Journalisten bedreigd, democratie onder druk. Deze bestuurskundige zag het als jong meisje in Iran – en nu in Nederland
Democratie is iets om elke dag te koesteren, weet bestuurskundige Guity Mohebbi uit ervaring. Op negentienjarige leeftijd vluchtte ze weg uit Iran. Nu, meer dan dertig jaar later, ziet ze in Nederland ontwikkelingen die haar doen denken aan wat ze meemaakte in haar geboorteland. En dat baart haar zorgen.
In Nederland heeft Guity Mohebbi de kansen die ze kreeg met beide handen aangegrepen. Ze kwam als student geneeskunde en kreeg wat geld van het UAF om de taal te leren. Later ging ze politicologie en bestuurskunde studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze werkte bij verschillende organisaties, zoals de politie en de FNV. Kortom, ze bouwde een carrière op. Inmiddels is ze adjunct-directeur van de Woonbond.
Tegelijkertijd zet ze zich onvermoeibaar in voor het waarborgen van de democratie in Nederland. Anders gezegd: ze bekommert zich om de toekomst van jongeren. En dat is hard nodig, want ze ziet ontwikkelingen in Nederland die haar verdacht sterk doen denken aan haar ervaringen in Iran. Het is een dringend appèl, want Guity Mohebbi heeft aan den lijve ondervonden wat het betekent om in onvrijheid te leven, als de democratische grondbeginselen voortdurend geschonden worden.
En democratie, dat is veel meer dan eens in de vier jaar stemmen. Democratie is vooral niet-selectief omgaan met mensenrechten. Op haar website schrijft ze: ‘In Nederland heb ik geleerd wat democratie is: niet alleen een staatsvorm, maar vooral ook een levensvorm die de ander als vertrekpunt heeft, en niet ik. Een houding waarbij we accepteren dat de ander anders mag zijn, en mensen bereid zijn om de vrijheid en de ruimte van die ander te bewaken en desnoods te verdedigen. Het gaat niet om wat de meerderheid wil, maar juist om de bescherming van de minderheid. Dat is veel meer dan alleen maar regels. Ik heb in Nederland geleerd wat vrijheid en vrijheid van meningsuiting betekent. Democratie gaat niet om individuele vrijheden, dat je alles mag zeggen wat je vindt. Het gaat erom dat je nadenkt over wat je zegt en hoe dit bij een ander overkomt.’
Mijn gesprek met Mohebbi vindt – in samenwerking met het Nationale Theater – plaats in het Theater aan het Spui in Den Haag, op een steenworp afstand van het Binnenhof, het hart van onze parlementaire democratie. In het midden staan twee tafeltjes. In een wijde cirkel om ons heen het publiek dat zich heeft neergelaten in strandstoelen, op ruime afstand van elkaar. Als het licht in de zaal dooft, steken we een kaars aan. Om elkaar in de ogen te kunnen kijken. Voor de rest gaat het om goed luisteren, in het theater als dialoog, het interview als theater.
In het Perzisch hebben namen betekenis. Wat betekent Guity Mohebbi?
‘Guity betekent wereld, en Mohebbi betekent houden van: “ik hou van de wereld”. Dat beschrijft wie ik ben. We hebben maar één wereld, dus we moeten er zuinig op zijn.’
Dat is geen naam, dat is een opdracht. Was je je daar als kind al van bewust?
‘Nee, natuurlijk niet. Ik wist dat alle namen betekenis hadden, maar nog niet dat je dat in al je cellen met je meedraagt.’
Wanneer heb je ontdekt dat je van de wereld houdt?
‘Dan moet ik teruggaan in de tijd. Ik reis heen en weer, steeds weer. Ik heb negentien jaar in Iran en ruim dertig jaar in Nederland gewoond. Mijn eerste herinnering, als klein meisje, was dat we thuis gasten hadden en ik voelde dat het onveilig was. Vele jaren later kwam ik erachter dat deze persoon politiek actief was; hij is geëxecuteerd in de tijd van de sjah. Ik voelde dat er iets bijzonders gebeurde, maar ik kon er nog geen woorden aan geven. Pas jaren later, in de periode van de sjah en Khomeini, de wisseling van de macht, leerde ik er woorden aan te geven.’
‘Mijn eerste herinnering is dus dat ik leerde geheimen te houden. Je vertelt niet wie welk bezoek heeft. Dat is als een mes onder je keel, letterlijk en figuurlijk. Als je zegt dat je iets weet, dan gaat dat mes in je keel. Je moet nee zeggen om in leven te blijven.’
‘Het gaat over het besef dat je niet in je eentje in de wereld staat. Je bent continu in verbinding met een ander, en die ander maakt dat jij Guity Mohebbi heet, en je ook zo voelt.’
We zitten op een steenworp afstand van het Binnenhof. Heb jij vertrouwen in de Nederlandse parlementaire democratie?
‘Vertrouwen is zo’n groot woord, met zo veel betekenissen. Het is niet eenzijdig; het is wederkerig. Vertrouwen bouw je samen. Heeft het Nederlandse parlement ook vertrouwen in mij als burger van dit land? In mij, Guity Mohebbi, die iedere dag een bijdrage levert aan de samenleving?’
‘Toen ik hier binnenkwam, op negentienjarige leeftijd, had ik volledig vertrouwen in ons democratische stelsel. Hoe meer je je een nieuwe samenleving eigen maakt, hoe kritischer je wordt. Om nou te zeggen dat ik volledig vertrouwen heb in alles wat er besloten wordt in de Tweede Kamer, nou nee. Vragen stellen en kritisch reflecteren zijn de basis van democratie. Je moet de democratie koesteren en er iedere dag voor zorgen. Als je dat doet, kijk je ook anders naar het parlement.’
Heeft het Nederlandse parlement vertrouwen in jou als burger?
‘Kijk naar de taal. Er wordt al heel lang gesproken over “wij” en “zij”. Ik zie mezelf dagelijks in het parlement als “zij” beschreven worden.’
Je ervaart dagelijks dat je er niet bij hoort?
‘Ja, of het nou gaat over asielzoekers, vluchtelingen of Moria. Ver weg of dichtbij. En kijk naar de abortusdiscussie. Ik kan werkelijk niet geloven dat ik Iran ben ontvlucht, in Nederland woon, en dat we in 2020 een discussie hebben over abortus. Ik kan niet geloven dat er in het parlement vertegenwoordigers zitten die mijn zijn, en van zoveel anderen, dagelijks ter discussie stellen.’
Wat doet dat met jou?
‘In 2006 of 2004 had ik een interview in NRC, en ik maakte toen al een vergelijking tussen Nederland en Iran. Ik reis continu terug in de tijd. Ik zie bepaalde patronen terugkomen en dan reis ik weer terug naar Iran, en dan komt de angst terug.’
‘Om een paar voorbeelden te geven: persvrijheid; journalisten in Nederland worden bedreigd omdat ze artikelen publiceren die niet bevallen; bezuinigingen in onze sociale advocatuur; het ter discussie stellen van de rechterlijke macht; kliklijnen in het onderwijs. We creëren een samenleving waar we een kliklijn nodig hebben! Over vertrouwen gesproken! Dat zijn allemaal processen die ik als jong meisje in Iran heb meegemaakt, en dat benauwt me. Als je de democratie niet koestert, en niet iedere dag reflecteert, dan gebeurt het jou straks ook. We zitten niet onder een glazen bol die ons van de rest van de wereld afscheidt.’
Het zijn ontwikkelingen die mij angst inboezemen.
‘En daar is niets mis mee. Angst is ook het voelen van verantwoordelijkheid. Ik ben ook bang, en dat is voor mij een teken dat ik verantwoordelijkheid moet nemen. Iedere dag je stem laten horen. We zijn massaal de straat op gegaan voor het klimaat, voor Black Lives Matter. Je stem laten horen is iets eenmaligs. Maar de dag daarna is iedereen weer op zijn of haar werk. Hoe gaan we er dan mee om? Het is niet zo dat het opgelost is, omdat we onze bijdrage hebben geleverd.’
‘Democratie is geen staatsvorm, maar een levensvorm. Het is een cultuur, het is gedrag, een houding die we iedere dag met ons meedragen. Je moet het uitdragen, koesteren, onderhouden, en er desnoods voor vechten. Stemmen is geen entertainment. Je hebt de verantwoordelijkheid om je te verdiepen in de vraag op wie je gaat stemmen, op welke partij. Wat hebben ze gedaan? Welke sporen hebben ze achtergelaten met hun besluiten? Dat moet je serieus nemen.’
‘Ik kan dat alleen voor mijzelf beslissen, dat is mijn vrijheid, dat is de basis van mijn democratische vezels. En dat geldt voor jou ook.’
Het Iran dat je meemaakte tussen de nul en negentien jaar was een dictatuur. Je ziet dus trekken in de Nederlandse samenleving die duiden op een ontwikkeling tot een totalitaire samenleving?
‘Ik heb geen glazen bol, maar ik zie bepaalde patronen terugkomen. Segregatie neemt toe, dakloosheid neemt toe. Ik weet nog als de dag van gisteren dat de eerste voedselbank openging. Dat is de normaalste zaak van de wereld geworden. In Iran heb ik meegemaakt wat segregatie en armoede met een mens doen. Je bent bezig te overleven. Er moet eten op tafel en een dak boven je hoofd, en daardoor ben je niet meer betrokken bij de politiek. Dan pas heb je geen vertrouwen in de politiek.’
‘Die toenemende segregatie in onze samenleving is een gevaarlijke ontwikkeling. Het wij-en-zij zit zo diep in onze samenleving dat je onverschillig wordt over wat er besloten wordt. Je denkt: ach, het overkomt een ander, het gebeurt mij niet. Bij de vorige verkiezingen is – meen ik – 52 procent naar de stembus gegaan. Als je in vrijheid leeft en mag stemmen, en je maakt daar geen gebruik van… Dat vind ik ernstig.’
‘Ik zie parallellen tussen Iran en Nederland. Dat wil niet zeggen dat hier hetzelfde proces gaat plaatsvinden, maar het houdt ons – met onze angst – hopelijk scherp om wat we nu hebben te waarborgen, te onderhouden en om onze stem wel te laten horen.’
Vind je het moeilijk om deze boodschap nu in Nederland uit te dragen?
‘Nee, het is mijn verantwoordelijkheid om het te blijven zeggen. Je kunt niet selectief met mensenrechten omgaan. Je kunt niet zeggen dat wat er met vluchtelingen gebeurt jou niet aangaat, omdat het ver weg is. De volgende stap is dat hier bezuinigingen plaatsvinden op de sociale advocatuur, op het sociale vangnet. Daar word je dan ook onverschillig over.’
‘Het is aan jou of je niet alleen naar mij luistert, maar mij ook hoort. Dat je kunt invoelen wat dat kan betekenen. Het kan jou ook gebeuren. Kijk om je heen. Kijk naar de VS. Je kunt je baan kwijtraken, dakloos worden of juridische hulp nodig hebben. Daarom moet je nu opkomen voor diegene die het nodig heeft. Niemand is vrij totdat iedereen vrij is.’
Je pleidooi is des te indringender omdat je een samenleving hebt meegemaakt waar vrijheid en democratie niet bestonden. Je hebt de sjah nog meegemaakt, en daarna de komst van de ayatollah Khomeini. Was je politiek actief?
‘Kun je kiezen om niet politiek actief te zijn als het om jouw dagelijkse leven gaat? Politiek beïnvloedt jouw leven, zelfs als je ervoor wegduikt. Ik was niet politiek actief zoals men dat is in Nederland. Ik ben nooit, en nog steeds niet, lid geweest van een politieke partij. Ik ben wel opgegroeid in een politiek actief, geëngageerd gezin. Ik meen dat Iran bijna 85 miljoen inwoners heeft. Dat is zo’n diversiteit aan etniciteiten, talen en religies. In de omgeving waar ik ben opgegroeid, was de ander altijd het uitgangspunt. Als je dat in je draagt ben je al politiek actief, al kies je er niet voor.’
Ben je met je ouders mee gevlucht?
‘Nee, zij zijn nog in Iran. Maar ik moest van de ene op de andere dag vertrekken. Het was een dag waarop veel invallen werden gedaan. Bij mijn ooms, bij een aantal vrienden. Een vriendin van mij is toendertijd ook geëxecuteerd. Mijn ouders kregen telefoontjes dat ze moesten zorgen dat ik vertrok. Het is bizar, maar zo is het gegaan. Je gaat gewoon met de kleding die je aanhebt, en op dat moment besef je niet dat het de laatste keer zal zijn dat je in je huis bent.’
