Goede Gesprekken
Vuurwerk. Roel van Putten in gesprek met Lex Bohlmeijer
SoundCloud
Interview

Hij is beeldend kunstenaar, grafisch vormgever, pyrotechnicus, entrepreneur. Van de laatste tien jaar zat Roel van Putten (Breda, 1988) acht jaar in het buitenland. Zo werkte hij een tijdje voor de Mongoolse televisie, om maar eens iets te noemen. Niet iemand die voor één gat te vangen is, dus.

In Londen haalde hij zijn master beeldende kunst en tezelfdertijd bekwaamde hij zich in de pyrotechniek, zoals het zo mooi officieel heet. Begin dit jaar startte hij zijn eigen winkel. Corona heeft roet in het eten gegooid. Sinds eind november is een algeheel verbod op vuurwerk van kracht, dat kon er komen vanwege een noodwet. Wel investeringen gedaan, nul omzet. Van de ene op de andere dag.

De Correspondent kreeg een indringende brief over zijn zaak. Niet van hem zelf, maar van zijn vriendin, Hanna. En die houdt niet eens van vuurwerk. Maar de tragedie die ze van nabij meemaakte, de droom die ze kapot zag gaan, noopte haar in de pen te klimmen. ‘Het doet mij verdriet dat zijn verhaal over vuurwerk niet gehoord wordt. Hij wil heel graag meer bewustzijn creëren rondom dit onderwerp en een open gesprek aangaan. Ik ken hem als een politiek bewuste, creatieve, empathische en verantwoordelijke man die niets liever wil dan een rechtvaardige maatschappij.’ Aldus Hanna. 

Dat kon ik niet op me laten zitten. Het gesprek vindt plaats in haar aanwezigheid (al heb ik haar bijdragen er in deze transcriptie voor de duidelijkheid uitgelaten). Het gaat om het verhaal van Van Putten, voor wie vuurwerk een vorm van kunst is.

‘De Chinese kunstenaar Cai Guo-Qiang heeft nu een Sky Ladder, waarin hij mooi verwoordt, in beeld, wat vuurwerk ook kan zijn: een expressievorm. Hij is begonnen met buskruittekeningen, hij sprenkelde dan buskruit over zijn doek en stak het aan. De schroeiplekken werden de schilderijen. Sommige van zijn vuurwerkperformances zijn olieverfschilderijen in de lucht, met rook.’ 

Vond je vuurwerk als kind al mooi?

‘Mijn ouders waren niet zo van het vuurwerk. Dus we kregen altijd voor vijfentwintig gulden een meterpakket. Ik vond de labels altijd zo fascinerend om naar te kijken. Destijds in het Chinees, uit een of andere Chinese stad, voor mij heel ver weg. Daar ben ik mijn eigen vuurwerkwinkeltje mee gaan bouwen, dat vond ik leuker dan het afsteken. En na een tijdje werd het je eigen vuurwerkshowtje bouwen en zo werd het steeds wat meer.’ 

Als je het hebt over labels… dat is hetzelfde als het etiket op een fles wijn? 

‘Tijdens mijn studie ben ik naar een vuurwerkfabriek gegaan in Liuyang. Dat is de vuurwerkhoofdstad van de wereld. 95 procent van alle vuurwerk ter wereld komt uit die ene stad. Door de Chinese overheid is dat aangewezen.’

‘Ik was bang dat de politie voor de deur zou staan als ik iets aan mijn docenten liet zien’

Maar het begon dus met de beeldende kant van vuurwerk?

‘Ik vergelijk het met dans en muziek. In China wordt het in ceremonies gebruikt, om iets poëtisch te zeggen. Tijdens mijn bachelor op ArtEZ in Arnhem begon ik vuurwerk te gebruiken. Ik heb ook geprobeerd met buskruit te tekenen, of de knal van het vuurwerk een element te maken van mijn werk. Dat is alleen lastig in Nederland, je hebt veel vergunningen nodig, het is al snel illegaal. Ik was bang dat de politie voor de deur zou staan als ik iets aan mijn docenten liet zien. Ik was daar niet comfortabel mee, en toen heb ik een uitwisselingsprogramma opgezet met China.’

