Wie het minst te zeggen hebben over de toekomst: de mensen die haar gaan meemaken

Elian Yahye
Student internationale betrekkingen
De portretten bij dit stuk zijn de gezichten van de Noordvoerders, een initiatief dat jongeren uit Amsterdam-Noord wil laten zien waarom het zin heeft te gaan stemmen. Hier op de foto Jéremy: 'Ik ga stemmen omdat ik meer diversiteit wil zien in de Tweede Kamer! Voorheen was ik helemaal niet zo van de politiek. Maar deze zomer met de Black Lives Matter-demonstraties en alle coronamaatregelen sprak ik er meer over met vrienden en vond ik dat er verandering moest komen en dan moet je gewoon gaan stemmen. Dat is de eerste stap.' Foto's: Vincent van den Brink / Tolhuistuin / Dock Jongerenwerk Amsterdam-Noord

Tijdens verkiezingen gaat het vooral over de problemen die nú spelen. En er worden nauwelijks politici van onder de dertig verkozen. Gevolg: onze democratie verwaarloost de belangen van jonge en toekomstige generaties. Met deze ideeën krijgen zij een stem.

Moderne democratieën verwaarlozen de belangen van jonge en toekomstige generaties. En verkiezingen zijn daar mede schuldig aan, want om stemmen te winnen, loont het voor politici telkens vooral te focussen op de problemen die nu spelen. Dat is, in een notendop, de van de Australische filosoof Roman Krznaric.

Toen ik moest ik terugdenken aan een 59-jarige vader die ik in 2019 op het Malieveld Hij was daar samen met zijn dochter voor de landelijke klimaatstaking. ‘Dat ik met mijn dochter moet staken, is ergens niet helemaal de bedoeling natuurlijk’, verzuchtte hij. Het klimaatprobleem was al decennialang bekend. Een paar dagen eerder had de toen 16-jarige Greta Thunberg zich in haar speech bij de VN in duidelijke bewoordingen tot regeringsleiders gericht: ‘Jullie laten ons in de steek.’

Thunberg vertolkte het gevoel van de miljoenen jongeren die die week meededen aan klimaatstakingen overal ter wereld. Het leek bij politici en machthebbers niet door te dringen hoe groot het probleem was. Ook in Nederland niet. Toen eerder dat jaar tienduizend Nederlandse ‘klimaatspijbelaars’ naar Den Haag waren afgereisd, had toenmalig minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) nog afkeurend ‘Je leert op school meer dan op het Malieveld.’

Vergelijk dit met de reactie van de Nederlandse regering op de uitbraak van de coronapandemie. De samenleving – inclusief de scholen – ging op slot en volgens premier Mark Rutte was Nederland beland in ‘de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog.’ 

Dat de en niet de klimaatcrisis, werd bestempeld als de grote crisis van deze tijd, bevestigt Krznarics stelling. Blijkbaar kan politieke doortastendheid vooral worden getoond voor problemen die nu zichtbaar zijn. Het zijn de mensen die nu jong zijn die hier uiteindelijk de prijs voor betalen. Zijn conclusie: ‘We moeten onze democratie opnieuw uitvinden.’ 

In een vergrijzend electoraat wordt de stem van jongeren zwakker

De gevolgen van politieke kortzichtigheid komen op het bordje van jongeren terecht, maar die hebben daar op hun beurt vrij weinig over te zeggen.

Beslissingen over generatieoverstijgende problemen worden genomen door steeds grijzere kiezers. In 1980 maakten jongeren tot en met 25 jaar nog 19 procent uit van het electoraat, tegenover 12 procent in 2020. En dat aandeel zal voorlopig verder afnemen. 

In het Nederlandse parlement lijken jongeren haast een bedreigde diersoort. In de Tweede Kamer zit van onder de 30, hetzelfde geldt voor Gemiddeld zijn Nederlandse volksvertegenwoordigers 48 (Tweede Kamer) tot zelfs 59 jaar (Eerste Kamer).

In 1980 maakten jongeren tot en met 25 jaar nog 19 procent uit van het electoraat, tegenover 12 procent in 2020

Het gemiddelde Kamerlid staat mijlenver van jongeren vandaan. Rens Raemakers (D66), het jongste Tweede Kamerlid, vertelde in een interview aan dat hij jongeren makkelijker bereikt dan zijn oudere collega’s. ‘Ik zit denk ik als een van de weinige Kamerleden op Snapchat. Andere politici denken dat ze al heel goed bezig zijn als ze

Nederlandse jongeren bevinden zich zelden in het centrum van de macht: ze geven zelden leiding aan politieke partijen, grote bedrijven of maatschappelijke organisaties. Zo is minder dan 3 procent van de Nederlandse ceo’s

Het is niet zo dat belangrijke beslissingen altijd slecht uitpakken voor jongeren – maar  

De coronapandemie legt bloot hoe Nederland in toenemende mate een boomercratie wordt. Student en journalist Tahrim Ramdjan onlangs dat beleidsmakers niet beseffen wat de gevolgen zijn van het coronabeleid Het hoger onderwijs is bovendien steevast een bijzaak in de persconferenties. Ook ergerde hij zich aan mensen die zich afvroegen wat iemand na negen uur ‘s avonds nog te zoeken had op straat. ‘Die noodzaak zou ik ook niet voelen’, schreef hij, ‘als ik een veertiger was met een prima woning, wellicht met meerdere kamers en balkon of tuin.’

