Deze biografie laat zien hoe een epidemie een stad ingrijpend verandert

Wester van Gaal
Correspondent Klimaateconomie
llustratie door redactioneel ontwerper Luka van Diepen

Na de aidsepidemie in de jaren tachtig zou Amsterdam nooit meer helemaal hetzelfde zijn. Corona is veel minder dodelijk, maar langzaam dringt het besef door dat ook dit virus onze samenleving blijvend verandert. Het verhaal van een gevluchte Russische pianist die in het Amsterdam van de jaren tachtig leefde en feestte, past daar wonderlijk goed bij.

De eerste keer dat ik In het huis van de dichter van Jan Brokken las moet een jaar of twee geleden zijn. Ik zat in een donkerbruin café in een klein steegje achter het Spui in Amsterdam. Het begon met een kopje koffie, maar na een tijdje moest er een fluitje bij. En toen nog een paar, tot ik het boek helemaal uit had. 

Brokkens boek is een licht gefictionaliseerde biografie en memoir over de Russische concertpianist Youri Egorov, die van 1975 tot aan zijn dood in 1988 in Amsterdam woonde. Toen Brokken in 1981 een profiel over Egorov schreef voor het weekblad De Haagse Post, raakten de twee bevriend. In het huis van de dichter, gepubliceerd in 2008, is het ontroerende verhaal van die zeven jaar durende vriendschap, waaraan een einde kwam toen Egorov overleed aan de gevolgen van aids. 

Brokken verweeft de dood van zijn vriend met de grote slachting die het aidsvirus in de jaren tachtig in Amsterdam aanbracht. Een flinke hap van een generatie getraumatiseerd of dood. De stad nooit meer helemaal hetzelfde. 

Deze zomer herlas ik het boek, omdat ik terug wilde naar die stad. Corona is weliswaar veel minder dodelijk, maar het besef dat het virus onze samenleving misschien wel blijvend verandert, begint in te dalen. En met de klimaatcrisis die als een zwaard van Damocles boven ons hoofd hangt, maakte een zekere weemoed zich van mij meester, alsof we ook nu weer leven in geleende tijd. 

Hoe Egorov vlucht naar het vrije Amsterdam

Egorov was in 1975 uit de Sovjet-Unie gevlucht, voornamelijk vanwege zijn seksuele geaardheid. Hij viel op mannen, een doodzonde, en toen de gelegenheid zich voordeed tijdens een haastig geregeld optreden in de Italiaanse stad Brescia, glipte hij weg naar Amsterdam. 

Waarom Amsterdam? Hij was er één keer geweest, en had eigenlijk alleen de binnenkant van Het Concertgebouw gezien. De akoestiek was er geweldig, dat wist hij. Wat hem ook was bijgebleven waren de mensen. 

Ondanks zijn homoseksualiteit was hij er met open armen ontvangen. Vergeleken met het bange, achterdochtige Kazan, de Zuid-Russische stad waar Egorov vandaan kwam en die vanwege de lokale productie van zware wapens hermetisch van de buitenwereld was afgesloten, was Amsterdam een onbezorgde en ongeremde oase.

Al op zijn eerste dag in Amsterdam loopt hij zijn grote liefde tegen het lijf – landschapsarchitect Jan Brouwer, met wie hij al gauw gaat samenwonen op de Brouwersgracht.  

Op reis in het Parijs van Lidewij Edelkoort en les Ballets Russes

Brokken beschrijft het Amsterdam waarin Egorov rondliep als een verdwenen wereld. De Brouwersgracht lag er nog bij als in de negentiende eeuw: ‘Ronde Waalse keien, met diepe putten waarin het regenwater lang bleef staan.’ In de Jordaan was de sanering nog maar net begonnen en de yuppen zouden pas tien jaar later neerstrijken. 

