Een hr-manager van een van mijn voormalige werkgevers belde me een keer op met een ongewoon voorstel: ‘Het bedrijf wil een werkgroep instellen om het welzijn van de medewerkers te bevorderen. Geestelijke gezondheid wordt een van de speerpunten. Ik wil jou graag uitnodigen om mee te doen.’

Ik zeg ‘ongewoon’ omdat de media in India (en in grote delen van de wereld) er niet om bekendstaan dat ze veel om geestelijke gezondheid geven. Er zijn er te veel die elke journalistiek-ethische norm over het onderwerp Om nog maar te zwijgen van de slechte reputatie van de media zelf want hoeveel journalisten offeren hun gezondheid en welzijn niet op aan de zinloze jacht naar een scoop?

Vandaar dat ik aanvankelijk met scepsis op het verzoek reageerde. ‘Ik weet dat het erg “in” is om over geestelijke gezondheid te praten en dat elk bedrijf er bovenop duikt’, zei ik, terwijl ik hoopte dat ik niet al te cynisch klonk. ‘Maar besef je dat zoiets langdurige betrokkenheid vraagt?’ Ja, en daarom is de directie rechtstreeks bij het project betrokken, luidde het antwoord. 

De eerste bijeenkomst zou een paar dagen later plaatsvinden. Maar die ging niet door. Van uitstel kwam afstel. Het project werd de nek omgedraaid nog voordat het was begonnen. Ik vroeg er nog een keer naar, maar kreeg geen verklaring, behalve iets vaags over ‘andere prioriteiten’. Een paar maanden later ging ik weg bij het bedrijf.

Voordat ik aan dit stuk begon, nam ik contact op met de hr-manager en vroeg hem waar het was misgegaan. Hij mailde dat het project in de wacht was gezet vanwege de ‘bedrijfssituatie/financiële beperkingen’. ‘Maar het staat op ons prioriteitenlijstje’, voegde hij er opgewekt aan toe. ‘We gaan er werk van maken.’

‘Gezond werken’ zit in de lift, maar geestelijke gezondheid komt er bekaaid af

Sinds de industriële economie, die draaide om fysieke arbeid onder veelal zware omstandigheden, de omslag maakte naar de digitale economie, met kenniswerk in keurige kantoren als motor, heeft ‘werk’ nog nooit zo veilig gevoeld. Maar die schijn van veiligheid kan nauwelijks verhullen dat de werkomgeving van nu – waar een groot deel van de wereldbevolking doorbrengt – een giftige poel is geworden van zware, soms dodelijke stress. 

De roep om een betere werkomgeving is niet nieuw. Op internet wemelt het van de adviezen voor een ‘prettige’ Maar meestal besteden werkgevers onevenredig veel energie aan nietszeggende modeverschijnselen: welzijnscommissies en -werkgroepen, ‘neem-je-huisdier-mee-naar-je-werk-dagen’ en – mijn persoonlijke favoriet – een fiets op je werkplek waarmee je smoothies Alleen al in de VS is de bedrijfsgezondheidszorg uitgegroeid tot een sector waar jaarlijks 8 miljard dollar Maar wat heeft die spectaculaire groei opgeleverd?

Meestal besteden werkgevers onevenredig veel energie aan nietszeggende modeverschijnselen: smoothies en ‘neem-je-huisdier-mee-dagen’

In 2019 stelde de International Labour Organisation dat ‘stress, uitzonderlijk lange werkdagen en werkgerelateerde ziekten elk jaar naar schatting bijdragen aan de dood van bijna 2,8 miljoen werknemers’ – in het verkeer komt ‘terwijl nog eens 374 miljoen mensen gewond raken of ziek worden  

Het is duidelijk: we hebben dringend behoefte aan een nieuw Handboek geestelijke gezondheid op het werk. Bespaar ons al die gimmicks; het wordt hoog tijd voor een werkvloer die werknemers niet meer ziek maakt. Hier zijn vier manieren om anders te gaan nadenken over de geestelijke gezondheid van werknemers.

1. Beschouw geestelijke gezondheid niet langer als een kwestie van ‘productiviteit’

Vooral in de VS vinden pogingen de werkvloer gezond te maken hun oorsprong in die, onder andere, iets probeerden te doen tegen alcoholisme, drugsverslaving en mentale problemen van werknemers. Volgens één definitie waren ze gericht op de ‘productiviteit’ van de werknemer en op het wegnemen van persoonlijke problemen die hun ‘werkprestaties’ in de weg stonden.

Die twee woorden – ‘productiviteit’ en ‘werkprestaties’ – zeggen eigenlijk alles: de meeste werkgevers lijken alleen om de gezondheid van hun medewerkers te geven als dat direct of indirect meer geld Geestelijke gezondheidsproblemen zijn wereldwijd goed voor een productiviteitsverlies van dus nietsdoen is geen optie.