‘Ik ben in Turkije terechtgekomen. In die tijd gaven landen aan, via de VN, hoeveel vluchtelingen ze aannamen. Nederland was het eerste land waar ik terechtkon, hoewel ik eigenlijk graag naar Canada wilde, omdat daar familieleden wonen. Maar je hebt niet de luxe om te wachten als vluchteling. Mijn kennis over Nederland was van de middelbare school. Nederland tulpenland. De eerste dag hier was het een grijze regenachtige dag, en de hele weg van het vliegveld naar mijn verblijfplaats heb ik geroepen: “Where are the tulips?”’
Het is een scheur, een breuk in je leven?
‘Ik heb nu ruim dertig jaar tijd gehad om het een plaats te geven. Het is niet makkelijk geweest, maar het is onderdeel van mijn leven. Ik heb oorlogen meegemaakt als jong kind. Iedere eerste maandag van de maand, als het alarm afgaat, verstijf ik nog steeds. Die negentien jaar draag je in je. Ik kan het nu zonder tranen vertellen, al ben ik niet bang om te huilen. Die kwetsbaarheid maakt ons mens. Het is alleen de make-up die dan raar wordt.’
Houdt zo’n vlucht ooit op?
‘Je vlucht dagelijks. Ik vlucht nu ook met mijn dochter mee. Via haar jeugd heb ik ook mijn eigen jeugd meegemaakt. Zij vlucht dagelijks met mij mee. Tijdens de oorlog heb ik honger meegemaakt, dus bij ons wordt eten niet weggegooid. Zij maakt de oorlog met mij mee. Als ouder leer je niet alleen van je kind, maar je zorgt ook dat je kind van jou leert. Daardoor heb je verbinding.’
Dat lijkt op de verhalen die wij van onze ouders hebben gehoord over de Tweede Wereldoorlog. Mensen die de hongerwinter hebben meegemaakt, gooien ook geen eten weg.
‘Als je oorlog hebt meegemaakt, weet je wat vrijheid betekent. Er wordt hier af en toe gesproken over vechten. Onze premier zei dat Nederlanders van diverse afkomsten zich moeten “invechten” op de arbeidsmarkt. Mensen hebben geen besef waarover ze het hebben. Waarom moeten jongeren van diverse afkomsten vechten? Wat is dat voor kwaliteit van leven in een rijk land? Het is bizar als de minister-president dat zegt. En ik weet dat invechten iets anders is dan vechten, maar je begrijpt wat ik bedoel.’
Ik heb je gevraagd om één stuk muziek uit te kiezen. Dat wordt Till I Hear You Sing van Ramin Karimloo, een lied uit de musical The Phantom of the Opera.
‘Kunst en cultuur zijn de adem van een democratische en vrije samenleving. Ze doen je kritisch nadenken, en brengen je in verbinding met de dingen die je niet weet.’
‘Ramin is een Iraans-Canadese zanger. Ik voel mijn ziel door hem opgetild worden. Ik heb dit gekozen, omdat ik samen met mijn dochter speciaal voor hem naar Londen ben gegaan. Als het gaat om kunst en cultuur zijn we twee nerds. We hebben allebei zo zitten huilen tijdens de voorstelling, echt snikken; al onze make-up uitgelopen! We kwamen naar buiten en iedereen keek naar ons. We hebben daar achteraf zo om moeten lachen. Dat kunstenaars die je ontroeren zo veel bij je losmaken.’
Reinigt huilen?
‘Niet altijd, maar het lucht wel op.’
Heb je het moeten leren?
‘Nee, dat huilen van emoties heb ik van mijn vader gekregen. Ik heb hem twee keer zien huilen. De eerste keer was tijdens de revolutie, toen alle kastelen van de sjah werden aangevallen en de kunstschatten werden kapotgemaakt. Hij moest zo huilen dat de mensen niet in de gaten hadden dat ze hun eigen geschiedenis en identiteit kapotmaakten. Volgens hem was dat wat gebrek aan onderwijs met mensen doet.’
