Radicaal-rechts komt in drie smaken in de Kamer. Wat zijn de verschillen?
Met de drie radicaal-rechtse partijen JA21, FVD en PVV heeft het parlement er een nieuw blok bij. Waar verschillen deze drie van elkaar, wat zijn de overeenkomsten en hoe verhouden hun standpunten zich tot de andere partijen?
Nooit eerder was populistisch radicaal-rechts zo groot in Nederland. De PVV, FVD en JA21 hebben samen 28 zetels in de wacht weten te slepen bij de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen woensdag. En dat is niet het enige novum. Nooit eerder lukte dat drie partijen met een uiterste rechtse agenda tegelijk. En dat terwijl de hoofdonderwerpen van deze partijen – immigratie en integratie – tijdens deze verkiezingen geen hoofdrol speelden.
Wat is er gebeurd? Voor we die vraag kunnen beantwoorden is het belangrijk eerst vast te stellen over wat voor soort partijen we het eigenlijk hebben. De PVV, FVD en JA21 zijn om te beginnen allemaal radicaal-rechts. Ze combineren een ‘nativistisch’ wereldbeeld – wat inhoudt dat ze de eigen natie verheerlijken en alles in strijd daarmee zien als gevaar – met een sterke nadruk op het belang van veiligheid en law and order.
Daarnaast zijn deze partijen populistisch, ze vinden dat ‘de politieke elite’ niet luistert naar ‘het gewone volk’. En niet onbelangrijk, met de jaren zijn deze partijen ook steeds sterker euro- en klimaatsceptisch geworden. Daarmee is deze politieke familie goed te onderscheiden van de andere Kamerfracties.
Dat geldt ook voor hun kiezers. De grafiek hieronder laat zien dat op hun kernthema – immigratie – de achterban van deze partijen radicale standpunten inneemt.
Wat zijn de verschillen tussen deze drie?
Natuurlijk zijn er verschillen in de manier waarop deze partijen concreet invulling geven aan hun opvattingen. De PVV richt zich bijvoorbeeld sterker dan de andere partijen op de islam. En Thierry Baudets Forum voor Democratie richt zich meer dan de andere partijleiders op de ‘bestuurlijke baantjescarrousel’ en het ‘partijkartel’.
Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen verschillen zijn. Ten eerste lopen de sociaal-economische opvattingen van de drie partijen (en hun kiezers) behoorlijk uiteen.
Zo profileert JA21 zich op economisch vlak duidelijk als rechts van de VVD. In haar verkiezingsprogramma beklaagt de partij zich bijvoorbeeld over ‘een steeds verder uitdijende overheid’. Die houding zie je ook terug bij de JA21-kiezers.
De grafiek hieronder laat zien dat die in veel minder sterke mate dan andere kiezers van mening zijn dat inkomensverschillen kleiner zouden moeten worden.
Hoe beïnvloeden de drie elkaar?
De PVV daarentegen richt zich in sociaal-economisch opzicht meer op de wat linksere kiezer. Zonder daarbij écht links te worden probeert Geert Wilders, zoals hij zelf zegt, ‘cultureel-conservatief met een sociaal hart’ te zijn.
Het is belangrijk daarbij aan te tekenen dat de achterban van de PVV in het afgelopen jaar wat naar rechts is opgeschoven in hun mening over sociaal-economische onderwerpen, na in de jaren daarvoor eerst gemiddeld iets linkser te zijn geworden. Vorig jaar waren PVV-kiezers ongeveer even links als PvdA- en GroenLinks-stemmers.
Dit komt waarschijnlijk doordat FVD in eerste instantie deze kiezers wegtrok bij de PVV. Na het uiteenvallen van FVD een paar maanden geleden is een deel van deze kiezers weer teruggekeerd op het oude PVV-nest, en heeft zo de achterban van Wilders in zijn geheel uiteindelijk toch weer wat rechtser gemaakt.
Ten tweede heeft Baudets FVD een nieuwe groep kiezers aan zich weten te binden. Na de interne chaos van afgelopen najaar zijn vooral de wat radicalere kiezers blijven hangen. Deze groep is in de afgelopen weken aangevuld met coronasceptici: mensen die het virus als niets anders dan een griepje zien, en vinden dat de samenleving zo snel mogelijk weer van het slot moet. FVD is daardoor naast een populistisch radicaal-rechtse partij ook de enige coronasceptische partij in de landelijke politiek.
Hoe heeft de opkomst van dit trio de rechterflank veranderd?
