Om racisme uit te bannen hoef je het niet te hebben over schuld, wel over geschiedenis
Volgens historicus Jennifer Tosch wordt iedereen, ongeacht kleur, beïnvloed door de geschiedenis. Het racismeprobleem van nu kun je niet begrijpen – en daarmee niet doorbreken – als je niet teruggaat in de tijd, zegt ze. Daarom organiseert ze Black Heritage Tours.
Jennifer Tosch (1964) is geboren in Brooklyn, New York, uit Surinaamse ouders. Acht jaar geleden kwam ze naar Nederland om haar studie geschiedenis, over historisch erfgoed, voort te zetten. Het leven hier beviel haar, ze is gebleven en ze heeft inmiddels de Nederlandse nationaliteit. Maar ze ontdekte ook – tijdens haar studie – dat veel Nederlanders een wel zeer eenzijdig beeld hebben van onze geschiedenis, en zeker ten aanzien van de zogeheten Gouden Eeuw.
Sinds vijf jaar organiseert ze de Black Heritage Tours, rondleidingen door Amsterdam (en New York) die voeren langs sporen van ons slavernijverleden, zwart beeldend erfgoed. Vorig jaar ging het per boot, dit jaar te voet. Ieder jaar zijn er weer andere partners in het spel, is er een andere route, een nieuw thema. Ze werkt inmiddels samen met organisaties in New York, Brazilië, Ghana, Kaapstad, Indonesië.
Tosch had de eer om als eerste gast de grote antiracismedemonstratie op de Dam toe te spreken, begin juni, in grote snelheid georganiseerd na de gewelddadige dood van George Floyd in Amerika.
Het gesprek vindt plaats, tussen de bedrijven door, op een bankje in de schaduw van de Amsterdam, een oud VOC-schip, zo’n schitterende driemaster. Verderop zitten jongeren in alle vredigheid te zonnen op een steiger. Het schip staat tegenwoordig niet alleen symbool voor de welvaart uit de zeventiende eeuw, maar ook voor de misdaad van het slavernijverleden.
De Amsterdam ligt aan de kade bij het Scheepvaartmuseum, een van de partners van Jennifer Tosch. Op de binnenplaats wordt gerepeteerd aan de theaterproductie Sites of Memory, die weer onderdeel uitmaakt van de Black Heritage Tours.
‘Het thema dit jaar is “Een toekomst voor het verleden”. We onderzoeken hoe we de geschiedenis anders kunnen verbeelden, opnieuw vormgeven. Specifiek kijken we dit jaar naar de relatie tussen Kaapstad en Nederland. Die geschiedenis gaat lang terug. Wij pellen de lagen van de geschiedenis een voor een af, met tekst, poëzie, muziek, dans, en het verhaal van de geschiedenis.’
Je wilt zo dicht mogelijk bij het verleden komen?
‘Wat we willen is nieuwe herinneringen oproepen. We bekijken de geschiedenis altijd vanuit één perspectief. Historici stellen Kaapstad meestal niet als kolonie voor, maar als een waterstation voor de VOC. Wij bezien de geschiedenis vóór de komst van de Europeanen en de kolonisatie, hoe zag Kaapstad er toen uit? Wat was de relatie met Nederland toen Jan van Riebeeck voor het eerst aankwam, we introduceren nieuwe figuren in het verhaal, die de meeste mensen niet kennen. Zoals Krotoa, een vrouw uit het San-volk, die aan Van Riebeeck ter beschikking werd gesteld als tolk om met de inheemse bevolking te kunnen praten.’
Je herschept het dominante beeld van de geschiedenis?
‘We proberen echt opnieuw te verbeelden. We leren andere dingen, er komt nieuwe kennis bij. Er is tegenwoordig verhoogde belangstelling voor cultureel erfgoed en herinnering. Mijn focus is het historische geheugen, hoe bepaalt dat onze identiteit.’