Omdat we zo gewend zijn aan het zijn we gaan geloven dat zo’n gang van zaken volstrekt normaal is. Want is het niet zo dat bedrijven ‘goede zaken kunnen doen als ze goed (lees: verantwoord) Maar het juiste doen omdat dat goed zou zijn voor het bedrijfsresultaat staat haaks op algehele en duurzame verandering. Zoiets heeft alleen zin als het erom gaat snel iets kleins en duidelijk afgebakends te verbeteren, zeg: het terugdringen van het aantal verslavingen onder je werknemers. 

Maar wie een groot, weinig tastbaar doel voor ogen staat, zoals het verbeteren van de geestelijke gezondheid van zijn werknemers, moet zichzelf niet langer een rad voor ogen draaien met zinloze extraatjes, maar alles op alles zetten om de bedrijfscultuur daadwerkelijk ingrijpend te veranderen. Zo’n omslag kost tijd, en als goede kwartaalcijfers de enige motivatie zijn, leidt het alleen maar tot frustratie. 

Zeg mij na: bij geestelijke gezondheid gaat het om mensen, niet om productiviteit.

2. Beschouw geestelijke gezondheidsproblemen niet langer als een ‘last’

Van medische tijdschriften tot overheidsrapporten: het woord dat het vaakst valt als het over ziekte gaat, is ‘last’. Dat bedrag van een biljoen dollar dat de Wereldgezondheidsorganisatie gebruikt om de economische impact van geestesziekte duidelijk te maken? Technisch gesproken is dat de ‘last’ die op de wereldeconomie drukt. 

Omdat mensen met een geestesziekte toch al kampen met een groot stigma, is het woord ‘last’ extra pijnlijk. Het marginaliseert de zieke en impliceert dat hij de samenleving En degenen die denken dat zij de last moeten dragen raken verbolgen.

Denk nog eens aan die goedbedoelende hr-manager die het had over ‘andere prioriteiten’, waardoor de welzijnswerkgroep sneuvelde. Met zulke overwegingen komen bedrijven meestal aanzetten als ze willen snijden in kosten die te weinig renderen, die een last zijn, vooral wanneer het bedrijf in zwaar weer belandt.

De ironie is uiteraard dat werknemers juist in zo’n periode de meeste behoefte hebben aan psychologische ondersteuning. Miriam K. Forbes, onderzoeker aan de Macquarie University in Sydney, Australië, constateerde vorig jaar dat ‘mensen die door de recessie van 2007 tot 2009 problemen ondervonden met hun financiën, huisvesting of werk, een grotere kans hadden op symptomen van depressiviteit, angststoornissen en problematisch drugsgebruik. De verslechtering van hun geestelijke gezondheid was enkele jaren na het officiële einde van de recessie nog steeds duidelijk  

Neem de huidige situatie in India. Het land maakt de ernstigste economische terugval in De bevolking – met het grootste aantal jongeren onder de 25 ter wereld – worstelt met torenhoge De angst onder jonge werkende Indiërs om hun baan te verliezen is zo groot dat stressgerelateerde klachten volgens een schatting in 2019 zijn verdubbeld ten opzichte Juist nu moeten werkgevers geestelijke gezondheidshulp een prioriteit maken, en die niet in de koelkast zetten.

3. Werkgevers moeten af van hun obsessie voor ‘de slag om talent’

In 1997 verklaarde een team van organisatieadviesbureau McKinsey dat bedrijven verwikkeld waren in een ‘slag om talent’, waar hun voortbestaan van Zelden was een idee uit de wereld van human resources zo aantrekkelijk. Je ziet het het duidelijkst terug in de trend om kantoren te transformeren van zakelijke ruimtes in hippe, open kantoortuinen waar millennials graag willen werken omdat hun werkgever ze – op basis van de allerlaatste data-analyses – gezonde sapjes voorzet in plaats van  

Wat hier over het hoofd wordt gezien is dat het McKinsey-rapport talent omschreef als ‘slimme, energieke, ambitieuze mensen’, een exclusief gezelschap waartoe slechts de tweehonderd werknemers uit de top van elk bedrijf behoren. Tot het ‘talent’ behoort volgens de definitie van McKinsey niet zomaar iedereen in een bedrijf. Ook wordt de ‘slag’ niet uitgevochten opdat iedereen er beter van wordt.

Roger Martin, voormalig decaan van de Rotman School of Management van de University of Toronto, legt haarscherp uit wat daarvan ‘Het kapitaal (een benaming voor investeerders en eigenaren van bedrijven) is ziedend omdat het wordt voorbijgestreefd door talent – of het nu CEO’s, investeringsbankiers, consultants, filmsterren of sporthelden zijn – en reageert zijn woede af op het gemakkelijkste doelwit: de mensen die het werk doen.’