Hoe was het voor jou daar? 

‘Het was geweldig. Ik reisde met een vriend vanuit Beijing met een trein en een boot, over land, zonder vliegtuig naar Liuyang. We zouden foto’s maken voor een CE-keuring. Maar dat was wat vaag. We werden wel opgehaald door een privéchauffeur en in het vuurwerkhotel gezet. Er is maar één hotel, en dat is alleen voor vuurwerkkopers, die komen uit de hele wereld samen. Het was een soort Mekka voor ons, een pretpark bijna.’ 

‘Later, toen ik afgestudeerd was en tijdens de crisis geen werk kon vinden heb ik aan hetzelfde bedrijf voorgesteld om de rechten te kopen van onze foto’s. Ze antwoordden dat ik wel terug zou kunnen komen als vuurwerkontwerper. Ik heb een paar maanden in Liuyang gezeten en vuurwerk en labels ontworpen.’

Hoe doe je dat, vuurwerk ontwerpen?

‘Er zijn ongeveer 124 effecten die je kunt gebruiken. Voor consumentenvuurwerk zijn het er iets minder want het is afhankelijk van de snelheid van ontbranding, en ook van de chemicaliën. Ieder land heeft een eigen vuurwerkcultuur. Nederlanders houden van harde knallen, dat is ook het probleem nu. Duitsers houden daar veel minder van. Die houden van een compact product waar alle effecten in zitten. Voor Nederland maakten we iets wat snel veel geluid maakte, als een wervelstorm. Dat iemand twintig, dertig seconden denkt: wauw, dat was van mij, dat heb ík aangestoken!’ 

Een snelle kick?

‘Ja. Iedere cultuur weerspiegelt zich in het vuurwerk dat het afsteekt. Italië moet ook hard knallen maar daar is er ook een grote illegale vuurwerkmarkt. De Bomba Maradona wordt gemaakt in Napels, met name door de maffia, in kleine illegale fabriekjes. Tijdens oud en nieuw lijkt het alsof de hele grond trilt in in Napels. In Engeland werkte ik als pyrotechnicus met Catherine wheels, dan verbind je kleine vlammetjes aan elkaar als lampjes, als een soort bewegend dier. Dat is erg ouderwets, iets wat je hier honderd jaar geleden misschien zag. Engelsen houden vast aan de traditie.’

Waar voel jij je het meest thuis? 

‘Misschien toen meer bij China, de poëtische kant van het vuurwerk. Als iemand overlijdt heb je een ander soort vuurwerk dan als iemand gaat trouwen. Als je iemand voorspoed wenst met zijn nieuwe bedrijf bijvoorbeeld, steek je vuurwerk af opdat het goed gaat lopen. Ieder verhaal heeft zijn eigen vuurwerk, dat spreekt mij aan.’ 

Was jij gelukkig in China? 

‘Het was een ervaring. Mijn beeldend werk ging over de verhouding tussen Europa en China. Door de globalisatie raken we steeds meer vermengd, maar we weten weinig echt van elkaar. In het begin vond ik het leuk, na een tijdje werd ik erg moe. Ik werd constant aangestaard en gevolgd. Als we rondreisden kwam iemand achter ons aan ‘om foto’s te maken voor de krant’. Je dacht, dat is niet voor de krant, dat is voor iets anders.’ 

‘We moesten onze laptop inleveren voordat we op het internet konden. Een dag later kreeg je de laptop weer terug, en draaide er een ander programma in mee’

Waarvoor dan? 

‘Wij hadden het gevoel dat het van de Chinese overheid kwam. We moesten onze laptop inleveren toen we daar kwamen studeren, voordat we op het internet konden. Een dag later kreeg je de laptop weer terug, en draaide er een ander programma in mee. En hij was een stuk trager geworden ook. Het voelde niet alsof je de vrijheid had. Dat vond ik lastig.’ 

