Het beeld van de moslima-met-nikab is véél te eenzijdig. Fotograaf Cigdem Yuksel licht een tipje van de sluier op
Fotograaf Cigdem Yuksel liet in haar serie De Alzheimerfluisteraars zien dat intimiteit wél kan als je dementie hebt. Nu zet ze haar tanden in een ander cliché: de eenzijdige beeldvorming van moslima’s. Het is tijd dat media laten zien dat dé moslima niet bestaat.
Er zijn twee redenen om een Goed gesprek te houden met Cigdem Yuksel, fotograaf.
Onlangs publiceerde zij een onderzoek naar de manier waarop moslima’s in de Nederlandse media in beeld gebracht worden. Altijd op dezelfde stereotype wijze: op straat, met een hoofddoek om. Alsof je een wild dier spot in het oerwoud.
De vrouwen worden op deze manier ontdaan van hun individualiteit. Ze worden gefotografeerd vanwege hun hoofddoek, die staat symbool voor hun geloof en dat is het enige wat telt. Denken de witte fotografen, en de witte beeldredacteuren bij kranten en andere media. Alsof ze geen ander leven hebben. En alsof er geen moslima’s zijn zonder hoofddoek, en met beroepen als arts, presentator of ondernemer.
Yuksel ergerde zich al jaren mateloos aan dit scheve beeld. Maar als ze het bespreekbaar probeerde te maken, kreeg ze steevast dezelfde soort repliek, in de trant van: ‘Het valt toch wel mee? Wij letten er echt op.’ Of: ‘Bewijs het dan.’
En dat is ze gaan doen. Ze heeft duizenden foto’s bekeken in de beeldbank en haar conclusies gepresenteerd in het rapport Moslima. Een onderzoek naar de representatie van moslima’s in de beeldbank van het ANP. Maar hier zal het niet bij blijven. Strijdbaar als ze is, gaat ze proberen daadwerkelijk iets te veranderen in de praktijk van beeldvorming.
En dat – de tweede reden voor een interview – geldt in feite ook voor haar foto’s. Een foto is nooit zomaar een foto, maar iets waarmee je invloed kunt uitoefenen op de levens van mensen. Er gaat een intens proces aan vooraf, en het heeft een lange nasleep.
Neem de serie De Alzheimerfluisteraars, gemaakt in nauwe samenwerking met Anne-Marth Hogewoning en Adelheid Roosen. Het zijn portretten van mensen met dementie, samen met een of meer van hun dierbaren. Zij doen iets wat ze normaal niet zouden durven, ze zoeken een lichamelijke intimiteit met elkaar, ver voorbij de schaamte en het ongemak. De foto’s brengen een taboe in beeld juist op het moment dat het doorbroken wordt.
Er gaat dus een bevrijdende werking uit van de camera, en dat niet alleen voor hen die geportretteerd worden, maar ook voor de kijker: het toont dat er prachtige vormen van communicatie mogelijk zijn met mensen met dementie.
Ik heb afgesproken met Cigdem in een filiaal van de bibliotheek in Amsterdam. Er liggen een paar foto’s op tafel. Afgedrukt op briefkaarten, met een korte tekst op de achterkant. Die vertelt het verhaal achter de foto. Ik ben benieuwd: is ze zelf door het maken van deze serie ook veranderd?
Hieronder volgen eerst beelden die in het interview ter sprake komen, en daarna het transcript van het interview.
Uit de serie De Alzheimerfluisteraars
Op 5:24 minuten:
Op 10:14 minuten:
Op 12:29 minuten:
Uit de serie Niet meer zonder jou
Op 27:15 minuten:
‘Alle structuren die wij hebben bedacht als mens, hoe wij met elkaar om moeten gaan, hoe je je zou moeten gedragen, dat wordt compleet in de wind geslagen door mensen die dementie krijgen. Alle schillen vallen af, je gaat gedrag vertonen waar anderen aanstoot aan nemen. En dat herkende ik van de Turkse gemeenschap. Dat is ook een structuur met verwachtingen, hoe ik me zou moeten gedragen. En dat deed ik niet. Dat zorgt voor frictie. En dat is precies wat er gebeurt binnen families, mensen met dementie vertonen gedrag dat frictie veroorzaakt, waar anderen zich voor schamen; en hoe ga je daarmee om? Dat herkende ik’.
‘Als je geliefde (je moeder, je vader) alzheimer krijgt, dan is dat het begin van afscheid nemen. Je herkent ze niet meer als wie ze waren. Je neemt afscheid van iemand van wie je houdt, met wie je levenslang een relatie hebt, terwijl die persoon er nog wel is. Waar veel mensen moeite mee hebben is dat ze vast blijven houden aan het oude beeld: mijn moeder is altijd zo geweest, dus ze moet wel zo blijven.’
De dierbare wordt je ontvreemd?
‘Men redeneert vanuit zichzelf. De moeder die dementeert verandert. Er zijn moeder-kindrelaties waarin aanraking geen rol heeft gespeeld, maar als de moeder alzheimer krijgt, dan wordt de behoefte om lichamelijk contact op te zoeken veel groter. Mensen zeggen dan vaak: ja, maar dat deed mijn moeder nooit, daar heb ik geen behoefte aan. Er ontstaat ongemak, en schaamte, misschien ook woede, omdat er binnen relaties altijd veel dingen spelen; dat heeft allemaal geen plek meer omdat je moeder iemand anders aan het worden is. En wat moet je dan met al die frustraties?’
‘Wat ik van Adelheid Roosen heb geleerd, is dat toen haar moeder alzheimer kreeg, zij nog steeds daadwerkelijk contact met haar moeder kon hebben door juist niet uit te gaan van zichzelf. Ze liet het beeld van de moeder van vroeger los en ging mee in wie haar moeder nu aan het worden was. Je kunt je mee laten voeren met de wereld waarin jouw moeder zich bevindt. Alle foto’s van de serie Alzheimerfluisteraars zijn genomen op momenten waarbij dat wordt opgezocht.’
Bij de foto van Adelheid met haar moeder moet je weten dat die vroeger een explosieve relatie hadden, Adelheid kwam altijd thuis ‘met getrokken pistolen’ zoals ze dat noemde. Nu kussen ze elkaar, zo lijkt het, met een vrucht in de mond. Dat is van een ongelofelijke intimiteit.
‘Veel mensen vinden deze foto heftig. Ik heb ‘m genomen een week voordat haar moeder overleed. Ze kust haar moeder niet, ze voert haar moeder met een aardbei, en dat doet ze met haar mond. Dat is ongelofelijk intiem. Veel mensen zien niet meteen dat het een aardbei is, ze vragen zich af: wat is dit? Adelheid heeft haar moeder opnieuw ontdekt juist doordat ze alzheimer kreeg. Ze kon de liefde met haar weer delen juist door los te laten wat ze vroeger thuis hebben meegemaakt aan oorlogen.’
Wat zo mooi is, wat me raakt: het besef dat er nog meer manieren van communiceren zijn als de taal niet meer functioneert.
‘Niet alle foto’s geven een ideaalbeeld weer. Het zijn allemaal mensen die ermee struggelen, het is ook moeilijk. Om een gesprek aan te knopen met je moeder terwijl haar taalvermogen wegvalt en zij zich in een totaal andere wereld begeeft. En als je geen taal hebt, wat belangrijk is in onze samenleving – wij doen alles al pratend – wat heb je dan nog? Ja, dan heb je kijken naar elkaar, aanraken, dicht bij elkaar zitten. Bij mensen met dementie gaan extra zintuigen aan.’
Dat is toch ook het bevrijdende van deze beelden? Dat er een scala is aan andere mogelijkheden?
‘Precies, dat is voor ons de reden om deze foto’s te maken. Anne-Marth Hogewoning en ik zijn op zoek gegaan naar mantelzorgers in het hele land, met de vraag: wat zou je eigenlijk willen kunnen met je geliefde, maar durf je niet te doen? Dat is ons vertrekpunt geweest. We namen de mantelzorgers bij de hand en hebben ze uitgenodigd om voor mijn lens juist dat op te zoeken wat ze niet durfden. Intimiteit voorbij de schaamte. Dat moment heb ik vastgelegd.’
Er zijn ongeveer twintig portretten. Jullie zijn twintig keer door dat proces heen gegaan. Hoe was dat?
‘Ontroerend. Na elk gesprek dachten wij, wat mooi en bijzonder! Omdat het de essentie van ons menszijn raakt. En onze onkunde in elkaar liefhebben blootlegt.’
Jullie hebben het als bijzonder ervaren, en de mensen zelf? De dochters, de zonen …
‘Bij Liesbeth en haar moeder bijvoorbeeld hebben we André Rieu opgezet, en zij is met haar moeder gaan dansen. Ze hadden zo ontzettend veel plezier! Achteraf vertelde Liesbeth dat zij dit had gemist, dus je rakelt ervaringen op die ze met hun geliefde delen en al heel lang niet meer gevoeld hebben. Nu luistert Liesbeth vaker met haar moeder naar Rieu en deinen ze samen mee in de woonkamer. Het is niet zo dat het klaar is als ik de foto genomen heb. Zo’n ervaring rimpelt door in je lijf, in je hart, in je hoofd. Daarom laten we deze foto’s printen op briefkaarten, met het verhaal erop. En dan heb je die bijzondere ervaring in de hand. Gevisualiseerd. En daarmee gaan deze Alzheimerfluisteraars weer een gesprek aan met andere mensen, om hen het verhaal te vertellen. Het rimpelt door…’
Wat zijn ze mooi hè?!
‘Ja, ik vind ze prachtig, ik ben er trots op.’
Wat is het verhaal van Baba en Anne, en Miray?
‘Baba en Anne betekent vader en moeder in het Turks. We zien een Turks stel van de eerste generatie op een bank, met in het midden hun kleindochter Miray, die zweeft ondersteboven tussen hen in. Ik vind dit een belangrijke foto omdat we weinig foto’s en verhalen hebben van mensen met een biculturele achtergrond. En dit zijn de ouders van Gülec, zij wilde het taboe rondom Alzheimer en dementie binnen de Turkse gemeenschap doorbreken. Door er over te praten.’
‘Binnen de Turkse gemeenschap is het nog altijd zo dat je als kind de verantwoordelijkheid hebt om te zorgen voor je ouders. Dat is de plicht waarmee je wordt opgevoed. Dat verwachten mijn ouders ook van mij. Beide ouders van Gülec hebben dementie. Maar ze heeft een eigen gezin, ze heeft twee dochters, ze werkt. Hoe kan je daarnaast nog de zorg voor beide ouders op je schouders nemen? Ze heeft daarmee gestruggeld. Omdat zij wist dat ze niet kon voldoen aan de verwachting van de gemeenschap. Ze zat in een spagaat. Hoe kan ik hen een plek geven waar ze goed worden verzorgd, zonder dat ik word weggekeken door de gemeenschap?’
Je bent een slechte dochter?
‘Het is meer een soort teleurstelling, je komt je plicht niet na. Het is een verontwaardiging. Zij zijn je ouders, ze hebben hun hele leven voor jou gezorgd, ze hebben je het leven gegeven dat je nu hebt, dus je hebt als kind een soort schuld. Dat moet je terugbetalen. Het klinkt ruw, maar zo erg is het eigenlijk niet hoor.’
Het is ook jouw toekomst. Ben je daartoe bereid?
‘Ik weet nu al dat dat niet gaat lukken. Gelukkig kom ik uit een groot gezin, ik heb drie zusjes en een broertje, ik denk dat de beste optie is, zolang zij nog goed ter been zijn, dat zij zelf thuis wonen en dat er elke dag iemand langskomt. Maar dat zal een dilemma worden binnen het gezin, dat moeten wij nog gaan bespreken. Maar mijn ouders zijn gelukkig nog hartstikke jong, ze zijn 54, dat zit er nog lang niet aan te komen…!’
Dat weet je niet, het kan opeens gebeuren.
‘Ik moet zeggen, er wordt weinig nagedacht over de vraag hoe zorg wordt gefaciliteerd voor de eerste generatie Turkse maar ook Marokkaanse Nederlanders. De Nederlandse zorg schiet tekort en de kinderen hebben inmiddels hun eigen leven. De structuur die je hebt in een dorp waar iedereen voor elkaar zorgt, die hebben wij hier niet. Alles rust op je eigen schouders. En dat zorgt voor frictie.’
Vind je het onrechtvaardig?
‘Nee, als ik het kon zou ik het echt doen. Ik voel veel liefde voor mijn ouders, en als ik het geld en de ruimte had, zou ik een eigen plek voor ze inrichten, ik zou iemand inhuren en hen voorzien van de beste zorg in de toekomst. Ik vind het niet onrechtvaardig, het komt voort uit een eeuwenlange traditie en de cultuur van het dorpsleven in Turkije. Het is ook mooi. Maar helaas is dat hier in Nederland in het stadsleven niet mogelijk. Niet met de carrières die wij nu opbouwen als derde generatie. Maar het is wel een punt van schuring. En sommige mensen vinden het moeilijk om die schuring op te zoeken. Want je zet wel iets op het spel.’
De lieve vrede.
‘Je wilt je ouders niet kwetsen. Ze kunnen teleurgesteld raken, en verdrietig zijn. Kinderen zijn zo loyaal aan hun ouders, dan breekt je hart. Dat is al een schuldgevoel. Het is een dilemma.’
Dat is een deel van het verhaal bij deze foto. Opvallend, je brengt niet de dochter zelf in beeld.
‘Achterop de kaart lees je het verhaal van de dochter, als je dat leest hoor je haar stem. De foto beeldt het dilemma uit. Hoe kan ik een goeie dochter zijn voor mijn ouders, en tegelijk een eigen gezin hebben en een eigen leven, die ook aandacht vragen? Hoe kan ik een goeie moeder zijn en een goeie partner? Doordat haar dochter ondersteboven tussen haar opa en oma in zweeft, verbeelden zij samen met zijn drieën het dilemma van de moeder.’
Je foto’s geven niet altijd alles onmiddellijk prijs. Er zit iets van raadselachtigheid in.
‘Wat we nauwelijks zien, is dat zorg of zorgkwesties worden gecombineerd met visualisaties of fotografie. Hoe beeld je je gevoel uit, je verdriet, iets wat binnen in je zit? Daar gaat deze serie over.’
En dat is juist bij zorg zo belangrijk, dat innerlijke leven.
‘Het is ook helemaal niet sexy om het over zorg te hebben. Je ziet vaak foto’s van oude mensen die in bejaardentehuizen achter het raam naar buiten kijken, de eenzaamheid is schrijnend. Het is lastig om dat op een mooie ontroerende manier onder woorden of in beeld te brengen. Wij zijn erin geslaagd, denk ik, om direct het hart te raken en nieuwsgierigheid te wekken, opdat je er langer naar kijkt en je afvraagt, wat gebeurt hier eigenlijk? En alles valt op zijn plek als je achter op de kaart leest wat het verhaal is.’
De samenwerking met taal vind jij prettig als fotograaf?
‘Het is onderdeel van mijn werk. Ik heb weinig foto’s die op zichzelf staan, zonder bijgaande tekst. Tekst en fotografie vormen de ultieme combinatie om een verhaal te kunnen vertellen. Er zijn mensen die zeggen, ik moet gelijk op een foto kunnen zien waar het over gaat. Ik ben het daar niet mee eens. Eigenlijk is het onzin. Voor mij als maker is taal belangrijk om het verhaal dat ik wil vertellen over te brengen.’
Is het je taak als fotograaf om iets teweeg te brengen, iets van verandering in mensen?
‘Het is ontstaan. Het is niet bewust bedacht. Ik voel een soort noodzaak bij een onderwerp dat speelt. Ik heb hiervoor de serie Niet meer zonder jou gemaakt, met Nazmiye Oral, en ook met Adelheid Roosen, waarin we dezelfde methodiek hebben gebruikt. Vanuit de wens om iets teweeg te brengen, niet alleen door een foto te maken, maar door daadwerkelijk dieper te gaan dan het oppervlak. Niet meer zonder jou ging over jezelf kunnen zijn zonder dat je je ouders hoeft te verliezen. Dat speelde binnen de islamitische gemeenschap. Wat doe je als je binnen zo’n gemeenschap waarin alle normen en waarden voor je zijn bepaald, niet binnen die structuren wil of kan bewegen? Als je bijvoorbeeld het huis uit wilt voordat je trouwt? Wat doe je als je merkt dat je homoseksueel bent, of dat je niet meer gelooft? Daar ontstaat schuring en wrijving, daar ontstaan conflicten. Allemaal dingen die niet worden besproken.‘
Het moment waarop je je losscheurt van je ouders, met een conflict, wat je niet wilt.
