Onlangs kreeg ik een brief van Jolanda Bource, lid van De Correspondent. Ze schreef: “Ik wil graag iemand voordragen voor een interview. (...) Tijdens de quarantaine liep ik veel buiten en ik voelde elke dag hoe belangrijk de natuur is voor ons. En nu zie ik alles verschrompelen door de droogte. De wereld moet anders, kan anders. Dit is iets wat ik mooi vind en ik heb besloten om er aandacht voor te vragen op alle plekken waar ik een goed gevoel bij heb. Je moet toch iets. Dus aan jou de vraag: wil je alsjeblieft een interview doen met Pieter Hoff?
Het betoog van Jolanda is zo vlammend dat ik er gehoor aan heb gegeven. Dus maakte ik deze week kennis met Pieter Hoff, eigenaar van agritechbedrijf Groasis. Telg uit een boerenfamilie. Ondernemer. Uitvinder. Tot 2003 werkzaam in de bloembollenteelt.
Hoff verkocht zijn bedrijf om iets te kunnen doen aan de klimaatverandering. In concreto: hij heeft een emmer ontwikkeld, de zogeheten growboxx, waarmee je met bizar weinig water bomen kunt planten in uitgedroogde gebieden.
De boom groeit op slechts 10 procent van wat je normaal aan water nodig hebt. Het zou de wereld kunnen veranderen. Het ding zorgt voor voedsel, schoon water, de opslag van CO2 en is al met al een instrument tegen migratie. Groasis is inmiddels in meer dan veertig landen actief.
We hebben afgesproken in een parkachtige tuin in Steenbergen, West-Brabant, die Hoff eigenhandig heeft aangelegd. Een oase, met vijvers en heuveltjes, en door hemzelf geplante bomen. We staan, zeg ik, in jouw hobby.
‘Dit land was vijftien jaar geleden nog vlak. We teelden maïs, maar dat vond ik zonde van mijn tijd. Ik heb besloten om er een mooi park van te maken. Het is iets wat ik aan de natuur terug wilde geven. Daarom mag er ook niemand in. Er lopen hier herten en hazen die niet worden beschoten.’
Je laat de natuur het werk doen.
‘We bestrijden alleen akkerdistels, brandnetels en bramen. Anders wordt het te wild. Voor de rest houden de dieren het bij. Kijk, die ganzen vreten het gras weg.’
Jij bent een bevlogen ondernemer, is dat een adequate beschrijving?
‘Ik ben heel gemotiveerd, ja. Ik was veredelaar van bloembollen en reisde daarvoor de hele wereld over. Ik zag wat de trend was. In de bloementeelt geeft men water met druppelbevloeiing, dat zijn kleine slangetjes die druppeltjes afgeven aan de bloemen. Het gevolg is dat overal de grondwaterstanden zakten. Ik dacht toen: iemand moet dit probleem oplossen. Je ziet het niet, maar het gebeurt wel. De waterafdeling van de VN verwacht dat in 2025 48 landen te maken hebben met waterschaarsheid.’
‘Het was een soort geheim, de tuinders of boeren praatten er liever niet over want dan verwachten ze maatregelen en daar houden ze niet van. Maar ik dacht, eind jaren negentig: wij moeten de waterefficiency verbeteren. 73 procent van het water wordt gebruikt door de agrarische sector. Het zijn dus niet de steden die het meeste water verbruiken, zoals vaak gedacht wordt. Ik heb besloten om mijn bedrijf te verkopen en eraan te gaan werken.’
‘Primair ben ik ondernemer, het moet winst genereren, secundair ben ik idealist’
Je zal daar niet slecht uit gesprongen zijn?
‘Ik heb mijn bedrijf goed verkocht, zeker, en daarmee heb ik dit kunnen financieren. We hebben meer dan tien jaar gewerkt met een negatieve cashflow. Je hebt kosten, maar geen inkomsten. Alles moest nog bedacht en ontwikkeld worden. We hebben het helemaal zelf ontdekt. Met ontzettend veel fouten. En telkens opnieuw beginnen.’
Maar ook dat nieuwe bedrijf zette je weer op als ondernemer.
‘Ik geloof dat als we de wereld willen verbeteren, dat het dan gebaseerd moet zijn op een gezond businessmodel. Primair ben ik ondernemer, het moet winst genereren, secundair ben ik idealist, omdat ik met ons product de wereld een stukje beter wil maken.’
Je combineert idealisme en ondernemerschap. Bijten die twee elkaar niet?
‘Ik wil me gewoon niet bezighouden met wat slecht is voor de wereld. De winning van kobalt vernietigt de wereld, bijvoorbeeld. Ik las een interview met iemand die werkte in de tabaksindustrie, hij had daar een hoge functie. Maar hij kon zich er niet mee verenigen en trok de conclusie: ik stop. Ieder mens moet voor zichzelf afwegen: komt wat ik doe overeen met mijn principes?’
Je bent nu zeventien jaar bezig, als ondernemer én idealist
‘Iedereen die bezig is met innovatie moet een ongelooflijk groot doorzettingsvermogen hebben. Het gaat gepaard met tegenslag. Het kan ertoe leiden dat je voor niks aan het werk geweest bent, omdat iemand anders een betere oplossing heeft. En het gaat veel trager dan je denkt. Je moet optimistisch zijn, de situatie leert je om realistisch te zijn. Uitvinders sterven vaak arm. Nikola Tesla, een van de grootste uitvinders, heeft er nooit een cent aan verdiend. Anderen liepen met zijn ideeën weg.
‘De tegenslagen die je overkomen moeten niet leiden tot depressie. Ik herinner me dat een sportman een keer geen goud haalde op de Olympische Spelen. Hij klaagde dat hij vier jaar voor niks had gewerkt. Maar het plezier zit niet in het goud, maar in de reis. Dat is met innovatie ook zo. Er is een kans van één op de tien dat het lukt. Als je bij de negen anderen hoort, moet je toch hebben genoten van de reis, dat is heel belangrijk.’
Dus jouw idealisme voedt je doorzettingsvermogen?
‘Absoluut. Je krijgt kracht uit de hoop, en vervolgens uit het genieten. Ze zeggen dat je zelfs drie keer kunt genieten, want er is ook nog de herinnering. Maar het begint met hoop.’
‘Ik vind de boom de mooiste uitvinding van de schepping. Een boom is in staat om rotsen over een periode van duizenden jaren te maken tot vruchtbare grond’
Je zat in de bloementeelt als veredelaar. Nu gaat het over het planten van bomen. Wat is daar zo mooi aan?
‘Ik vind de boom de mooiste uitvinding van de schepping. Een boom is in staat om rotsen over een periode van duizenden jaren te maken tot vruchtbare grond. Het is eigenlijk het gereedschap van God, als je daarin gelooft. Die heeft een instrument bedacht dat leeft, dat zich kan vermeerderen en dat iets wat ogenschijnlijk dood lijkt, een steen, kan maken tot iets vruchtbaars. Waar mensen en dieren van kunnen leven.’
‘Een boom is in staat om het hardste graniet te breken. Hij penetreert met zijn cellen diep in de rots, tot die aan gruzelementen ligt, uiteindelijk vallen zijn bladeren op de grond, daar zit koolstofdioxide in dat hij uit de atmosfeer heeft getrokken. Het verwordt tot humus, dat trekt dieren en micro-organismen aan, die ook weer aan de grond knabbelen – zo ligt er uiteindelijk een meter vruchtbare grond op dat graniet. De Alpen zijn van graniet, het hardste steen ter wereld, maar ze zijn allemaal bedekt (tot de boomgrens, daarboven wordt het te koud) met bomen. De boom is een wonderbaarlijke creatuur.’