Was het voor jou persoonlijk ook moeilijk om die andere geschiedenis te vinden? We zijn allemaal opgezadeld met een bepaalde erfenis.
‘Dit is mijn persoonlijke geschiedenis. Mijn familie komt uit Suriname en Nederland. Ik heb verre verwanten in Zuid-Afrika. Iedereen die meedoet aan het project is persoonlijk verbonden met deze geschiedenis.’
Het ziet eruit als een kleurrijk ritueel.
‘Ik draag meterslange kleurrijke vlaggen (van Nederland, van Kaapstad, van de VOC) en zal de belichaming zijn van de geest van het verleden. Het publiek roept deze geest op om ons te helpen met het opnieuw verbeelden van de geschiedenis. En om ons samen terug te brengen voor herstel.’
We zitten bij een oude – prachtige – driemaster van de VOC. Dit schip is ook een crime scene?
‘Wat we absoluut niet willen is onze geschiedenissen demoniseren. We zien dit niet als een crime scene maar als onvoltooide arbeid, unfinished business. Maar natuurlijk, schepen en slavernij gingen samen. Dit VOC-schip, de Amsterdam, was een vrachtschip, maar had omgebouwd kunnen worden om mensen te vervoeren als cargo. We gaan tijdens de tour dit jaar ook naar een Afrikaans kerkhof uit de zeventiende eeuw. Daar liggen mensen uit Angola, Ghana, Kaapstad, Madagascar, die toen leefden hier in Amsterdam.’
Allemaal tot slaaf gemaakten?
‘Sommigen wel. De eerste tot slaaf gemaakten zijn hier gebracht door de Portugese joden, als hun bedienden. Anderen waren vrij. Er waren ambachtslieden bij, handelaren, dus het was een mix van vrijen en niet-vrijen. Terwijl Nederland beschouwd werd als vrije bodem. De meeste Nederlanders denken dat er geen slavernij is geweest in ons land. Sinds tien, vijftien jaar is dat beeld gecorrigeerd. Hier leefden tot slaaf gemaakten.’
Je wil niet beschuldigen, maar de schepen van de VOC waren wel plaatsen waar de misdaad van de slavernij plaatsvond. Waarom ben je dan zo behoedzaam, is dat een bewuste strategie?
‘Ik ben voorzichtig omdat het gaat om nationale identiteit. Mensen hebben in hun hoofd dat het op een bepaalde manier is gegaan. Als je dat wilt veranderen is het net zoals bij het serveren van een maaltijd. Het mag niet te heet zijn, dan gaat niemand ervan eten, je brandt je tong. Het mag niet te koud zijn, dan is het niet lekker. We zoeken naar de juiste balans om de andere kant van het verhaal te laten zien. Dat moet zo voorzichtig omdat het gaat om eeuwen van erfgoed. Mijn erfgoed, jouw erfgoed. Maar we willen ook laten zien dat wij meer met elkaar verbonden zijn in onze geschiedenissen dan dat we losstaan van elkaar. Voor mij is het een dans in tweekwartsmaat. Ik wil niet dat je op mijn tenen gaat staan, ik wil het liefst dat ik aangeef en dat je me volgt. We nodigen uit. We willen eigen gedachten oproepen bij mensen, zodat je zelf je conclusies kunt trekken. Als je gewoon zegt: zo is het gegaan, ik dram het erin bij jou, dan ga je daarna niets meer horen van wat ik vertel. Ik ben cultureel historicus, en kunstenaar en afstammeling en burger. Ik wil dat iedereen die meedoet ook zijn eigen geschiedenis terughoort in ons verhaal.’
Maar het is ook nuttig om precies te weten hoe het eraan toe is gegaan in de schepen bijvoorbeeld, op een fysiek niveau.
‘Daar raken we aan, daar praten we over. Het is geen komedie. Het is pijnlijk om die ervaring als afstammeling opnieuw te beleven. Maar veel mensen hebben helemaal geen idee. Hoe doe je dat dan? Daarom houd ik van het theater, dat stelt ons in staat om het randje op te zoeken, op een veilige manier. Dat doen we zo dat je kunt huilen, of lachen, of nadenken. De meeste deelnemers aan de Black Heritage Tours hebben het gevoel dat ik ze iets gegeven heb om over na te denken. En jawel, we praten over oorlog, geweld, wreedheden die plaatsvonden, niet alleen op zee, maar ook in Nederland. We moeten dat allemaal onder ogen zien.’
Was er een moment dat bij jou, in Brooklyn geboren, uit Surinaamse ouders, de schellen van de ogen vielen?
‘Toen ik voor het eerst naar Suriname ging, werden mij de ogen geopend. Ik had een ritueel met mijn oudtante en zij legde het verhaal van mijn familie voor mij uit. Ik ben op de plantages geweest waar mijn familie is geboren en tot slaaf gemaakt. Plantage Leliëndaal, Plantage Mariënburg. Ik was in staat om op die plekken te zijn, dat te kunnen ervaren. De grootste schok was dat ik hier in Nederland studeerde aan de universiteit en maar niet kon begrijpen waarom er niet gesproken werd over het slavernijverleden. Het ging over de glorie en de trots van de Gouden Eeuw. Dat is het verhaal dat we graag kenbaar maken aan de wereld. Alle landen doen dat. Maar zodoende veeg je mijn geschiedenis wel uit. Waar is de andere kant? En het geweldige van Amsterdam is het beeldend erfgoed, de monumenten en de gevelstenen, daar is onze herinnering aan de geschiedenis bewaard gebleven. Dus je kunt het hier echt zien.’
‘Ik ben er ook geen voorstander van om al deze symbolen neer te halen. Dit is voor mij wat onze samenleving bepaalt. We moeten het onder ogen zien, erover leren, en alles transformeren in een nieuw verhaal.’
Vind je het een domme reactie, om beelden neer te halen?
‘Het ontstaat door de verrassing. Mensen denken: wow, ik woon hier al mijn hele leven, en ik heb het nooit eerder gezien, in het centrum van Amsterdam, hoe kan dat?’
Hoe kan dat?
In de eerste plaats, de beelden zitten niet op ooghoogte. Ze zitten op timpanen, hoog aan de gebouwen. Of boven deuren. Maar ze zijn deel van onze architectonische geschiedenis, we zijn erdoor omgeven. Je let er gewoon niet op. Pas als iemand je erop wijst, ga je het zien, en vraag je je af wat het verhaal erachter is. Je verwacht het gewoon niet.’
Wil je niet een kleine virtuele Black Heritage Tour voor ons geven?
‘Oké, laten we beginnen op de Dam. We kijken naar het stadhuis, tegenwoordig het paleis. Ooit was daar het kantoor van de Sociëteit van Suriname, de eigenaar van Suriname, de West-Indië Compagnie en de rijkste man van Amsterdam, Van Aerssen van Sommelsdijck. We leren dat de Nederlanden een soevereine staat werden, niet langer onder Spaans bewind. Het grote gevoel van trots dat daarbij hoorde. De eerste beurs, aan je rechterhand, geopend in 1611. En zie in je verbeelding het plein als het commerciële centrum van de stad. Ik laat je het plaatje zien van een schilderij uit de zeventiende eeuw, waarop een zwarte vrouw zich bevindt in het centrum van het plein, op de vismarkt, en we vragen onszelf af, is zij een tot slaaf gemaakte, of een vrije vrouw? We weten het niet. Misschien koopt ze vis voor de familie waar ze in dienst is, we kunnen er alleen naar gissen.’