Je deed je master beeldende kunst in Londen, en verdiepte je in de pyrotechniek.

‘Ik heb het ernaast gedaan. Ik schrok me een keer kapot omdat er op 5 november allemaal vuurwerk afging. Wauw! Op 5 november herdenken ze in Engeland Guy Fawkes, een Ier die het Engelse parlement probeerde op te blazen. Ze doen dat met bonfires, kampvuren, en vuurwerk. In heel Engeland zijn er vuurwerkshows. Het loopt van de 31ste oktober (Halloween) tot aan Diwali, het Indiase feest, rond de 10e november. Ik wilde daar meer van weten, hoe werkt vuurwerk in deze cultuur? Hebben ze net zoveel problemen als in Nederland? Ik ben toen begonnen bij een fireworks firm in Londen, bij een Indiase man. Zijn vuurwerk kwam uit India en flitste harder, het had een andere samenstelling. Hij was er ook een groot voorstander van om alles met de hand aan te steken. Je zat letterlijk tussen de bommen.’

Prettig gevoel? 

‘Het was spannend.’

Maar gevaarlijk ook. 

‘Ik vond het na een tijdje te gevaarlijk. Die meneer nam niet de juiste voorzorgsmaatregelen. Het ging hem om de hoeveelheid shows. Ik kwam wel op leuke plekken, we deden een keer een show in de City of London, op het dak! Later kwam ik terecht bij Fantastic Fireworks, een groter bedrijf, winnaar van de Britse pyrokampioenschappen. Dat was professioneler, ik deed grote en kleine shows, diervriendelijke shows ook, op maneges bijvoorbeeld.’

Hoelang duurt de opleiding in Engeland?

‘Twee dagen. Maar er wordt van je verwacht dat je shows meeloopt, daar krijg je ook een dagloon voor.’

Zo leer je het: door mee te lopen met professionals?

‘In Nederland betaal je ongeveer vijftienhonderd euro en moet je bij tien shows onbetaald stage lopen. En dat moet je ieder jaar doen. In Engeland gaat het meer hobbymatig. De pyrotechnici gaat het meer om hun tools en kits, het vuurwerk vonden ze minder interessant. Ze wilden leuk technisch bezig zijn, het had wel iets weg van de scouting, eigenlijk.’

Maar het is niet geheel van gevaar ontbloot. Wat heb jij geleerd, hoe moet je met vuurwerk omgaan?

‘Je leert bewustwording, zeker als je met de hand aansteekt. Dan krijg je ook respect voor het vuurwerk. Als een shell de lucht in gaat, en je hoofd hangt erboven, is je hoofd eraf. Je voelt de druk als zo’n bom een buis uitgaat letterlijk door je lichaam schieten.’ 

‘Op het moment dat je het lont aansteekt, heb je de controle niet meer, dan geef je de controle uit handen’

Is dat wat je ook aantrekkelijk vindt, die sensatie van gevaar of angst?

‘Dat heeft me altijd aangetrokken aan vuurwerk ja. Op het moment dat je het lont aansteekt, heb je de controle niet meer, dan geef je de controle uit handen. Want het lont volgt een route, tikt buisjes aan en die buisjes lanceren projectielen de lucht in, die wij uiteindelijk als vuurwerkeffecten zien. Je kunt alles nog zo goed voorbereiden, maar als iemand in China een foutje heeft gemaakt bij het doorlonten van al die buisjes, dan kan het misgaan. Wij leven in zo’n gecontroleerde samenleving waar alles is afgebakend door data, maar dit is nog steeds iets waarbij je geen controle hebt, voor twintig seconden, als je door de ruimte zweeft. Dat heeft mij altijd aangetrokken.’

Speelt dat ook in culturele zin in Nederland? Dat je je als burger even aan elke vorm van controle kunt onttrekken? 