‘Maar de mensheid heeft de laatste duizend jaar een paar miljard hectare bomen gekapt, vanuit de gedachte dat het bos een oneindige bron was. Nu komen we erachter dat we die bron zo aan het verkleinen zijn dat het schadelijk is voor ons klimaat. Nu moeten we dus weer beginnen bij te planten. Waar wij die bomen gekapt hebben, is de grond tot woestijn gemaakt. Het is heel moeilijk om daar bomen opnieuw te planten. Wat ik bedacht heb, is een zeer goedkope techniek om al die gronden die wij zelf vernietigd hebben opnieuw vruchtbaar te maken.’
Mijn doelstelling is dus niet om het midden van de Sahara te beplanten. Dat is niet haalbaar en niet nuttig. Het gaat mij om de gebieden die wij zelf verwoestijnd hebben
Mijn doelstelling is dus niet om het midden van de Sahara te beplanten. Dat is niet haalbaar en niet nuttig. Het gaat mij om de gebieden die wij zelf verwoestijnd hebben. Zoals de sub-Sahara, die door overgrazing en verkeerde landbouwmethodes, door middel van verbranding, verschraald is en geërodeerd geraakt. Vanwege de hete zon wordt het allemaal stof en kun je niks meer planten. Hetzelfde in Noord-Afrika; de leeuwen van het Colosseum kwamen uit Noord-Afrika. Nu is dat een woestijn, maar het was ooit een vruchtbaar gebied. In de Bijbel staat dat Jordanië het land was van melk en honing. Nu is het net alsof je op de maan rijdt. Tweeduizend jaar geleden was het groen.’
Komt dat allemaal door de industrialisatie van tweehonderd jaar geleden, en nu het winnen van olie?
‘Nee, dat heeft er niks mee te maken. We hebben altijd al gekookt op hout. We hebben hout gebruikt om te bouwen. Toen zijn we begonnen om er enorme hoeveelheden schepen van te maken. De Armada van Spanje heeft heel Noord-Spanje ontbost. We hebben mijnbouw gedaan, we hebben miljoenen kilometers treinrails aangelegd met hout. Hele steden zijn tot honderd jaar geleden gebouwd van hout.
We zagen hout als onuitputtelijke bron. Nu worden we plots geconfronteerd met het feit dat we het op te grote schaal gedaan hebben. Dat raakt ook aan het klimaat. Het instrument van de natuur om CO2 uit de lucht te halen is de boom. Wij brengen er meer CO2 in dan goed is, en tegelijk kappen we al die bomen die het eruit zouden kunnen halen.’
Word jij nooit woedend wakker ’s nachts?
‘Woede is geen goede inspiratiebron. Zorgen wel. Maar je moet niet alleen protesteren, je moet daadkracht tonen. En je ziet dat duizenden mensen met mij, ieder op zijn eigen manier, bezig zijn om aan oplossingen te werken. Dat voelt goed. Wij gaan er met zijn allen voor zorgen dat het klimaatprobleem aan het einde van deze eeuw is opgelost.’
Zo, dat is een geruststellende boodschap.
‘De mensheid heeft altijd voor enorme uitdagingen gestaan. Je mag best denken in termen van vijftig of honderd jaar, maar dat we het goed krijgen daar heb ik geen twijfel aan.’
Overigens is de grootste dreiging voor jou niet eens de droogte, maar de stijging van de zeespiegel.
‘De stijging van de temperatuur op aarde van 1 tot 2 graden, daar kunnen we met veel adaptatie misschien wel mee omgaan. Het stijgen van het niveau van de zee is veel problematischer omdat meer dan de helft van de mensheid aan zee woont. Daar is het planten van bomen indirect een oplossing voor. Als we besluiten om binnen vijftig jaar twee miljard hectare bomen te planten, kunnen we de stijging van de temperatuur in de atmosfeer tegengaan. Maar als je het nou over woede of zorgen hebt, de Europese Unie legt in een tijd van drie maanden eventjes twee biljoen euro apart voor het tegengaan van de pandemie. Het kost vijf biljoen om in vijftig jaar twee miljard hectare bomen te planten. Maar dat doen we niet. En dat kan ik niet begrijpen.’
Er is in je hoofd een soort combinatie nodig van inzicht en gekte, denk ik. Een wild idee is om Nederland op zijn kop te zetten.