‘Je moet het maar durven. Aan de ene kant voel je dat je niet anders kan. Toen ik 25 was ging ik het huis uit, maar dat ging niet zonder slag of stoot. De verwachting van mijn ouders was dat ik dat pas zou doen als ik trouw. En ik had daar helemaal geen zin in. Ik liep maanden met een steen in mijn maag, omdat ik dacht, ik moet dit onderwerp bespreekbaar maken, maar ik zet de relatie met mijn ouders op het spel. Aan de ene kant wilde ik voor mezelf kiezen door het huis uit te gaan. Door mijn carrière als fotograaf na te jagen. Aan de andere kant wilde ik niet zonder mijn ouders. Ik wilde niet kiezen tussen beide. Daar moet je over durven praten. En dat vergt moed.’
Ben je dan niet te loyaal?
‘De noodzaak om mijn eigen weg te volgen was er. Maar aan de andere kant was ik ook boos: waarom word ik voor deze keuze gesteld? Waarom kan het niet én-én. Dat wilde ik afdwingen, ik wilde de deur niet achter mij dichtsmijten en de band doorknippen, nee, dat vind ik oneerlijk. Ik pik dat niet. Zij zijn mijn ouders, het is hun taak om achter je kind te staan, om de deur altijd open te houden, en dat heb ik ze duidelijk gemaakt. Uiteindelijk is het goed gekomen, maar het heeft wel voor frictie en conflict gezorgd en dat moet je maar aan durven gaan.’
‘Niet meer zonder jou gaat over de toenadering tot elkaar zoeken als er een wond is ontstaan, tijdens zo’n conflict. Als het uiteindelijk weer goed komt wordt er niet meer gepraat over de wond die ontstaan is. Maar als je ‘m aanraakt is-ie nog heel vers.’
Hoe heb je dat in beeld gebracht?
‘Op dezelfde manier. We hebben moeders, dochters, vaders en zonen uitgenodigd om hun verhaal te vertellen. Ik heb bijvoorbeeld Semra gefotografeerd, samen met haar moeder, en haar jonge dochter, drie generaties zie je. Toen ze arriveerden hadden wij al een achtergrond opgebouwd, de camera stond klaar, maar we begonnen eerst een gesprek te voeren. Waar gaat dit over? Waar ligt jullie wond? Ze zaten een beetje naast elkaar, en Semra vertelde over haar jeugd, hoe zij als dochter rekening moest houden met wat anderen wel niet over haar zouden kunnen zeggen. Het gevoel dat je in een keurslijf wordt gestopt. Het was een gevecht om de dingen te doen die ze wilde doen als vrouw.’
Op het moment dat je ging fotograferen, was die spanning er allemaal nog?
‘Dit is wat er vroeger was gebeurd. Op het moment dat we gingen fotograferen, bleek dat ze hier samen nooit meer over hadden gesproken. De relatie is weer goed, je hebt een eigen kind, opa en oma, de happy family. Maar over dit aspect, haar pijn, had Semra het nooit gehad met haar moeder. Bij de shoot was het de eerste keer dat ze het er samen over hadden. De tranen vloeien over de wangen van haar moeder. Die kwam tot inkeer en zei: sorry dat ik dit zo heb gedaan. Zoals ik nu ben, had ik het anders gedaan. Dat was zo’n mooi moment. En toen gingen ze samen op de foto.’
Je dwingt iets af met de camera, in de verhouding tussen mensen.
‘Ik nodig ze uit om in de arena van kwetsbaarheid te stappen. En elkaar in de ogen te kijken en zeggen wat je op je hart hebt. Dat zorgt voor heling.’
Kennelijk lukt het pas als er een camera bij is. Je zou verwachten dat je dan zou willen schuilen en verbergen.
‘Het is een excuus om het wel te doen, het zijn de omstandigheden waarin je het wel durft. Want er zijn andere mensen bij. In een vrije omgeving. De camera zorgt ervoor dat mensen bereid zijn zich kwetsbaar op te stellen.’
Het moet ook iets met jou te maken hebben.
‘Dat moeten andere mensen beoordelen. Ik probeer zo oprecht mogelijk te zijn in wat ik maak.’
