De Brexit kan van Brussel weer een plek maken voor snoeiharde debatten en kritische gesprekken

Simon van Teutem
Correspondent Politiek
De illustraties bij de tien verhalen die tot hoop stemmen, zijn verzorgd door een nieuwe lichting beeldmakers, allen in 2020 afgestudeerd aan een Nederlandse kunstacademie. Deze illustratie is gemaakt door Daan van Bommel (Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda). Lees meer over zijn werk en deze serie onderaan dit stuk.

De Brexit is niet alleen ontwrichtend, maar ook een kans. Hij dwingt media en politici tot een kritischer, gezonder en diepgaander maatschappelijk debat over de Europese Unie.

There are no disasters, only opportunities. And indeed, opportunities for fresh disasters’, schreef een Britse schrijver in 2003. 

Oud-premier David Cameron, die het Brexit-referendum van 2016 uitschreef, dacht een kans te zien om de eurosceptische vleugel van z’n partij voor eens en voor altijd af te fikken met het referendum als lucifer en de wil van het volk als spiritus, maar het liep allemaal net even anders. De Brexit werd een politieke tsunami met enorme gevolgen aan weerszijden van het Kanaal. 

Zo ook voor Nederland, want de Britten zijn niet alleen onze derde handelspartner, maar speelden in Brussel ook geregeld boeman zodat wij niet in isolement dwars hoefden te liggen. Wie de krantenkoppen over de bloederige echtscheiding leest, bekruipt al snel een gevoel van wanhoop. Ontwrichting is eng. Toch moeten we de Brexit zien als een kans, als een mogelijkheid tot vooruitgang, omdat hij media en politici dwingt tot een kritischer, gezonder en diepgaander maatschappelijk debat over de Europese Unie.

Dat debat ontbreekt op dit moment; er is een gapend gat tussen burgers in lidstaten en instituties in Brussel. Hoe meer ik over de EU leer, des te meer daagt het besef: over het functioneren van het statenverband, de consensuscultuur die Europese wetgeving structureel mogelijk maakt, of de knoppen waar onze regering wel en niet aan kan draaien. 

Onze volksvertegenwoordigers en talkshowpresentatoren willen het vooral niet te lastig maken, en dus komen we vaak niet verder dan een eendimensionale discussie – bent u voor of tegen de EU en wilt u er morgen of na een referendum uit? Daarvoor mocht Baudet wel bij Jinek aanschuiven. De complexere vraagstukken blijven uit. In de Tweede Kamer beroept de voorstander zich op de interne markt, terwijl de EU veel meer is dan dat, en de tegenstander klaagt over het gebrek aan soevereiniteit, terwijl veruit de meeste belangrijke beslissingen unaniem worden genomen. 

Cruciale vragen blijven borrelen onder de oppervlakte, maar komen zelden bovendrijven: wat willen we in de komende vier jaar voor elkaar krijgen in de EU? Wat moeten we zien te voorkomen? Hoe ziet het ideale eindstation van integratie er voor Nederland uit, en hoe willen we dat bewerkstelligen? 

Ik mis grote dromen voor een Europese infrastructuur of een genuanceerde discussie over vrij verkeer van personen 

Ik mis grote dromen voor een Europese infrastructuur – denk aan hogesnelheidstreinen tussen Europese hoofdsteden – of een genuanceerde discussie over vrij verkeer van personen en mogelijke perken die landen daaraan moeten kunnen stellen, of sterke redenen om dat niet te doen.

De Brexit is een waarschuwingsschot; we kunnen deze vragen niet langer onbeantwoord laten. De aandacht is er, maar het aanbod nog niet. Nadat de opkomst sinds de eerste Europese Parlementsverkiezingen in 1979 elke stembusgang daalde – een prestatie op zich – schoot deze in 2019 ineens weer boven de 50 procent. De Brexit heeft onze interesse aangezwengeld. 

Dit is een unieke kans voor politici om vage contouren van hun Europese visie in partijprogramma’s te vervangen door concrete plannen van aanpak. Een mogelijkheid voor media om hun disproportionele focus voor de uitspattingen in de Angelsaksische wereld te verversen met aandacht voor het continent waarmee ons belang verweven is. Brussel moet weer prikkelend worden, en niet met een kritiekloos propagandafeestje, maar met snoeiharde debatten en kritische gesprekken.

Ontwrichting is zo slecht nog niet; het dwingt ons tot reflectie over ons belangrijkste samenwerkingsverband. Boris Johnson zag in 2003 ironisch genoeg opportunities for fresh disasters, maar fresh disasters also provide opportunities.

Lees ook: