Waarom links zo veel Kamerzetels kwijt is

Matthijs Rooduijn
Universitair docent Politicologie UvA
Illustratie door redactioneel ontwerper Luka van Diepen

Linkse partijen hebben in de nieuwe Tweede Kamer nog maar 26 zetels, 20 procent minder dan voor de verkiezingen. GroenLinks en de SP konden zich door de ‘coronasluier’ niet goed profileren en raakten kiezers kwijt aan D66 en Volt. Toch neemt de urgentie van linkse politiek alleen maar toe.

Op 31 maart werd de nieuwe Tweede Kamer beëdigd. Wie vanaf nu de plenaire vergaderzaal van de Kamer in kijkt, ziet een Het aantal stoelen dat bezet wordt door een vertegenwoordiger van een linkse partij (PvdA, SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren, Denk of BIJ1) is met een vijfde afgenomen. Minder dan één op de vier zetels is sinds woensdag in

Als we kijken naar ‘de grote drie’ – PvdA, SP en GroenLinks –, dan staan de zaken er voor links nog minder rooskleurig voor. Zij hebben samen nog maar 26 zetels – een naoorlogs dieptepunt. En dat terwijl deze partijen de afgelopen vier jaar allemaal in de oppositie zaten. Ter vergelijking: de ‘grote’ linkse partijen hadden 37 zetels in 2017, 57 in 2012 en 55  

Wat is er gebeurd? Om te beginnen is het belangrijk te benadrukken dat het nettoverlies van het linkse blok voor het grootste deel op het conto van GroenLinks (van 14 naar 8 zetels) en de SP (van 14 naar 9 zetels) kan worden geschreven.

GroenLinks is er het thema klimaat een hoofdrol te laten spelen in het stemhokje. Waarschijnlijk komt dit voor een belangrijk deel door de ‘coronasluier’ die over de campagne lag. Maar mogelijk heeft de partij ook zelf steken laten vallen. Door van partijleider Jesse Klaver (‘we moeten nu niet harder gaan praten tegen elkaar, maar beter naar elkaar gaan luisteren’) en zijn nadruk op het belang van samenwerken, heeft hij mogelijk nagelaten een gevoel van klimaat-urgentie onder zijn potentiële kiezers op te roepen.

Daarnaast (en hier mogelijk mee samenhangend) lijkt het erop dat Klaver er vergeleken met vier jaar geleden minder goed in is geslaagd de kiezer te overtuigen van zijn leiderschapskwaliteiten. Uit blijkt dat GroenLinks-kiezers zich in vergelijking tot kiezers van andere partijen maar weinig hebben laten enthousiasmeren door ‘hun’ lijsttrekker.

Campagne voeren was lastig voor partijen 'van de straat'

Bij de SP spelen andere problemen. De achterban van de partij bestaat uit die vinden dat de politiek hen in de steek heeft gelaten. Deze kiezers zijn moeilijk te mobiliseren, zeker met coronamaatregelen die het campagnevoeren voor partijen extra lastig maken. Inderdaad blijkt een van de mensen die in 2017 op de SP stemden dit keer thuis te zijn gebleven. 

Ook heeft de SP op electoraal vlak maar weinig kunnen ‘profiteren’ van de toeslagenaffaire. Hoewel de partij met Renske Leijten een van de belangrijkste criticasters binnen haar gelederen heeft, is de affaire uiteindelijk (opvallend genoeg) geen hoofdthema geworden

Dan de PvdA. Hoewel de partij geen zetels heeft verloren (of gewonnen), is de uitslag van 9 zetels toch een grote teleurstelling voor de sociaaldemocraten. In 2017 is de PvdA driekwart van haar electoraat kwijtgeraakt. Vermoedelijk heeft de partij de toen overgebleven 9 zetels altijd als een eenmalig dieptepunt beschouwd, als een momentopname na een kabinetsdeelname die bij veel van hun kiezers, om het eufemistisch te stellen, weinig enthousiasme had opgeroepen. Maar die 9 zetels blijken nu dus het nieuwe normaal. 

Een van de grote problemen van de PvdA is dat de partij er nauwelijks meer in lijkt te slagen jongeren Met een verkiezingscampagne die voornamelijk gericht was op klassieke sociaal-economische thema’s, en niet op als klimaat en racisme, kun je je afvragen hoe toekomstbestendig de partij is. Het is wel belangrijk op te merken dat de kort voor de verkiezingen de partij hoogstwaarschijnlijk ook parten heeft gespeeld.