Deze drie partijen vormen sinds de verkiezingen van woensdag een populistisch radicaal-rechts blok. Dit is een belangrijke verandering. Lang bestonden er slechts twee blokken: links en rechts. Binnen die blokken wisselen kiezers nog steeds regelmatig van partij. Zo is er behoorlijk wat electoraal verkeer tussen bijvoorbeeld de PvdA en GroenLinks of tussen het CDA en de VVD. Maar tussen de blokken is er nauwelijks verkeer. Alleen D66 is als een duiventil voor linkse mensen uit het rechtse blok en rechtse mensen uit het linkse blok.
JA21 probeert zich binnen dit blok te ontpoppen als brug richting de VVD, door hun op elkaar lijkende sociaaleconomische agenda
Nu lijkt er dus een derde blok bij te zijn gekomen, waarbinnen kiezers van partij wisselen. Kiezersonderzoek laat zien dat er flink wat electoraal verkeer is tussen PVV, FVD en JA21. JA21 probeert zich binnen dit blok te ontpoppen als brug richting de VVD, door hun op elkaar lijkende sociaal-economische agenda. Het is wel de vraag hoe populair de combinatie van rechts op sociaal-economisch en nationalistisch op cultureel vlak zal blijken te zijn. Volgens onderzoek zijn hier niet heel veel kiezers te halen.
JA21 presenteert zichzelf vooral ook als het redelijke alternatief voor PVV en FVD. Die twee hebben zichzelf met hun radicale uitspraken buitenspel gezet om te kunnen besturen. Uit onderzoek van Ipsos blijkt dat veel van de mensen die voor JA21 kozen dat mogelijk deden omdat de concurrentie op uiterst rechts geen kans heeft op kabinetsdeelname door hun radicale uitspraken.
Zijn er dan helemaal geen raakvlakken met links?
De PVV en FVD hebben een smal bruggetje naar de SP. Dat is op veel vlakken een totaal andere partij, maar er zijn overeenkomsten. Ook de SP is populistisch en eurosceptisch – al zijn de socialisten op beide vlakken een stuk gematigder. En net als PVV en FVD is de SP populair onder de wat lageropgeleiden met weinig vertrouwen in de politiek.
Hoewel immigratie en Europese eenwording slechts een bijrol speelden in de verkiezingscampagne, hebben met name JA21 en FVD de electorale vijver van dit blok van partijen uitgebreid. JA21 door zich op de economisch rechtse kiezer te richten voor wie PVV en het huidige FVD een brug te ver zijn. En FVD door coronasceptici binnen te hengelen.
Wat vindt de VVD van haar nieuwe rechterburen?
De VVD zit nu opgescheept met een stevig blok aan rechterzijde van drie populistisch radicaal-rechtse partijen, met hun zetels vertegenwoordigt het een op de vijf mensen die gestemd hebben. In het verleden heeft VVD-leider Mark Rutte al laten zien dat hij geen moeite heeft met het flirten met deze kiezer. Denk aan zijn ‘pleur op’ bij het televisieprogramma Zomergasten of het ‘doe normaal, of ga weg’ in zijn eerste brief aan alle Nederlanders. Ook tijdens deze campagne heeft hij zich in interviews en debatten behoorlijk radicaal opgesteld.
Rutte kan als geen ander meeveren met de politieke omstandigheden zonder zijn eigen achterban van zich te vervreemden. De grote vraag wordt of hij daarin zal blijven slagen. Ter linkerzijde heeft hij D66, die de VVD mee zal willen hebben op immigratie, Europese eenwording en klimaat. Aan de andere kant kijkt Rutte aan tegen een electoraal versterkt radicaal-rechts blok, dat uit is op zijn rechtse kiezers. Die raakt hij kwijt als hij te ver meeveert naar links.
Is dit blok een blijvertje?
De komende jaren zal blijken of dit populistisch radicaal-rechtse blok stand zal houden als een structureel nieuw onderdeel van de Nederlandse partijpolitieke constellatie. De grote veranderingen in de afgelopen maanden (de partijen zijn na maanden van ruzies, verbrokkeling en hergroepering nog maar net in rustiger vaarwater) maken het zeer onwaarschijnlijk dat het blok een stabiele periode tegemoet zal gaan. Bovendien drijft het succes van FVD voor een groot gedeelte op coronascepsis. Hoe zal zich dat ontwikkelen als de pandemie naar de achtergrond verdwijnt?
Saai zal het in dit deel van de partijpolitieke ruimte in ieder geval niet snel worden.