Meld je hier aan als je wil meewerken aan een alternatief voor verkeerseducatie
In verkeerslessen voor kinderen staat centraal hoe zij veilig over straat moeten gaan. En daar stelt bijna niemand vragen bij. Zullen we samen een alternatief voor het VVN-lespakket ontwikkelen, waarin we kinderen helpen hun eigen omgeving veilig vorm te geven? Meld je bij interesse aan voor onze werkgroep.
Links-rechts-links kijken voor je oversteekt.
Niet op parkeerplaatsen spelen.
Niet in de dode hoek van een vrachtwagen gaan staan.
Al decennialang leren kinderen van hun ouders hoe ze ‘veilig over straat gaan’. Eenmaal volwassen, geven ze die lessen weer door aan hun kinderen.
Veel vragen stellen de meesten van ons daar niet bij.
De publieke ruimte, die voor iedereen is, is levensgevaarlijk voor kinderen. Nergens is het normaal dat mensen elkaar met geweld om het leven kunnen brengen. Behalve op straat, in de publieke ruimte. Dan heet het: ‘een ongeluk’.
Waarom nemen we de intimidatie en het geweld van ons verkeer voor lief?
De gevolgen van verkeerstaal
De manier waarop we praten over de straat is niet alleen een reflectie van wat daar gebeurt, het bepaalt ook ons denken. En dus ook: welke mogelijkheden we zien en hoe we ons straatleven vormgeven.
Verkeerstaal is een technische en strenge taal, die bepaalt hoe mensen met elkaar mogen verkeren op straat. Speelsheid, ‘onverwachte moves’, ‘afgeleid zijn’: het wordt van jongs af afgeleerd.
Op school leren kinderen het met verkeerslessen normaal vinden dat ‘verkeersregelinstallaties’ (stoplichten) bewegingen bepalen en dat mensen die niet in een auto zitten zogenoemde ‘kwetsbare weggebruikers’ zijn.
Over het feit dat mensen met hun zware vierwielers in ‘gevaarlijke weggebruikers’ veranderen, leren ze zelfs niet tijdens hun rijles.
Daardoor kun je in Nederlandse straten heel hard rijden met machines die 1.500, soms wel 2.000 kilo zwaar zijn. Dat is niet alleen heel energie-inefficiënt – het zet ook de straat als leefomgeving totaal op zijn kop. Mensen die lopen, elkaar ontmoeten en spelen zijn met de opkomst van de auto naar de randen verdreven.
Zijn we met zijn allen in een verkeersveiligheidsfuik geslaapwandeld?
En nu leren kinderen ook nog dat zij zelf alsjeblieft niet dood moeten gaan, door ‘plotseling’ over te steken. Of iets anders te doen dat een bestuurder niet verwacht, op wegen die zo zijn ingericht dat ze uitnodigen om er snel in een rechte lijn overheen te rijden.
Zijn we met zijn allen in een verkeersveiligheidsfuik geslaapwandeld, waar we niet meer uit kunnen?
Ook wijzelf leren onze kinderen van links-rechts-links. Tuurlijk! Want we vergeven het onszelf nooit, als een van de kinderen iets overkomt.
Maar kan dit perspectief veranderen? En zijn er andere toekomsten mogelijk?
De vergeten geschiedenis van Stop de Kindermoord
In het verleden is dit in Nederland met groot succes gedaan. In de jaren zeventig was er de succesvolle organisatie Stop de Kindermoord (later hernoemd in Stichting Kinderen Voorrang!), die vond dat het niet nodig moest zijn om je aan te passen, die stond voor een zorgeloze leefomgeving. Net als de Voetgangersvereniging en de ENWB, de Eerste, Enige, Echte Nederlandse Wielrijdersbond.
Mede dankzij hun protesten en later hun constructieve werk kent Nederland zo veel vrijliggende fietspaden en woonerven.
Toch is de kans groot dat je nooit van Stop de Kindermoord, Kinderen Voorrang! of de Voetgangersvereniging hebt gehoord. Na een gedwongen fusie met het veel grotere Veilig Verkeer Nederland (VVN) in 2000 en een daaropvolgende reorganisatie waarbij vrijwel niemand van deze organisaties binnenboord bleef, ging hun perspectief op de straat verloren.
Na een reorganisatie waren er vrijwel alleen nog maar mensen over die uit VVN kwamen en in de huidige statuten van VVN worden de fusiepartners niet genoemd. Zo verdwenen Stichting Kinderen Voorrang!, de Voetgangersvereniging én het hele idee dat er andere perspectieven mogelijk zijn op het gebruik van de straat uit het collectieve geheugen.
Tot nu.
Stop de Kindermoord en de Voetgangersvereniging zijn een paar jaar geleden herrezen in de nieuwe organisatie MENSenSTRAAT. Ook de Fietsersbond is weer nadrukkelijk actief om het perspectief uit te dragen van de straat als een plek waar het per definitie veilig is voor mensen, via hun initiatief Geef de straat terug! (in samenwerking met MENSenSTRAAT en andere organisaties). En wijzelf schreven Het recht van de snelste.
Maar intussen leren onze kinderen op school nog gewoon dat ze op de stoep moeten spelen (op het midden, niet aan de rand).
Er ontbreekt een alternatief voor deze verkeerseducatie, waar nu al generatie op generatie mee opgroeit.
Wie doet er mee?
Daarom ontstond het idee om een werkgroep te vormen om samen alternatieven voor verkeerseducatie te ontwikkelen.
Met deze oproep hopen wij iedereen die al bezig is met alternatieve vormen voor verkeersveiligheid of daar mee bezig zou willen gaan, te bereiken. Zodat we onze energie kunnen bundelen.
Er zijn al concrete proeftuinen waar geëxperimenteerd kan worden: in Overijssel gaan kinderen in tien wijken op verschillende manieren aan de slag met verkeersveiligheid in de omgeving van scholen en verschillende sportverenigingen. Daar leren zij bijvoorbeeld dat ze burger zijn en dat de openbare ruimte van ons allemaal is.
Wil jij meewerken aan een alternatief voor verkeerseducatie? Heb je relevante vaardigheden, belangrijke ervaringen of goede ideeën? Vul dit formulier in, vóór 15 september.