‘Dan stappen we in een boot op de Oudezijds Voorburgwal en varen door de Wallen. We zien een gevelsteen op het huis van Cornelius Tromp, en daarop zijn zwarte bediende. Wie is die man? Wat doet hij daar? Hij is een statussymbool. Tromp was niet van de WIC of de VOC, maar een belangrijke admiraal van de Hollandse vloot. Wie is die kleine jongen? Ik heb hem Morris genoemd, omdat ik hem niet “kleine jongen” wil blijven noemen, hij is een persoon, en Morris betekent zwart. Ik wil zijn aanwezigheid erkennen.’
‘Dan komen we hier bij het Scheepvaartmuseum, en vertel ik het verhaal van deze VOC-schepen, hoe ze ingezet werden voor de slavernij. Een vrachtschip zoals dit, de Amsterdam, kon omgebouwd worden voor het vervoer van zes- tot zevenhonderd gevangenen.’
‘Maar we vertellen ook over het verzet. Altijd hebben mensen gevochten voor hun vrijheid. We vertellen over de Leusden, die zonk op de Suriname Rivier. We vertellen over de Meerman, een VOC-schip dat honderd tot slaaf gemaakten uit Madagascar wilde meenemen naar Kaapstad, maar er brak een opstand uit.’
‘En we trekken verder en we komen via de Nieuwe Herengracht bij de voormalige Joodse wijk, waar de zwarte gemeenschap uit de zeventiende eeuw leefde tussen de Portugese Joden, we zien de begraafplaats. En komen ten slotte weer uit op de Dam.’
Je bent een echte verhalenverteller!
‘Een geschiedenisverhalenverteller, ja, a hi-story teller! Ik ben bij Sites of Memory de geest die opgeroepen wordt om een nieuw verhaal te vertellen.’
Verandert het mensen, een tocht als deze?
‘Het heeft mij absoluut veranderd. Ik ben zoveel bewuster geworden van ruimte en tijd. Ik noem mijzelf een tijdreiziger. Ik leef in een verleden dat vierhonderd jaar oud is. En ik probeer mensen met mij mee te krijgen om ze te laten zien hoe het leven toen was. Want er waren niet alleen maar rijken die leefden in de Gouden Bocht. Er was armoede en oorlog. Ik wil de verbeelding stimuleren. Veel mensen bedanken me voor het openen van hun ogen. En vooral met Black Lives Matter en de huidige debatten over institutioneel en systemisch racisme: we kunnen niet begrijpen wat vandaag gebeurt, als we niet teruggaan in de tijd en begrijpen wat er toen is gebeurd.’
Wil je dat toelichten? Witte mensen missen vaak het andere perspectief omdat ze zich niet verantwoordelijk voelen voor wat er vierhonderd jaar geleden gebeurd is. Hoe kun je mij nou beschuldigen? Dat moet je blijven uitleggen, denk ik.
‘Ben ik helemaal met je eens. In de eerste plaats: ik wil dat mensen leren begrijpen, het gaat niet om beschuldigen. We zijn allemaal afstammelingen van de geschiedenis. Witheid was net als zwartheid of welk ander ras dan ook een constructie, ontwikkeld met het idee dat Europeanen superieur waren en bestemd om te heersen over niet-Europeanen, niet-witte mensen. De wetenschap, de filosofie, de wet, alles bepaalde wat we moesten denken.
En het werd op allerlei manieren praktisch uitgeoefend. Dus zelfs als je voorouders niet direct betrokken waren bij de slavernij, is het toch zo opgezet dat je er generatie op generatie van profiteert. Dat moet je doorzien. Het is niet genoeg om te zeggen ‘ik ben geen racist’. We zijn allemaal beïnvloed door de manier waarop racisme zich heeft ontwikkeld in de tijd.’
Zonder het te beseffen zelfs.
