De overheid wil bepalen wie een oorlogsjournalist is en wie niet (en dat is een slecht plan)
Dinsdag bespreekt de Eerste Kamer een wetsvoorstel dat het strafbaar maakt om als Nederlands staatsburger te verblijven in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied.
Het wetsvoorstel, dat vorig jaar al aangenomen werd door de Tweede Kamer, is bedoeld om het Syriëgangers moeilijk te maken, maar heeft als neveneffect dat het voor journalisten en hulpverleners niet mogelijk is om zonder toestemming van de staat naar dit soort gebieden af te reizen.
Vorig jaar leidde dat tot veel vragen en kritiek, en dus paste minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus het voorstel aan. Alle leden van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en medewerkers van ‘gerenommeerde media’ krijgen op voorhand per jaar toestemming om op pad te gaan, staat in het nieuwe wetsvoorstel.
Maar daarmee zijn de zorgen niet weggenomen. Sterker, als de wet er was geweest toen ik begon als journalist, zou ik nu geen oorlogsjournalist zijn (als ik me aan de wet had gehouden).
De NVJ als poortwachter
Toen ik begon vertrok ik namelijk direct naar rebellengebied in Syrië. Ik had toen amper artikelen gepubliceerd, verdiende vrijwel niets en werkte zonder vaste opdrachtgever. Daardoor kon ik geen perskaart aanschaffen bij de NVJ en had ik ook geen baas die kon bevestigen dat ik voor hem of haar werk. Als deze wet van kracht zou zijn geweest, zou ik dus strafbaar zijn geweest.
En dat is ook meteen het grootste probleem van het wetsvoorstel. Journalistiek is een vrij beroep, iedereen mag schrijven wat hij of zij wil. Door het wetsvoorstel geldt dat voor oorlogsjournalistiek straks niet meer. Dan zijn het ‘gerenommeerde media’ en de NVJ die bepalen wie verslag mag doen vanuit gebieden die door de overheid als ‘terroristengebied’ zijn benoemd.
Dat zet de NVJ voor het blok: door dit wetsvoorstel is de vakvereniging, zeer tegen haar eigen zin, de beslisser over of iemand wel of niet mag gaan. De NVJ dient de vrijheid van journalisten juist te beschermen, niet in te perken. Het lidmaatschap zou nooit mogen gelden als het fundament onder een wet die persvrijheid inperkt. De NVJ is al helemaal niet bedoeld om te voorkomen dat potentiële terroristen afreizen naar oorlogsgebied. Dat maakt de NVJ bijna een verlengde van een overheidsapparaat, iets wat de vakbond absoluut niet wil.
Leg dat maar eens uit...
Ik ken dat soort ongemakkelijke samenwerkingen eigenlijk alleen uit landen waar geen persvrijheid geldt, zoals Turkije en Egypte. Ook daar kom je in de problemen als je bepaalde gebieden bezoekt, ook al is er geen enkel bewijs dat je iets verkeerd hebt gedaan.
En dat wordt steeds vaker gebruikt om journalisten het werken onmogelijk te maken. Vorige maand nog werd de Nederlands-Palestijnse journalist Sakir Khader Turkije uitgezet op basis van een Turkse antiterrorismewet, vermoedelijk omdat hij eerder in Syrië is geweest.
En dan te bedenken dat werken in terroristisch gebied ook al niet makkelijker wordt, en door de wet alleen nog maar moeilijker. Daar moet ik vooral niet de indruk wekken dat ik werk voor mijn land, en dat wordt een stuk lastiger als ik daar ben met expliciete toestemming van de minister. Leg dan nog maar eens uit dat je een onafhankelijke journalist bent.