Van abortus tot mediarepresentatie: zo zetten de politieke partijen zich in voor vrouwen
Huiselijk geweld, de loonkloof, zwangerschapsdiscriminatie: de emancipatiestrijd van vrouwen is nog lang niet gestreden. Ik zocht uit welke politieke partijen de vrouwenzaak de afgelopen vier jaar vooruit hielpen, en welke haar juist tegenwerkten.
Geen enkel vaartuig van de Koninklijke Marine draagt de naam van een vrouw. De meeste schepen zijn vernoemd naar mannen. En sommige naar plaatsen, of zelfs dieren.
Het wordt dus hoog tijd om een marineschip de naam van ‘een dappere vrouw’ te geven, stelt Tom van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks) eind vorig jaar tijdens een Kamerdebat.* Hij noemt het ‘van de zotte’ dat er bijvoorbeeld nog geen fregat vernoemd is naar Francien de Zeeuw, de eerste vrouwelijke marineofficier van Nederland.
Marineschepen met vrouwennamen ‘zouden bijdragen aan de diversiteit van Defensie’, meent Van den Nieuwenhuijzen. Een paar dagen later dient hij hierover een motie* in, die met een ruime meerderheid door de Tweede Kamer wordt aangenomen.
Het moet wel lekker gaan met de positie van vrouwen in de samenleving, als het vernoemen van boten een onderwerp is waarover politici zich buigen in de emancipatiestrijd. Toch?
Niet echt.
De vrouwenzaak verdient een plek op de politieke agenda
Oké, tijdens de Tweede Kamerverkiezingen dit jaar hebben 10 van de 37 deelnemende partijen een vrouwelijke lijsttrekker – een primeur. En het lang bevochten vrouwenquotum voor het Nederlandse bedrijfsleven werd in 2019 eindelijk geïntroduceerd, waardoor de komende jaren meer vrouwen op topposities zullen komen.
Maar veel structurele problemen op het gebied van man-vrouwongelijkheid zijn nog lang niet verholpen.
Nergens in Europa hebben zo weinig vrouwen een managementfunctie als in Nederland: 34 op de 100 managers is vrouw. Verder is er de loonkloof: vergeleken met een man die exact hetzelfde werk doet, verdient een Nederlandse vrouw gemiddeld 7 procent minder in het bedrijfsleven en 5 procent minder bij de overheid.
Dat vrouwenquotum, een maatregel waarin EU-landen als Frankrijk, België en Spanje ons ruim voor waren, is dus geen overbodige luxe.
En die toename van verkiesbare vrouwen en lijsttrekkers kun je vooruitgang noemen, maar toont tegelijk pijnlijk hoeveel werk er op het gebied van gendergelijkheid nog te verzetten valt. Tien procent van alle tweets gericht aan vrouwen op kieslijsten is namelijk haatdragend of zelfs bedreigend. Ook bevat het merendeel van deze berichten seksistische verwensingen, blijkt uit een onderzoek van De Groene Amsterdammer en Utrecht Data School.
De ongelijkheid tussen man en vrouw in Nederland neemt nog altijd schrijnende vormen aan, ondanks grote emancipatieslagen uit het verleden. Zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat 47 procent van de jongvolwassen vrouwen weleens te maken heeft gehad met een vorm van seksueel geweld. Bij mannen is dat 13 procent.
In het licht van zulke schrijnende cijfers lijkt het vernoemen van marineschepen ten behoeve van de vrouwenzaak misschien wat triviaal. Tegelijkertijd zou je kunnen zeggen dat elke stap om de positie van vrouwen te verbeteren hard nodig is, en dat het onderwerp een plek op de politieke agenda verdient. Alle beetjes helpen, dat idee.
Vele wegen naar emancipatie
Vrouwenemancipatie is strijden voor de gelijkheid van vrouwen op juridisch, politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak.
