Waarom je beter de #self uit #selfcare kan halen

Tanmoy Goswami
Correspondent Sanity
Illustraties door Ibrahim Rayintakath (voor De Correspondent)

Het zijn gouden tijden voor ‘self-care’. Dat houdt in dat je zelf een grote rol hebt in je eigen fysieke en mentale gezondheid. Maar niet alles is maakbaar of te koop, zeker niet voor de meest kwetsbaren. Dit zijn mijn vier problemen met self-care.

Vier jaar geleden, toen ze in haar lange strijd tegen depressie ‘een einde aan alle ellende’ wilde maken, besloot Shubhrata Prakash geen medicijnen meer te nemen. ‘Ik slikte heel veel pillen, maar ze hielpen niet’, vertelt Prakash, medewerker van de Indiase belastingdienst, via de telefoon. ‘Ik ging er alleen maar van Ik overlegde met mijn huisarts of ze de middelen niet meer wilde voorschrijven, maar daar ging ze niet mee akkoord. Toen kreeg ik een soort openbaring dat ik voor mezelf moest kiezen. Ik besloot naar mijn lichaam te luisteren en de medicatie af te bouwen.’

In het begin had ze veel last van ontwenningsverschijnselen. ‘Totdat ik me op een dag heel even weer normaal voelde. Daar hield ik me aan vast, waarna ik mijn welzijn in eigen hand nam. Ik begon aan yoga te doen, deed fitnessoefeningen, ging zwemmen, hield een dagboek bij en mediteerde.’

Binnen enkele maanden voelde Prakash zich als herboren. ‘Ik kan moeilijk zeggen waar het precies door kwam, maar het was alsof mijn hersenen waren gereset.’ Prakash benadrukt dat ze er niet voor pleit om alle professionele adviezen in de wind te slaan en je medicijnen weg te doen. Toch was stoppen met medicatie voor haar de ‘ultieme vorm van

Gouden tijden voor self-care

Prakash’ relaas over haar herstel van een dodelijke ziekte leest als een ronkende aanbeveling van de roep die steeds luider weerklinkt in gezondheids- en welzijnskringen: omarm de zorg voor je eigen gezondheid, voer de regie over je eigen herstel. Om het met van de Amerikaanse komiek Hasan Minhaj te zeggen: self-care ‘heeft het tij mee’. 

Om het met de woorden van de Amerikaanse komiek Hasan Minhaj te zeggen: self-care ‘heeft het tij mee’ 

Voor jezelf zorgen is geen nieuwe rage, maar gezien de recente explosie van berichtgeving – vooral gericht op superfoodminnende millennials – zou je misschien anders denken. In Breekbare vrijheid: de politieke ethiek van de zorg voor zichzelf legt de Franse filosoof (1926-1984) uit dat de mens ‘was voorbestemd om voor zichzelf te zorgen’.

Zorg werd beschouwd als een ‘voorrecht en een plicht’: een voorrecht omdat zorg ons onderscheidt van dieren, een plicht omdat we het niet zouden overleven als we niet voor onszelf zouden zorgen. Duizenden jaren na de oude Grieken geldt self-care als een wondermiddel voor al onze existentiële problemen. De realiteit? Self-care mag nog zo’n krachtig middel zijn, het huidige gouden tijdperk brengt vier zorgwekkende problemen met zich mee.

1. Onder self-care valt van alles, dus zo langzamerhand betekent het niets meer

Wat is self-care? Instagram en Twitter geven antwoord op die vraag. Een snelle rondgang maakt de groeiende aantrekkingskracht – en de duizelingwekkende omvang – ervan duidelijk. Niet alleen bingewatchen op Netflix en je hond wassen met shampoo krijgen de hashtag #selfcare (ook wel #selflove), maar ook sommige bizarre vormen van tijdverdrijf, zoals bijlwerpen. (Met of zonder ironie.)

Intussen is de wereldwijde self-care-industrie uitgegroeid tot een moloch waar volgens een 11 miljard dollar in omgaat en die een sexy verpakt allegaartje aan de man brengt. Zo zette Marie Kondo, de Japanse ontspullingsgoeroe die beroemd is geworden met haar richtlijnen voor minimalistischer wonen, een lawine van media-aandacht in gang door de lancering van een site waar, onder veel meer, een ‘stemvork’ wordt verkocht waarmee je een kristal – ook verkrijgbaar op de site – kunt aanslaan om ‘de aanwezige energie te zuiveren’.

Grote bedrijven uit uiteenlopende sectoren, zoals IKEA en Google, proberen met eigen spulletjes uit de ruif mee te eten. Speelgoedfabrikant Lego heeft bijvoorbeeld waarin een modieus geklede barista het nirwana bereikt door een Legoschip te bouwen. Het bedrijf spreekt van ‘zen in de vorm van steentjes’.

Begrijp me niet verkeerd: ik geloof in het evangelie van ‘als het werkt, dan werkt het’. Maar zelfs de oude Grieken zouden van self-care-marketing niet hebben gewild, deze ‘verproductisering’, om een geliefde term uit Silicon Valley te gebruiken, vanwaaruit geldbeluste bedrijven maar wat graag meditatie- en mindfulness-apps over de wereld uitstorten.

Het ziet er gunstig uit voor de self-care-reuzen, als het uitgavenpatroon van de millennials uit mijn land althans als indicatie mag gelden: volgens  besteden Indiërs in loondienst ruim 70 procent van hun inkomen aan hun ‘vrijetijdsbewuste’ levensstijl. Ze sluiten zelfs leningen af om te kunnen bekostigen.

Krijg je van dat alles trek in een (de afkorting staat voor ‘Don’t Give A Fuck’) om je geestelijke gezondheid op te peppen? Dan ben je bij Burger King aan het goede adres. 

De ‘ervaringseconomie’ – je investeert in ervaringen om de beste versie van jezelf naar boven te halen – heeft ons stevig in haar greep. Je raakt intussen zo in de war van deze self-care-tsunami dat Instagramgidsen je helpen bepalen of je wel goed voor jezelf zorgt en vragen stellen als: ‘Hoeveel besteed ik aan mezelf?’ en ‘Is mijn toekomstige zelf daarmee in goede handen?’

2. De verantwoordelijkheid ligt meestal volledig bij het individu 

De die de Britse gezondheidszorg hanteert legt het probleem van self-care bloot: ‘De actie die mensen zelf ondernemen […] om in goede fysieke en mentale gezondheid te blijven, hun sociale en psychologische behoeften te bevredigen, ziekte en ongelukken te vermijden, kwaaltjes en langdurige aandoeningen te behandelen en gezond en wel te blijven na een acute ziekte of ontslag uit het ziekenhuis.’

Kijk nog eens goed naar die opsomming. Kan dat allemaal uitsluitend de verantwoordelijkheid zijn van het Wat gebeurt er als mensen denken dat dit zo is?

Aparna Mittal heeft lang over die vraag nagedacht. Ze is oprichter en directeur van PatientsEngage, een Indiaas internetplatform dat patiënten en zorgverleners ondersteunt bij de behandeling van chronische ziekten. ‘Mensen die zeggen dat “je toch op z’n minst kunt mediteren” lijken niet te beseffen dat het allemaal niet zo eenvoudig is’, zegt ze aan de telefoon.

‘Als je gestrest of nerveus bent, is het heel lastig om goed te blijven ademen. Misschien heb je baat bij hardlopen of verven, maar daar kom je alleen met vallen en opstaan achter. Wie weet helpt yoga, maar daar komt een docent bij kijken. De meeste mensen hebben de middelen niet om al die dingen uit te proberen.’

Mittal maakt zich vooral zorgen over de stortvloed van ‘goedbedoeld’ self-care-advies aan mantelzorgers, die vaak worden overgeslagen in gesprekken over gezondheid. ‘Iemand appte me laatst een filmpje van drie minuten over zeven onmisbare dingen voor self-care, zoals genoeg slapen, tijd voor jezelf enzovoorts. Dat is veel te veel’, zei ze. ‘Heeft iemand die voor een alzheimer- of parkinsonpatiënt zorgt en het advies krijgt om aan creatieve therapie te doen daar wel de tijd en de mogelijkheden voor?’

3. Daadwerkelijk werken aan self-care draagt bij aan een burn-out

Wie genoeg heeft van nutteloze doorgestuurde appjes heeft misschien iets aan het praktische kader dat Barbara Riegel en Tiny Jaarsma, directeuren van het International Center for Self-Care Research (ICSCR), hebben voor zelfzorg bij chronische ziekten. Ze verdelen self-care onder in drie taken: onderhouden, in de gaten houden en ingrijpen.

Volgens dat kader loopt self-care permanent door, zowel in gezonde als zieke toestand. (Dat nachtelijke bezoek aan de spoedeisende hulp nadat je jaren je paniekaanvallen hebt onderdrukt is dus geen self-care, want je hebt jezelf niet onderhouden en in de gaten gehouden, maar rechtstreeks overgegeven aan ingrijpen.)

'Van de 8.760 uur in een jaar brengen we er maar ongeveer tien door bij gezondheidszorg-professionals, oftewel 0,001 procent'

Op de website van de ICSCR staat een fascinerende mededeling: ‘Van de 8.760 uur in een jaar brengen we er maar ongeveer tien door bij gezondheidszorgprofessionals, oftewel 0,001 procent. Alle andere self-care-activiteiten op het gebied van onderhoud, in de gaten houden en ingrijpen komen voor rekening van het individu zelf en zijn gezin. Actief bijdragen aan self-care draagt bij aan het welzijn, vermindert de morbiditeit en het aantal sterftegevallen en drukt de kosten voor de gezondheidszorg.’

Daar kun je het moeilijk mee oneens zijn, maar die laatste zin zette me aan het denken. Dat ‘actief bijdragen’ herinnerde me aan een recent artikel van Pooja Lakshmin, universitair docent psychiatrie aan de geneeskundefaculteit van de George Washington University in Washington. In een stuk in richt ze zich op een specifieke groep die misschien wel de grootste berg self-care-adviezen over zich uit krijgt gestort: jonge moeders.

‘Onderdeel van het self-carebeeld dat ons wordt opgedrongen zijn meditatieapps en eindeloze online workouts. Vooral moeders, die maar één klik op een app of één fitnessklasje verwijderd zijn van self-care, hebben vaak het idee dat ze niet goed genoeg voor zichzelf zorgen als ze een burn-out voelen aankomen. Oftewel: nog meer stress en schuldgevoelens’, zegt Lakshmin. ‘Ik krijg steeds meer moeders over de vloer die niet alleen onder zware druk staan om te voldoen aan de enorme verwachtingen van het moederschap, maar ook aan de verplichting om actief aan self-care te doen.’

Ik vroeg Prakash, die zelf twee jonge kinderen heeft, of dat een westers probleem is. Maar ook in India is het gevoel tekort te schieten levensgroot, erkent ze. ‘Toen ik aan self-care begon te doen, besloot ik dat ik me geen moment schuldig zou voelen, een neiging die ik in die tijd had’, aldus Prakash. ‘Ik hield mezelf voor dat er niets mis mee was als je nergens zin in had als je wakker werd. Als ik lekker wilde blijven liggen, dan deed ik dat.’

Shayonee Dasgupta, die ik op Twitter volg vanwege haar scherpe inzichten op het gebied van mentale gezondheidsproblemen, vertelde me dat ze soms ‘doodmoe’ wordt van de druk om te voldoen aan de praktijk van self-care. Dasgupta: ‘Er valt iets voor te zeggen dat actief met self-care bezig zijn tot een self-care-burn-out kan leiden.’ Een self-care-burn-out. Hoe heeft het zover kunnen komen…

4. Self-care gaat ten koste van minderbedeelden 

Voor de Amerikaanse dichter en mensenrechtenactivist Audre Lorde was self-care ‘Het [was] zelfbehoud, een daad van politieke oorlogsvoering.’ Met andere woorden: self-care was in dit geval niet de zoveelste gang naar ‘retailtherapie’. Voor wie aan een geestesziekte lijdt, zou zulk ‘zelfbehoud’ een revolutionaire daad kunnen zijn waarmee hij de macht ondergraaft van de zwaar gemedicaliseerde eenheidsworst van het medische establishment. Maar die revolutie lijkt zich niet helemaal te voltrekken zoals gedacht.

De Britse cultuurcriticus Mark Fisher dat het kapen van de self-care door de commercie het logische uitvloeisel is van het kapitalisme, waarin de volledige verantwoordelijkheid voor je eigen welzijn op jou wordt afgeschoven. Want hé, biedt de vrije markt je niet alles wat je nodig hebt? Slaag je er niet in om je beter te voelen, dan is dat je eigen schuld.

Fisher beweert dat mensen met een mentale aandoening gevangenzitten in dat systeem. Al heel lang draait de discussie over mogelijke oorzaken van depressie vooral om een tekort aan serotonine, waarmee wordt voorbijgegaan aan de maatschappelijke oorzaken van de kwaal, zoals competitief individualisme en inkomensongelijkheid.

Zoals Fisher zegt: ‘Het is natuurlijk makkelijker om een middel voor te schrijven dan een omwenteling teweeg te brengen in de manier waarop de samenleving is georganiseerd, [maar nu] bieden allerlei ondernemers je geluk in een paar eenvoudige stappen aan. ’ 

Wie geen self-care kan ‘kopen’ – de armen en minderbedeelden – ervaart die manier van framen aan den lijve. Landen met een laag gemiddeld inkomen lopen volgens de Wereldgezondheidsorganisatie achter als het gaat om het geld dat hun overheid besteedt aan gezondheidszorg. De Indiase overheid geeft vijf keer zo veel geld uit aan defensie als En daarvan gaat naar geestelijke gezondheidszorg, een fooi gezien het enorme aantal mensen dat zorg behoeft. 

Gelukkig is het nog niet te laat om te voorkomen dat self-care het self-carende individu de kop kost. De wereld kan een voorbeeld nemen aan Nieuw-Zeeland, waar premier Jacinda Ardern een ongekende verhoging van de overheidsuitgaven heeft aangekondigd om geestesziekten, huiselijk geweld en armoede onder kinderen aan te pakken.

Uiteindelijk hebben mensen meer nodig dan aanmatigende zelfhulpboeken om het gevoel te krijgen dat ze het heft in eigen hand hebben. ‘Zelfs achter een simpel gebod als “eet gezond” gaat een complex geheel van taken en activiteiten schuil’, zegt Aparna Mittal van PatientsEngage. ‘Het individu, het “zelf”, beslist uiteindelijk over die activiteiten. Maar daar moet dat individu dan wel toe in staat worden gesteld.’

Vertaald uit het Engels door Nico Groen.

Lees verder: