voor meer geld naar defensie, maar waar dat precies aan moet worden besteed en waarom is niet duidelijk. 

Je kunt je ook afvragen hoe Europa om moet gaan met bedreigingen als klimaatverandering, economische afhankelijkheid van potentiële rivalen, en de invloed van grote buitenlandse techbedrijven op onze samenleving. Wat uiteindelijk ook de vraag oproept: tot waar is het tegengaan van deze dreigingen een taak voor defensie?

Het adviesrapport is niet bedoeld om op al deze vragen een antwoord te geven, zegt Van Middelaar. Hij hoopt vooral ‘het schip van de Nederlandse staat een beetje van koers te doen wenden’, zodat de regering duidelijker de Europese dimensie ziet, en zich realiseert dat er al veel initiatieven en plannen zijn die de moeite waard zijn om verder te onderzoeken. 

Hoe de Europese defensiesamenwerking er in de toekomst uit zou kunnen zien wil ik de komende tijd verder onderzoeken. Als je vragen hebt, of mensen kent die mij daarbij kunnen helpen, dan hoor ik dat graag!

Groet,

Lennart

PS Vorige week verscheen mijn voormalig militair topadviseur van het Amerikaanse leger. Hij pleit ervoor ons idee over oorlog radicaal te herzien, en oorlog niet meer geheel over te laten aan het leger.