‘Precies. We noemen het inherent bias. Aangeboren vooroordelen. Niemand kan zich daaraan onttrekken, we hebben dat allemaal geïnternaliseerd. Zelfs de mensen die op de Dam waren, in solidariteit met Black Lives Matter. Omdat het in alles zit ingebed. Vanaf de opkomst van het Nederlandse rijk (of het Britse, Spaanse, Portugese), men ontdekte de wereld en als ze niet-witte mensen tegenkwamen werden die beschouwd als wilden. Onbeschaafd. Ze waren erin getraind om het zo te zien. En de boodschap van de hoogste niveaus van bestuur en macht was dat ze in het volste recht stonden om zo te handelen. En kijk naar de media, hoe Afrika nog steeds in beeld wordt gebracht, altijd met kinderen die doodgaan van de honger en vliegen om hun hoofd. En de witte held komt ze redden. Dat zit in onze psyche. Hoe gaan we dat ontmantelen? Daar wil ik graag een bijdrage aan leveren.’
Rob Wijnberg schreef onlangs dat hij de afgelopen jaren een aantal lessen heeft geleerd over racisme. Het gaat er niet om dat je zelf geen racist bent, dat doet er niet toe. Het gaat om het systeem dat in wezen racistisch is.
‘Geweldig! Het is inderdaad een systeem van witte suprematie. Zolang je niet doorziet hoe dat werkt in de huidige tijd, zijn al die discussies verwarrend. En word je er misschien boos van. Omdat je niet begrijpt dat witheid zo genormaliseerd is dat het de facto de plaats is van de macht. En daar gaat het allemaal over. Het is een machtsstructuur die je niet vanuit een andere hoek kunt bekijken omdat dat nooit nodig is. Maar als je het vraagt aan iemand van kleur, die iedere dag dat systeem belichaamt, dan kunnen we je – helaas – verhaal op verhaal op verhaal geven om te laten zien hoe dat in de praktijk werkt. En waar iedereen nu serieus mee bezig is, is de vraag: hoe ga je hier tegenin? In je persoonlijke leven. Hoe gaan we dit corrigeren? Daar is actieve antiracisme-arbeid voor nodig. Telkens als we het zien gebeuren in onze cultuur, in onze maatschappij, hebben we de verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen, als we echt geven om menselijkheid, en het idee dat alle mensen gelijk geschapen zijn, universeel humanisme.’
‘Hoe breek je het racisme af dat in het DNA van de maatschappij is ingebouwd? Ik geef je een voorbeeld. Een jonge vrouw vertelde me kort geleden dat ze opeens begrepen had wat ik bedoelde. Ze had haar fiets op slot gezet in het centrum, maar niet op het kettingslot. Ze zag twee zwarte mannen haar kant op komen. En instinctief dacht ze: o, ik maak toch ook maar het kettingslot vast. Dat is inherent bias. Op dat ogenblik werd ze zich ervan bewust. Waarom doe ik dit? Het was een automatische reactie op twee zwarte mannen. Ze waren met hun eigen dingen bezig, en op geen enkele manier een bedreiging. Waarom reageerde ze zo? Dat noemen we bewustwording.’
‘Hoe vaak gebeurt het in de tram dat ik naast een witte vrouw ga zitten en dat zij haar handtas een tikkie dichter naar zich toe trekt. Dat bedoelen we als we zeggen dat het systemisch is; het is de alledaagse micro-agressie, waarvan mensen zeggen: dat is onschuldig, je bent overgevoelig. Dat is waar we ons bewust van moeten worden. Het maakt allemaal deel uit van het systeem dat eeuwen geleden gebouwd is om de grondslag te leggen voor de dominantie van een groep.’
Macht dus.
‘Het gaat altijd om macht. En geld. Economische macht.’
Tweede stap, en volgens mij de moeilijkste, is dat je je realiseert: waarom zie ik het niet? Omdat ik zelf de norm ben. Dat wil zeggen de top van de hiërarchie. Dus, als je iets wilt veranderen moet je je eigen machtspositie opgeven.
‘Je privilege.’
Moet ik mijn privilege opgeven?
