Er is nog nooit een Nederlandse militair veroordeeld voor oorlogsmisdaden. En dat terwijl Nederland de afgelopen decennia vaak betrokken was bij

Betekent dat dat Nederlandse militairen zich altijd keurig aan de regels van het oorlogsrecht houden, of is er meer aan de hand? Volgens ’s lands bekendste mensenrechtadvocaat Liesbeth Zegveld het laatste.

Ze spande eerder zaken aan tegen de Nederlandse staat om de val van Srebrenica (1995) en luchtaanvallen op de Iraakse steden Mosul en Hawija (beide in 2015). In 2018 daagde ze Nederland voor de rechter uit naam van die slachtoffer werden van bombardementen tijdens de slag om Chora in 2007. Die zaak dient vandaag (29 maart).

In bijna alle zaken die Zegveld doet is er een rode draad: een oorlogsactie loopt gruwelijk uit de hand, maar aan het eind van de rit blijkt niemand verantwoordelijk te worden gehouden. En dat kán niet, betoogt Zegveld. ‘Het kan niet zo zijn dat er met dit systeem nooit iemand de mist in gaat.’

Een ondoordringbare muur bij Defensie

Ik spreek Zegveld in haar kantoor bij Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers in Amsterdam, waar we het zullen hebben over Nederlands oorlogsgeweld, de gevolgen ervan voor de slachtoffers, en hoe de Nederlandse staat zich daarvoor verantwoordt. 

Ze draagt een grijze wollen trui en witte broek, en verontschuldigt zich bij binnenkomst voor de drukte in haar hoofd. Een eerdere bijeenkomst liep wat uit, terwijl de volgende zich alweer aandient. Zegveld staat onder collega’s bekend om haar niet-aflatende gedrevenheid en vechtlust. In 2016 verkiezen ze haar tot ‘meest gewaardeerde advocaat van Nederland’. 

Elke keer als ze zich vastbijt in een zaak over oorlogsgeweld, stuit ze op een ondoordringbare muur bij Defensie. Ze gedragen zich alsof de krijgsmacht ‘een soort privédomein is’ waarover ze ‘geen verantwoording hoeven af te leggen’, zegt ze. En dat is een fundamenteel probleem: ‘Oorlogsgeweld is het heftigste middel dat we in kunnen zetten, maar omdat het over de grenzen gebeurt kijkt niemand mee.’

‘Oorlogsgeweld is het heftigste middel dat we in kunnen zetten, maar omdat het over de grenzen gebeurt, kijkt niemand mee’

In de zitting van 29 maart zal ze voor de rechtbank pleiten om meer informatie over de slag om Chora. In die plaats in de Afghaanse provincie Uruzgan, waar tussen 2006 en 2010 ongeveer tweeduizend Nederlandse militairen waren gelegerd als onderdeel van de ISAF-missie van de NAVO, trokken in 2007 honderden vijandelijke talibanstrijders richting de Nederlandse compound. De commandant van dienst besloot met zwaar geschut de woonwijken daartussen te bombarderen. De bewoners waren via lokale autoriteiten gewaarschuwd, maar die boodschap heeft mogelijk niet iedereen bereikt. De volgende dag worden kruiwagens lijken uit het puin gereden. Er vallen in totaal 250 doden, onder wie 80 burgers. 

Defensie benadrukt dat de militairen conform de regels hebben geopereerd, en krijgt bijval van onder meer het Maar informatie waaruit dat zou blijken weigert Defensie – ondanks meerdere verzoeken – openbaar te maken, zegt Zegveld. En zolang dat niet gebeurt, blijft het onduidelijk of echt alles is gedaan om burgerdoden zoveel mogelijk te

Zegveld, vurig: ‘Er vielen tachtig burgerdoden, hoe kun je dan zeggen dat het allemaal goed is gegaan? Hoe zijn die doelen dan bepaald? En als het goed is gegaan, waarom zijn er dan mensen gebombardeerd die zeggen "wij zijn burger"? Hoe zit dat dan?’

Als je geen verantwoording aflegt, kun je beter thuisblijven

Defensie is niet blij met de zaak. In een artikel in uit 2018 stellen De Gezamenlijke Officierenverenigingen dat dit soort juridische processen ervoor zorgen dat militairen kunnen gaan twijfelen op momenten dat ze moeten handelen. 

Oud-militair en docent aan de Nederlandse Defensie Academie Martijn Kitzen vindt de vrees voor een veelvoud aan extra maatregelen gegrondVolgens hem had bijvoorbeeld Duitsland zijn missie in Afghanistan zo dichtgetimmerd met regels dat de commandanten heel terughoudend werden. En dat had volgens Kitzen júist burgerslachtoffers

Kitzen: ‘Commandanten moeten zich houden aan het oorlogsrecht en hun Rules of Engagement, maar zich niet té gebonden voelen door een overvloed aan extra regels. Ze moeten doen wat op dat moment goed is. Met de regels in hun achterhoofd, maar zonder te veel beperkt te worden’.

Zegveld ziet dat precies andersom. Als militairen zich niet aan de wet houden, of er geen verantwoording over afleggen, kunnen ze beter thuisblijven. Volgens het oorlogsrecht moeten burgers zoveel mogelijk worden Collateral damage’ is daarbij niet uitgesloten, maar moet in verhouding staan met het beoogde resultaat en ‘proportioneel’ zijn. 

En daar zit het probleem, zegt ze. ‘We sturen overal F-16’s naartoe om te bombarderen, maar hebben geen enkel system in place om daarna te onderzoeken wat we precies hebben gedaan, en daarover verantwoording af te leggen.’

Dat er nog nooit een Nederlandse militair is berecht voor oorlogsmisdaden zegt genoeg: ‘Als jij uiteindelijk zoals in de bak verdwijnt, dan staat er zeg maar iets op het spel. Als dat nooit gebeurt heb je weinig te vrezen van de wet.’ 

Met oorlogsrecht heeft de huidige gang van zaken dan ook weinig te maken, vervolgt ze fel: ‘Schaf het af op deze manier. Maak er maar een soort administratief systeem van. Een intern systeem om elkaar een beetje bij de les te houden, maar niet als rechtssysteem.’

Hoe Defensie verantwoording ontloopt

Defensie stelt dat haar militairen zich houden aan het oorlogsrecht, en er alles aan doen om burgerslachtoffers te voorkomen. Voorafgaand aan een luchtaanval zijn vaak meerdere landen en partijen betrokken, die met behulp van hypermoderne technologie en uitgebreide procedures aanvallen tot in detail voorbereiden.

Zegveld: ‘Dat wil ik best aannemen, maar de downside daarvan is dat niemand verantwoordelijkheid neemt.’ Sterker, landen gebruiken die constructie om de verantwoordelijkheid te ontlopen, zegt ze. Want bij wie moet je zijn als het misgaat?

Nederland weigert in zo’n geval informatie te verstrekken omdat dit de belangen van coalitiegenoten raakt, zegt ze. Maar de coalitie geeft zelf ook geen informatie, vervolgt ze: ‘Zij zeggen: we pikken er geen afzonderlijke landen uit, omdat iedereen verantwoordelijk is voor het hele proces van het verzamelen van inlichtingen, verificatie en uiteindelijk de beslissing om over te gaan tot een aanval.’

Maar toen ze in 2019 naar de rechtbank stapte om Nederland aansprakelijk te stellen voor een coalitie-bombardement in Irak omdat het land deelnam aan de coalitie, ging de rechtbank niet mee in haar redenering: ‘Dan zeggen ze: "Er is onvoldoende relatie met Nederland om die stukken te kunnen opvragen, of te bevelen dat die moeten worden gedeeld."’ 

‘Je blijft verantwoordelijk voor het geweld. Dus hou er toezicht op’

En zo pleit iedereen zichzelf vrij. ‘Ik wil best aannemen dat je bepaalde taken delegeert waar je zelf minder goed in bent, maar je blijft wel verantwoordelijk. Dus hou er toezicht op.’

In de maakte over de slag om Chora zie je die houding terug, vervolgt ze. Wanneer Can toenmalig minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) vraagt naar de inhoud van een geheim NAVO-onderzoek naar het beslissingsproces voorafgaand aan de door Nederland uitgevoerde bombardementen, antwoordt hij rustig: ‘Dan moet u niet bij mij zijn. Dan moet u bij de NAVO zijn.’

Zegveld, boos: ‘Daar zit echt iets in van you’re talking to me? Nou dat is het, dat is de kern van waar het hierover gaat. Ja, I’m talking to you. Want er liggen daar wel tachtig mensen onder de grond dankzij jou.’

De reden dat Defensie zo terughoudend is, is omdat ze bang zijn dat ze na een veroordeling niet meer kunnen vechten, zegt Zegveld. ‘Toen de zaak-Srebrenica voor de Hoge Raad diende, zei de Staat tegen de rechter: "Als we worden veroordeeld doen we nooit meer mee aan vredesoperaties." Dat was bedoeld als dreigement. Want we willen toch zo graag vredesoperaties?’ 

‘Ik was daar zo klaar mee dat ik uiteindelijk zei: Als je het zo doet, dan kun beter thuisblijven. Je moet het gewoon helemaal niet doen op deze manier. Je kunt het niet aan.’ 

Hoe het anders kan

Vandaag (29 maart) staan bovenstaande dilemma’s opnieuw ter discussie in de rechtbank in Den Haag. Maar ook deze keer vreest Zegveld dat er niemand persoonlijk verantwoordelijk wordt gehouden voor het dodelijke geweld. 

Zegveld: ‘Iedereen weet dat uiteindelijk de leidinggevenden ter plekke verantwoordelijk zijn. Dat is toch dat is toch Dat zijn de mensen die uiteindelijk de opdrachten geven.’

Door de grote politieke belangen die op het spel staan gebeurt er niets, vervolgt ze. ‘Precies wat zei toen hij hier voor de rechtbank stond. Hij zei: "Als ik hier naar de gevangenis ga, dan trek ik de hele zooi van Defensie met me mee." Hij heeft gelijk! Hij heeft gelijk!’’ 

Zijn de problemen die ze beschrijft het gevolg van individuen die meegaan in het systeem, of deugt het systeem zelf niet? ‘Het systeem zelf deugt in ieder geval niet. Maar ook individuele personen zijn op leidinggevend niveau wel degelijk verantwoordelijk. Want die kunnen iets veranderen. Die moeten toezicht houden. Die geven de instructies. Hen moet je hebben.’ 

Het kan anders, zegt ze. Maar daarvoor is een mentaliteitsverandering nodig. ‘Defensie is geen bedrijf dat je runt, en ook niet een verlengde van de wapenindustrie die hun wapens in het veld even toepast. Het is een kwestie van verantwoordelijkheid nemen, van begin tot het einde.’ 

‘Aangezien het rechtssysteem helemaal niet functioneert, zou je een standaardcommissie moeten hebben die elke veldslag tegen het licht houdt, en dan ook echt alle informatie krijgt. Een echt onafhankelijke commissie. Zolang de slager zijn eigen vlees blijft keuren, zal er niets veranderen.’

Aanvulling 30-03-2021: In een eerdere versie ontbrak bij een citaat van docent Martijn Kitzen noodzakelijke context, die hebben we toegevoegd.

Meer lezen:

Hoe meer aandacht voor oorlogsrecht, hoe gevaarlijker voor burgers, zegt deze onderzoeker Bij oorlogsrecht denk je al snel aan het beperken van oorlogsgeweld. Maar moderne legers gebruiken de wet steeds meer om juist meer dodelijk geweld toe te passen. Dat wordt gedaan door militair juristen, de juridische frontsoldaten in een oorlog die tot nu toe vrijwel verborgen bleef, zag de Britse onderzoeker Craig Jones. Lees het artikel hier terug