Spring naar inhoud

Mijn volgende verhaal: Op zoek naar West Papoea’s vergeten vrijheidsstrijders

West-Papoea, gelegen op het westelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea, werd in 1962 bezet door Indonesië, kort nadat de voormalige kolonisator Nederland was vertrokken. De oorspronkelijke bewoners, de Papoea’s, zagen een gepland referendum over onafhankelijkheid worden gefrustreerd, en moesten lijdzaam toezien hoe Indonesië het gebied inlijfde.

Papoea’s die (soms vreedzaam, soms gewapend) tegen de gang van zaken in verzet kwamen, werden aangevallen, gemarteld en vervolgd. Wie het volkslied van West-Papoea zong of de officiële vlag hees, hing een gevangenisstraf boven het hoofd. De natuurlijke rijkdommen van het land, vooral goud en koper, werden leeggeroofd door machtige multinationals die nauw samenwerkten met de Indonesische overheid en het leger.

Nu, 52 jaar later, heeft het conflict tussen de Indonesische autoriteiten en opstandige Papoea’s tussen de 150.000 en 500.000 Papoea’s het leven gekost. Martelingen, bedreigingen en moorden vinden nog steeds plaats, en tientallen politieke activisten zitten gevangen in Indonesische gevangenissen.

Daarnaast zijn duizenden Papoea’s op de vlucht geslagen voor het Indonesische leger en beruchte elite eenheden, zoals Kopassus en antiterreureenheid Detachment 88. Duizenden vluchtelingen leven onder erbarmelijke omstandigheden in de jungle van West-Papoea en het aangrenzende Papoea-Nieuw-Guinea.

Toch is er buiten West-Papoea vrijwel niemand die hier iets over weet. De reden is even simpel als wrang: journalisten, mensenrechtenactivisten, en andere voorvechters van openheid zijn niet welkom. Lokale activisten wordt het werken op brute wijze onmogelijk gemaakt.

Juist Nederland, als voormalige kolonisator van het gebied, zou beter geïnformeerd moeten zijn over het lot van de Papoea’s. Hun lot is immers nauw verbonden met het handelen van Nederland ten tijde van de dekolonisatie. En het land herbergt een belangrijk deel van onze eigen geschiedenis.

Daarnaast doen de verschrikkingen die nu plaatsvinden in West-Papoea denken aan de wreedheden die plaatsvonden in een voormalig deel van Indonesië: Oost-Timor. Daar stierven tussen 1978 en 2002, het moment dat Oost-Timor voor onafhankelijkheid van Indonesië koos, tussen de 200.000 en 250.000 mensen, ongeveer een derde van de totale Oost-Timorese bevolking. Dezelfde Indonesische milities die daar huishielden, zijn nu actief zijn in West-Papoea.

Na de wreedheden in Oost-Timor riep de wereld om het hardst dat dit nooit meer zou mogen gebeuren. Toch gebeurt vrijwel hetzelfde in West-Papoea, en dat doet het al ruim een halve eeuw. En al die tijd bleef het stil. Vrijwel niemand verdiept zich in de problemen van de Papoea’s, slechts een enkeling weet wat er gaande is, en het meest pijnlijke: (bijna) niemand doet iets.

Het is tijd om het gedwongen stilzwijgen van de Papoea’s te doorbreken en de informatie bekend te maken die de wereld al zo lang wordt onthouden. Daarom reisde ik de afgelopen weken door het grensgebied tussen Indonesië en buurland Papoea-Nieuw-Guinea, waar ik samen met fotograaf Andreas Stahl twee weken doorbracht in een geheim kamp van de Organisasi Papua Merdeka (OPM), West-Papoea’s vrijheidsstrijders die al meer dan vijftig jaar tegen Indonesië vechten.

We waren de eerste journalisten die daar ooit welkom werden geheten, en wat we er aantroffen was indrukwekkend en aangrijpend. De komende weken zijn de verhalen die we er maakten hier te lezen.

Ook publiceer ik in notitievorm achttien dagen uit het dagboek dat ik bijhield. Deze zullen zijn voorzien van foto’s en videobeelden gemaakt door Andreas Stahl.

Lees hier het verhaal van Joris van Casteren over Tilly Kaisiepo, die tijdens de Zwarte Piet-demonstratie aandacht vroeg voor de problemen in West Papoea. Lees hier het gesprek wat hij voerde met de president van Papoea, die al meer dan veertig jaar in Apeldoorn woont. Lees hier het eerste dagboekfragment van de reis.
Correspondent Verborgen oorlogen