‘Ik heb vorig jaar een blog geschreven waarin ik stelde dat je moet gaan bouwen op de Veluwe. De natuur daar is door ons gemaakt. Wij hebben de bomen geplant. We zouden kunnen besluiten, als je weet wat er over honderd jaar gaat gebeuren, om alle polders die zes meter diep liggen, en waar we op dit moment onze huizen bouwen, om die weer terug te brengen tot natuur. Door het water en de drassigheid en de bomen komt daar veel meer leven dan er nu op de Veluwe is. En de uitbreiding van Nederland doe je dan aan de andere kant, het hoge gedeelte van Nederland. Ik denk dat je daarover zou moeten discussiëren.’
Op de mij dierbare Veluwe!
‘Dat is dierbaar natuurlijk. Maar als we straks nog twee of drie miljoen mensen extra in West-Nederland hebben wonen die halsoverkop moeten verhuizen omdat het waterniveau te hoog wordt, is de ramp veel groter en ingrijpender. En pijnlijker. Met veel meer kapitaalverlies.’
‘Als mens mag je in je planning rekening houden met dingen die niet voorstelbaar zijn’
Ik vind dit een schokkend idee, eerlijk gezegd.
‘Het is voor ieder mens moeilijk om je iets voor te stellen wat niet voorstelbaar is. Een goed voorbeeld is mijn opa. Die is van 1900. Tussen 1900 en 1910 ging het best goed met Nederland. En met de wereld. Zij konden zich niet voorstellen dat er in de veertig jaar daarna honderd miljoen mensen dood zouden gaan aan een oorlog. Is wel gebeurd. Mijn opa kon zich in 1945 niet voorstellen dat er zeventig jaar vrede zou zijn. Ik kan me herinneren, in de gesprekken die wij hadden zat een enorm wantrouwen en een enorme voorzichtigheid voor de toekomst omdat hij twee wereldoorlogen had meegemaakt. Als mens mag je in je planning rekening houden met dingen die niet voorstelbaar zijn.’
Heb je veel geleerd van je opa?
‘Enorm. Ik heb het voorrecht genoten tot mijn 23ste bijna alle dagen met mijn opa en mijn vader op het land te werken. We waren de hele dag aan het praten.’
Ik zie boeren die aan het werk zijn vooral als zwijgzame mensen.
‘Ik kan me niet anders herinneren dan als gezelligheid op het land. Het was wel hard werken maar je had er ook de spieren naar. En we waren altijd aan het praten.’
Verhalen, kennisoverdracht?
‘Ik heb de mechanisatie van de Nederlandse land- en tuinbouw meegemaakt. Dat is in mijn generatie gebeurd. Eerlijk gezegd is het leven er niet leuker op geworden. Er kwam lawaai. Je zat alleen op je trekker de hele dag. De communicatie tussen mensen verdween. Via uitzendbureaus huurde je voor gespecialiseerd werk mensen in waar je geen band mee had. We zijn efficiënter gaan werken, maar het werd een stuk minder gezellig.’
‘Er is nu de discussie over thuiswerk. Grote bedrijven denken erover om hun kantoren te sluiten, zodat iedereen lekker thuis kan zitten. Wij gaan dat juist niet doen. Ik vraag me af of dat a) op de lange termijn houdbaar blijkt te zijn en b) of het geestelijk gezond is. De tijd zal het leren. Maar niet alles is altijd vooruitgang. Wat zoeken wij als mens? Nog meer efficiëntie? Is het misschien zo dat door bij elkaar te zitten jouw kwaliteit van leven beter is? Wil je de veertig jaar van je arbeidzame leven alleen nog maar alleen bezig zijn? Daar mag je wel over nadenken.’
‘Eigenlijk is innovatie altijd het stellen van vragen. Ik wil je iets leuks laten zien. We zijn op dit land ook bezig met research en ontwikkeling. Er zijn twee miljard mensen op aarde die met feces vervuild water moeten drinken. Omdat er geen waternetwerken liggen en er niet wordt gefilterd. In Bangladesh is het water in grote delen van het land vervuild met arsenicum. Dat betekent dat ook het water dat gebruikt wordt voor telen steeds viezer wordt.
‘Op veel plaatsen in de wereld is sprake van verzilting. Dat komt omdat er te veel water uit de grond wordt gepompt voor irrigatie, waardoor het grondwaterpeil daalt en de zee met zout water onder het land kan penetreren. Zo worden de putten brak. Mensen moeten stoppen met beregenen omdat het water niet meer geschikt is. Wij hebben gedacht, kunnen we daar geen oplossing voor bedenken? We zijn nu aan het experimenteren met een “intelligente emmer” die je vult met vuil water en die daar schoon water van maakt.’
‘Op drie meter diepte zit bijna op de hele wereld voldoende vocht voor een boom om te groeien’
Het is in alle eenvoud ontroerend: op vier zwarte kratjes staat wat je dan noemt een emmer. Dat is jullie revolutionaire uitvinding. Hoe werkt het?
‘Wij hebben een emmer bedacht in de vorm van een donut. In het midden van de donut plant je een boom, een productieve boom, een fruitboom. Die boom moet in een jaar op drie meter diepte komen. Op drie meter diepte zit bijna op de hele wereld voldoende vocht voor een boom om te groeien. Een kenmerk van droge, hete gebieden die geërodeerd zijn, is dat de eerste drie meter verstoft zijn, waardoor die boom daar niet meer doorheen kan komen. Onze intelligente emmer helpt dat over te komen. De boom krijgt net voldoende water zodat hij niet doodgaat; daardoor heeft hij de tijd en de kracht om zijn wortels drie meter diep te brengen en het vocht te zoeken.’
‘Hoe weet die boom dat? Dat is hetzelfde als wanneer een kind geboren wordt. Na negen maanden in het vruchtwater weet het bij de eerste seconden buiten dat het moet ademen. Zo weet een boom: ik moet drie meter diep komen. Maar als jij te veel water geeft, gaat die wortel van de boom naar de waterbron. Dat krijg je dus met druppelbevloeiing. Wij geven een tekort aan water zodat hij moet zoeken.’
Het is uitermate simpel.
‘Zo’n emmer kost ongeveer tien euro. Je kunt ’m tien jaar hergebruiken. Na een jaar haal je de emmer eraf en plant je de volgende boom. Met een emmer kun je ongeveer tien bomen planten. Het kost dus een euro per boom.’
‘Maar we hebben nog iets bedacht. Deze emmer kan vervuild water zelf schoonmaken. Zonder elektriciteit. Dat schone water geeft hij aan de boom.’
Hoff laat met een peillood zien dat er vuil water zit in de emmer, zwart van de olie, terwijl een lege colafles die eronder hangt volkomen helder water opvangt.
Ik geloof mijn ogen niet.
‘Wij hopen, en daar doen we deze zomer proeven mee, dat het water zo schoon is dat je het ook kunt drinken. Er sterven per jaar ongeveer een half miljoen kinderen, zuigelingen vooral, aan diarree. Stel dat je al die kinderen dit schoongemaakte water zou kunnen geven, dan hoeven ze niet meer te sterven. Voor een derde cent per liter schoon drinkwater. We hopen dit aan het eind van het jaar te introduceren.’
‘Het probleem van de sub-Sahara, waar droogte heerst, wordt als minder urgent ervaren. Pas als er honderd miljoen van die mensen deze kant op zouden komen, dan worden we misschien wakker’
Waarom wordt dit nog niet massaal toegepast?
‘Het is iets wat onderschat wordt. Ik heb veertig jaar lelies veredeld. Ik heb geleerd dat een veranderingsproces vaak tien jaar in beslag neemt. Het gaat gewoon niet van de ene op de andere dag. De uitvinding van het internet was in 1973, wij gingen het pas gebruiken in 1995. Het duurt gewoon lang voordat je de wereld hebt omgeturnd.