Iets anders. De tweede reden om met je te praten. Je bent een grondig onderzoek gestart naar de beeldvorming van moslima’s.
‘Ik heb net een belangrijk deel van het project afgerond, namelijk het onderzoek. Ik heb de camera in de kast gestopt en heb de pet van onderzoeker opgezet. Ik houd me al langer bezig met beeldvorming. Welke macht heb je als fotograaf over de personen die je fotografeert? Mijn blik bepaalt hoe anderen diegene zien. En die macht ligt niet alleen bij de fotograaf, maar ook bij de media, kranten, nieuwsredacties en beeldbanken.’
‘Ik stoor me al jaren aan het beeld dat wordt neergezet van de moslima, de gesluierde vrouw. Mijn moeder en zusje dragen een hoofddoek. Hoe zij zijn, en hoe veel vrouwen in mijn omgeving zijn, zie ik op geen enkele manier terug in de Nederlandse media. Ik begon me af te vragen: wat is de rol van fotografie hierin? Welke beelden van deze vrouwen worden er al dertig jaar aan de media aangeboden? Is dat wel representatief? Ik had natuurlijk een vermoeden, maar er is altijd onderzoek nodig om te ondersteunen wat je beweert. Mensen in de media zijn niet geneigd om kritisch naar zichzelf te kijken. Wat ik hoor is: "Bewijs het dan!". "Ik heb niet het idee dat wij opzettelijk een bepaald beeld aan het neerzetten zijn." Toen dacht ik, nou, dan zal ik het bewijzen. Ik ben gaan kijken welke beelden er in de beeldbank van het ANP onder de term moslima verschijnen.’
Wat zie je dan?
‘De conclusie is dat het een eenzijdig beeld is. Wat opvalt is dat de meeste foto’s zijn genomen op het moment dat de gesluierde vrouw over straat loopt, aan het winkelen is op de markt, of in het ov wordt gespot. Ik noem het zelf safarifoto’s. Het is alsof je in de jungle in Afrika op zoek bent naar wilde dieren om te spotten. Zo worden vrouwen met een hoofddoek door fotografen gespot. Het is voor hen mooi meegenomen, als ze een vrouw met een hoofddoek over straat zien lopen, drukken ze snel af, en die foto’s gaan ze uploaden naar de beeldbank. Sinds de eerste gastarbeiders naar Nederland kwamen lezen we in de media over de islam, over terrorisme (sinds 9/11), over vrouwenonderdrukking, dat is een obsessie. Wat zij draagt vertegenwoordigt haar religie, zij is niet meer een individu maar een groep.’
Het is een obsessie, zeg je?
‘De foto’s in de beeldbanken geven op geen enkele manier een weergave van de werkelijkheid. 82 procent van de foto’s bevat vrouwen met een hoofddoek, 13 procent een vrouw met een nikab, en bij slechts 3 procent zie je vrouwen zonder hoofddoek. Zo steekt de islamitische gemeenschap in Nederland, en vooral die van vrouwen, níet in elkaar! Er zijn moslima’s zonder hoofddoek, met tattoos, moslima’s die harde zakenvrouwen zijn. De hoofddoek is maar één ding. 95 procent van de foto’s die ik geanalyseerd heb zijn buitenshuis genomen. Er zijn vrijwel geen foto’s van vrouwen die binnen hun eigen sociale omgeving zijn genomen.’
Waar een totaal andere sfeer en een ander beeld zou ontstaan.
‘Absoluut. Iets wat dichter bij het menszijn ligt. Wat je thuis doet is wat we allemaal thuis doen. Wat ik niet zie zijn vrouwen die een beroep uitoefenen, slechts 3 procent van de foto’s gaat daarover, en dan is het vaak een caissière, een basisschoollerares, of een schoonmaakster. Waar zijn alle andere beroepen? De fotograaf, de presentatrice, de zakenvrouw, de laboratoriummedewerker, de arts, die zijn er namelijk allemaal, maar niet in beeld. Waar is de oma die met haar kleinkinderen buiten aan het spelen is, de moeder die met haar kind huiswerk maakt?’
‘Dus het zit allemaal nog steeds in een soort mal van een stereotypering die al vijftig jaar in stand wordt gehouden. Sinds de gastarbeiders hier zijn wordt dat nog steeds op de derde generatie geprojecteerd. En gereproduceerd door witte fotografen op witte redacties.’
Ben je verontwaardigd? Word je gevoed door woede bij dit project?
‘Verontwaardiging en ongeloof. Ik denk wel, oké, dit hebben we nu geconstateerd, wie neemt de verantwoordelijkheid om dit te veranderen? De fotograaf, de beeldbank, of de fotoredactie? Naar mijn idee moeten ze het allemaal doen. Maar dan moeten ze allemaal inzien dat dit een probleem is. En daar begint het al. Net als bij racisme, waarvan we nu pas het idee hebben dat het een probleem is, terwijl we er al jaren over horen: we krijgen nu pas door dat er een systeem achter zit.’
Bij racisme dringt het door omdat jonge mensen bereid zijn om een conflict op te zoeken.
‘Je kunt dit zien als een aanzet voor mij om dat conflict op te zoeken, inderdaad. Om de discussie aan te wakkeren en het gesprek te voeren. En bewustwording in gang te zetten.’
Ben je er klaar voor?
‘Ja, ik denk dat het noodzakelijk is. Als je iets wilt veranderen, moet het conflict aangegaan worden. Eerst wordt er gepolariseerd, naderhand komt het samen en gaan mensen het inzien. Met dit onderzoek wil ik met cijfers aantonen dat er echt iets aan de hand is. Je kunt het niet zomaar van tafel vegen. Mensen zeggen vaak: "Nou volgens mij valt het wel mee hoor." Of: "Ja maar wij letten er echt wel op hoor." Nu komt het gesprek op gang waarbij mensen daadwerkelijk moeten inzien dat het een probleem is. Kom maar op, ik heb er antwoord op.’
Dat rapport is nu gepubliceerd?
‘Je kunt het downloaden op mijn website, of bij we-speak.nl. Ik ben nu bezig met een essay voor Villamedia, samen met Berna Toprak, van S.P.E.A.K, een moslimvrouwencollectief. En we gaan ermee door.’
Wie is schuldig aan het zeer eenzijdige beeld?
‘Ik weet niet of we over schuld moeten spreken.’
Misschien vind je verantwoordelijkheid beter?
‘Ja, het is verantwoordelijkheid. We voeren al een tijd de discussie over wit privilege. Hoe de samenleving zodanig is gestructureerd dat het voordelig is voor witte lichamen. Daar is dit onderdeel van. Als onze media bestaan uit voornamelijk witte mensen, dan kan het niet anders dat een bepaalde structuur in stand wordt gehouden. Door onwetendheid, of niet-bewustzijn en blinde vlekken, hoe dan ook, het pakt nadelig uit voor andere mensen. Dus ja, je hebt de verantwoordelijkheid om bij jezelf na te gaan, waar zie ik het niet? Waar houd ik stereotypering in stand, hoe kan ik dit veranderen? Als journalist heb je de verantwoordelijkheid om kritisch te kijken naar jezelf. Je bent niet neutraal. Je bent niet objectief, dat bestaat niet.’
Bij ‘beeldbank’ zag ik nog even kaartenbakken voor me, maar dat is allemaal digitaal natuurlijk?
‘Het is een enorm digitaal archief. Je hoeft maar een woord in te vullen en er verschijnen heel veel foto’s op je scherm die met een onderwerp te maken hebben, moslima’s, vluchtelingen, sociale huurwoningen etc.’
Je spreekt je collega’s erop aan, neem ik aan, de fotografen zelf? Hoe reageren ze?
‘Ik heb zeven fotografen geïnterviewd, die allemaal foto’s leveren voor de beeldbank ANP, de grootste van Nederland, 95 procent van de Nederlandse media maakt er gebruik van. Los van de blinde vlekken die je hebt als fotograaf, blijkt er ook een commercieel systeem achter te zitten. Als fotograaf is het lastig om geld te verdienen aan fotojournalistiek. Je wilt dat je foto’s gevonden worden in de beeldbank. Fotografen voegen omschrijvingen toe aan hun foto’s, waarin ze de context uitleggen. Bij "moslima" gebruiken ze woorden die feitelijk niet veel met de context te maken hebben. Bij een foto van een gesluierde vrouw op de markt zetten ze woorden als "allochtoon", "inburgering", "integratie", "islamisering", dus het hele woordenpakket van het problematische maatschappelijke debat dat wij voeren over de islam wordt op die vrouwen geplakt. Die woorden gaan het zoeksysteem in. Dus als een redacteur op zoek is naar een foto over inburgering kan hij zomaar een foto tegenkomen van een vrouw die over een markt loopt, met de suggestie dat deze vrouw nog niet hoort bij deze samenleving. Zij is de visualisatie van inburgering. Ze hoort er niet bij, ze is een vreemdeling.’
‘Dit systeem klopt niet. En fotografen doen het puur om commerciële redenen. Iemand zei: “Ik vind het woord allochtoon vreselijk. Ik gebruik het woord zelf niet, maar als ik mijn foto’s upload in de beeldbank, dan zet ik dat woord er wel bij. Ik schaam me ervoor dat ik dit nu moet zeggen tegen jou.”’
Om te overleven?
‘Puur om geld binnen te krijgen, om als fotograaf te overleven. Je kunt je afvragen, wat is de verantwoordelijkheid van de beeldbank zelf, is er toezicht op? Dat is er nauwelijks. De beeldbank neemt zijn verantwoordelijkheid hierin niet. Mijn oproep is: neem je verantwoordelijkheid. Want het systeem pakt slecht uit voor moslima’s.’
Je hebt de directeur van de beeldbank geïnterviewd?
‘Ja. Wat is je vraag?’
Hoe wijst die man of vrouw zijn of haar verantwoordelijkheid af?
‘Er zijn een paar redenen aan te wijzen. Geld. Bezuinigingen. En een gebrek aan intelligente software, waarmee je veel foto’s kunt controleren. De directeur zei: "Er komen dagelijks zoveel beelden binnen, wij hebben het geld en de mankracht niet om alle foto’s al bij de voordeur te gaan checken. Er is pas een check op foto’s als een klant er iets van zegt, of een collega-fotograaf, of als een fotoredacteur toevallig ziet dat iets niet klopt. De middelen ontbreken om die verantwoordelijkheid te nemen." Maar ik denk, dat dat te gemakkelijk is. Ik zou zeggen: iets meer je best doen!’
Ik vermoed dat je het begin van verandering zou moeten zoeken bij de redacties. Zij kiezen.
‘Er zijn meerdere mensen die dat gezegd hebben. Als de vraag verandert, zal de beeldbank vanzelf ook het aanbod veranderen. Ik denk dat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid heeft.’
Zijn de beeldredacteuren zo lui en gemakzuchtig?
‘Het heeft voor hen geen prioriteit. Je hebt zelf als wit persoon niet door dat het een probleem is.’
Of hebben ze er belang bij om het stereotiepe beeld te bevestigen?
‘Dat is een apart onderzoek waard. Hoe zoeken zij dan? De fotografen zeggen, de reden waarom wij vrouwen met een hoofddoek fotograferen is omdat wij vaker vanuit de redacties hebben gehoord: ja, we moeten wel kunnen zíen dat het om een moslima gaat. Het zijn stereotyperende beelden die wij zelf in ons hoofd hebben, waarvan wij willen dat het constant wordt bevestigd. Je kan het bij de fotoredacteuren leggen, maar het moet tegelijkertijd bij iedereen ingevoerd worden.’
‘Getty Images, een bekende internationale beeldbank, heeft die verantwoordelijkheid wel genomen. Zij zijn in 2017 een samenwerking aangegaan met muslimgirl.com, het grootste online platform voor moslimvrouwen in de VS. Zij hebben samen besloten om in het beeldaanbod actief beleid te voeren door beelden toe te voegen die het stereotiepe overstijgen. Je moet ergens een signaal afgeven. De verantwoordelijkheid moet je niet bij iemand anders leggen.’
Tot slot, ga je in het kader van dit project nog fotograferen?
‘Er komen nieuwe foto’s; ik zal de camera oppakken. Om moslima’s op een andere manier te laten zien. Ja, later meer! Jullie zullen het vanzelf zien. Ik weet wat ik wil, maar misschien ben ik een beetje bijgelovig. Ik wil het nog niet met te veel mensen delen. Als het klaar is, waarschijnlijk volgend jaar, zal ik het delen met de buitenwereld op een mooie manier. En dan zullen jullie vast herkennen dat het van mij komt!’