Dit geweldige fotoboek brengt een ode aan de onvolprezen krabjes van het koraalrif #Crustmas
Praat je over zeedieren, dan gaat het meestal over haaien, walvissen en ander spektakelwild. Zo niet in dit boek, dat juist mysterieuze minidieren in het koraalrif de hoofdrol geeft. Zie krabben die zich kerstboom wanen, vis die zich gedraagt als waakhond en anemonen die met mokers op handen slaan.
Zij leerde hem oog hebben voor onmogelijk kleine krabjes. Hij stuurde haar foto’s van vissen die op kokerwormen staan. Zij liet hem zoeken naar de dodelijkste anemoon. Hij hield haar nachten wakker met duizenden vragen over wat hij dan ook maar aantrof op het rif.
Een ongebruikelijk verhaal van tunnelingenieur meets galkrab-bioloog.
Tienduizenden foto’s, vijftienhonderd duiken en een strooptocht door honderden papers later, presenteren ze deze december hun Gesamtkunstwerk: het fotoboek At the Heart of the Coral Triangle: Celebrating Biodiversity door Alan Powderham en Sancia van der Meij.
Powderham dook en fotografeerde al decennia op tropische riffen. Z’n beeldbank groeide gestaag en hij dacht: is dit geen boek? Lang zocht hij een bioloog om hem te helpen. Meerdere biologen vielen af. Toen koppelde een bevriende garnaalexpert hem begin 2018 aan de jonge postdoc Van der Meij. Drie jaar mailden ze intensief heen en weer, hij vanuit Surrey, zij vanuit Groningen.
Het resulteerde in een indrukwekkend beeldverhaal over de Koraaldriehoek, het meest soortenrijke koraalgebied op aarde,* gelegen rond Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en de Filipijnen, én over al haar bewoners. Niet alleen de usual suspects als clownvissen, koraalduivels en dwergzeepaardjes (die met die stipjes). Ook versierkrabben, mantelslakken en zeespinnen; dieren die niemand kent, met gedrag dat biologen amper snappen, uit oorden waar je niet makkelijk komt. Beeldredacteur Isabelle van Hemert maakte een selectie uit ruim driehonderd foto’s.
‘Veel crustaceeën!’ zegt Van der Meij als ik de schifting met haar en Powderham bespreek via Skype. Kreeftachtigen dus. ‘Laat ik daar nu net dol op zijn. Meestal moet ik moeite doen om alle leuke kleine beestjes aan de man te brengen!’ Van der Meij onderzoekt galkrabben. Eerst bij Naturalis, toen in Oxford en nu aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar krab staat ook in het boek. Ze stuurde Powderham er speciaal op uit om er eentje te vinden.
Meestal moet ik moeite doen om alle leuke kleine beestjes aan de man te brengen!
Misschien beginnen bij: wat is een galkrab?
‘De meeste krabben wandelen rustig over het rif en eten wat ze tegenkomen. Maar de galkrab nam op een gegeven moment een evolutionaire afslag en is ín steenkoraal beland, in een zelfgebouwd huisje waar ze nooit meer uitkomen. Een soort permanente quarantaine. Voor de vrouwtjes dan.’
Hoe dat zo?
‘Als je zo klein bent, ben je gewoon visvoer. Maar als je veilig zit, kan al je energie naar de voortplanting in plaats van naar wegrennen. Zo werd de vrouwkrab een soort reproductiefabriekje. Ze is 4 à 8 millimeter lang, maar haar eierbuidel is bijna twee keer zo groot als haar lijf. Met pootjes die er lullig naast bungelen en waar niet meer mee te lopen valt, al zou ze het willen.’
‘De mannetjes zijn 2 à 3 millimeter en scharrelen wel vrij rond. Waarschijnlijk kruipen ze af en toe de koraalgrot van zo’n vrouwtje in voor seks. Geen idee!’
Wilde je altijd al iets met krabben?
‘Nee, ik heb wel altijd erg van ongewervelde dieren gehouden. Ze hebben veel magnifiekere vormen, kleuren en levenswijzen dan de beesten die op ons lijken. Maar het is moeilijk om mensen voor ze te interesseren. Zelfs in de wetenschap. Een artikel publiceren over vissen is veel makkelijker. En als ik ergens in het veld werk en ik raak met toeristen aan de praat, gaat het altijd weer over haaien en barracuda’s.’