Laatst had ik een gesprek met mijn stiefvader over hetzelfde onderwerp. Hij was verbaasd over de reeks aan nieuwsberichten over jongeren die door de coronacrisis in een burn-out of in een depressie waren beland. ‘De maatregelen zijn vervelend natuurlijk,’ zei hij, ‘maar hoe kan het dat jongeren er zo erg aan onderdoor gaan?’

Wat niet wordt gehoord, weegt ook niet mee

Dat onbegrip valt deels terug te voeren op de gescheiden leefwerelden van generaties. In de regel leiden jongeren een leven met minder zekerheid en stabiliteit: we hebben minder vaak een vaste woning, vast inkomen en een vaste baan. Een coronamaatregel die voor sommige Nederlanders onbeduidend voelt, kan voor jongeren soms net de druppel zijn. 

Als dat perspectief onvoldoende wordt gehoord in de politiek, wordt het ook onvoldoende meegewogen in het beleid. Alleen al daarom zou het een aanwinst zijn als er deze week meer jonge politici tot Kamerlid worden verkozen.

Maar een jonger parlement is slechts een stukje van de puzzel. Er zijn ook andere manieren om meer rekening te houden met jonge en toekomstige generaties.

Drie ideeën: de kiesleeftijd verlagen, een generatietoets en een ombudspersoon

De meest voor de hand liggende oplossing is de kiesleeftijd verlagen naar 16 jaar. In meerdere Latijns-Amerikaanse landen Oostenrijk was in 2007 het eerste EU-land dat het ook voor 16- en 17-jarigen en daarna volgden In Nederland hebben GroenLinks, D66, PvdA, Partij voor de Dieren, Volt, BIJ1 en JONG een verlaging van de kiesleeftijd naar 16 in hun verkiezingsprogramma staan. Vooral progressieve partijen met oog voor duurzaamheid dus.

De nieuwe pan-Europese partij Volt profileert zichzelf duidelijk als partij van de jongere generaties. Naast een algemeen partijprogramma heeft zij een Daarin staat onder andere dat er een ‘solidariteitsplan’ moet komen om jongeren te compenseren voor de financiële offers die zijn gebracht tijdens de coronacrisis. Eerder dit jaar zei de directeur van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) tegen EenVandaag dat hij zich het meest zorgen maakt ‘We ontzeggen hen een goede start in het leven. Want jongeren hebben bovenmatig vaak een flexibel contract of zijn werkzaam als zzp’er.’ 

Maar voorkomen is beter dan genezen. En dat is waar een ‘generatietoets’ iets toe kan voegen. Dit houdt in dat er bij het maken van overheidsbeleid expliciet wordt gekeken naar de gevolgen voor jongeren, bijvoorbeeld in samenwerking met adviesorganen zoals de SER of met jongerenorganisaties zelf. Dit kan jongeren bij beleid dat vooral hen raakt. 

In 2015 was ik onderdeel van de eerste lichting studenten die geen recht meer had op de basisbeurs, maar te maken kreeg met het ‘sociale leenstelsel’. In de praktijk bleken de nadelen niet op te wegen tegen de voordelen, en in een paar jaar tijd is de Kamermeerderheid voor het leenstelsel verdampt. Als er een generatietoets was geweest, hadden de studenten en jongeren die jarenlang actie hebben gevoerd tegen het leenstelsel hun tijd wellicht ergens anders in kunnen steken.

Het nieuwe kabinet kan ook iemand aanstellen die zich hardmaakt voor de belangen van wie nu jong én wie nu nog niet geboren is. Op dit moment is GroenLinks de enige partij die pleit voor een Nederland zou daarmee in de voetsporen treden van Wales, dat als eerste land ter wereld zo’n politieke beschermheilige van de toekomst aanstelde. De 53-jarige Sophie Howe is daar sinds 2016 ‘Future Generations Commissioner’. In een legt zij uit wat haar werk inhoudt, en welke vraag zij aan haar landgenoten stelt: ‘Hoe zien het Wales en de wereld die je voor je kleinkinderen wilt achterlaten eruit?’

Met die commissaris van de toekomst heeft Wales een wijsheid van de oude Grieken ter harte genomen: ‘In een goede samenleving planten oude mensen bomen, in wier schaduw ze nooit zelf zullen zitten.’ 

Het versterken van de inspraak van jongeren is een verantwoordelijkheid van jong en oud. De Griekse metafoor lijkt urgenter dan ooit in deze tijd, waarin een opwarmende aarde en verlies van biodiversiteit de grootste bedreigingen vormen voor de toekomst van mijn generatie. In Nederland bieden de Tweede Kamerverkiezingen een kans om op partijen en kandidaten te stemmen die bereid zijn om bomen te planten.

Bekijk ook: