Deze maand kondigde het kabinet aan dat ons geslacht van de identiteitskaart zal verdwijnen. Het is waarmee de regering onnodige sekseregistratie zo veel mogelijk probeert te beperken.

De vraag naar het nut en de noodzaak van deze registratie zingt al jaren op het Binnenhof rond. Al in 2013 stelt toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk dat geslachtsgegevens noodzakelijk zijn voor

Denk: het uitnodigingen van mannen en vrouwen voor preventief borstkanker- of prostaatkankeronderzoek, of het onderzoeken van gelijke beloning en arbeidsparticipatie van vrouwen. Geslachtsgegevens worden volgens Plasterk ‘breed gebruikt’ door de overheid.

Geslacht is dus niet zomaar iets persoonlijks, maar iets wat de overheid gebruikt om beleid te maken, uit te voeren en te onderzoeken of dat beleid werkt. Hoe wij door de overheid worden benaderd, bestuurd en begrepen, wordt mede bepaald door ons geslacht – en de registratie daarvan.

Maar geslacht is lang niet altijd de enige of de beste manier om overheidszaken te regelen.

Neem het preventief onderzoek naar prostaatkanker. Alleen wie geregistreerd staat als man, krijgt daar een uitnodiging voor. Maar er zijn inmiddels heel wat mensen die geregistreerd zijn als vrouw, en wel een prostaat hebben. Zelfs bij de geslachtsoperaties van trans vrouwen wordt de prostaat vaak niet verwijderd. Maar zij ontvangen nu geen uitnodiging voor een onderzoek dat hun leven zou kunnen redden. Er is dus wat te zeggen voor een ander selectiecriterium: of iemand wel of niet een prostaat heeft.

Het registeren van mannen en vrouwen lijkt de normaalste zaak van de wereld. Het is misschien moeilijk je een maatschappij voor te stellen waarin we zulke situaties anders zouden aanpakken. 

Toch heeft het registreren van geslacht lang niet altijd bestaan.

Van doopregister naar burgerlijke stand

Geslachtsregistratie is al zo oud als de weg naar Rome. Letterlijk, want de oude Romeinen houden al bevolkingsregisters bij  

In Nederland is de bevolkingsregistratie lang niet zo oud of eenduidig. Kerken houden pas doopregisters en trouwboeken bij, en beheerders van begraafplaatsen registreren gegevens van overledenen. Welke gegevens precies bijgehouden worden, verschilt sterk per kerk, regio en register. Of er een concrete geslachtsbepaling wordt opgetekend,  

Een meer gestructureerde of gecentraliseerde registratie van personen is dan niet echt noodzakelijk. Maar tussen 1795 en 1813 komt daar verandering in.

In die twintig jaar, die de geschiedenisnerds onder ons kennen als de maakt Nederland staatkundig gezien een enorme verandering door. Voor het eerst wordt Nederland een echte eenheidsstaat, met een gecentraliseerd bestuur en wetten die gelden voor iedereen. Het op poten zetten van een centraal bevolkingsregister is voor deze moderniseringsslag ineens van cruciaal belang. 

Dat register komt er uiteindelijk ook, in 1811. In dat jaar wordt officieel de burgerlijke stand ingevoerd. De man die daarvoor verantwoordelijk is? Napoleon Bonaparte.

Een wetboek voor iedereen: de Code Napoleon

In 1810 wordt Nederland door Napoleon ingelijfd. Vanaf dat moment hoort Nederland officieel bij het Franse keizerrijk, en al snel geldt de Franse wetgeving ook op ons grondgebied.

In Frankrijk heeft Napoleon eerder al het Franse burgerrecht ingrijpend hervormd. In plaats van de veelal ongeschreven, streekgebonden – die tot dan toe bepalend zijn binnen het Franse recht – geldt er vanaf 1804 één wetboek voor heel Frankrijk: de Code Napoleon. 

Zaken die eerst onder het lokale gezag van de kerk vielen – het huwelijk, gezinsvorming, burgerschap – komen na de invoering van de Code onder het gezag van de nieuwe, gecentraliseerde overheid. Elk aspect van het leven, van geboorte tot het graf, wordt nu gereguleerd door de Franse staat. 

De Code Napoleon verplicht dat er van alle geboortes, huwelijken en overlijdens een akte wordt opgemaakt

Ook de burgerregistratie wordt door de Code Napoleon aan de invloedssfeer van de kerk De Code verplicht dat er van elke geboorte, elk huwelijk en elk overlijden een akte wordt opgemaakt bij een nieuw overheidsorgaan: de burgerlijke stand. 

Maar liefst 68 artikelen in de Code Napoleon bepalen hoe de Franse bevolking precies geregistreerd moet worden. Zo moet de geboorteakte de datum en het tijdstip van de geboorte vermelden, de namen van het kind, en ook de namen, de woonplaats en het beroep van zowel de ouders als de getuigen. En:

Zo wordt geslacht, voor het eerst in de moderne geschiedenis, een officiële staatsaangelegenheid.

Geslacht registreren om oorlog te voeren

Waarom het geslacht speciaal vermeld moest worden op de geboorteakte, is nooit expliciet beargumenteerd – maar handig is het wel. Met name voor Napoleons grootste hobby: oorlog voeren. 

Napoleon stelt in Frankrijk namelijk een dienstplicht in. Alle jonge mannen kunnen vanaf hun twintigste opgeroepen worden. En door de invoering van de burgerlijke stand en de geslachtsregistratie op de geboorteakte heeft Napoleon in één klap zicht op hoeveel jonge mannen er voor zijn legers beschikbaar zijn.

Opvallend is ook dat in de Code Napoleon staat dat vaders bij de aangifte van een geboorte hun kind mee moeten nemen naar de burgerlijke stand. De ambtenaar moet kunnen controleren of ouders hun jongetjes niet stiekem als meisjes laten registreren, om ze later aan de dienstplicht te  

Maar ook op andere vlakken wordt de greep van de staat op het geslacht van zijn burgers merkbaar. De Code Napoleon staat namelijk bol van bepalingen die de verhoudingen tussen mannen en vrouwen moeten reguleren. 

Zo wordt in de Code Napoleon het vaderlijk gezag officieel in de wet verankerd. Daarmee worden de rechten van vrouwen ernstig beknot, ten gunste van de man, die als vader of echtgenoot het wettelijke hoofd van het gezin vormt. zo stelt artikel 213 van de Code.

Vrouwen krijgen in de Code bovendien slechts passief burgerschap (zonder politieke rechten), gaan in tegenstelling tot mannen de gevangenis in als ze overspel plegen, en de positie van gehuwde vrouwen binnen het huwelijksgoederenrecht – wat bepaalt wie wat bezit na de bruiloft – blijft

De Code Napoleon in Nederland

Over het invoeren van de Code Napoleon in Nederland ontstaat eerst grote wrevel tussen Napoleon en zijn broertje Lodewijk, die sinds 1806 koning van Nederland is. Napoleon Bonaparte wil dat Lodewijk het Franse burgerlijk wetboek – en daarmee vooral ook de dienstplicht – integraal in Nederland overneemt. Maar Lodewijk Napoleon stelt een eigen commissie in, die Napoleons wetboek op de Nederlandse rechtstraditie moet aanpassen.

In 1810 stuurt een daarom zijn legers naar Nederland. Lodewijk slaat op de vlucht, en Nederland wordt door Frankrijk ingelijfd. Vanaf dat moment is ons land geen satellietstaat meer, maar officieel onderdeel van het keizerrijk.

In 1811 worden de Code Napoleon en de burgerlijke stand ook hier ingevoerd.

Gelijk nadat de Code Napoleon van kracht wordt, worden grote aantallen jonge mannen opgeroepen voor Uiteindelijk zullen in totaal zo’n dertigduizend Nederlandse mannen dienen in Napoleons Grande Armée. Meer dan de helft van hen komt niet meer thuis.

De immens impopulaire dienstplicht leidt algauw tot Dat de burgerlijke stand – en in het bijzonder de geslachtsregistratie – een belangrijk middel is voor de Franse overheerser om de dienstplicht te organiseren, leidt echter niet tot  

Het Napoleontisch bewind in Nederland is uiteindelijk maar van korte duur. In 1813 komt met koning Willem I officieel een einde aan de Franse overheersing. Maar dat betekent lang niet het einde van de Code Napoleon in Nederland – of de geslachtsregistratie.

Al in 1813 geeft Willem I opdracht om een ‘nationaal’ wetboek te ontwerpen dat de oud-vaderlandse traditie in ere moet herstellen. Maar het duurt uiteindelijk tot 1838 voordat dat nieuwe wetboek er komt –

Dit was Andere Tijden. Terug naar de onze

De invloed van Napoleon op onze hedendaagse maatschappij is nog dagelijks merkbaar: het metrieke stelsel, het kadaster, het burgerlijk huwelijk, allemaal zijn het overblijfselen van zijn bewind. En dankzij de Franse keizer is dus ook geslacht nu een staatsaangelegenheid.

In de tijd van Napoleon was geslacht voor de staat een belangrijk gegeven: voor het optrommelen van dienstplichtigen, en omdat vrouwen minder rechten hadden.

Maar in Nederland zijn mannen en vrouwen inmiddels voor de wet gelijk, en bestaat er ook geen Toch valt ons geslacht nog steeds binnen de invloedssfeer van de overheid.

De vraag is natuurlijk: waarom? Dient het nog steeds een duidelijk doel? Of is het gewoon een vanzelfsprekendheid geworden?

Is het echt niet denkbaar dat we dit boek ooit definitief sluiten?

Inmiddels kijkt het kabinet steeds kritischer naar de sekseregistratie – met name het nut en de noodzaak daarvan. Een goede ontwikkeling, want in een land waarin het eigenlijk geen moer meer uit zou moeten maken of je man, vrouw, of iets daartussenin bent, is het eigenlijk wel vreemd dat een persoonsgegeven als geslacht door de overheid nog steeds zo ‘breed’ gebruikt wordt.

Toch lijkt het er voorlopig op dat de overheid geslacht bij sommige overheidsprocessen nog steeds noodzakelijk vindt. Want door zich in haar beleid te richten op onnodige geslachtsregistratie, impliceert de regering ook dat het geslachtsgegeven op sommige momenten wél onmisbaar is.

Het verhaal van de geslachtsregistratie kent zodoende een begin en een midden, maar nog geen duidelijk eind. Maar is het echt niet denkbaar dat we dit boek ooit definitief sluiten? Dat de geslachtsregistratie, net als haar geestelijk vader Napoleon, ooit tot een ver verleden zal behoren? 

Daarover meer in mijn volgende stuk.

Voor dit verhaal heb ik dankbaar gebruikgemaakt van de expertise van Johan Joor, die mij in een uitgebreid achtergrondgesprek vertelde over de bestuurlijke omwentelingen van de Bataafs-Franse Tijd.

Lees ook:

Geen man of vrouw? Dan ben je voortaan een ‘hen’ Het is een groot probleem voor mensen die zich geen vrouw of man voelen. Dat de taal hen alsnog bestempelt als ‘hij’ of ‘zij.’ De nieuwe voornaamwoorden ‘hen’ en ‘hun’ moeten niet alleen hun emancipatie mogelijk maken, maar die van iedereen. Lees het verhaal van Lisa terug