Voor daklozen is een adres belangrijker dan een dak boven hun hoofd

Josta van Bockxmeer
Correspondent Wonen

Adressen maken de wereld overzichtelijk en mensen vindbaar. Maar ze creëren ook een systeem van uitsluiting, laat journalist Deirdre Mask zien in haar pas verschenen The Address Book.

Ik was net de ringweg van Kathmandu overgestoken, tussen toeterende, met plastic bloemen versierde vrachtwagens en minibusjes door. Voor me lag een onverharde straat die schuin naar beneden liep, de wijk buiten de asfaltring in. Er stonden marktkraampjes op de hoek, er scharrelden kippen, mensen liepen langs me heen. Ergens daarachter woonde de kennis bij wie ik logeerde tijdens mijn eerste dagen in Nepal. Het probleem: ik had niet onthouden hoe ik haar huis terug moest vinden.

Ik was gewend een adres bij me te hebben, op papier of per sms (dit is inmiddels acht jaar geleden, en ik had nog geen WhatsApp). Dat kon ik dan vervolgens opzoeken op een kaart, of aan iemand laten zien. Maar de wijk waar ik nu moest zijn, had geen adressen. Een Nepalese simkaart had ik ook nog niet, dus ik leende de telefoon van een voorbijganger en belde mijn kennis – ik ben bij de ringweg, bij de markt. Ze haalde me op, en deze keer lette ik precies op hoe we liepen. Als ik langs het internetcafé kwam, was ik te ver.

Ik moest aan die situatie denken toen ik onlangs het pas verschenen The Address Book las, waarin schrijver Deirdre Mask de geschiedenis en de politieke betekenis van adressen onderzoekt. Een adres hebben lijkt vanzelfsprekend voor wie opgroeit in een straat met een naam, waarin de huizen een nummer hebben. Maar wereldwijd hebben miljarden mensen géén adres.

Hoe adressen mensen uitsluiten

Mask, een Amerikaanse journalist die in Londen woont, begint haar boek op het platteland van de Amerikaanse staat West Virginia, waar de overheid al decennia bezig is straatnamen en huisnummers in te voeren. Maar lang niet alle inwoners zijn het daarmee eens. Iedereen kent elkaar toch, zeggen ze. En waarom zouden ze vindbaar willen zijn voor de politie, de belastingdienst, allerlei bedrijven die hun dingen willen verkopen?

In de inleiding vertelt Mask dat ze het onderwerp op het spoor kwam toen ze in Ierland woonde en een verjaardagskaart wilde sturen naar haar vader in North Carolina. Ze vroeg zich af hoe de portokosten tussen de verschillende landen worden verdeeld, en kwam terecht het VN-platform voor het internationale postbeleid. Daar stuitte ze op een initiatief dat probeert iedereen ter wereld een adres te geven. 

Het is het begin van een reis over de wereld. Elk hoofdstuk speelt op een andere plek, en introduceert een enorm aantal personages. Zo is er de Londense arts die de bron van een cholera-epidemie vindt door de adressen van zieken op een kaart te zetten. En de ngo die mensen in Indiase sloppenwijken adressen geeft, zodat ze een paspoort kunnen aanvragen en een bankrekening kunnen openen. 

Adressen zijn een manier om de wereld in te delen – en bepalen dus wat mensen zien

Het is soms te veel om allemaal achter elkaar te lezen, en ik moest moeite doen om tussen alle anekdotes Masks argumentatie te blijven volgen. Maar ze maakt wel degelijk een belangrijk punt: omdat adressen een manier zijn om de wereld in te delen, bepalen ze wat mensen zien – en dus ook wat onzichtbaar blijft. 

Zo beschrijft Mask een Yale-student die daklozen interviewt in New Haven, waar de universiteit is gevestigd. Ze komt tot de ontdekking dat het niet onderdak is wat daklozen het meeste nodig hebben, Zonder adres kunnen daklozen niet solliciteren naar een baan en geen uitkering aanvragen. En zonder inkomen kunnen ze weer niet aan een woning komen, en blijft een eigen adres buiten zicht.

