Het is de eerste keer dat ik haar ontmoet. Haar oom doet het woord.

Het verhaal lijkt plausibel. De vrouw van veertig leeft hier al tijden maar voelt zich ‘de laatste tijd’ wat zwakjes. Daarom besloten ze naar de straatdokter in de Pauluskerk in Rotterdam te gaan. 

Ons gesprek duurt niet lang en ik neem haar mee naar de onderzoeksbank. Terwijl ze zich aarzelend uitkleedt, blijft ze me aankijken. Het voelt ongemakkelijk en ik weet niet waarom. 

Zes seconden later begrijp ik het.

Van onder haar laatste kledinglaag verschijnt een zwerende tumor die een gedeelte van haar borstkas in beslag neemt. Ik zet van schrik een stap naar achteren.

‘Hoe kan dit…’ richt ik me tot haar oom – zo uit de hand gelopen zijn, denk ik, maar maak de zin niet af. De omvang van de tumor verraadt het echte verhaal. Deze kan onmogelijk ‘de laatste tijd’ zijn ontstaan – zoiets duurt jaren.

Een vliegticket is vaak goedkoper

Nederland vergoedt zorg voor onverzekerden via twee regelingen: een en een tweede Voor hoeven ongedocumenteerden niet te bewijzen dat ze geen paspoort of verblijfspapieren hebben. Initialen en geboorteland zijn voldoende. De zorgverlener moet wél controleren of de patiënt ongedocumenteerd is en de zorg niet kan betalen, maar hoe, daar zijn geen regels over. 

In dit geval vermoed ik dat er iets anders aan de hand is. Dat mijn patiënt naar Nederland is gekomen op een reisvisum, om hier zorg te krijgen – omdat de zorg er in haar thuisland simpelweg niet was, of omdat ze die niet kon betalen.

Een vliegticket is vaak nog altijd goedkoper dan een ziekenhuisrekening in eigen land.

Dus vraag ik om haar paspoort. 

Zorg voor ongedocumenteerden is niet ‘gratis’

De sfeer slaat om. ‘Je moet haar helpen, niet om een paspoort vragen’, bijt de man me toe. Maar hoe slecht het ook voelt, ik houd voet bij stuk. 

In een ziekenhuis zou deze vrouw behandeld worden, dat is het probleem niet. Maar zulke zorg is niet ‘gratis’.

In een ziekenhuis zou deze vrouw behandeld worden, dat is het probleem niet

Blijkt de vrouw, zoals ik denk, legaal in Nederland te zijn, dan geldt de ongedocumenteerdenregeling niet. De ziekenhuisrekening is dan voor haar, of voor degene die garant staat op het visum. 

En inderdaad, als de vrouw uiteindelijk haar paspoort naar me toe schuift, blijkt: ze heeft een geldig visum.

De sfeer wordt er niet beter op. Ik probeer uit te leggen dat ik alleen zo streng ben om ze beter te kunnen informeren. De vrouw heeft officieel geen recht op vergoedingen.

Het ergste krijg ik haast niet over mijn lippen. Een tumor in dit stadium is waarschijnlijk uitgezaaid, een behandeling zal haar leven hoogstens wat verlengen. 

Nee, er zijn niet overal ‘potjes’ voor

Een aantal weken later hoor ik van mijn assistent hoe het met de vrouw is afgelopen. Ze is naar het ziekenhuis gegaan, dat haar wel behandelde, maar dat mocht niet meer baten. Tijdens de behandeling overleed ze. 

Het was de gok hopelijk waard. 

Diezelfde week zie ik een andere familie, in paniek, op mijn spreekuur. Hun vader had ik een aantal weken ervoor naar het ziekenhuis doorgestuurd met een vergelijkbaar verhaal. Deze familie kreeg de rekening wel – meer dan 20.000 euro. 

Dat geld hadden ze bij lange na niet. Hulporganisaties gingen zich ermee bemoeien: er zouden wel ‘potjes’ zijn, geen zorgen. Goedbedoeld, maar ze creëerden alleen valse verwachtingen. 

Wat doet een goede dokter?

Als arts ben ik vrij rechtlijnig opgeleid. Ik ben klaargestoomd voor een wereld waarin ik patiënten help. Een wereld van heldere afspraken tussen zorgverleners en verzekeraars. Maar als straatarts opereer ik in een veel vager gebied. 

Hebben deze patiënten recht op zorg? Ben ik een goede hulpverlener als ik zo eerlijk ben, en dat ook van de mensen op mijn spreekuur vraag? Als ik weet dat een patiënt fraude wil plegen ben ik dan niet verplicht dit te melden – en waar dan? Maar hoe zit het dan met mijn beroepsgeheim? En als ik dat niet doe, draag ik dan bij aan misbruik,  

Mijn brein draait overuren die week. 

Kan ik dit niet beter het probleem van een ánder maken, vraag ik me af. Mijn patiënt wat glazig aanhoren, een verwijsbrief schrijven en mijn gevoel dat er iets niet pluis is negeren. Not my problem! 

Maar dat kan ik gewoonweg niet. 

Het lot van de straatarts

In de weken die volgen heb ik het erover met andere hulpverleners in de Pauluskerk. De dominee houdt me een spiegel voor. Waarom focus ik toch zo op aardse zaken als regels en protocollen? Als God iedereen zijn identiteit al heeft gegeven, is een paspoort dan echt zo belangrijk? En al ben ik zelf ongelovig, hij geeft me een belangrijk inzicht. 

Ik moet niet boos worden op mensen die zichzelf proberen te redden. Ik zou boos moeten zijn op hun redenen van vertrek. De slechte ziekenhuizen en armoede in eigen land, de ongelijkheid. 

Maar ik kan de onrechtvaardigheid in de wereld niet veranderen. 

Wat ik wel kan, is deze mensen niet de rug toekeren maar helpen, of ze daar nou officieel recht op hebben of niet. Wel uitleggen wat de regels zijn, maar de keuze aan hen laten. 

Ik weet nog steeds niet of ik dit zou moeten melden tegen mijn beroepsgeheim in. Maar dat ik daar geen duidelijk antwoord op krijg, heb ik geaccepteerd. 

En als patiënten en familie boos op mij worden: helaas.

Dat is dan maar het lot van een straatarts in een welvarend land.

Luister of lees ook:

Een straatarts en een dakloze vertellen hoe corona het leven zonder thuis beter maakte Straatarts Marcel Slockers en dakloze Mohamed Taleb vreesden voor een oncontroleerbare corona-uitbraak onder dak- en thuislozen, maar de coronatijd bracht juist wat positiefs: meer rust en ruimte (zelfs om af te kicken). Ga naar het Goede Gesprek van Lex Bohlmeijer