‘Dit is het misverstand. Dat mensen het gevoel hebben dat zij iets moeten kwijtraken om gelijkheid mogelijk te maken. Als er sprake is van gelijke macht, raak je dan macht kwijt, als je macht deelt? We praten hier over democratie. Met dit besef van sociale rechtvaardigheid, gelijke verdeling van macht, en dat niemand wordt beoordeeld op de kleur van zijn of haar huid. Of seksualiteit, of financiële status. Het boezemt mensen angst in, want ze denken dat ze iets op moeten geven. Ik zeg: je hoeft alleen maar wat ruimte te maken voor iemand anders om te delen in de macht. Opdat we een gelijke stem hebben. Dat je me hoort als ik zeg dat er iets niet klopt. Dat je het niet afwijst omdat je het wel weet. Het gaat over in staat zijn mij te zien als je gelijke. Daar hoef je niks voor op te geven. Je moet er alleen wel over nadenken, dat is een belangrijk onderdeel van het proces. Het probleem is dat de meeste mensen daar niet toe bereid zijn omdat ze niet zien dat ze een machtspositie bekleden. Er is werk aan de winkel!’
Hebben we dan niet een ander ideaal nodig, voor onze maatschappij, en onze economie?
‘Dat zijn we aan het ontwikkelen. Om te beginnen, de mensen die onderdrukt zijn door het systeem moeten met één stem kunnen spreken, dat is al een uitdaging. De vraag is dan ook, wat willen jullie? Zeggen “ik wil sociale rechtvaardigheid” is niet genoeg. Het gaat niet alleen om het verlangen te worden betrokken bij de besluitvormingsprocessen die gaan over ons leven. We willen dat er een einde komt aan profilering. We willen dat het systeem dat de ene groep bevoorrecht boven de andere, afgebroken wordt. Het klinkt allemaal geweldig, maar hoe bereik je dat? Stap één is bewustwording. En vervolgens moet je een actieve rol spelen in je eigen netwerk. Mensen hebben meer macht in hun eigen gemeenschappen dan tegenover de regering. In de VS is er een zegswijze waar ik van houd: “als het volk leidt, zullen de leiders volgen”. En niet andersom.’
Mijn gevoel zegt dat we precies de andere kant op gaan. Mensen worden individueel verantwoordelijk gehouden voor hun lot. En overal in de wereld staan leiders op die het tegenovergestelde voorstaan van het ideaal dat je nu beschrijft.
‘Maar de cultuur van haat die bestaat in alle samenlevingen wordt verkondigd om een reden. Vierhonderd jaar geleden werden bevolkingen in Afrika al tegen elkaar opgehitst. Maar wij hebben de macht om daar nee tegen te zeggen. Kijk naar wat er gebeurde in Nederland met Black Lives Matter. Mensen waren verbaasd. Meer dan 75.000 mensen die zich verzamelden in dit land voor solidariteit en tegen racisme. Wie had dat vijf jaar geleden gedacht? Allemaal mensen die iets willen veranderen.’
Heb je strijd nodig, conflict, agressie, om de structuur te doorbreken?
‘Dat hebben we gehad, dat cruciale moment dat deze beweging die al bezig was, opnieuw liet ontbranden. De dood van een persoon in de VS, George Floyd, wie had gedacht dat het zo over de wereld zou golven als het deed? Mensen verzetten zich op verschillende manieren. Macht wijkt niet zonder eisen. Je hebt een kantelpunt nodig. En waarom was dit kantelpunt zo cruciaal, omdat we allemaal thuis zaten in quarantaine. We hadden geen afleiding. We konden het zien en waren woedend. Dat maakte het dit keer anders dan in veertig jaar van activisme in Nederland. We zitten midden in een revolutie.’
Je was de eerste spreker op de Dam bij de veelbesproken demonstratie van Black Lives Matter. Wat betekende dat voor jou?