De Londense Chris Hildrey heeft iets bedacht om deze vicieuze cirkel te doorbreken: een systeem waarmee daklozen de adressen van leegstaande huizen kunnen gebruiken. Ze krijgen een adres toegewezen dat ze op kunnen geven Vervolgens vragen ze de post al hun brieven door te sturen naar een vriend of kennis die wel een vaste woonplaats heeft. Niemand hoeft te weten dat de daklozen niet echt wonen op ‘hun’ adres. Hildrey heeft inmiddels

Straatnamen als propaganda

Behalve dat het systeem van adressen mensen uitsluit, kunnen straatnamen ook dienen om bepaalde delen van de geschiedenis te vergeten, of juist eraan te blijven herinneren. De regering van de DDR benoemde bijvoorbeeld een groot aantal straten Na de val van de Berlijnse muur veranderde het verenigde Duitsland de straatnamen bijna net zo snel weer terug. 

Tegenwoordig gaat de discussie vaak over straatnamen die herinneren aan het kolonialisme. In Berlijn zetten actievoerders zich al tien jaar in voor het omdopen van straten in het Afrikanisches Viertel, waar de namen herinneren aan koloniale krijgsheren. In Zuid-Afrika raakte het constitutioneel hof in 2007 compleet verdeeld over een voorstel om in het centrum van Pretoria 27 straatnamen te wijzigen. De straten hadden namen in het Afrikaans, of waren vernoemd naar bekende Afrikaners.

Mask is Afro-Amerikaans, en beschrijft hoe zij en haar man ooit een huis bezichtigden in de Londense Black Boy Street (spoiler: ze kochten het niet). Het illustreert hoe straatnamen openlijk racistisch kunnen zijn. Ook worden straatnamen die op zichzelf niet racistisch zijn, geassocieerd met racistische vooroordelen. In de Verenigde Staten hebben bijvoorbeeld straten die zijn vernoemd naar Martin Luther King een reputatie van armoede en criminaliteit,

Adressen als verdienmodel

Ten slotte brengen straatnamen geld op, of kosten ze geld. Studenten in Australië ontdekten dat huizen met gekke adressen als Wanke Road en Beaver Street gemiddeld 20 procent minder kosten dan in omliggende straten. In een aantal Amerikaanse steden kunnen ontwikkelaars het adres van hun gebouw tegen betaling laten aanpassen, zodat het bijvoorbeeld aan Times Square lijkt te liggen.

Volgens de officiële richtlijnen van de stad New York mag dat laatste alleen Maar daar is niet altijd even goed op gelet: zo is de volgorde van de huisnummers rondom Penn Station vrij willekeurig, Op sommige plekken veroorzaken adressen dus de verwarring die ze eigenlijk moesten opheffen. 

De toekomst: alles via gps?

Wat is de toekomst van adressen? Mask beschrijft de app waarvan de makers de wereld hebben ingedeeld in vakjes van drie bij drie meter. Elk vakje heeft een naam die bestaat uit een unieke combinatie van drie woorden. Met behulp van gps kunnen gebruikers van de app zien waar ze zijn, en de woordcombinatie doorgeven aan degene die ze wil vinden. Handig als je een picknick organiseert in het park, of een ambulance wilt dirigeren naar een plek midden in een sloppenwijk.

Net als adressen sturen onze waarneming. Ga maar na: ik kan me de markt, de kippen en het internetcafé in Kathmandu nog levendig voor de geest halen, omdat er geen straatnamen waren die ik kon gebruiken om mijn weg te vinden. Wie navigeert via een app, hoeft ook geen straten of straatnamen meer te onthouden, of te weten hoe wijken ten opzichte van elkaar liggen. Er is dan ook wetenschappelijk bewijs dat wie altijd Google Maps gebruikt, het geheugen minder traint.

Bovendien hebben de namen van twee plekken die naast elkaar liggen bij what3words niets meer met elkaar te maken. Er is dus geen Staatsliedenbuurt of Schilderswijk, en de straatnamen herinneren niet aan belangrijke personen of gebeurtenissen uit het verleden. Het heeft dus ook geen zin om ze te veranderen.

Mask geeft toe dat ze nostalgisch wordt van de toenemende populariteit van gps-systemen, maar dat ze natuurlijk ook handig zijn. Ik denk dat het er uiteindelijk niet om gaat wat voor systeem we gebruiken om onze weg te vinden in de wereld. Het gaat erom dat we ons ervan bewust zijn dat het een systeem is, dat het ooit is gekozen en dat het ook anders had kunnen zijn. We moeten beseffen dat er dingen, gebeurtenissen en mensen zijn die in dat systeem onzichtbaar blijven – en daar moeten we iets tegen doen.

Meer lezen?