Publiceren, daar ben ik wel aan gewend. Je moet wel als wetenschapper. En natuurlijk krijg ik dan af en toe een e-mail van een collega die interesse toont.

Dat staat in geen verhouding tot wat er de afgelopen weken is gebeurd.

Na de publicatie van mijn waarin ik jullie vroeg naar alternatieven voor vervuilende materialen, kwam een reactiestroom op gang die ik niet had voorzien. Vele tientallen berichten over interessante alternatieve materialen en een hele reeks aan uitnodigingen om duurzaam gebouwde woningen te bezoeken. En naast de mooie gesprekken op De Correspondent barst mijn inbox ook uit zijn voegen. Ook op mijn dat volgde op de introductie, kwamen heel veel reacties.

Ik denk niet dat ik eerder zo snel zo veel nieuwe ideeën voor onderzoek heb opgedaan. En wat nog veel mooier is, jullie wisten elkaar ook goed te vinden. E-mailadressen, kennis en ervaring worden uitgewisseld. Kritische vragen gesteld en beantwoord.

Fantastisch.

Allereerst wil ik alle bijdragers natuurlijk daarvoor bedanken. Ik heb mijn best gedaan om zo veel mogelijk te reageren, maar aan het begin van een ongewoon academisch jaar en met 120 eerstejaarsstudenten die college willen krijgen, is dat bijna niet bij te benen. Vandaar deze update, waarin ik kort inga op de vele reacties op mijn eerste twee artikelen.

Wat heeft de archeologie ooit voor ons gedaan?

In mijn eerste artikel legde ik uit waarom de blik van een archeoloog ertoe doet: die kijkt door de lens van materiële cultuur en is getraind in langetermijndenken, en het herkennen van de langzame processen die een samenleving vormgeven. Op mijn pleidooi voor de kracht van die blik kreeg ik Dat is geen gegeven. Tenslotte is dit zoals ik al schreef. Het is dan mooi om te lezen dat sommige leden een Dat is

Dankzij die positieve reacties vraag ik me af of het een perspectief is dat jullie vaker zouden willen zien. Het is een onderwerp waar ik graag over verder praat, bijvoorbeeld aan de hand van een interessant boekje dat momenteel in de boekhandel ligt:

Maar eerst het thema waar we nu mee bezig zijn: materialen en mogelijke alternatieven voor beton, staal, kunstmest en plastic. Jullie suggesties voor alternatieven zijn grofweg in te delen in twee groepen: materialen met een rijk verleden en relatief nieuwe materialen.

Materialen met een rijk verleden

Hier staat hout met stip op nummer één. De uitzending over houtbouwers van Tegenlicht heeft bij veel lezers een snaar geraakt. Meer bouwen en minder uitstoten. Dat kan met hout, is de boodschap. Eén lid schrijft daarover: ‘Dáár word ik enthousiast van.

Voor veel leden staat hout voor hoop. Maar er zijn ook vragen: is hoogbouw mogelijk met hout? Waar moet dat hout vandaan komen? En hoe zit het met de brandveiligheid? Volgens een lid Relevante vragen die door de experts opgepikt zijn en

Hout is een van de oudste materialen waarmee huizen worden gebouwd. Dat betekent duizenden jaren ervaring waar we op kunnen leunen. Het is een materiaal waar ik graag nog een stuk aan wijd, alleen al om de fascinerende observatie dat sommige houtbewerkingstechnieken al 7.000 jaar lang hetzelfde zijn (de

Naast hout zijn veel leden – van architecten tot zelfbenoemde anarchisten – bekend met een hele reeks aan andere (natuurlijke) bouwmaterialen. Jullie noemden onder meer hennep, stro, leem(steen), kurk, bamboe, steen en (foam)glas, met de vraag of ik er aandacht aan ga besteden. Dat doe ik zeker, samen met collega’s. Het is zelfs een Of ze ook allemaal interessant genoeg zijn voor een stuk op De Correspondent laat ik nog even in het midden.

Om het gebruik van kunstmest terug te dringen wijst een lezer op terwijl een ander juist pleit voor Vaker nog klonk de vraag om te kijken naar de een ecologisch duurzame manier van voedsel verbouwen waarbij het hele systeem – in de breedste zin van het woord – in acht wordt genomen. Het is eind jaren zeventig bedacht door twee biologen in Australië en heeft in de laatste tien jaar enorm aan populariteit gewonnen. Het is een thema waar sommige van mijn studenten ook geïnteresseerd in zijn, want permacultuur leunt immers op historische en inheemse kennis.

En dat wordt met argwaan bekeken.

Eén lid is zelfs van mening dat De Correspondent te veel flirt met ‘het idee dat we alleen maar terug hoeven naar het verre verleden om actuele problemen op te lossen. Want de verloren gegane “ancient wisdom of indigenous peoples

Terecht.

Ik hoef hier niet te vertellen dat het in het verleden écht niet beter was, daar is Rutger Bregman zijn carrière mee begonnen. Maar dat wil natuurlijk

En daarin sta ik niet alleen. Neem bijvoorbeeld Julia Watson, docent aan Harvard School of Design. Begin dit jaar publiceerde zij met meer dan honderd voorbeelden van innovaties voor klimaatbestendig bouwen. Vernaculaire architectuur noemen ze dat. De lemen bouwwerken in Mali die horen daar ook bij. Watson is veelal

Het verre verleden is (on)bekend en Die dubbelrol maakt het zo interessant.

Relatief nieuwe materialen

Opgeschuimd plastic, plastic van champignons en andere bioplastics, leer uit fruitafval, laminaat gemaakt van lisdodde, kalkhennep (hempcrete); het zijn fascinerende voorbeelden van een zoektocht naar alternatieven waar ik door verschillende lezers op geattendeerd ben. In Rotterdam zitten er een aantal onder één dak bij BlueCity 010, een broedplaats voor circulaire initiatieven,  En kijk ook even naar de prachtige van het bedrijf New Heroes die me toe werd gestuurd.

Alternatieven genoeg, maar voor allemaal – historische materialen én futuristische – is opschalen een cruciaal vraagstuk,

Het onderzoek naar de details van deze nieuwe materialen, zoals bioplastic, is een onderwerp dat misschien beter past bij andere correspondenten, bijvoorbeeld Tamar Stelling met Ik bestudeer namelijk niet zozeer de eigenschappen van materialen, maar

Kennis delen in al haar vormen

Het maken van leer uit fruitafval is een voorbeeld van een nieuw soort vakmanschap. Experimenteren, kijken hoe het materiaal zich gedraagt, daarvan leren. Het is een dialoog tussen mens en materiaal en dat is kenmerkend voor de ontwikkeling van een skill. Dat vind ik interessant, want daaruit komt een fundamentele vraag naar voren:

Om die reden ben ik ook bijzonder blij om te zien dat iedereen meepraat. De vele lezers die hun handen uit de mouwen steken en daardoor praktische kennis opdoen, ingenieurs, architecten, aannemers en constructeurs: de hele keten.

En als we onze kennis delen – in al haar vormen – dan kunnen we het misschien wel, een duurzame samenleving bouwen.

Meer lezen?

Deze vier materialen vormen de moderne wereld, maar maken haar ook kapot. Wat zijn de alternatieven? Beton, staal, plastic en kunstmest vormen de wereld om ons heen, maar ze zijn ook extreem vervuilend. Willen we naar een duurzame samenleving, dan helpt het om te leren kijken als een archeoloog. Hoe is onze relatie met deze materialen? En wat zijn de alternatieven? Lees mijn introductiestuk hier terug Voor écht duurzaam beton moeten we bij de Romeinen zijn De helft van alle gebouwen van de wereld is van beton. Het is het ideale constructiemateriaal: sterk, vloeibaar, goedkoop. Maar de echte prijs betaalt het klimaat, want beton is een van de vervuilendste materialen ter wereld. Een goed alternatief is te vinden in het verleden, bij de Romeinen. Lees mijn artikel hier terug