Wat er écht in je T-shirt zit: 70 procent katoen, 30 procent misleiding
Naast het wasvoorschrift staat er op de labels in je kleding ook wat er in de stof van je shirt of broek zit. Uit onderzoek blijkt dat die informatie vaak onbetrouwbaar of zelfs misleidend is. En dan vormen de labeltjes zelf ook nog een belemmering voor recycling. Afschaffen dan maar?
Net zoals er mensen zijn die nooit op de ingrediëntenlijst van producten in de supermarkt kijken, zijn er mensen die nooit op het labeltje in hun kleding kijken. Het maakt ze weinig uit hoeveel suiker in de Heinz tomatenketchup zit of of het Wibravestje nu van acryl of wol is gemaakt.
Maar er zijn ook mensen die hier wel om geven, en die bijvoorbeeld zweren bij het dragen van kleding van ‘natuurlijke’ materialen, waaronder katoen, wol en linnen. En die ook weten dat deze stoffen vaak wat duurder zijn. Zij zijn dus bereid hier meer voor te betalen.
Vooral voor die laatste groep zijn de uitkomsten van dit onderzoek minder leuk.
Met ‘dit onderzoek’ doel ik op het rapport van Circle Economy, dat dit voorjaar verscheen. In opdracht van het ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat analyseerde Circle Economy met hulp van een groep studenten van het Amsterdam Fashion Institute en de Fibersort-machine, een apparaat dat kan zien uit welke grondstoffen een item bestaat, 7454 kledinglabels. Een van de vragen die de onderzoekers hadden: komt de informatie op de labels overeen met wat er daadwerkelijk in het kledingstuk zit?
In bijna de helft van de gevallen (41 procent) bleek dit niet zo te zijn. Een op de vijf labels daarvan hadden zelfs een erg grote afwijking – van 20 procent of meer.
Met name bij kledingstukken die uit verschillende materialen bestaan, zoals de veelvoorkomende katoen-polyestermix waren er grote verschillen tussen wat het label zei en wat er werkelijk in de stof zat. Stond er op het label dat het item uit 95 procent katoen of zelfs meer bestond, dan bleek er voor 35 procent polyester in te zitten. Bij pure materialen, zoals 100 procent katoen of 100 procent wol, werden afwijkingen in bijna een kwart van de onderzochte items geconstateerd.
Doelbewust of verkeerd geïnformeerd?
Het kan zijn dat de onjuiste informatie onbewust – dus zonder medeweten van het kledingmerk – op het label staat. Als mogelijke oorzaak wijzen de onderzoekers op de lange en complexe productieketens, waarbij meerdere schakels (stofproducent, garenproducent, kledingproducent) met elkaar communiceren en waarbij er soms verkeerde informatie uitgewisseld of geïnterpreteerd wordt.
Dit kan het geval zijn wanneer er meer polyester of andere synthetische materialen vermeld staan op het label dan daadwerkelijk gebruikt zijn – wat in een aantal gevallen zo was. Dat doelbewust doen is een beetje knullig, aangezien deze stoffen vaak een stuk goedkoper zijn en een minder goed imago hebben.
Denk je een mooie pure alpacawollen trui te hebben gekocht, blijkt die voor een derde uit plastic te bestaan
Andersom – wanneer er bijvoorbeeld meer katoen of wol op het labeltje staat dan er daadwerkelijk in zit – kan er wel sprake zijn van doelbewuste misleiding. Wol is duurder dan acryl, en daarom zijn mensen bereid er meer voor te betalen.
Met zo’n label denk je een mooie pure alpacawollen trui te hebben gekocht, blijkt die voor een derde uit plastic te bestaan. Daar word je niet heel vrolijk van.
Is dat niet strafbaar?
