Over tien, twintig of vijftig jaar denkt de turnwereld: hoe hebben we ooit deze kindermishandeling kunnen toestaan?

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
Illustratie door Ibrahim Rayintakath (voor De Correspondent)

Het slechte nieuws: zelfs in een bestcasescenario is het turnen pas over een lange tijd gezond. Het goede nieuws: zelfs de meest kritische criticus ziet de sport gezond worden.

Als je binnenkort weer eens wat leest over de misstanden in het vrouwenturnen is het zinvol een ding in het achterhoofd te houden: vrouwenturnen is geen vrouwenturnen maar meisjesturnen.

Turnen is een sport waarin meisjes van 15 jaar wereldkampioen kunnen worden. Kleine, dunne en elastische lichamen zijn immers zeer geschikt om de complexe bewegingen uit te voeren die de spelregels met veel punten belonen.

Als meisjes van 13 of 14 jaar mochten meedoen aan WK’s en Olympische Spelen zouden zij een goede kans maken. Maar – en dat is dan ook de meestvoorkomende leeftijd op het laatste WK waarvan de internationale turnbond FIG cijfers bekendmaakte.

Jonger is beter in het turnen. Waarom? Omdat de puberteit in het turnen praktisch een ziekte is. Borsten en heupen maken je minder licht en beweeglijk. Vrouwenturnen heet dan ook ‘een race tegen de klok’, om zo goed mogelijk te zijn vóór het grote groeien begint. Lees: jonge tieners die duizenden en duizenden trainingsuren maken.

Resultaat: frictie. Schreeuwen, uitschelden, vernederen, schoppen, slaan en bespugen – coaches hebben allerlei vreselijkheden uitgehaald blijkens de verhalen die naar buiten zijn gekomen. De meiden weten op het moment zelf niet wat gewoon en wat abnormaal is. Niet zo gek – ze hebben een groot deel van hun leven in de turnzaal doorgebracht. Later komt het besef.

In 1984 zeiden ze ook al dat het turnen was veranderd. Het gebeurde nooit

Mensen uit het turnen worden een beetje boos als je dit zegt. Achterhaald, zeggen ze dan. Turnsters zijn geen jonge uitgemergelde robotjes meer. Kijk maar naar de Amerikaanse olympische ploegen. Kijk naar de Nederlandse turnsters. Dat zijn vrouwen.

Dat klopt – deels. Maar is dat toeval of het resultaat van beleid? Een goed antwoord heb ik er niet op gekregen. Wel weet ik dat turninsiders al sinds jaar en dag zeggen dat het beter gaat met de sport. Lees de volgende passage uit uit 1984 over het vermeende gebruik van groeiremmers in de sport.

‘John Goodbody, een Britse auteur van diverse sportboeken die uitgebreide over turnen heeft geschreven, zei: "Er is een beweging gaande naar vrouwen van normale afmetingen. Er zijn er meer die op vrouwen lijken. Het zijn niet alleen maar kleine meisjes."’

Drie jaar later waren op het WK in Rotterdam de turnsters lichter en kleiner en jonger dan ooit. En trouwens, groeiremmers? Bewezen is er nooit iets. Maar toen Froukje Smits in 2014 tientallen turnsters, ouders en coaches interviewde in haar naar de turncultuur in Nederland, hoorde ze een turnmoeder dit zeggen:

‘Menstruatie begint vaak pas bij 40 kilo. Ik denk dat je een paar cm kleiner of groter zou kunnen worden dan je curve. Ik hoop dat ze onder de 1.70 blijft, als dat beter is voor haar turnen. Maar we zullen zien, ik heb weleens over groeiremmers gehoord, maar ik ga haar geen medicijnen geven dat ze kleiner blijft.’

Maar of die groeiremmers nu worden gebruikt of niet: het idee dat de pubertijd een ernstige ziekte is voor een turnster is kennelijk nog springlevend.

