Een echt goed geneesmiddel heeft nauwelijks marketing nodig: de voordelen zijn zo duidelijk dat het middel zichzelf verkoopt. Maar jammer genoeg zijn echt goede geneesmiddelen zeldzaam. Uit onderzoek van de onafhankelijke geneesmiddelenorganisatie uit 2018 bleek dat slechts 13 procent van de medicijnen die dat jaar op de markt kwamen een duidelijk voordeel had ten opzichte van de middelen die al beschikbaar waren. 79 procent had geen, of slechts een minimaal voordeel en 8 procent was beduidend slechter dan de bestaande middelen. 

Nieuwer is duidelijk niet altijd beter. Het overgrote deel van de nieuwe geneesmiddelen is gewoon meer van hetzelfde.

Maar farmaceuten kunnen alleen winst maken als ze nieuwe middelen kunnen verkopen, omdat op oudere geneesmiddelen het patent al is verlopen, en er dus niet veel geld mee valt te verdienen. En dus probeert de industrie manieren te vinden om de wereld ervan te overtuigen dat hun nieuwe (maar niet echt betere) middel een doorbraak is, een revolutie, die behandeling waar patiënten al jaren reikhalzend naar uitkijken. 

Kortom: ze hebben marketing nodig.

Miljarden gaan naar promotie en marketing

Farmaceuten hebben tal van manieren bedacht om artsen ervan te overtuigen om hun medicijn voor te schrijven. Ze geven gratis staaltjes weg, maken reclamespotjes waarin de patiënt om met zijn of haar arts te praten over een bepaald medicijn, ze organiseren symposia waar de voordelen van hun geneesmiddelen in de spotlights gezet worden, sturen sympathieke vertegenwoordigers naar artsenpraktijken en publiceren flitsende folders. Dat alles mag wat kosten. Alleen al in de VS spendeerden de grote farmabedrijven in 2016 samen bijna 30 miljard dollar

Ik heb niet lang moeten zoeken om een voorbeeld van die geneesmiddelenmarketing te vinden. Momenteel staat er een open in mijn browser voor Repatha, een cholesterolverlagend middel. Je ziet een oude man die een huis ontvlucht via de brandtrap. Op het laatste deel van die trap hangt een groot plakkaat met daarop ‘REPATHA’. De tekst naast de afbeelding: ‘Nog steeds een te hoog cardiovasculair risico? Doorbreek de STATIN QUO. Repatha verlaagt het risico op cardiovasculaire events nog verder.’

De boodschap is duidelijk. Enkel Repatha krijgt je veilig op de begane grond. 

Repatha is de merknaam van het middel evolucumab. Het verlaagt je cholesterolniveau, om zo het risico op hart-en vaatziektes te verminderen. De standaardgeneesmiddelen bij een te hoog cholesterol zijn al decennialang statines. Ooit waren die erg maar die tijd is voorbij: de patenten zijn verlopen. Dus gingen farmaceuten op zoek naar opvolgers die weer geld in het laatje konden brengen. Dat werden de zogeheten PCSK9-remmers, waarvan Repatha er eentje is. 

Repatha kost ongeveer terwijl een jaarvoorraad statine pakweg Maar ondanks dat prijsverschil is Repatha beter dan een statine – al beweert die advertentie van wel. Uit een  blijkt dat Repatha je risico op hart- en vaatziektes maar een beetje verlaagt. Op je sterfterisico heeft Repatha zelfs geen enkele invloed.

Toch wordt Repatha steeds vaker voorgeschreven. De marketing lijkt te werken.

Ben je huisarts? Help mee!

Is deze advertentie een uitzondering? Geven advertenties voor geneesmiddelen een eerlijk beeld van de voor- en nadelen? Dat wil ik samen met het onderzoeken. Daarbij kunnen we jullie hulp gebruiken. Als je een huisarts bent, willen we je vragen vanaf 1 november een maand lang al het marketingmateriaal dat je toegestuurd krijgt te bewaren. Zet een doos in je praktijk en stop alles erin: brochures, uitnodigingen voor congressen of bijscholingen, informatie over ziektes of geneesmiddelen, noem maar op. 

Ook folders die je op je thuisadres ontvangt mag je erin deponeren. Ben je zelf geen huisarts, maar ken je er een die hier wel aan mee zou willen werken, stuur deze oproep dan vooral door. 

Eind november zorgen we dat de doos bij de praktijk wordt opgehaald. Het IVM zal het materiaal dan analyseren. Hoe vaak wordt de waarheid een beetje geweld aangedaan, voor welke middelen wordt veel promotie gemaakt en waarom? Hoeveel van de congressen en bijscholingen waarvoor de artsen in onze steekproef een uitnodiging krijgen worden gefinancierd door de industrie? Het resultaat van deze analyse lees je dan begin volgend jaar op De Correspondent.

Zin om mee te werken? Meld je dan voor 1 november aan via onderstaande link.

Doe mee met het onderzoek naar medicijnmarketing Schrijf je hier in