Als ik ergens in het veld werk en ik raak met toeristen aan de praat, gaat het altijd weer over haaien en barracuda’s
Oké, ik ben een toerist, overtuig me van het kleine grut zonder ruggengraat.
Van der Meij: ‘Er zijn krabben die zichzelf verkleden! Ze plakken allerlei stukjes spons op hun hoofd en schild – als kerstbomen bijna. Neem de Cyclocoeloma tuberculata in ons boek. Met z’n schaar knipte deze ‘versierkrab’ een levend stukje Corallimorpharia – een soort anemoon – af voor op z’n rug, en drapeerde wat kleinere poliepjes van de Zoantharia (bloemdieren) over z’n pootjes. Die passen daar qua formaat beter. Wonderlijk gedrag toch, voor iets van vijf centimeter groot?’
Powderham: ‘Tijdens een duik zag ik toevallig een vervellende decoratiekrab die nét bezig was om alle netelige hydroïdpoliepen van z’n oude exoskelet, wat hij af had gegooid, weer terug op zichzelf te zetten. Echt magisch was dat.’
Van der Meij: ‘De valse kauri, een zeeslakje, doet iets vergelijkbaars. Die heeft een schelp die meestal vrij kleurrijk en glad van vorm is, waar hij een mantel van z’n eigen vlees overheen aantrekt, die dezelfde patronen heeft als het koraal waar hij op woont!’
‘Maar er zijn ook anemonen die juist beesten nadoen. Zoals de nachtzeeanemoon, ook wel bekend als de extreem giftige hellevuurzeeanemoon. Deze vermomt zich als hard of zacht koraal, of als alg. Als hij eenmaal een bepaalde vorm heeft aangenomen, zit hij daar wel aan vast. Ze zijn vrij zeldzaam, en overdag moeilijk te zien. Dan trekken ze zich terug als balletje in de achtergrond. Wij hebben een nachtfoto, waar hij helemaal uitgeklapt is om zich te voeden.’
Als je hem aanraakt, schijnt dat te voelen alsof iemand met een moker op je hand slaat
Powderham: ‘Sancia had deze op haar verlanglijstje staan, maar gelukkig had ik ’m al gefotografeerd ooit! Zonder te weten wat een draak het is.’
Van der Meij: ‘Als je hem aanraakt, schijnt dat te voelen alsof iemand met een moker op je hand slaat. Je huid kan ervan afsterven en het gif leidt soms tot nierfalen.’
Haha, had je nog meer op je verlanglijstje staan, Sancia?
‘Eigenlijk wilden we veel organismes laten zien die haast nooit op de foto gaan. Ik had graag nog wat mooie algen afgedrukt, maar we besloten alleen dieren in het boek te doen.’
‘Isabelle koos nog een foto van twee zeenaaktslakken die aan het paren zijn, zag ik. Bij deze soort kiezen oude rijpe vrouwtjes daar altijd piepjonge, net-volwassen mannetjes voor uit.’
Zijn deze beestjes ook weleens benieuwd naar mensen?
Powderham: ‘Alleen inktvissen en vissen zijn echt geïnteresseerd in je. Ik heb meegemaakt dat een zeekat naar me toe zwom en vriendelijke gebaren maakte met z’n tentakels. Die gebaren maakte ik dan na met mijn vingers. Zo kopieerden we elkaar een tijdje.’
‘Ik wilde lange tijd een foto maken van de rode koraalbaars. Ze zijn dieprood met felblauwe stippen. Ze staan in het boek, maar ze zijn heel verlegen. Zodra een vis doorheeft dat je ’m op de foto wilt, blijft-ie weg. Je moet doen alsof je niet geïnteresseerd in hem bent.’
‘Op een dag probeerde ik een veel kleiner visje te fotograferen, een koraaljuffertje, dus daar concentreerde ik me op. Al snel voelde ik me bekeken. Ik kijk om. Hangen er echt vijf rode koraalbaarzen in het water vlak boven mijn schouder. Gewoon, meekijken met wat ik aan het doen was. Toen ik ze zag zwommen ze niet eens weg. Ik was geen bedreiging bevonden.’
‘Vissen krijgen vaak het verwijt dat ze geen geheugen hebben, of evolutionair gezien erg primitief zijn, maar dat klopt niet. Nieuwsgierigheid is een sterke indicator voor intelligentie. Het komt wel voor dat vissen mij aan hun partner laten zien. Zie ik eerst de één en kort daarop de ander over een koraalrand kijken naar dit rare mensdier.’
‘Voor een krab heeft nieuwsgierigheid geen zin. Die zijn prooi. Het komt hoogstens voor dat krabben mij straal negeren. Vaak zijn ze dan verwikkeld in een territoriaal geschil.’
Alan, je bent een grote naam in de tunnelwereld, als onder andere oud-hoofdconstructeur van de Kanaaltunnel. Maken beestenbouwsels nog weleens indruk op de ingenieur in jou?
‘Zeker! Garnalen die tunnels maken in het zand, dat vind ik echt fenomenaal. Je kunt wel tunnels in zand maken als het zand een beetje droog is, want dan houdt de oppervlaktespanning de korrels bij elkaar. Maar onder water? Wow, geweldig. En niet alleen maakt de garnaal ruimte voor zichzelf en z’n partner, hij legt ook zijtunnels aan voor de grondelvisjes waar hij mee leeft.’
Waarom bouwt een garnaal tunnels voor een vis?
‘Deze garnaal is vrijwel blind, dus houdt hij altijd een vis in de buurt als hij buitenshuis zit te eten en drukt één voelspriet tegen zo’n vis aan. Du moment de vis een signaal geeft van gevaar, schieten ze alle twee hun tunnel in. De vis als blindegeleidewaakhond. Zie boek!’
Curieus gedrag. Hebben jullie ook nieuw gedrag in beeld gekregen?
Van der Meij: ‘Alan heeft een groep walvishaaien gefotografeerd van twee mannetjes en twee vrouwtjes samen. Het lijkt heel simpel, maar we weten weinig van walvishaaien, ze zwemmen ver uit de kust en er zijn er niet zo heel veel meer over sinds de Aziaten alle haaien opvissen. Maar er was geen enkele walvishaai-expert die dit ooit gezien had. We dachten juist dat man en vrouw apart leefden.’
‘Ook zat een van die walvishaaien onder de remora’s. Remora’s zijn langwerpige baarzen die zich vastzuigen aan haaiachtigen en zo restjes van hun maaltijden eten. Meestal zie je twee remora’s per haai. Maar hier zaten er meer dan tachtig op. Dat duidt er voor mij op – en nu speculeer ik – dat er niet genoeg walvishaaien zijn voor de remora’s om zich aan vast te zuigen.’
‘Daar doe ik dan een hele literatuurstudie naar: zien we iets over het hoofd? Dat is mijn taak. We overleggen met walvishaai-experts.. Het walvishaaistuk in ons boek is geëindigd met een boel vragen.’
Gaat het goed of slecht met de Koraaldriehoekbewoners? Denk je weleens: ik moet een galkrab-ngo beginnen?
Van der Meij: ‘Kijk, mensen wonen in flats, villa’s en rijtjeshuizen. Maar de real estate voor dit type beesten is zachte koralen, harde koralen, sponzen, anemonen; dieren die vastzitten aan de bodem. Plus wat bewegende beesten waar veel op en in woont, zoals zeekomkommers.’
Elke nieuwe krablarf moet in die immense oceaan precies zijn type koraal zien te vinden
‘Een galkrab kan alleen leven in die ene specifieke koraalsoort waar ze een symbiose mee hebben. Elke nieuwe krablarf moet in die immense oceaan precies zijn type koraal zien te vinden. Zonder koraal geen galkrab. En dat geldt voor ontzettend veel beestjes. Zoals die slakjes, veel soorten vis, wormen, zeepokken.’
Powderham: ‘De Koraaldriehoek lijkt wel minder last te hebben van enorme bleaching events zoals het Chagosarchipel op links, of het Groot Barrièrerif op rechts.’
Van der Meij: ‘Maar goed, dan zijn er nog steeds de mondiale problemen van klimaatverandering, oceaanverzuring en overbevissing. En op lokaal niveau zie je veel vervuiling en destructieve visserijmethodes als dynamietvissen. Dus de Koraaldriehoek zal er beter voorstaan dan de buurriffen – het staat nog steeds heftig onder druk.’