‘De tweede keer was in Nederland bij de Hermitage. Daar was een expositie over Iran. Mijn pa heeft zwart haar, dikke zwarte wenkbrauwen en een dikke snor. Hij zegt altijd gekscherend dat hij op Saddam Hoessein lijkt. Stel je voor dat zo’n grote man, die je zo bewondert, het museum binnenloopt en in snikken uitbarst. Het deed hem pijn om Iraanse kunst in het buitenland te zien. Iraniërs zullen dit nooit meemaken, zei hij, ze zullen zich nooit kunnen verwonderen over hun kunst en cultuur.’
‘Het huilen van emoties maakt je alleen maar mens, en het maakt je bewust van wie je bent.’
Je hebt carrière gemaakt, bent nu adjunct-directeur van de Woonbond. Daarnaast zet je je in voor jongeren en hun democratisch besef. Zie je dat als vrijwilligerswerk?
‘De term vrijwilligerswerk geeft het een zekere lading: je verdient er geen geld mee, en het is je vrije tijd. Maar ik probeer dit dagelijks uit te dragen. Ik ben ook in mijn werk met jongeren bezig. Ik heb als jong meisje het een en ander meegemaakt, en ik ben nu zelf moeder. Het is niet alleen liefde voor mijn kind, maar ook voor haar vrienden en klasgenoten.’
‘Nederlandse jongeren van diverse afkomsten hebben hun Nederlanderschap gemeenschappelijk. Ze kunnen vanuit die gemeenschappelijkheid een ander soort vragen stellen over onze samenleving en over hun eigen toekomst. Wat voor samenleving willen we gezamenlijk hebben? Wat betekent Nederlanderschap voor je dagelijks leven? Ik probeer samen met hen een antwoord te vinden.’
Wat doe je precies?
‘Een voorbeeld is dat Nederlandse jongeren van diverse afkomsten moeite hebben om een stageplaats te vinden. Ze hebben klasgenoten die daar geen moeilijkheden in ervaren, door hun ouders of een eigen netwerk. Ik probeer dan wederzijdse verantwoordelijkheid aan de orde te stellen. Dat een jongen die wel, dankzij zijn ouders, een stageplaats heeft gevonden medeverantwoordelijk is voor die klasgenoot die dat niet heeft. Kan hij zorgen, via zijn netwerk, dat zijn klasgenoot ook een stageplek krijgt?’
‘Ik sta dagelijks met jongeren in contact. Soms mailen of bellen ze, en dan hebben ze een vraag. Ik bied altijd hulp.’
Op je website kunnen ze zich aanmelden en daar bied je letterlijk een podium voor jongeren. Je spreekt mensen direct aan op hun verantwoordelijkheid voor de ander. Hoe vaak krijg je nul op het rekest?
‘Ik moet daar diep over nadenken. Ik heb het nog niet meegemaakt. Op het moment dat je ruimte creëert voor een echte ontmoeting, waarbij er ruimte is om het eigen belang en de eigen portemonnee te overstijgen, dan ontstaat er verbinding.’
Tegelijk leven we in die gesegregeerde samenleving waarbij mensen worden buitengesloten. Dat is bizar. Daar is geen sprake van op het moment dat jij oproept om te zorgen voor de ander die naast je in de schoolbank zit?
‘Je vroeg me of ik vertrouwen heb in het parlement. Ik heb vertrouwen in jongeren, en in kleine stapjes. Dat is voor mij tastbaar. Verbinding is voor mij emotionele verbinding. Ik ga hier niet straks weg en denk: ach, aardige man, mooie ogen en dat is het. Je moet het lef hebben om jou in mijn hart toe te laten. Dat is acceptatie. Daar moet je durf voor hebben. Iemand laten zijn zoals hij is. In de kleine stapjes die ik samen met jongeren mag zetten bereiken we dat. Ze doen dat zelf. We bereiken zulke mooie dingen als je iemand onvoorwaardelijk in je hart accepteert.’
Waarom heb je daar moed voor nodig?