‘Ik denk dat het meespeelt. Voor sommige mensen is het een lokroep. Ze gaan niet zingen of muziekmaken, maar laten zich horen door middel van vuurwerk. Een manier om je te laten gelden.’

Precies. Het is een antwoord op het gevoel dat mensen zich maar al te vaak niet gezien, en niet gehoord worden in deze samenleving?

‘Ja, dat speelt mee. Het design is daar op gestoeld. In Napels is het een statussymbool. De man die het mooiste vuurwerk maakt, is een paar maanden de man in de buurt. Het geeft aanzien. Sommige mensen laten met hun auto zien: ik besta; voor anderen is dat het vuurwerk.’

‘Ik had dit jaar voor het eerst een eigen winkel, een vuurwerkwinkel. Ik heb daar lang voor gespaard, en geld van mijn ouders kunnen lenen’

Ik vraag het natuurlijk omdat er inmiddels een algemeen vuurwerkverbod is afgekondigd. Het is mogelijk vanwege de coronanoodwet. Wat vind jij daarvan? 

‘Ik had dit jaar voor het eerst een eigen winkel, een vuurwerkwinkel. Ik heb daar lang voor gespaard, en geld van mijn ouders kunnen lenen. Met een bedrijf in Oostenrijk ben ik gaan samenwerken om hun vuurwerk in Nederland te introduceren. We zijn in januari gestart, we zijn er al een jaar mee bezig geweest. Ik kan me voorstellen en ik begrijp ook dat we vanwege corona allemaal een stapje terug moeten doen, en elkaar moeten snappen. Wat ik jammer vind is dat er in augustus geen gesprek is geweest rondom vuurwerk. In andere landen met een vergelijkbaar coronabeleid zoals Zwitserland bijvoorbeeld, daar werd op Onafhankelijkheidsdag veel vuurwerk afgestoken. Er werd veel meer verkocht dan andere jaren. In Amerika, op de 4th of July, hetzelfde verhaal. In Engeland op 5 november.’ 

En waarom? 

‘Omdat veel evenementen waren afgeschaft, mensen niet op vakantie zijn geweest, dit was een alternatief om even met iets anders bezig te zijn.’

‘Wat ik niet begrijp is dat de Nederlandse overheid dit ook heeft moeten zien in augustus of september. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat we hebben gewacht op de coronamaatregel om het af te dwingen via de ziekenhuizen. Veel schade zou voorkomen zijn als we dit gesprek met z’n allen eerder gestart waren, niet pas twee weken voor december.’ 

Jij bent nu ernstig gedupeerd, als start-up?

‘Ik zit vast aan contracten, dat is ongeveer 30.000 euro. Ik heb het geluk dat ik met een Oostenrijks bedrijf samenwerk, dus dat vuurwerk heb ik halverwege teruggestuurd, maar er staat nog wel een rekening open van nog eens 30.000 euro.

Dus jij hebt opeens een schuld van 60.000 euro? 

‘Ja, dat klopt.’ 

Dat is voor jou persoonlijk een catastrofe. 

‘En dat had voorkomen kunnen worden als wij dat gesprek in augustus of september hadden gehad, dan had ik die investering niet hoeven te doen. Nu konden we niet meer stoppen.’ 

Waarom heeft de Nederlandse overheid dat gesprek uitgesteld, denk jij?

‘Zoals ik het nu zie was het juridisch niet haalbaar om een vuurwerkverbod in te stellen; er zijn gesprekken geweest in maart, toen heeft het kabinet gezegd: we gaan een aantal typen vuurwerk verbieden, knalvuurwerk en vuurpijlen. Maar we zien niks in een algeheel verbod. Binnen een noodverordening kan je het wel doorvoeren. Er is gewacht totdat de Eerste Kamer akkoord was, nog geen week later was er een debat. Wij waren nog bezig met de winkel, toen ik via de NOS hoorde dat er een algeheel verbod zou komen. Wij dachten nog dat er eerst zou worden overlegd. Maar omdat het al zo groot in de media was dacht ik: dat gaan ze niet meer omdraaien.’