Een bekende benadering hiervan is de liberale, waarbij voorvechters de individuele vrijheid van de vrouw voorop stellen. De strijd tegen het glazen plafond en voor gelijke lonen, bijvoorbeeld, of het recht op abortus en seksuele vrijheid.
Tegenwoordig wordt ook steeds vaker een zogeheten intersectionele kijk op vrouwenemancipatie gehanteerd. Hierbij wordt er niet enkel naar ongelijkheid op basis van gender gekeken, maar ook naar de wisselwerking van factoren zoals leeftijd, etniciteit, klasse, religie, handicaps en seksuele geaardheid. Al deze kenmerken zijn in de intersectionele benadering met elkaar verweven; de combinatie ervan beïnvloedt je kansen in het leven. Op deze manier worden niet alleen de verschillen in gelijkheid tussen man en vrouw aangekaart, maar ook die tussen vrouwen onderling.
Wie hielp de emancipatiebeweging vooruit en wie hield haar juist tegen?
Naast de talloze organisaties, activistische groepen en individuen die zich bezighouden met de emancipatie van vrouwen, heeft ook de politiek er regelmatig haar mond van vol. Maar wat doen politieke partijen in de praktijk om de positie van vrouwen in Nederland te verbeteren?
Om daarachter te komen, zocht ik uit welke partijen werk hebben gemaakt van de beloftes die ze tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 hebben gedaan. En ook: wie het ene beloofde, maar het tegenovergestelde deed. Wie hielp de emancipatiebeweging vooruit en wie hield haar juist tegen?
Op de website van de Tweede Kamer kamde ik alle relevante moties uit die werden ingediend tussen 2017 en 2021, en de termen ‘vrouw’, ‘vrouwen’, ‘vrouwenemancipatie’, ‘meisje’ en ‘meisjes’ bevatten. Die legde ik vervolgens naast de verkiezingsprogramma’s van vier jaar geleden.
Ik vond 158 moties ten behoeve van vrouwenemancipatie, met een hele rits aan thema’s: van abortusrecht tot arbeidsparticipatie, en van veiligheid tot mediarepresentatie. Ruim een derde daarvan aangenomen door de Tweede Kamer. De rest werd verworpen of aangehouden.
Deze partijen namen zelf het initiatief
GroenLinks is de afgelopen vier jaar het vaakst hoofd- (39 keer) en mede-indiener (38 keer) van een motie geweest, gevolgd door de PvdA. Deze linkse bondgenoten hebben veel samengewerkt om moties over vrouwenemancipatie de Kamer in te krijgen.
Ook het stemgedrag van deze partijen ligt dicht bij elkaar. Slechts twee keer stemde de PvdA voor wanneer GroenLinks tegen was, onder andere op een motie over het bestraffen van meisjesbesnijdenis.*
De SP maakt zich hard voor geboorteverlof en zwangerschapsuitke-ring: ruim de helft van haar ingediende moties ging hierover
De SP diende 30 keer een motie in en stemde 117 keer voor. Volgens de partij moeten ‘overheidsorganisaties zoveel mogelijk een goede afspiegeling zijn van de samenleving’.* Toch vindt ze quota een brug te ver. Meer diversiteit moet volgens de socialisten bereikt worden door diversiteitscijfers inzichtelijk te maken, en streefcijfers op te stellen om diversiteit en representatie te vergroten.
Ook is er ‘meer aandacht nodig voor het voorkomen van eerwraak en huiselijk geweld’, schrijft de partij in haar verkiezingsprogramma van vier jaar geleden. ‘Er komt een integraal programma tegen seksisme en huwelijksdwang, tegen gedwongen prostitutie en eergerelateerd geweld en vóór de zelfbeschikking van vrouwen.’* De SP voegt daad bij woord: in 2020 dient ze moties in waarin ze pleit voor een verbod op maagdenvlieshersteloperaties* en de aanpak van ‘huwelijkse uitbuiting’.*
Daarnaast maakt de partij zich met name hard voor geboorteverlof en zwangerschapsuitkering: ruim de helft van haar ingediende moties ging hierover. Met weinig succes: geen enkele werd aangenomen.
Stille bondgenoten in de emancipatiestrijd
Sommige partijen dienden zelf nauwelijks moties in, maar stemden wel vaak in met voorstellen van anderen. DENK is hierin koploper en stemde 126 keer voor. Opmerkelijk, want in 2016 verliet Sylvana Simons de partij, omdat ze die onder andere te conservatief vond op dit thema.
In het verkiezingsprogramma uit 2017 laat DENK weten dat ‘de hardnekkige ondervertegenwoordiging van mensen met een migrantenachtergrond, vrouwen en mensen met een beperking in belangrijke posities in het bedrijfsleven, bij de overheid en in de politiek’ aangepakt moet worden.* DENK meent ook dat de diversiteit bij de publieke omroep (NPO) verbeterd moet worden, zodat vrouwen zich beter vertegenwoordigd voelen in de media.*
Terwijl de partij stilletjes het merendeel van de moties rondom vrouwenemancipatie steunde, is ze niet erg actief met het indienen hiervan – wellicht om rekening te houden met haar conservatieve achterban. DENK heeft de afgelopen vier jaar zeven keer een motie ingediend, slechts 3 procent van het totaal.
Ook de Partij voor de Dieren stemde vaak voor, maar diende weinig in. Een van haar bijdragen is een voorstel om een kabinet te vormen met een evenwichtige man-vrouwverhouding, zodat er een representatieve volksvertegenwoordiging komt.*
Vrouwenemancipatie door een christelijke lens
De christelijke partijen zijn een aparte categorie. Die blijken er, ondanks een gezamenlijke ideologie, andere standpunten op na te houden.
De ChristenUnie, CDA en SGP baseren hun standpunten over het thema op christelijke waarden. De ChristenUnie ‘wil om te beginnen dat de abortusgrens omlaag gaat, zo ver mogelijk, maar in ieder geval naar maximaal 18 weken’.* Ook moet de partij weinig weten van moties die abortussen vergemakkelijken. Zo stemde ze onlangs nog tegen het voorstel om de verplichte bedenktermijn van vijf dagen voor abortus in te ruilen voor een flexibele bedenktermijn.*
Het stemgedrag van de ChristenUnie en het CDA rondom abortus wil nog weleens verschillen. In tegenstelling tot de ChristenUnie steunden de christendemocraten onder meer een motie van D66, waarin intimidatie van vrouwen door anti-abortusactivisten ‘verwerpelijk’ wordt genoemd.*
Wel zijn de drie christelijke partijen het erover eens dat geweld, in het bijzonder huiselijk en seksueel geweld, tegen vrouwen moet stoppen. Zo komt CDA in zijn verkiezingsprogramma in 2017 met het plan om de meldcode ‘huiselijk geweld en kindermishandeling’ aan te scherpen,* met het doel geweld zo snel mogelijk te stoppen en de kans op herhaling te minimaliseren. Daarnaast pleit de ChristenUnie voor het strafbaar stellen van straatintimidatie.*
Toch steunden CDA en Christenunie een motie voor een meldpunt voor seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs niet.* Het is opmerkelijk dat de partijen wel de veiligheid van vrouwen in de thuisomgeving en op straat willen waarborgen, maar wegkijken bij andere vormen van (seksuele) intimidatie.
De oudste partij in het parlement, de SGP, stemde sinds 2017 het vaakst tegen moties die vrouwenemancipatie moesten bevorderen. Enkel 41 moties verdienden haar steun.
‘Elke abortus is er een teveel’, schrijft de partij in haar verkiezingsprogramma in 2017.* Daarom moet het uitoefenen van druk door de omgeving om een abortus te ondergaan, volgens de SGP strafbaar worden. Hoe dit soort druk in de praktijk bewezen moet worden, blijft de vraag.
Andersom lijkt de partij geen problemen te hebben met anti-abortusactivisten, die regelmatig bezoekers lastigvallen en intimideren bij de ingang van abortusklinieken. De gereformeerden stemden tegen een motie om deze vorm van intimidatie in kaart te brengen. *
Verder wil de SGP prostitutiebezoek strafbaar stellen en diende daarom een motie in om een ‘gelijkheidsmodel’ naar Zweeds voorbeeld in te voeren. De partij doet dan wel consequent wat ze belooft, maar haar standpunten en moties staan vaak haaks op de emancipatie van vrouwen.
Het ene zeggen, maar het andere doen
Moties om de emancipatie van vrouwen te bevorderen, konden de afgelopen vier jaar 59 keer rekenen op de steun van de VVD. De grootste partij diende zelf relatief weinig moties in: ze was slechts zeven keer hoofdindiener.
De VVD ziet weinig in quota, want ‘emancipatie en diversiteit kun je niet afdwingen via wetten’.* In de strijd tegen discriminatie beroept de partij zich vooral op het handhaven van de wet. Tegelijkertijd stemde ze tegen voorstellen over het in kaart brengen en het bedenken van een aanpak voor seksediscriminatie, het gebrek aan representatie en kansenongelijkheid.
Een voorbeeld hiervan is de motie die oproept bindende afspraken te maken met werkgevers om zo zwangerschapsdiscriminatie terug te dringen.* De VVD moest ook niets weten van een motie om arbeidsdiscriminatie tegen oudere vrouwen aan te pakken,* zodat zij beter kunnen participeren in sectoren als de zorg. Opmerkelijk voor een partij die participatie zo hoog in het vaandel heeft staan.
D66 houdt er een progressievere houding op na, zou je kunnen concluderen uit het verkiezingsprogramma van vier jaar geleden. Zo kaart de partij discriminatie en blinde vlekken in de zorg aan. Toch stemde de partij tegen een motie om de achterstand in gezonde levensverwachting bij vrouwen aan te pakken.* En ook een voorstel om onderzoek te doen naar de gezondheidsrisico’s van siliconenimplantaten kon rekenen op een tegenstem.*
D66 beloofde vier jaar geleden te experimenteren met ‘neutrale sollicitatieprocedures’ om discriminatie tegen te gaan.* Tegelijkertijd stemde de partij, net als VVD, tegen een motie die zwangerschapsdiscriminatie moest terugdringen.*
Het verschil in beloftes en stemgedrag is deels te wijten aan het feit dat D66 onderdeel was van kabinet-Rutte III. De samenwerking met VVD, CDA en ChristenUnie, partijen die er minder progressieve denkbeelden op nahouden op het gebied van vrouwenemancipatie, betekende dat er op sommige standpunten ingeleverd moest worden.
Deze partijen bleven nagenoeg stil
50PLUS, PVV en Forum voor Democratie vermeldden in hun partijprogramma’s van vier jaar geleden weinig tot niets over vrouwenemancipatie.
50PLUS stelt wel dat ‘het bestrijden van alle vormen van discriminatie hoog op de agenda moet blijven’.* Dit is terug te zien in het stemgedrag van de ouderenpartij: in de afgelopen vier jaar steunde zij onder andere voorstellen voor het terugdringen van zwangerschapsdiscriminatie en het opsporen en voorkomen van arbeidsdiscriminatie. Ook was ze mede-indiener van een motie die pleit voor het doorbreken van het taboe op de overgang.*
Hoewel 50PLUS niet erg uitgesproken is over vrouwenemancipatie, stemt de partij wel 114 keer voor moties rondom dit thema. Dit ligt anders bij de PVV.
In 2017 moest een A4’tje met elf actiepunten doorgaan voor het verkiezingsprogramma van die partij. Daarin beloofde ze – als onderdeel van haar ‘de-islamiseringsplan’ – ‘hoofddoekjes’ te verbieden in publieke functies.* Dit verbod werd niet nader toegelicht, maar was wel het enige standpunt van de partij dat enigszins te linken is aan de vrouwenzaak.
Ook het stemgedrag van de PVV is niet te herleiden naar inhoudelijke standpunten over de positie van vrouwen in de samenleving. In totaal heeft de partij maar 44 van de 158 moties gesteund.
In haar moties kaartte de PVV de afgelopen vier jaar onder meer vrouwenbesnijdenis aan.* Ook ‘vrouwen die thuis door hun echtgenoten of families worden opgesloten’ benoemde de partij als probleem.* Maar de aanpak hiervan moet zich volgens de PVV vooral richten op het bestraffen van de ‘daders’. Over hulp of steun aan de vrouwen in deze situaties wordt met geen woord gerept.
Ook Forum voor Democratie heeft veel aandacht voor het bestraffen van daders. In het relatief beknopte verkiezingsprogramma pleit de partij voor zwaardere straffen voor gewelds- en zedendelicten, ‘zodat vrouwen en meisjes weer alleen over straat durven’.* Ook dienen alle instanties ‘vijf fundamentele Nederlandse waarden’ te onderschrijven, waaronder dat ‘alle mensen gelijkwaardig zijn, ongeacht hun geslacht, ras of seksuele gerichtheid’.
In de afgelopen regeringsperiode heeft de partij echter geen enkele motie ingediend om deze gelijkwaardigheid te waarborgen of te bevorderen. Bovendien is lijsttrekker Thierry Baudet meermaals in opspraak geraakt om zijn vrouwonvriendelijke uitspraken en standpunten, onder meer in een interview met Quote, waarin hij zei dat ‘vrouwen minder excelleren in een heleboel beroepen, en minder ambitie hebben’.*
Omdat sommige moties haaks staan op vrouwenemancipatie, heb ik ze niet meegenomen in mijn analyse hierboven. Maar ik zag ze in mijn onderzoek wel voorbijkomen. Ze werden hoofdzakelijk ingediend door de SGP en de PVV.
Een voorbeeld: de PVV diende een motie in waarin stond dat ‘structurele, geïnstitutionaliseerde, systematische discriminatie van gender, lhbti of van welke groep dan ook’ niet bestaat in het hoger onderwijs. De PVV vond daarom ‘dat de functie van diversiteitsmanager op hogescholen en universiteiten moet verdwijnen’.*
Einde loonkoof, hallo gelijkwaardigheid?
Komende verkiezingen staat vrouwenemancipatie lang niet zo in de schijnwerpers als het klimaat en de pandemie, om maar wat te noemen. Toch gaat geen enkel verkiezingsprogramma aan het thema voorbij, en doen ook de nieuwe partijen een duit in de zak.
Zo wil JA21 ‘met het oog op de gezondheid van de vrouw’ de 24-wekentermijn bij niet-medische abortussen vervroegen. Om de kinderopvang voor iedereen toegankelijk te maken, stelt de conservatief-liberale partij een inkomensafhankelijke bijdrage voor. Verder horen quota of andere vormen van positieve discriminatie volgens JA21 ‘niet thuis in de democratische rechtsstaat’, want: ‘gelijke gevallen worden gelijk behandeld’.
Nieuwkomers VOLT en BIJ1 overlappen veel in hun progressieve standpunten over de positie van vrouwen. Als het aan die partijen ligt, komt er bijvoorbeeld een volledige vergoeding voor anticonceptie en wordt kinderopvang gratis.
De politiek kende de afgelopen regeerperiode voornamelijk een liberale benadering van vrouwenemancipatie: het merendeel van de moties focuste zich op de representatie van vrouwen aan de top en abortus. BIJ1 gooit het over een andere boeg: de antikapitalistische partij zegt expliciet achter de intersectionele feministische beweging te staan.
Het wordt spannend om te zien wat dat groeiende intersectionele geluid, in combinatie met het pas ingevoerde vrouwenquotum, gaat doen de komende vier jaar. Einde loonkloof, hallo gelijkwaardigheid? Een ding lijkt zeker: zolang de positie van mannen en vrouwen in Nederland ongelijk is, zal de emancipatiebeweging haar stem blijven verheffen.