In principe moet de informatie op de labels kloppen. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) of de douane zouden hierop moeten toezien. Maar de controle hierop heeft weinig prioriteit bij de toch al slecht functionerende NVWA, aangezien onnauwkeurige kledinglabels de volksgezondheid niet snel in gevaar zullen brengen. De douane volgt de Warenautoriteit en zal pas actief de samenstelling van kleding controleren als deze door de NVWA als ‘risico’ is bestempeld.
Kledingbedrijven zelf, met name de grotere spelers, beschikken soms over een afdeling die labels op nauwkeurigheid checkt om te controleren of producenten wel datgene leveren waar ze voor betalen. Kleinere merken moeten vaak vertrouwen op de informatie die ze krijgen van hun leveranciers.
Overigens is de NVWA al langer op de hoogte van de onjuiste informatie op kledinglabels. In 2003 voerde de organisatie al een onderzoek uit naar de samenstelling van rollen stoffen die aan consumenten worden verkocht voor het maken van eigen kleding. De NVWA, dat valt onder het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit, concludeerde toen dat voor 13 van de 56 onderzochte artikelen (dus in bijna een kwart van de gevallen) de samenstelling sterk afweek van wat er op de labels stond.
Een label als recycle-obstakel
De NVWA weet dus al jaren dat dit speelt, maar doet er verder niks aan. Reden dat een ander ministerie, van Infrastructuur en Waterstaat, opdracht gaf voor dit onderzoek, was niet alleen om te kijken hoe groot dit probleem is, maar vooral om te kijken in hoeverre (onjuiste informatie op) labels kleding recycling bemoeilijkt.
Om kleding hoogwaardig te kunnen recyclen moeten grondstoffen zo veel mogelijk van elkaar worden gescheiden. En aangezien dit nog veel handmatig wordt gedaan, dus aan de hand van de informatie op kledinglabels, is het wel zo handig als die informatie klopt.
Maar uit het onderzoek van Circle Economy bleek dit niet het grootste obstakel te zijn, aangezien de meeste textielrecyclebedrijven verwachten de mensenhanden binnen niet al te lange tijd te kunnen vervangen voor machines als de Fibersort, waardoor labels checken straks niet eens meer nodig is. Wat was dan wel het probleem? De kledinglabels zelf!
Als de informatie op die kriebelende lapjes stof niet betrouwbaar is, wat hebben ze dan voor nut?
Dat zit zo: de labels in je kleding zijn vaak gemaakt van een ander materiaal dan het kledingstuk. Wil je het item recyclen, dan moeten die labeltjes er dus eerst uit, en daar is vooralsnog geen machine voor. Het moet handmatig. Een tijdrovende en dus dure klus.
Bedrijven oproepen om geen labeltjes meer in hun kleren vast te naaien gaat zomaar niet. Sinds 2011 is het in Europa verplicht om kleding te labelen met betrekking tot de vezelsamenstelling om consumenten inzicht te geven in de materialen waar een kledingstuk van is gemaakt.
Maar als die informatie op de labels niet betrouwbaar is, wat hebben ze dan voor nut? Bovendien zijn die lapjes stof vaak ook behoorlijk irritant: ze kriebelen of schijnen lelijk door. Afschaffen dan maar?
Print een QR-code, maak het label van hetzelfde materiaal of doe het zelf
Of dat wenselijk is, valt te betwijfelen. Ook al klopt het materiaal niet precies, het geeft vaak wel een indicatie. En iets als een wasvoorschrift kan wel degelijk informatief zijn, en draagt er bovendien aan bij dat kleding langer mooi blijft.
Er zijn genoeg alternatieven om dezelfde informatie op een andere manier te verstrekken. Bijvoorbeeld aan het (prijs)kaartje zelf, zodat die er makkelijk weer af te halen is na aankoop. Via een QR-code, een print in het kledingstuk aan de binnenkant of door gewoon het label van hetzelfde materiaal te maken als het kledingstuk.
Wat ook nog kan: we helpen de recyclebedrijven, en tornen voortaan zelf het labeltje los voordat we onze kleren in de kledingbak gooien.