Voor PvdA, GroenLinks en SP heeft vermoedelijk meegespeeld dat ze zich door de ‘coronasluier’ nauwelijks hebben kunnen onderscheiden van de coalitiepartijen. Ze konden niet veel meer doen dan kritiek uiten op het kabinet, maar uiteindelijk toch instemmen met de maatregelen.

Er zijn natuurlijk ook linkse partijen die het wel goed hebben gedaan. DENK heeft haar 3 zetels weten te behouden, en de Partij voor de Dieren heeft er een zetel bij gekregen. Daarnaast is er een nieuwe linkse partij bij gekomen: BIJ1. De uiteindelijke bijdrage van deze drie partijen aan het totale linkse blok is echter zeer beperkt. Tegenover het gezamenlijke verlies van 11 zetels van GroenLinks en de SP staat een gezamenlijke winst van slechts 2 zetels van de Partij voor de Dieren en BIJ1.

Naar wie de linkse zetels gingen

Het nettoverlies van links is voor een belangrijk deel ook het gevolg van het succes van D66 (van 19 naar 24 zetels) en Volt (van 0 naar 3 zetels) – partijen die zeer pro-EU en kosmopolitisch zijn, maar op sociaal-economisch vlak eerder in het midden zitten. D66 heeft als een soort spons het linkse blok leeggezogen. Met name GroenLinks heeft een flink aantal kiezers zien overlopen naar de Onderzoek van Ipsos doet vermoeden dat er ten minste twee belangrijke redenen zijn De eerste is leiderschap. Veel D66-kiezers geven aan dat de lijsttrekker van ‘hun’ partij een belangrijke rol heeft gespeeld bij hun keuze.

Relatief veel mensen stemden op D66 om strategische redenen 

Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat relatief veel mensen op D66 hebben gestemd om strategische redenen. Vermoedelijk hebben overwegingen met betrekking tot regeringsdeelname een rol gespeeld. De kans dat D66 zou gaan regeren was (en is) aanzienlijk, terwijl de kans dat GroenLinks deel van een coalitie zou gaan uitmaken een stuk minder groot was (en is), met name vanwege het gebrek aan enthousiasme bij de VVD. Mogelijk hebben flink wat linkse de inschatting gemaakt dat de kans op daadwerkelijke beleidsverandering op het gebied van bijvoorbeeld klimaat groter is met een groot D66 dan met een groot GroenLinks.

En dan is er natuurlijk het nieuwe Volt, een pan-Europese partij die het vooral goed heeft gedaan onder en daarmee met name van GroenLinks en de PvdA kiezers heeft afgesnoept. Het is wel belangrijk daarbij aan te tekenen dat Volt zeker niet alleen uit linkse hoek kiezers heeft aangetrokken. Ook behoorlijk wat CDA- en VVD-stemmers uit 2017 hebben de overstap naar Volt gemaakt.

Linkse kiezers gingen niet naar de VVD, en al helemaal niet naar radicaal-rechts

Twee alternatieve verklaringen voor het verlies van links kunnen naar het rijk der fabelen worden verwezen. Tijdens de campagne was er de verwachting dat Ruttes populariteit als coronapremier ook linkse kiezers naar de VVD Dit lijkt nauwelijks te zijn gebeurd: maar weinig linkse kiezers hebben deze overstap Hoewel de VVD het lange tijd zeer goed deed in de peilingen, heeft de partij uiteindelijk maar één zetel winst geboekt.

Een veelgehoord geluid is dat linkse partijen steeds meer kiezers kwijtraken aan radicaal-rechts. En ook nu is dit niet gebeurd. Er is een heel beperkt aantal kiezers overgestapt van de SP naar Forum voor Democratie. Tussen de PVV of JA21 en de linkse partijen is er nauwelijks electoraal verkeer.

Wel is het mogelijk dat de van vrijwel alle partijen naar economisch links – of in ieder geval de uitgebreide media-aandacht voor dit verhaal van algehele politieke verlinksing – ervoor gezorgd heeft dat mensen het minder nodig vonden om op een linkse partij te stemmen. 

Het goede nieuws voor links is dat de urgentie van linkse politiek de komende tijd waarschijnlijk zal toenemen. Het zal de komende maanden steeds duidelijker worden hoe de coronacrisis de (sociaal-economische) ongelijkheid Als mensen straks minder bezig zijn met het virus en de coronamaatregelen, en veel meer met de gevolgen hiervan, is het niet ondenkbaar dat het linkse geluid luider zal klinken, en ook enthousiaster zal worden ontvangen. 

Maar ja. Daar zal links niet direct de vruchten van kunnen plukken. Het duurt waarschijnlijk nog wel even voor we weer naar de stembus mogen. 

Meer lezen?