‘In de eerste plaats: alle credits voor de organisatie. Het is allemaal georganiseerd in een dag. Dat is de macht van sociale media. Ze vroegen me één of twee dagen van tevoren. We dachten toen aan vijfhonderd mensen, misschien duizend. Niemand verwachtte tienduizend demonstranten. Dus ik zei ja. Als eerste spreker moest ik het vuur opstoken, ik warm de menigte op, dacht ik. Ik roep het idee op dat wij hier in Nederland dit gevoel van superioriteit en privilege hebben dat wij anders zijn dan de Amerikanen. Wij hebben dit probleem zogenaamd niet. In feite hebben we dezelfde problemen. Misschien op een andere schaal.’
‘Ik wilde iedereen ook herinneren aan onze eigen geschiedenis, op een charismatische manier. Ik deed de helft van de tekst die ik voorbereid had, want ik wilde niet dat het te lang duurde, en liet me leiden door de geest van mijn voorouders. Die heb ik aangeroepen, opdat ik mijn stem zou gebruiken om te zeggen wat zij wilden dat ik zou zeggen.’
Is dat deel van jouw culturele erfgoed, een andere relatie met je voorouders?
‘Spiritualiteit is voor mijn familie altijd van groot belang geweest. Het betekent dat ik in contact sta met mijn voorouderlijke erfenis. Ik weet wie zij waren, ik ken sommige van de worstelingen en de overwinningen die zij hebben beleefd. Ik ken hun geschiedenis, en de verschillende religies, winti en voodoo, christendom en islam, en ik heb gekozen voor spiritualiteit omdat het minder dogmatisch is. Het gaat minder over geschriften, en meer over belichaming.’
‘En als jij niet in contact staat met je voorouders wil dat nog niet zeggen dat zij niet in contact staan met jou.’
Waarom is het zo belangrijk om die verbinding te ervaren?
‘Langs deze weg kunnen we beter begrijpen wat onze voorouders dachten in de tijd dat deze geschiedenissen gecreëerd werden. En wat we nu moeten doen, wat is de onvoltooide arbeid? Als afstammeling denk ik dat het proces van emancipatie nog niet voltooid is. We praten over vrijheid en de afschaffing van slavernij, maar het is nog niet klaar. En dat is iets wat mensen niet per se begrijpen. Ons wordt gezegd dat we niet mogen vergeten wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Maar de slavernij zouden we moeten vergeten omdat het te lang geleden is? Zet twee grootmoeders bij elkaar en je bent er al. Zo lang is het niet geleden!’
‘En de voorouderlijke band geeft ons toegang tot dat deel van onze erfenis. Omdat we leren lezen tussen de regels. Sommige dingen zijn niet opgeschreven. Met name de zwarte geschiedenis of het Afrikaanse erfgoed. Delen zijn mondeling overgeleverd. Via de familieoverleveringen krijg je nu toegang. Een voorbeeld is Susan Dumignon, dat is een figuur die ik bewonder, want ik heb nu een beeld van haar. Ze is 105 jaar oud geworden. Geboren in Suriname werd ze als tot slaaf gemaakte naar Amsterdam gebracht in 1750. Haar nakomelingen wonen in Amsterdam en zijn vrienden van mij. Gijs Stork. Gijs is bezig om haar geschiedenis terug te winnen, haar herinnering, en door haar eer te bewijzen draagt hij bij aan het proces van herstel en het weer goedmaken.’
‘Ik heb de nakomelingen ontmoet van de voorouders die mijn familie tot slaaf hebben gemaakt. Het zijn Schotten, Tosch is Macintosch, dat was een bijzonder moment! We zijn elkaar blijven ontmoeten, ze zijn open in het delen van informatie.’
Is dat een helend proces?