Met andere woorden: eigenaren van bedrijven zijn zo veel geld kwijt aan talent dat ze niet bereid zijn concessies te doen aan degenen die dat etiket niet opgeplakt krijgen, de gewone arbeider. Het gevolg is schokkende ongelijkheid. Martin: ‘De kloof groeit tussen het talent – de aparte categorie goedbetaalde werknemers – en de mensen aan de lopende band op wie ze leunen.’

Daarnaast: aan een slag komt doorgaans een eind. Zolang de vraag naar talent het aanbod overtreft, spelen werkgevers het spel mee. Maar wanneer banen schaars worden en het machtsevenwicht verschuift, zoals nu al in sommige landen gebeurt, worden die gezonde sapjes als eerste geschrapt.

4. Beschouw geestelijke gezondheid als een onvervreemdbaar mensenrecht 

De lijst met problemen is lang. Zoeken naar oplossingen moet beginnen met de erkenning dat geestelijke gezondheid een onvervreemdbaar mensenrecht is. Zo niet, dan is er geen sprake van vrijheid en waardigheid.

Geestelijke gezondheid beschouwen als een recht is volgens de American Psychological Association essentieel om ‘klinische en economische redenen, maar ook vanwege morele en  

Zo nam India in 2017 aan waarmee geestelijke gezondheid op gelijke voet kwam te staan met lichamelijke gezondheid. De VS kennen de zogeheten ‘redelijke aanpassing’ in de Americans with Disabilities Act, die het voor werkgevers illegaal maakt om werknemers met een bepaalde mentale aandoening te discrimineren. (Volgens verloor echter 90 procent van de klagers die met deze wet in de hand een rechtszaak hadden aangespannen en beweren critici dat de wet wordt misbruikt om compensatie af te  

Hoewel essentieel, zijn wettelijke garanties uiteindelijk niet waterdicht. Er is een culturele revolutie voor nodig om een werkomgeving te creëren die de geestelijke gezondheid bevordert, een volledig nieuwe kijk op het hoe en het waarom van zakendoen. 

Menselijkheid en winstgevendheid kunnen naast elkaar bestaan 

Het goede nieuws? Het hoeft allemaal niet ten koste te gaan van de winst.

Jason Fried en David Heinemeier Hansson laten dat duidelijk zien. Ze zijn medeoprichters van Basecamp, een bedrijf dat software voor projectmanagement ontwikkelt. Hun laatste boek, is een oproep tot langzame groei en het creëren van een ontspannen werkomgeving. Basecamp legt zijn teams geen targets op, houdt het marktaandeel niet bij, en kent geen werkweek van meer dan 40 uur. In de zomer werken de werknemers zelfs maar 32 uur.

‘Ons bedrijf voldoet in alle opzichten niet aan de eisen van de grotemensenwereld’, zeggen En toch maakt Basecamp keer op keer winst.

Veel van datgene waar Fried en Hansson voor pleiten laat zich in één zin samenvatten: je kunt alleen voor een gezonde werkomgeving zorgen als je bereid bent je ambitie te laten varen om tegen elke prijs te winnen. ‘Ondernemen is geen oorlog. “Mik” niet op klanten. “Vecht” niet om talent. Een markt “verover” je niet. Huur geen “headhunters” in. Ga niet “de strijd aan”. Beschouw een overnamekandidaat niet als een “prooi”. Vermijd oorlogsretoriek. Bezie het in positieve termen’, Het is een begin. Neem afscheid van het idee dat je een oorlog hebt te winnen, vergeet dat je ‘geluk’ moet verkopen en omarm de menselijkheid:

  • Beloon managers die in hun team een open gesprek over geestelijke gezondheid aangaan en niet alleen degenen met de hoogste productiviteit.
  • Beloon iedereen die blijk geeft van compassie, niet alleen hen die blijk geven van toewijding en plichtsbesef.
  • Garandeer inkomensgelijkheid.
  • Dwing werknemers niet om te liegen wanneer ze niet naar hun werk kunnen komen. 
  • En als dat allemaal geregeld is, mag je iedereen zo veel smoothies geven als je maar wilt.

Dit artikel is uit het Engels vertaald door Nico Groen.

Over de beelden Florian van Roekel verkende vijftien maanden lang kantoren in heel Nederland voor zijn serie How Terry Likes His Coffee. Zijn foto’s spelen met de kenmerkende symbolen en esthetiek van het kantoor. Met het gebruik van de flitser versterkt hij het gevoel van anonimiteit en verbroken verbinding. (Lise Straatsma, beeldredacteur) Lees meer over het werk van Florian van Roekel The modern workplace is toxic. We need to overhaul how we think about mental health at work Read this article in English

Meer lezen?

Werk maakt niet gelukkig. Zo kan werk wél werken Je wordt gelukkig van werken, hoor je vaak. Maar voor miljarden mensen is werk juist een bron van vernedering, uitbuiting of afstomping. Daarom: zeven manieren om onze obsessie met werkgeluk los te laten en de werkvloer menselijker te maken. Lees het artikel hier