‘Ik kan het begrijpen, maar ik zou het wel fijn vinden om te weten op grond van welke cijfers dit besluit genomen is. Is er een rapport geweest? Kunnen ziekenhuizen het niet aan? Ik heb zelf twee rapporten van de overheid gevonden, daaruit blijkt dat het grootste deel van de slachtoffers op de huisartsenposten geholpen wordt. Elf mensen moesten in het ziekenhuis blijven. In vergelijking met vier jaar geleden was er een halvering van het aantal slachtoffers.’

Volgens jou telt het argument niet dat de druk op de zorg in de ziekenhuizen te veel zou toenemen, die dat niet kunnen hebben vanwege corona?

‘Op grond van de cijfers die ik zelf kan vinden komt er weinig zorg bij. Ik zou graag de cijfers van de andere partijen willen zien. Op grond waarvan zij hun beslissing hebben genomen. Ik zou willen dat er meer transparantie was bij dit besluit. Dat zou voor veel mensen de frustratie weghalen.’

‘Het grootste aantal slachtoffers is tussen de dertien en negentien jaar, dat is bijna 45 procent’

Maar er zijn wel degelijk redenen om tegen vuurwerk zijn, of om te pleiten voor een vuurwerkverbod. Er is een reëel gevaar, jaarlijks vallen er honderden slachtoffers.

‘Daar moet ook iets aan gedaan worden, dat vind ik ook. Het begint bij bewustwording. Wat is het gevaar van vuurwerk. Dat moet eerder beginnen, op de middelbare school, eerste jaar. Het grootste aantal slachtoffers is tussen de dertien en negentien jaar, dat is bijna 45 procent. Om die reden heb ik in 2014 een voorstel gedaan voor de Vuurwerkbus. Een bus die langs middelbare scholen ging met vuurwerkprofessionals en ervaringsdeskundigen die hun verhaal vertelden over het gevaar van vuurwerk. Besef je wel dat het net zo gevaarlijk is om dronken achter het stuur te gaan zitten, als om dronken een lontje aan te steken. Want het is een explosief. Het is geen computerspel. We hadden een heel programma opgesteld, we kregen gratis vuurwerkbrillen van een importeur, we hoorden van de gemeentes dat er budget voor was op de scholen. Maar als we belden dan zeiden ze dat het voor hen niet interessant was: “We krijgen ieder jaar een poster van Halt.”’

Halt is het bureau dat jongeren die ontsporen weer in het gareel moet brengen.

‘Jongeren die te vroeg vuurwerk afsteken komen bij Halt voor een taakstraf. Halt kwam vroeger ook bij mij op school en dan kregen we een oud filmpje te zien, en een raar stuk vuurwerk dat ik nooit had gezien. Als jongere vond ik het lastig om dat serieus te nemen. Ik had liever een goed verhaal gehoord van iemand die echt uit die wereld komt. Leer jongens om het veilig te doen en dat het moreel niet oké is om een bushokje op te blazen. Zorg dat voor- en tegenstanders van vuurwerk elkaar beter gaan begrijpen.’

Daar zit wel mijn belangrijkste bezwaar. Het wordt vaak gebruikt als uiting van agressie. 

‘Dat kan ik me voorstellen; als je alleen maar harde dreunen hoort. Er is een groep die het daarvoor gebruikt.’

Maar dat zou je toch moeten willen verbieden, of inperken?

‘Met het verbieden wordt de behoefte aan die expressie alleen maar groter. Het verlangen om door het verbod heen te breken. Het levert bij sommige mensen een des te grotere woede op.’ 

Verwacht je dat nu ook?  

‘Wat ik verwacht is waar vroeger de buurman drie stuks illegaal vuurwerk had, hij er nu misschien maar één heeft. Maar buurman B en C hebben ook een stuk illegaal vuurwerk. Dus zit je met een straat met illegaal vuurwerk. Ik heb het idee dat veel mensen zich op dit moment stil houden. Een deel van Nederland gaat zich niet aan de regels houden.’ 

Verkoop jij nu nog? 

‘Nee, niks meer.’ 

Maar niet iedereen zal zo integer en gewetensvol zijn, denk ik. 

‘Ik kan me voorstellen dat er ook winkeliers zijn die nu met een grote financiële strop zitten die nu… 

...dus illegaal verkopen? Gebeurt dat? 

‘Ik heb het niet gezien, ik kan het me wel voorstellen.’

‘Die dikke dreunen zouden nu niet meer vanuit China kunnen komen. Maar er is nog steeds een grote Europese markt’

Wat zouden we moeten doen om te voorkomen dat er bommen vallen waar je huis van trilt? 

‘Het lastige is dat je die bommen in China niet meer mag maken. Begin dit jaar is er een vuurwerkfabriek ontploft, en heeft de Chinese overheid gezegd, we gaan alle fabrieken opnieuw testen. Ze krijgen een A- of een B- of C-label. Afhankelijk daarvan mag je bepaalde soorten vuurwerk maken. Dat besluit zei ook dat je geen hard knalvuurwerk meer mag maken. 0,2 gram is nu het maximum aan flitspoeder wat je in één bommetje mag stoppen. Dat is ongeveer hard als een oud Nederlands rotje. Die dikke dreunen zouden nu niet meer vanuit China kunnen komen. Maar er is nog steeds een grote Europese markt. Je ziet een verschuiving naar Europa waar dit soort fabrieken worden opgezet, in landen als Italië, Spanje, Albanië.’ 

Wat vind jij dat we moeten doen?

‘Er moet een beter gesprek komen tussen voor- en tegenstanders. Dat ten eerste. Een beter begrip voor elkaars argumenten. Er is een grote groep die niet agressief met vuurwerk omgaat. Misschien moet je denken over een soort vuurwerkrijbewijs. Het zijn explosieven. Het vergt inzicht in waar je mee bezig bent. Het vuurwerk is geëvolueerd, het is zoveel beter geworden maar ook explosiever. Laten we kijken of mensen een laagdrempelige test kunnen doen. Niet voor vijftienhonderd euro, en met tien shows, maar gewoon, dat je de basisregels snapt; met dat bewijs kun je bij je vuurwerkwinkel vuurwerk kopen, zonder het bewijs niet. En dat bewijs moet je op zak hebben als je vuurwerk afsteekt. Ik denk dat je die kant op moet gaan.’

‘Je hebt ook vuurwerkclubs, maar niet iedereen zou zich daarin thuisvoelen, dat is te afgebakend. Bij een vuurwerkrijbewijs is de overheid niet per se veel geld kwijt. Maar houd het voor iedereen betaalbaar, dan is niet alleen voor een beperkt aantal rijke mensen, maar ook voor de minima die het ook leuk vinden.’

Het gaat om het gevoel dat je zelf de baas bent?

‘Tijdens het opbouwen van een show zijn we soms twaalf uur bezig. Dan mag op het moment suprême iemand op het knopje drukken en jij mag in het publiek gaan staan. Dat vond ik altijd een teleurstelling. Je kijkt zo uit naar het moment dat alles de lucht in gaat.’ 

Je wilt het gevoel hebben dat het jouw ding is? 

‘Ik laat zien dat ik ook besta. Dat is voor veel mensen belangrijk.’

Ik zag een affiche boven een etalage: ‘online vuurwerkverkoop’. Hoe kan dat?

‘Je hebt vier categorieën vuurwerk. F2 is consumentenvuurwerk, dat mag dus niet meer. F3 en F4 zijn professioneel vuurwerk, dat mag sowieso niet. Maar F1 is kindervuurwerk, en dat mag nog wel. Dat kindervuurwerk is ook een stuk beter geworden, dus dat levert verwarring op als iemand kindervuurwerk aansteekt in het park. Dat is geen sterretje meer, dat is een fonteintje dat flink pruttelt.’ 

‘Het nadeel is dat het allemaal in één keer, in een geconcentreerde periode, de lucht in moet. Dan krijg je een piek in de vervuiling’

Nog twee tegenargumenten. Natuur en dieren. Vuurwerk is echt slecht voor het milieu.

‘Ja, het is slecht voor het milieu. Het nadeel is dat het allemaal in één keer, in een geconcentreerde periode, de lucht in moet. Dan krijg je een piek in de vervuiling inderdaad. China heeft een enorm probleem met het milieu. Het vuurwerk moet dus groener. Er komen minder zware chemicaliën in te zitten, het plastic wordt eruit gehaald. Dus er wordt aan gewerkt om het milieuvriendelijker te maken. Maar het zal nooit hybride uit een stekkertje worden.’ 

En dan accepteer jij het kwalijke effect op het milieu?

‘Het Oostenrijkse bedrijf waar ik mee werk heet FIREevent. Voor iedereen die fire events koopt, planten wij een boom. We hebben twee vuurwerkbossen. Een in Botswana, een in Brazilië. We hebben ze aangelegd omdat bomen de lucht zuiveren. Ze moeten blijven voor het ecosysteem. Een deel van onze omzet gaat naar die bossen toe.’

Wat vind je van het effect op dieren?

‘Ik ben opgegroeid met honden. Maar mijn honden gingen mee het vuurwerk afsteken, die vonden het leuk.’ 

Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? 

‘Mijn moeder was goed met de honden. Ik heb altijd geleerd: een hond neemt de angst van jou over. Als ik de hond niet aanraak of vertroetel op het moment van de schrik, dan neemt die hond mijn angst niet over. We hebben ook een kat gehad die er niet zo goed tegenkon, die had er echt stress van. Dat vind ik lastig om te zien. Een gesprek tussen diereneigenaren en vuurwerkafstekers zou hier ook fijn zijn. Wij hielden altijd rekening met elkaar. Daar loopt iemand met een hond? O, dan gaan wij een stukje verder.’

Kinderen kunnen ook wreed zijn. Soms vinden ze het leuk om met rotjes of wat dan ook dieren te pesten.

‘Ja, dat blijft lastig. Ik geloof dat het rotje voor het eerst genoemd wordt rond 1200, toen het als speelgoed werd gebruikt. Sinds die tijd gebeurt het. Ik zeg: doe het bewust, en gedraag je ermee, het is niet voor iedereen hetzelfde plezier als jij beleeft. Maar wees wat liever voor elkaar daarin.’ 

Wat ga jij nou doen?

‘Ik ga naar Duitsland, net over de grens, daar mag ik nog wel vuurwerk afsteken. Mijn twaalfuurmoment is er niet dit jaar.’

‘Het vuurwerk is op dit moment van de baan. Ik kijk wat er te redden valt’

Dat doe je voor jezelf, dat is niet commercieel. Maar hoe doe je het als ondernemer?

‘Als ondernemer ben ik bezig met andere dingen, het maken van websites bijvoorbeeld. Het vuurwerk is op dit moment van de baan. Ik kijk wat er te redden valt. Ik weet ook nog niet wat de compensatie gaat zijn, daar heb ik nog niets over gehoord. Ik weet wel dat ik voor veel sociale regelingen niet in aanmerking kom, terwijl de overheid beweert van wel. Normaal zette ik als kunstenaar niet zoveel om, maar doordat ik deze winkel had was mijn omzet een stuk groter. Daardoor kom ik niet in aanmerking voor de TVL-regeling, de tegemoetkoming vaste lasten. Het valt niet te rijmen. ‘

Blijf je hoopvol, over je toekomst?

‘Over de toekomst wel. Ik denk dat creativiteit het belangrijkste is en dat je met die creativiteit ver kunt komen. Er is altijd een nieuw wiel om uit te vinden.’ 

‘Met het vuurwerk wordt het lastiger. Het probleem is niet zozeer het verbod hier, maar uiteindelijk dat China de productie gaat stilleggen. Je ziet steeds minder vuurwerkfabrieken daar, dat loopt terug, in de stad Liuyang is sprake een verschuiving naar medicijnproductie, daar zit meer geld in. En ook in die stad ervaren ze veel overlast van het vuurwerk.’

Hoe zit het in de branche? Is daar veel frustratie en explosieve woede?

‘Veel mensen zijn terneergeslagen. Ze dachten lange tijd: we redden het wel. Als je ze nu aan de telefoon krijgt is het niet meer wat het was. Er zit veel boosheid in.’

Boeren gaan naar Den Haag. Daar kunnen jullie ook nog wel iets teweegbrengen?

‘Ze hebben het geprobeerd, in maart. Maar als je vuurwerk afsteekt waar de politie bij is, word je gearresteerd. Er is nu door honderdvijftig winkels een rechtszaak aangespannen om alsnog af te dwingen dat ze vuurwerk mogen verkopen. Ik denk dat het lastig wordt, als je ziet dat een rechter in Rotterdam het verbod behoudt, ook buiten corona om. Het is wel goed om je te laten horen.’

Ik vind het mooi en opmerkelijk dat jij voor jezelf een show gaat afsteken, daar in Duitsland straks.

‘Ja, ieder jaar doe ik het bij mijn schoonmoeder, die heeft een mooi stukje land daarvoor; ik steek het elektrisch af, met een grote afstandsbediening op een bankje. Mijn vriendin helpt.’

En die haat vuurwerk!

‘De eerste keer dat ik vuurwerk afstak, was Hanna verdwenen. Nergens te bekennen. Ze was haar tas aan het pakken, “dit is niks voor mij”. Uiteindelijk hebben we grote oordoppen gevonden en is ze toch gebleven.’

Het is geen bom onder jullie relatie?

‘Nee, nog niet, geloof ik, even kijken… soms.’

Wat is jouw sterke kant als vuurwerkmaker?

‘Het overbrengen van het gevoel van het vuurwerk. De choreografie ervan, de dans van het vuur. En het verenigen van verschillende groepen die niet zoveel met vuurwerk hebben.’ 

De dans van het vuur?

‘We hebben een keer voor een campagne een NAVO-vliegveld kunnen huren. Drie YouTube-teams namen het tegen elkaar op in een strijd wie de mooiste vuurwerkshow kon maken. Daar zag je echt een dans van vuur ontstaan.’ 

En vuur, heeft dat ook een emotionele of artistieke of symbolische waarde?

‘Vroeger als kind was ik erdoor geobsedeerd. Ik heb een keer de knuffel van mijn zusje in de fik gestoken. Alles wat brandde vond ik fascinerend.’ 

Vernietigend?

‘Maar ook scheppend. Sinds de prehistorie zijn mensen er al mee bezig. Als we dit erop gooien, brandt het dan langer? Mijn opa heeft verteld dat hij een keer een scheikundesetje had gekocht en met het methaangas uit een koe per ongeluk de stal in de fik had gezet.’

‘Het leven is ook afhankelijk van vuur. Alles draait rondom de zon, de grote vuurbal. Zonder het vuur is er geen leven. De lijn van het vuur loopt door het hele leven.’

Lees verder:

Oudjaar zonder overlast: richt vuurwerkclubs op – en een traditie blijft behouden Na opnieuw een onrustige jaarwisseling en een dodelijk, vuurwerkgerelateerd drama in Arnhem laait de vuurwerkdiscussie opnieuw op. Moeten we consumentenvuurwerk afschaffen of juist behouden? Het is tijd voor een alternatief: de vuurwerkclub. Lees het verhaal van Karel Smouter hier terug