‘Beslist. Het hangt af van de andere kant natuurlijk. Hoe ze reageren, en hoe ik op hen reageer. Als ik op zoek was geweest naar geld bijvoorbeeld zouden ze wellicht minder open zijn geweest. Maar voor mij was het weer een deel van dit goedmakingsproces, het voltooien, leren over wat er gebeurd is. En dat is genezend. Het betekent niet dat we het in alles eens zijn en dat alles koek en ei is. Maar we kunnen mekaar in de ogen kijken en de herinneringen herstellen.’
Was dat een zeer emotioneel moment?
‘Nou, het was eigenlijk meer onhandig. Wat moet je zeggen? Hoe stel je jezelf voor? Hoe stellen zij jou voor op feestjes? Dus er is een moment van verlegenheid, maar als je daar eenmaal aan voorbij bent, kan het contact zeer krachtig zijn.’
Jij maakt zelf zo’n sterke indruk. Vloeit dit voort uit de verbinding die jij ervaart met het verleden?
‘Ja, dat geloof ik wel. Ik voel me verbonden met alles. Met het water. De elementen. Ook met de hoofdstukken die gewelddadig zijn. Als je in het ruim van zo’n schip bent en het verhaal vertelt van de slaven. Zelfs als ik mezelf confronteer met dit pijnlijke deel van het verleden voel ik toch dat ik geroepen word om er stem aan te geven. Ik voel de belichaming van deze stemmen die niet tot zwijgen worden gebracht. De bevroren gevelstenen die naar beneden kijken in de hoop dat iemand ze ziet. Alsjeblieft, herken mij en vertel mijn verhaal. En er zijn ogenblikken tijdens de research voor Sites of Memory dat ik kwaad word, soms ben ik gewoon woedend, en daar moet ik dan mee leren omgaan, verwerken en doorgaan met het volgende. Je moet vanzelfsprekend leren omgaan met wat oncomfortabel is, comfortable with the uncomfortable. Aan beide zijden trouwens.’
Je bent wired...?
‘Ik denk dat je dat wel kunt zeggen, dat ik dat altijd geweest ben. Ik ben ook ouder. Ik heb een leven achter de rug. Ik heb de wereld rond gereisd. Ik heb een meervoudige culturele achtergrond. Ik heb geleerd over allerlei soorten mensen. Dus mijn rijpheid als mens, als vrouw, heeft me klaargestoomd voor dit werk. Ik weet niet of ik er klaar voor was geweest op mijn twintigste.’
Om het verhaal goed te krijgen.
‘Om het volledig te krijgen. Het was niet fout maar onvolledig. Ja, je lacht, maar taal is vreselijk belangrijk in dat proces van goedmaken.’
Ik lach niet omdat ik het onbelangrijk vind, maar omdat er iets vreugdevols zit in het besef dat het veranderen van de woorden zo productief kan zijn.
‘Zodra je begint na te denken over wat je zegt, is het werk al bezig. Van blik veranderen gaat ook over het transformeren van de taal. Die zo vaak misbruikt is. Mensen in de zeventiende eeuw hadden het nooit over de Gouden Eeuw. Dat is pas begonnen in de negentiende eeuw. Dit zijn dingen die we construeerden om een idee te hebben van wie we zijn. Je moet je afvragen: wil ik deze woorden echt gebruiken? Daarmee begint het werk van de verandering.’
Het is je persoonlijke ervaring dat alles met elkaar verbonden is. Hoe vertaal je dit in politieke termen? Je zei in het begin iets over intersectionaliteit…
‘Alles is verbonden. Je kunt niet over een aspect van het systeem beginnen en de andere laten liggen. Ras, klasse, ongelijkheid, gender, seksualiteit, het is allemaal met elkaar verweven, als de draden in een stof. Als we ons in het centrale debat richten op structureel of institutioneel racisme, dan is het onvermijdelijk om de andere aspecten daarbij te betrekken. Dan moet je het ook over gender hebben. Of economie. Het hoort allemaal bij elkaar. Dat is het onvoltooide werk. We moeten het doen. Het is pijnlijk, maar we moeten het doen.’