Hoe Turkije een dronemacht werd (en wat dat ons leert over de verspreiding van wapentechnologie)
In nog geen vijftien jaar tijd werkte Turkije zich op tot een van de grootste gebruikers en producenten van bewapende drones ter wereld. De sleutel tot deze razendsnelle groei: doe-het-zelf. En dat beseffen steeds meer landen.
25 juni 2020. In het Noord-Iraakse bergdorp Kunamasi spelen kinderen lachend in een rivier. Daarnaast, onder van palmbladeren gemaakte schuttingen, hangen toeristen onderuitgezakt op tapijten. Sommigen roken waterpijp, anderen spelen wat met hun telefoon of drinken thee.
Rebaz Lawa (18), werkzaam in de winkel van zijn oom grenzend aan de rivier, is bezig in de kelder als hij wordt opgeschrikt door een harde dreun – de grond trilt. Buiten ziet hij dat de ruiten uit de omliggende huizen zijn geslagen. Op straat ligt een man in twee stukken. Grote vlammen slaan uit de winkel. Door de rook ziet hij zijn oom de winkel uit komen, zijn tante hevig bloedend in zijn armen. Zijn neefje zit met een bebloed gezicht op straat.
Het plotselinge geweld blijkt veroorzaakt door een precisiegeleide raket, afgevuurd door een drone. Het doelwit, een hooggeplaatste commandant van de Koerdische organisatie PKK, komt om. Drie andere rebellen, die buiten de winkel op de commandant wachtten, raken gewond. Lawa’s oom, tante en neefje worden geraakt door rondvliegende bomscherven, net als een dorpeling en een Iraanse toerist.
Steeds meer landen schaffen drones aan
Bij dit soort gerichte aanvallen – ook wel targeted killings – denk je misschien aan Amerikaanse drones, die sinds 2001 honderden keren toesloegen in onder meer Afghanistan en Pakistan. Maar deze aanval werd uitgevoerd door Turkije. En zowel het onbemande vliegtuig als het precisiewapen waarmee de aanval werd uitgevoerd, zijn van Turkse makelij.
De afgelopen jaren schaften steeds meer landen drones aan, en werden deze steeds vaker ingezet bij dodelijke aanvallen. Tot 2015 hadden alleen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Israël dodelijke droneaanvallen uitgevoerd, maar de afgelopen vijf jaar kwamen daar acht andere landen bij.
Dat heeft een enorme impact op de manier waarop oorlog wordt gevoerd. De belangrijkste verandering: het wordt veel makkelijker. Drones zijn goedkoop, je kunt er aanvallen mee uitvoeren zonder zelf risico te lopen, ze leveren in eigen land veel minder politieke weerstand op dan wanneer je soldaten zou moeten sturen, en ze zijn enorm effectief. Bij vrijwel iedere oorlog die dit jaar uitbrak of opleefde, speelden drones een centrale rol.
Tot 2015 hadden alleen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Israël dodelijke droneaanvallen uitgevoerd, maar de afgelopen vijf jaar kwamen daar acht andere landen bij
Maar er zijn ook nadelen. Zo kun je jezelf niet overgeven aan een drone. Een doelwit kan niets anders doen dan zich verschuilen, vluchten of zich onherkenbaar onder de bevolking begeven. Het gevolg is dat op plekken waar drones actief zijn de gehele samenleving permanent onder potentieel dodelijk toezicht wordt geplaatst.
Turkije voert de lijst van nieuwe dronegebruikers aan, maar is ook een van de belangrijkste producenten van drones ter wereld. In nog geen tien jaar tijd ontwikkelden Turkse defensiebedrijven bewapende drones die amper onderdoen voor gevestigde wapenbedrijven uit de VS en Israël.
Als je naar deze ontwikkelingen in Turkije kijkt, begrijp je beter hoe dronetechnologie zich over de wereld verspreidt. Dat inzicht is ook belangrijk om te voorkomen dat wapentechnologie die nu wordt ontwikkeld – zoals killerrobots en zwermende drones – over een paar jaar ook overal wordt ingezet, met alle gevolgen van dien.
Hoe Turkije geen drones kon krijgen…
In 1996 kocht Turkije zijn eerste ongewapende Amerikaanse drones, zegt Engin Yüksel, onderzoeker bij onderzoeksinstituut Clingendael.
Turkije voert dan ruim tien jaar oorlog met de Koerdische militante afscheidingsbeweging PKK, die zich schuilhoudt in het bergachtige zuidoosten van het land. Het Turkse leger heeft grote moeite de rebellen op te sporen en meent dat drones uitkomst kunnen bieden.
De drones hangen urenlang in de lucht om PKK-strijders te lokaliseren, waarna een F-16-straaljager wordt ingeseind om een aanval in te zetten. Maar, vertelt Yüksel: telkens weer is de F-16 te laat ter plaatse om zijn bom te gooien.
In 2006 bestelt Turkije tien ongewapende Israëlische drones. Maar het duurt vijf jaar voordat Israël de drones levert, en ze blijken niet goed te functioneren. Bovendien worden ze bestuurd door Israëlisch personeel, waardoor Turkse functionarissen vermoeden dat het verzamelde beeldmateriaal doorgespeeld wordt naar de Israëlische inlichtingendienst.*
Tegelijkertijd probeert Turkije bewapende Amerikaanse drones aan te schaffen die direct toe kunnen slaan. Maar omdat Israël sinds de Arabische Lente steeds vaker botst met Turkije, bestaat de vrees dat de technologie tegen Israël zal worden gebruikt. Daarom houdt het Amerikaans Congres de verkoop van aanvalsdrones aan Turkije in 2010 en 2012 tegen.
…en het toen maar zelf ging doen
Voor Turkije zit er maar één ding op: zelf aan de bak. Twee bedrijven spelen daarbij de hoofdrol: Turkish Aerospace Industries (TAI) en Baykar Makina.
TAI is gelicenseerd om Turkse F-16-straaljagers van het Amerikaanse bedrijf General Dynamics te produceren, kennis die nuttig is voor de productie van aanvalsdrones. Bovendien kreeg het bedrijf al in 2004 een contract om een aanvalsdrone te ontwikkelen.
Belangrijker is het bedrijf Baykar Makina, geleid door Selçuk Bayraktar. Hij studeerde elektrotechniek aan de prestigieuze Amerikaanse technische universiteit MIT, en keerde in 2005 op 26-jarige leeftijd terug naar Turkije om zijn kennis over drones naar zijn thuisland te brengen.
In 2007 breekt hij zijn promotietraject af om zich volledig te richten op het ontwikkelen van bewapende drones in eigen land. Twee jaar later wint hij een aanbesteding voor de productie en verkoop van een gewapende drone: de Bayraktar TB2.
Hightech onderdelen die zijn bedrijf niet zelf kan produceren, zoals de motor en sensoren, haalt hij uit het buitenland. Veel onderdelen zijn bruikbaar voor zowel civiele als militaire doeleinden, en daardoor niet begrensd door exportrestricties.
Eind 2015 voert de TB2 zijn eerste succesvolle test uit met een Turkse precisiegeleide raket. Vanaf een hoogte van bijna 5.000 meter wordt een 8 kilometer verderop gelegen doelwit op 2 vierkante meter nauwkeurig geraakt.
Vrijwel direct worden de drones ingezet waarvoor ze oorspronkelijk waren bedoeld: het verzamelen van inlichtingen, surveillance en gerichte aanvallen tegen PKK-strijders. Dat gebeurt in Zuidoost-Turkije, het grensgebied met Noord-Irak, maar ook Noord-Syrië, waar Syrische Koerden sinds het uitbreken van de burgeroorlog grote delen land controleren.
Maar al snel blijken drones nuttig voor veel meer dan alleen het jagen op rebellen.
Hoe drones oorlogsvoering veranderen
Anders dan de VS en Israël zet Turkije drones niet alleen in tegen rebellen, maar ook om oorlog te voeren tegen legers van andere landen, zegt Arda Mevlütoğlu, defensiespecialist uit Ankara.
Turkije gebruikt drones in coördinatie met elektronische oorlogsvoering om de luchtafweer en communicatie van tegenstanders te verstoren, zodat de drones ongehinderd toe kunnen slaan. Tegelijkertijd zetten ze andere legeronderdelen in, zoals artillerie en de luchtmacht. Die combinatie stelt het Turkse leger in staat heel snel en effectief toe te slaan tegen tegenstanders die niet over moderne wapentechnologie beschikken, aldus Mevlütoğlu.
Eind februari van dit jaar blijkt hoe effectief dat is. Wanneer het Syrische leger met Russische luchtsteun een allesbeslissend offensief wil inzetten op het laatste door rebellen gecontroleerde bolwerk in de Syrische provincie Idlib, slaat de Turkse dronevloot genadeloos toe. In een paar dagen tijd worden 2.557 Syrische soldaten gedood en 2 drones, 8 helikopters, 135 tanks, 2 straaljagers, tientallen houwitsers en 5 luchtafweersystemen uitgeschakeld, aldus de Turkse minister van Defensie Hulusi Akar.*
In juni volgt een nieuwe overwinning.* De Libische generaal Khalifa Haftar staat dan op het punt om na een belegering van meer dan een jaar de Libische hoofdstad Tripoli in te nemen, waar de internationaal erkende regering van Fayez al-Sarraj zetelt. Als Turkse drones Sarraj te hulp schieten, is de stad binnen een week ontzet.
Eind september spelen Turkse drones eenzelfde cruciale rol in de sinds 1991 door Armenië en Azerbeidzjan betwiste regio Nagorno-Karabach. Na zes weken hevige gevechten tekent de Armeense president Nikol Pasjinian begin november een vredesakkoord, dat voor Armenië de facto capitulatie betekent.
In al deze militaire confrontaties creëerden Turkse drones in combinatie met elektronische oorlogsvoering en het gebruik van precisiegeleide munitie een ongelijke krachtmeting, waardoor het tij keerde ten gunste van Ankara of de partij die Ankara steunt, zegt Clingendael-onderzoeker Yüksel. ‘Dat laat zien hoe belangrijk technologie in hedendaagse oorlogsvoering is.’
Omdat de Turkse drones zo veel mogelijk op de eigen binnenlandse markt worden geproduceerd, zijn ze dus niet afhankelijk van buitenlandse bedrijven die kan worden verboden drones naar Turkije te exporteren. Daardoor kan internationale druk worden ontweken, legt Yüksel uit. ‘Het geeft Ankara een soort onafhankelijkheid om zich militair te laten gelden buiten Turkije.’
Turkije wil (veel) meer
In Turkije zijn de drones inmiddels uitgegroeid tot een symbool van nationale trots. Kritiek op mogelijke burgerslachtoffers door Turkse drones is er niet, en Selçuk Bayraktar groeide uit tot een nationale beroemdheid. In mei 2016, nog geen halfjaar na zijn eerste succesvolle test met een precisieaanval, trouwde hij Erdogans jongste dochter Sümeyye.
De president signeert af en toe de nieuwste dronemodellen van zijn schoonzoon, terwijl gouverneurs in het zuidoosten van het land geregeld afreizen naar de hangars waar de drones staan om ze te bewieroken en te bidden voor het welzijn van de operators die ze bedienen.
De president signeert af en toe de nieuwste dronemodellen van zijn schoonzoon
Ondertussen zijn Turkse defensiebedrijven druk bezig met het ontwikkelen van de volgende generatie drones. Die moeten vooral verder kunnen vliegen, zwaardere munitie kunnen inzetten en zoveel mogelijk in eigen land worden geproduceerd. Het Turkse leger streeft ernaar om in 2023 volledig zelfvoorzienend te zijn.
Die zelfredzaamheid is ook noodzaak. Want net als voorheen loopt Turkije ook nu tegen importbeperkingen aan. Zo verbood Canada vanwege het excessieve geweld in Nagorno-Karabach op 5 oktober van dit jaar de export van motoren en hoogtechnologische sensoren voor Bayraktar TB2-drones. Turkijes hoogste aanbestedingsfunctionaris Ismail Demir twitterde een dag na deze beslissing dat Turkije de optische systemen zelf gaat produceren.*
Drones moeten in de nabije toekomst mogelijk ook Turkijes afhankelijkheid van buitenlandse jachtvliegtuigen verminderen, zegt Yüksel. Dat is belangrijk, omdat er sinds vorig jaar een embargo geldt op de verkoop van het Amerikaanse jachtvliegtuig F-35, de opvolger van de verouderde F-16, omdat Turkije overging tot de aanschaf van een Russisch luchtafweersysteem.*
Turkije heeft zelfs de ambitie om een eigen binnenlandse straaljager te ontwikkelen om problemen veroorzaakt door de afhankelijkheid van buitenlands defensiemateriaal voor te zijn, zoals duidelijk werd bij de aanschaf van de F-35, vervolgt hij. ‘De expertise die ze opdeden bij de productie van drones kan daarbij een belangrijke rol spelen.’
Turkije staat niet op zichzelf
Turkijes aanpak laat niet alleen zien dat het loont om strategisch belangrijke wapentechnologie zelf te produceren, maar ook hoe relatief eenvoudig dat is. Nog geen vijf jaar nadat de eerste succesvolle rakettest met een Bayraktar TB2 plaatsvond, behoort Turkije tot de top van de wereld als het gaat om het gebruik en de productie van aanvalsdrones.
Azerbeidzjan, Qatar, Oekraïne en de regering van Sarraj in Libië zijn inmiddels in het bezit van Bayraktar TB2-drones. TAI is bovendien in gesprek over de export van drones naar Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Turkse drones hebben zich bewezen op het slagveld, zijn een stuk goedkoper dan Amerikaanse en Israëlische modellen en bovendien niet gehinderd door allerlei importbegrenzingen.
Ook China, Iran en Pakistan bouwden de afgelopen jaren een indrukwekkende drone-industrie op
Maar Turkijes aanpak is niet uniek. Ook China, Iran en Pakistan bouwden de afgelopen jaren een indrukwekkende drone-industrie op, en produceren serieuze aanvalsmodellen. Zelfs landen als Zuid-Afrika, Polen en Belarus ontwikkelen drones. Net als Turkije blijken ze prima in staat technologie te ontwikkelen die tot voor kort vrijwel exclusief toebehoorde aan de VS en Israël.
De gevolgen daarvan zie je terug op het slagveld. In Oekraïne en Jemen worden ten minste veertig verschillende soorten drones uit twaalf verschillende landen gebruikt – variërend van kleine commerciële modellen tot grote militaire drones, schrijft vredesorganisatie PAX in een rapport uit september.
In Libië, ook wel ‘het grootste droneoorlogstheater ter wereld’ genoemd, vind je ook militaire drones uit verschillende landen, waaronder de Turkse Bayraktar TB2, de Chinese Wing Loong, de Russische Orlan-10; de Yabhon uit de Verenigde Arabische Emiraten; de Amerikaanse Reaper, de Iraanse Mohajer; de Israëlische Orbiter, en tientallen kleinere commerciële hobbymodellen.
‘Drones zijn het ultieme middel geworden voor landen die geen risico willen lopen door militairen te sturen, maar wel noodzaak zien om gewapend geweld te gebruiken’, zegt onderzoeker Wim Zwijnenburg van PAX.
Het gemak waarmee landen hun drones inzetten, baart hem zorgen. Want dit is slechts het begin, waarschuwt hij. Hoe meer landen drones produceren, hoe goedkoper ze worden, en hoe meer landen ze zullen aanschaffen en gebruiken. Omdat veel technologie die nodig is voor de productie van drones voor zowel civiele als militaire doeleinden wordt gebruikt, kan deze zich snel verspreiden en doorontwikkeld worden.
En dat levert weer nieuwe zorgen op. In juni meldde het Turkse leger vijfhonderd in zwermen opererende kamikazedrones in gebruik te hebben genomen. De nog geen zeven kilo wegende en met explosieven geladen minidrones gaan zelfstandig op zoek naar hun doelwit om zich daar vervolgens op te storten, schrijft het Turkse persbureau Anadolu.
Over de hele wereld investeren legers op dit moment in wapensystemen die steeds meer taken zelfstandig kunnen uitvoeren, zoals autonome drones en onbemande grondvoertuigen. China vestigde onlangs een nieuw record door een zwerm van 3.051 drones tegelijkertijd het luchtruim in te sturen.*
Dit soort technologieën zijn de toekomst, zegt Zwijnenburg. ‘En ik verwacht dat dit over vijf tot tien jaar [op het slagveld, LH] net zo gemeengoed is als drones nu.’
‘Die angst gaat niet meer weg’
Vier maanden na de Turkse droneaanval in Kunamasi lijkt de rust teruggekeerd in het dorp. Een paar ganzen scharrelen door de grotendeels drooggevallen rivierbedding, honderden kleine vogels zijn neergestreken in de kleine eikenbomen op de bergwand grenzend aan het dorp.
Als je niet weet dat het gat in de weg is veroorzaakt door een precisiegeleide bom, en de gaatjes in het verkeersbord even verderop door bomscherven, zou je waarschijnlijk niet eens doorhebben dat hier een nieuw soort oorlog woedt. Toch vonden er sinds juni nog zeker tien van dit soort aanvallen plaats waarbij burgerslachtoffers vielen, stelt onderzoekscollectief Airwars.
Sinds de aanval is het leven in het dorp veranderd, zegt Rebaz Lawa, die het werk in de inmiddels herbouwde winkel van zijn oom heeft overgenomen. ‘Iedereen is constant op zijn hoede. Toen er laatst een autoband ontplofte was iedereen in paniek. Vijf dagen geleden hing er urenlang een drone in de lucht. Mensen sluiten dan hun markt, en gaan naar huis.’
Lawa: ‘Voorheen dacht ik dat de drones ons niet zouden raken. Nu ben ik daar niet meer zeker van. Je kunt altijd een doelwit zijn. Die angst gaat niet meer weg.’
Dit verhaal is mede mogelijk gemaakt met steun van het Postcode Loterij Fonds van Free Press Unlimited.