En soms heb je ook een probleem nodig waar de wal het schip keert. We zijn nu bezig met aanzienlijke orders in Mexico. Dat komt omdat daar nu 24 procent van de putten zout geworden is. Plotseling komt het besef naar boven, als we hier door willen telen, dan zullen wij naar andere oplossingen moeten zoeken.’
‘Wat ver van je bed is doet minder pijn. Je houdt je eerst met je eigen problemen bezig. Wij worden nu met een pandemie geconfronteerd, dan wordt het probleem van de sub-Sahara, waar droogte heerst, als minder urgent ervaren. Pas als er honderd miljoen van die mensen deze kant op zouden komen, dan worden we misschien wakker.’
‘Zolang het bij een paar duizend vluchtelingen blijft, is het probleem te klein om er daadwerkelijk wat aan te doen. Het is wel hard maar dat is ook realiteit. En daar kun je cynisch over zijn, maar het is hoe de wereld werkt. Je kunt cynisch en boos zijn en niks meer doen, maar je kunt ook zeggen: het is zoals het is, ik ga verder met waar ik mee bezig ben, en er komt een moment dat de wereld pakt wat er nodig is.’
Is er in Mexico iets van resultaat zichtbaar?
‘We hebben de afgelopen twee jaar proeven gedaan die positief zijn. Nu zijn we in onderhandeling met het ministerie van welzijn over een groot project met kleine families in rurale gebieden. De achterliggende reden is tweeledig. Mexico City kan gewoon niet meer migratie hebben uit het platteland. En de zestig miljoen mensen die er wonen moeten te eten hebben. Dus er moeten mensen op het platteland blijven wonen om eten te produceren.’
Ik begrijp dat het mes aan twee of meer kanten snijdt. Het zorgt voor water en voedsel (fruit), het gaat migratie tegen en werkt via bebossing aan het klimaat.
‘De boom is de meest interessante oplossing voor de mensheid om het CO2-probleem aan te pakken. Europa geeft in de Green Deal miljarden subsidie aan het opslaan van CO2 onder zee, in lege velden, wat ongeveer 150 euro per ton kost. Dat is onvoorstelbaar duur. Terwijl hetzelfde wordt gedaan door een boom, die ook nog eens producten produceert voor ons. Voedsel, medicijnen, oliën. Dus eigenlijk sla je die CO2 gratis op. En dat wordt niet gesubsidieerd. Ik maak me dus wel boos over de lobby die de haven Rotterdam heeft samen met Shell en een aantal andere grote entiteiten, die vijf-, zeshonderd miljoen krijgen van onze Nederlandse overheid om voor 150 euro per ton CO2 op te slaan. Terwijl je het kostenneutraal uit de atmosfeer haalt door honderd miljoen hectare fruitbomen neer te zetten. Waardoor mensen een inkomen krijgen, en voedsel, en je erosie tegengaat, werkgelegenheid verschaft, migratie voorkomt.’
Dat is om gillend gek van te worden?
‘Ja, dat doet pijn. Het is moeilijk om die boodschap bij de politici te krijgen. Daar lopen alle uitvinders tegenaan. Wij zijn een klein bedrijf en in Brussel en Den Haag zitten twintig, dertig lobbyisten voor de grote industrieën, die hun doelstellingen wel kunnen bereiken.’
Geld is in Nederland taboe. Dat is onzin. Wij zijn een bedrijf, wij willen graag veel geld verdienen
Er is een miezerig advocaatje van de duivel in mij dat zegt: ja maar jij bent ook ondernemer; als dit doorgaat, dan ben jij schatrijk.
‘Dat vind ik ook niet erg. Ik hoop dat dat gebeurt. Geld is in Nederland taboe. Dat is onzin. Wij zijn een bedrijf, wij willen graag veel geld verdienen.’
Waarom dan?
‘Geld maakt niet gelukkig, zeggen ze. Ik kom veel in arme landen. Over het algemeen zijn mensen in landen met geld gelukkiger dan in landen zonder.’
Mensen in arme landen hebben een andere glimlach op hun gezicht. En ze zeggen ook dat je in Nederland aan 15.000 euro genoeg hebt, daarboven gaat het niks toevoegen aan je geluk.
‘Daar zit een grote kern van waarheid in. Maar een tekort aan gezondheidszorg, voldoende voedsel, dat je kinderen sterven door slecht water, dat is rampzalig. Ik heb niks tegen geld verdienen. Hoe meer wij verdienen, des te meer onderzoek en ontwikkeling we kunnen doen. Waar het om gaat is, wat doe je met je geld? Dat is het belangrijkste.’
‘Idealisme is mijn primaire drijfveer. Maar als je dit groot in de wereld wilt brengen, heb je een bedrijf nodig dat voldoende kapitaal heeft om research te doen. Om deze bak te maken moeten wij bijna 300.000 euro investeren in matrijzen. Dat kan niet als wij verliesgevend zijn of als niemand wil investeren in ons. Dan sterf je in schoonheid. Dus er moet gewoon brood op de plank komen.’
Ook in Nederland is sprake van droogte. Kan je hier ook iets betekenen?
‘Misschien voor overheden die met landscaping bezig zijn. Die gebruiken bomen tussen de 100 euro en 200 euro en er vindt toch wel wat sterfte plaats. Daar kan onze uitvinding een hulp voor zijn. Voor de rest is onze oplossing in Noord-Europa niet nodig.’
‘Uiteindelijk heeft het gedrag van veel priesters mij buiten de kerk gebracht. Wel jammer want ik geloof in een universele kracht’
Ten slotte, je had het over God, en het land van melk en honing. Ben je religieus?
‘Ik ben katholiek opgevoed, ik ben ook voorlezer geweest, misdienaar en dergelijke. Maar uiteindelijk heeft het gedrag van veel priesters mij buiten de kerk gebracht. Wel jammer, want ik geloof in een universele kracht. De een noemt dat God, en de ander Allah.’
Zit er in jou een soort besef van universele verbondenheid?
‘Ja, als je ziet hoe alles in elkaar zit, dat is zo uniek en mooi en ongelofelijk dat wij het zelfs na tweeduizend jaar onderzoek nog niet doorgronden. Ik ben ervan overtuigd dat er een universele schepper achter zit die het allemaal gemaakt heeft. En wij mogen daar misschien tien, of twintig, honderdduizend jaar een rol in spelen, maar wij zijn niet het centrum van de schepping. Het kan best zijn, als wij dom genoeg blijven, dat onze rol uitgespeeld raakt en we opgevolgd worden door een ander type leven.’
Hoe vind je dat, het idee dat de mens verdwijnt?
‘Geen probleem. Als je geluk hebt leef je tachtig jaar. Dus hoe belangrijk zijn we nu eigenlijk in de geschiedenis?’
Terwijl jij je niet-aflatend inzet voor het behoud van de mens.
‘Zoals wij ons gedragen zijn wij mensen op dit moment eerder een plaag dan dat we helpen om de aarde te verbeteren. Ze zeggen dat de mens intelligent is. Maar als je ziet wat wij doen in vergelijking met de dieren, dan mag je daar wel vraagtekens bij zetten. We zullen ons gedrag moeten aanpassen als wij als soort nog honderdduizend jaar willen leven hier. Maar als we willen leren geloof ik dat wij over honderd jaar het klimaatprobleem wel hebben opgelost, en dan hebben we nog een heel goede toekomst!’
Luister verder:
Podcast: Deze regisseur wilde Congo tonen zoals Congolezen het zelf zien. Maar zijn eigen witte, westerse blik zat in de weg Bij verschillende bezoeken aan de stad Goma in Oost-Congo realiseerde documentairemaker Joris Postema zich dat Congolezen zelf een totaal ander beeld van hun land hebben dan Europeanen. Hij besloot er een film over te maken. Dat werd gaandeweg steeds ongemakkelijker. Deze week spreek ik in mijn podcast Goede Gesprekken met hem over het eindresultaat: Stop filming us.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!