Geen cultureel probleem maar een structureel probleem

Kortom, dit is geen cultureel probleem, dat je kunt uitwissen door de mensen te vervangen, maar een structureel probleem, dat voortkomt uit de spelregels van de sport.

Als het probleem ‘slechts’ een rotte cultuur was, zou die cultuur snel worden overrompeld. Want als je ook medailles wint zonder meisjes stuk te maken, dan gok ik dat dit vrij snel het dominante model zou worden. Dat is het mooie aan sport. Maar dat is niet gebeurd. En ook tal van hard geluide klokken veranderden de cultuur van het turnen niet.

Zoals bleek, deze zomer, na het verschijnen van de documentaire Athlete A. Wereldwijd vertelden turnsters over fysieke en/of geestelijke mishandeling door hun coaches. De lijst beschuldigde Nederlandse coaches is indrukwekkend: Frank Louter, Gerrit Beltman, Esther Heijnen, Patrick Kiens, Gerben Wiersma – allemaal (ex-)bondscoaches.

In het voorjaar van 2021 verschijnen onderzoeksrapporten over de turncultuur in Nederland in het algemeen en over de aantijgingen jegens specifieke coaches.

Het beste zou zijn om van turnen hockey te maken

De afgelopen drie maanden heb ik turnsters en turncoaches en turnliefhebbers en turnschrijvers gesproken over hun sport. Sommigen zeiden niet meer naar turnen te kunnen kijken. Ze voelden zich medeplichtig aan het in stand houden van een misdadige cultuur. Anderen waren boos dat hun sport nu door het slijk wordt gehaald (door een stel domme outsiders zoals ik) – maar erkenden wel dat er problemen zijn.

Ik vroeg ze ook wat er nodig is om turnen een competitieve-en-toch-onschadelijke sport te laten zijn. Joan Ryan, de schrijfster van Little Girls in Pretty Boxes, het briljante boek dat in 1995 de problemen van het turnen blootlegde, opperde een interessante optie: de regels van de sport zo veranderen dat kinderen kansloos zijn.

Maar dat gaat niet gebeuren, voegde ze meteen toe. Het is niet doenlijk – welke regel pas je hoe aan? En het is niet wenselijk – de sport zelf vindt iedereen mooi. (De rest van de wereld ook: turnen hoort tot de bestbekeken sporten van de Olympische Spelen.) En dus moeten we accepteren dat turnen ook een ‘kindersport’ is en blijft – zoals de voormalige Zwitsers kampioene Ariella Kaeslin haar sport typeerde.

Die opmerking van Kaeslin ergerde een Zweeds-Zwitsers-Nieuw-Zeelandse onderzoeker die ik sprak, Natalie Barker-Ruchti. Zij en een groep gelijkgezinde onderzoekers proberen juist af te komen van het beeld dat je jong moet zijn om succesvol te turnen. Een deel van het probleem, zeggen zij, is dat de turnwereld denkt dat je klein en dun moet zijn om te winnen.

Een mythe, zeggen zij. Oudere turnsters zijn ervarener, mentaal stabieler, en expressiever, waarmee ze eventuele nadelen van het ouder en groter worden compenseren. Zit daar wat in? In theorie: ja. Het is alleen in de praktijk nog nauwelijks vertoond – de korte route is

Hervormers bijten op het graniet van de spelregels

Maar carrièreverlenging is misschien te bevorderen met regelgeving. Marieke van der Plas, de directeur van de Nederlandse turnbond, bepleit het verhogen van de minimumleeftijd voor wedstrijden naar 18 of zelfs 21 jaar. Dat zou een normale, langere, humanere opleiding tot topturnster bevorderen.

Gezond verstand, ogenschijnlijk. Maar Barker-Ruchti, Joan Ryan, en Jennifer Sey – de producente van Athlete A die ik sprak – waren hier allen sceptisch over. Het kan ook simpelweg betekenen dat je niet anders traint, maar alleen maar langer moet trainen, totdat je eindelijk echt kunt meedoen aan je sport. Los daarvan zou het ook betekenen dat de beste turnsters ter wereld te zien zijn op jeugd-WK’s.

Elke oplossing lijkt zich stuk te bijten op het structurele probleem: de spelregels. Ik vond het daarom ook een opluchting toen Sey in het voorwoord van haar memoires Chalked Up een radicale optie opperde: het opheffen van de sport. Het was retorisch bedoeld, vertelde ze me, ze wil echt niet dat turnen doodbloedt. Maar dat ze het schreef, illustreert de complexiteit van het probleem.

De ellende lijkt ingebakken in de sport.

De uitzichtloosheid werd nog vergroot toen Ariella Kaeslin me vertelde wat een turncoach eigenlijk allemaal moet zijn en kunnen: pedagoog, didacticus, psycholoog, technicus, motivator en drilmeester. Kortom: een zeldzaam compleet mens, dat bovendien voor een prikkie wil werken. Want van turnen kun je maar lastig rondkomen als coach.

Laten we eens kijken wat woede kan bereiken

En toch: deze keer verandert er wel wat.

Tenminste, daar waren vele gesprekspartners in meer of mindere mate van overtuigd. Niet omdat ze een specifieke structuur- of regelwijziging voor ogen hadden die voorspelbaar effect zal hebben. Het is meer het geloof dat de woede van turnsters wereldwijd zo groot is, dat het ondenkbaar is dat er niks verandert. Als dit niks verandert, wat dan wel?

Er is nu energie voor het nemen van allerlei ogenschijnlijk saaie en praktische maatregelen: protocollen, toezicht, opleidingen, meldpunten, vakbonden, straffen en ontslagen. Een kleine sport met weinig geld en middelen kan dat niet allemaal optimaal uitvoeren, erkende Natalie Barker-Ruchti. Maar meer dan nu gebeurt, dat kan makkelijk.

Symptoombestrijding, dacht ik eerst. Beter bedoeld dan effectief. Maar het viel me op dat Joan Ryan, de eerste en scherpste criticaster van de sport (ze noemde turnen ‘legale en gevierde kindermishandeling’), zeer optimistisch was over verandering, in elk geval in de VS.

Want: zo veel turnsters zijn vastberaden dat ze pas stoppen als de Amerikaanse turnbond echt stappen heeft genomen. Insiders zoals Sey verwachten dat Simone Biles, de beste turnster aller tijden, zich na de Spelen van Tokio nog harder zal uitspreken voor hervormingen bij de Amerikaanse turnbond. En omdat de VS zo dominant is in het turnen, zou het een standaard voor de rest van de wereld kunnen worden, omdat iedereen zich bewust is van de gevaren en de problemen.

En dan ligt er nog een mogelijkheid: dat de overheid zich ermee bemoeit. Ryan ziet het vrouwenturnen als meisjesturnen, en ziet ook dat deze omgang met turnsters, met kinderen dus, in een andere omgeving – school – onacceptabel zou zijn. In Nederland bemoeit de politiek zich zijlings met het turnen – moties van GroenLinks en VVD over een financiële ondersteuning voor beschadigde turnsters zijn en aangenomen.

Een probleem dat zich ongemerkt oplost

Twee mensen die ik sprak – Barker-Ruchti en Van der Plas – legden los van elkaar het verband met de bestrijding van racisme in recente jaren. In een tijdsbestek van enkele jaren hebben activisten zonder wetswijzigingen een mentaliteitsverandering bewerkstelligd. Zal er over tien jaar nog iemand kraaien naar een Zwarte Piet?

Of denk aan klimaatverandering. Met elk jaar komen de mensen die het als feit accepteren in de meerderheid. Zij worden geboren, En op een zeker moment merk je, zonder dat er iets is gebeurd, dat het debat voorbij is. Dat de opleiding van een turnster als vanzelfsprekend zwaar maar humaan is.

En dat je denkt: hoe heeft iemand ooit deze kindermishandeling en kinderarbeid toegestaan?

Meer lezen?