Goed nieuws voor de huurders van woningcorporatie Vestia. Die zit al jaren met een miljardenschuld, die het gevolg is van een financieel schandaal in 2012. Het was destijds de aanleiding voor de Nu is er om daar wat aan te doen.

Vestia en brancheorganisatie Aedes vragen de andere woningcorporaties om een miljard euro bij te dragen aan de rente die Vestia over zijn schulden moet betalen. In ruil daarvoor wil Vestia zichzelf opsplitsen in drie kleinere corporaties: een voor Den Haag, een voor Rotterdam en een voor Delft en Zoetermeer.

Ik vind dit nieuws vooral belangrijk omdat de schulden van Vestia een enorme impact hebben op huurders. De corporatie verhuurt zo’n 60.000 woningen in de regio Rotterdam-Den Haag. Ze verhoogt de huren sneller dan andere corporaties, waardoor een relatief groot deel van de woningen in de vrije sector terecht is gekomen. Terwijl gemiddeld 4 procent van de woningen van een corporatie in de vrije sector valt, is dat bij Vestia 22 procent.

Tegelijkertijd is het onderhoud slechter. Vestia doet alleen het hoognodige. Dat betekent bijvoorbeeld dat de corporatie kapotte badkamertegels wel vervangt, maar er daarbij niet op let of de kleur wel hetzelfde is als die van de oude tegels. Vestia werd genomineerd voor de een ‘prijs’ voor corporaties die slecht scoren op het gebied van onderhoud. Bovendien kan Vestia vanwege zijn schuld al jaren geen nieuwe woningen bouwen.

Hoe kwam Vestia ook alweer aan die schuld?

Hoe Vestia aan de schulden kwam? In 2012 onthulde Het Financieele Dagblad dat Vestia een miljardenschuld had overgehouden aan de handel in risicovolle rentederivaten. Dat zijn ingewikkelde financiële producten die de koper ervan beschermen tegen een rentestijging. Vestia had een enorme hoeveelheid derivaten gekocht, meer dan nodig was om de eigen leningen te beschermen. Op het hoogtepunt bezat de corporatie voor 23 miljard euro aan rentederivaten.

Maar toen de rente in plaats daarvan alleen maar bleef dalen, bleef de corporatie met een enorm financieel tekort zitten. Andere corporaties moesten Vestia redden, en de totale schade voor de sector bedroeg zo’n drie miljard euro. Later werd bekend dat de kasbewaarder van de corporatie, Marcel de V., zich door een tussenpersoon had laten omkopen om meer derivaten aan te schaffen. Zowel De V. als die tussenpersoon, Arjan G., zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf.

Het 'wachtprobleem'

Het derivatenschandaal was een extreme misstand in de corporatiesector. Toch roepen de schulden van Vestia bij mij ook een aantal vragen op over de sector als geheel:

  • Zijn woningcorporaties te groot geworden? In de jaren voorafgaand aan het schandaal waren de woningcorporaties enorm gegroeid: Vestia zelf had 90.000 woningen in bezit. Door de verkoop van huizen is dit inmiddels gedaald naar 60.000. Dat is nog steeds zo groot dat het mismanagement grote risico's met zich meebrengt. Als Vestia nu failliet zou gaan, zou de organisatie die garant staat voor de leningen van woningcorporaties (dat is het de tekorten niet meer kunnen dragen.
  • Moet er geen subsidie komen voor sociale woningbouw? Als het WSW niet meer kan betalen, moeten het Rijk en de gemeenten inspringen. Maar die proberen dat koste wat kost te voorkomen. Daarom is in de regels voor het WSW vastgelegd dat altijd voor 99 procent zeker moet zijn dat het WSW geen beroep hoeft te doen op de overheid. In het geval van Vestia was dat risico groter, en dus kon de situatie niet blijven zoals die was. Maar je kunt je afvragen of het wel zo goed is als alleen de corporaties, en dus indirect hun huurders, meebetalen aan de oplossing. Is het niet beter als alle belastingbetalers iets bijdragen?
  • Waarom duurde het zo lang tot er een oplossing kwam? Vestia zit al acht jaar in de problemen, maar toch ligt er nu pas een voorstel voor een oplossing. Woningcorporaties willen wel iets doen, maar zitten zelf financieel krap vanwege de hoge belastingen die ze moeten betalen. Daarnaast zijn de regels veranderd: vóór 2015 hielpen woningcorporaties elkaar als ze in financiële problemen kwamen. Sindsdien gaat hulp via het WSW, maar dat heeft in dit geval niet genoeg reserve. Het is daarom niet duidelijk bij wie de verantwoordelijkheid precies ligt, en iedereen kijkt naar elkaar. De auteurs van het rapport waarin de huidige oplossing voor Vestia's schulden staat uitgelegd, noemen dit het 'wachtprobleem'. Ondertussen zitten de huurders met lekkages en ander achterstallig onderhoud.

Het is nog niet helemaal zeker of alle woningcorporaties akkoord gaan met de voorgestelde oplossing voor Vestia. In februari vergaderen ze erover op een congres.

Om te lezen, kijken en luisteren

  • Er is al veel geschreven over mensen die door de coronacrisis opeens de voordelen van het platteland inzien, en wegtrekken uit de stad. Maar in stond dit weekend een bijzonder verhaal over spookdorpen in de Noord-Indiase deelstaat Uttarakhand. De inwoners zijn vertrokken naar plaatsen waar werk is, maar de regering wil graag dat er mensen wonen in het afgelegen gebied, omdat dat 'landjepik' door China helpt voorkomen. De coronacrisis helpt een handje.
  • Woensdag verschijnt mijn boekbespreking van Jij hebt ons niet ontdekt, wij waren hier altijd al van Massih Hutak. Het gaat over het politieke systeem van gentrificatie, oftewel de opwaardering van buurten door het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners. Het is iets wat gemeenten bewust doen met wijken waar sociaal-economische problemen zijn. Wie alvast wil lezen hoe dat precies in zijn werk gaat, kan terecht bij een drieluik van over de Rotterdamse wijk Delfshaven.
  • En voor wie een wat luchtiger - maar niet minder rake - benadering van gentrificatie zoekt: bekijk over Sophie straat, die het onderwerp omzet in smartlappen.

Tot de volgende!

Josta