De Jordaan in de jaren tachtig was troosteloos, maar ook gezellig. Een van mijn lievelingsscènes in het boek speelt zich af in een kroeg op de Westerstraat. Egorov, dan al beroemd vertolker van Schubert en Tsjaikovski, verbaasde met zijn virtuositeit op de flipperkast de sjacheraars en vetkuiven, die hem bij het behalen van elke nieuwe highscore beloonden met een kopstoot – een jenever en een grote bier. 

De Jordaan in de jaren tachtig was troosteloos, maar ook gezellig

Brokken moet een fenomenaal geheugen hebben, of een rijke fantasie, want In het huis van de dichter staat vol met dit soort gedetailleerde beschrijvingen. Nadat Egorov in Parijs een bijna perfecte uitvoering van de Derde van Beethoven heeft opgevoerd, worden hij en Brouwer uitgenodigd op een afterparty van een Nederlandse ontwerper die in Parijs woont. 

Het blijkt te zijn. In een zwartgeschilderde, door rode spotjes verlichte zeventiende-eeuwse balzaal ontvangt ze haar gasten. Ze draagt, schrijft Brokken, een ‘jutezak’ van Comme des Garçons, ‘toen geleid door de Japanse Rei Kawakubo’, en de tafels staan gedekt met koud vlees en champagne. 

En terwijl Egorov handkusjes ontvangt van oude adellijke bannelingen uit pre-Sovjet-Rusland wordt er flink gesnoven. ‘Het was puur Parijs, maar een verloren Parijs. Het Parijs uit de tijd van schrijft Brokken.

Verloren als een bootje op een oceaan

Een verfijnder lezer dan ik zal het misschien afdoen als clichématige beschrijvingen van een tijdsgewricht, maar mij sleepte het mee. Het is mooi hoe Brokken verloren werelden met elkaar vervlecht, en daarmee betekenis geeft aan de aidsramp die zich in Amsterdam voltrekt. 

Brokken plaatst de jaren tachtig in het motief van het fin de siècle en de en het Rusland dat is verzwolgen door de revolutie. Youri Egorov, de meesterlijke vertolker van Debussy en van Ravel, Tsjaikovski, Mahler en de late Brahms, die snuift, flippert, blowt en drinkt bij het leven, mist zijn familie in Rusland. 

Hij vindt troost in de muziek die aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw de ondergang van de grote keizerrijken begeleidde. Zij gevangen tussen het oude en het nieuwe, hij klem tussen twee systemen – het benauwende Sovjet-Rusland waar hij zijn wortels heeft, en het vrije, maar ook losgeslagen Westen. 

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
De Franse componist Maurice Ravel componeerde in 1904 - 1905 de pianosuite 'Miroirs', waar Une Barque sur l'océan een deel van is. Hier opgevoerd in een uitvoering van Youri Egorov.

van Ravel is een van de laatste stukken die Egorov opvoert. Hij zit op een verhoging bijna direct aan het strand in Biarritz, de Franse stad waar een groot deel van de Russische adel na de revolutie was terechtgekomen. De meesten zijn dan al overleden, maar een handjevol hoogbejaarde prinsessen is nog komen kijken.

Wat ze niet weten is dat Egorov dan al ernstig ziek is – aids maakt zijn lichaam van binnenuit kapot. Op 16 april 1988 besluit de pianist – bijna blind, zijn mooie dikke haar uitgevallen – uit het leven te stappen. Rond zijn sterfbed staan zijn vrienden en zijn geliefde Jan Brouwer, die dan ook al ernstig ziek is en niet lang daarna overlijdt. Op straat lopen mensen met spandoeken die aandacht vragen voor de ramp die aids aan het worden is. De mars van de buitenwereld gaat door.

Brokken is zelf niet aanwezig bij het afscheid van zijn vriend – hij was het niet eens met diens zelfgekozen einde. Er was nog genoeg om voor te leven. Of Brokken daar twintig jaar later spijt van heeft, vertelt hij niet. Dat is aan de lezer om te overpeinzen, daar in de donkere krochten van De Engelse Reet.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Dit is een optreden van Egorov in Amsterdam in 1981, het jaar waarin de vriendschap tussen Egorov en Brokken begon.

Meer lezen?