‘Het is een hels karwei om je eigen ik te overstijgen. Ik reflecteer mezelf kapot. Soms wil ik dat mijn hoofd even zou ophouden. We hebben allemaal een soort kleine dictator in ons hoofd, die soms omhoog komt. Je hebt moed en focus nodig om daar bewust mee om te gaan, en dat is hard werken. Om een goed mens te blijven. Yolo, je leeft maar één keer? Nee, je gaat maar één keer dood. We leven niet alleen nu en vandaag, we leven ook morgen. Dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee.’
We moeten met z’n allen, dagelijks, de democratie weer opnieuw opbouwen?
‘Je moet je huis ook af en toe opruimen. Je maakt het schoon, koestert en onderhoudt het. Als je niet zuinig bent op de democratie, dan kan het hier ook fout gaan. Mensen zeggen weleens dat ik het moet relativeren. Maar kijk wie er in het parlement zit. Kijk dan.’
Democratie is niet een keer in de vier jaar stemmen. Democratie is een complex waardestelsel. Hebben jongeren daar oor voor of is dat te ver weg?
‘Nee, dat is niet te ver weg. Het waren met name jongeren bij de klimaatdemonstratie en de Black Lives Matter-demonstratie. Jongeren die elkaar ontmoeten, zich organiseren en hun stem laten horen. De jongeren die ik dagelijks ontmoet, willen kleine stapjes zetten. Geen woorden, maar daden. Praktische dingen. Ze willen iets doen tegen het studieleenstelsel of voor volkshuisvesting. Ze willen goed kwalitatief onderwijs.’
‘Zij geven mij energie, want ik zie dat er stappen genomen worden. Politiek is voor veel mensen onbereikbaar geworden. We hebben nu volksvertegenwoordigers waarvan we wakker zouden moeten liggen. Hoe is dat zover gekomen? Bij grote partijen ontbreekt de reflectie over hun eigen rol daarin. Dat vindt wel plaats bij jongeren, in hoe ze kijken naar politieke besluiten.’
Hoe kan het dat de werkelijkheid voor de politiek zo ver weg is komen te staan?
‘Nou ja, er is mij weleens gevraagd om lid te worden van een politieke partij...’
Voor welke partij?
‘Dat is niet relevant. Ik heb continu en consistent nee gezegd. Mensen gaan met bepaalde idealen de politiek in. Ze willen iets veranderen, maar op de een of andere manier worden ze onderdeel van het systeem. Ze gaan dezelfde taal gebruiken. Ze conformeren zich aan de partijpolitiek. Ik zie die passie voor mensenrechten verdwijnen nadat ze de politiek ingaan. Macht doet blijkbaar iets met de mensheid.’
‘Partijen zeggen dat er binnen de partij wel discussies zijn. Dat is prima, maar wat ze uitdragen is iets anders dan wat er achter de schermen gebeurt. Hoe kan ik vertrouwen in je hebben als je niet doet wat je zegt? Als woorden geen betekenis meer hebben? Dat is de reden waarom ik nooit politieke kleur heb bekend, omdat ik die kritische reflectie wil houden over alle partijen. Mensen die mij kennen, weten dat ik in geen enkel hokje te plaatsen ben, dus ook niet bij een partij.’
Waarom reflecteer je jezelf helemaal kapot?
‘Die kritische reflectie zit bij mij diep. Als ik straks naar huis rijd ga ik dit gesprek ook evalueren. Had ik dat gezegd? Heb ik dat goed begrepen? Ik ben opgegroeid met het besef dat je altijd moet reflecteren. Altijd vragen stellen.’
Dat moet je niet alleen ten opzichte van de politiek doen, maar ook ten opzichte van jezelf?
‘Ja, dat vooral. Daarom is het af en toe ook zo vermoeiend. Soms denk ik, stop er eens mee!’
Is de wereld, Guity Mohebbi, iets om van te houden?
‘O, absoluut. We hebben er maar één, we hebben geen andere keuze.’
Dus het is echt een opdracht om van de wereld te houden.
‘Ja, want de wereld is zo klein, we zijn zo afhankelijk van elkaar geworden. Zonder jou besta ik niet, en vice versa. Dat besef is de basis van mensenrechten. Ik ga grote maatschappelijke thema’s – klimaat, voedseltekorten – niet in mijn eentje oplossen. We hebben elkaar nodig.’