Andere flamingo’s denken: Bob is gek. Toch verovert hij de wereld
Delen is ingewikkeld. Een planeet delen al helemaal. Maar we hoeven niet altijd in conflict te zijn met het niet-menselijk leven om ons heen, bewijzen deze fabuleuze flamingo en zijn dierenarts uit Curaçao.
In 2016 vliegt een flamingo tegen het Hiltonhotel in Curaçao. Hij stort neer naast het zwembad met een hersenschudding en gekneusde vleugel.
Een paar jaar later is hij de beroemdste flamingo ter wereld. En zijn behandelend arts misschien wel de beroemdste dierenarts.
Het kan raar lopen in het leven. Dierenarts Odette Doest, praktiserend in Willemstad en opgeleid in Utrecht, is inmiddels niet meer los te zien van flamingo Bob. Er is veel opmerkelijk aan het duo, dat samen scholen bezoekt en klassen vol kindjes begeesterd achterlaat, of samen rond het eiland zwemt, om mensen te wijzen op mooi koraal.
Maar die wereldfaam danken ze eerder aan Odettes kleine neef uit Vlaardingen: Jasper Doest, een grote naam in de natuurfotografie. Hij staat geregeld op de cover van National Geographic en wint daar dan – ook dit jaar weer – een World Press Photo mee.
En zo kon het gebeuren dat Jasper uit logeren ging bij Odette toen opeens een roze gevaarte dwars door zijn jetlag heen de slaapkamer binnen stapte. Het werd een fotoboek, dat net uit is: Meet Bob.
Jasper: ‘Iemand kan je van alles vertellen, maar een live ervaring van zo’n grote roze vogel die op je afkomt en met z’n 1,3 meter boven je uittorent – dat plant een zaadje in je hoofd dat voor altijd meegaat. Dat zijn dingen die de verbeelding te boven gaan. Daar ontstaat de magie.’
Mijn leraar de flamingo
Ik spreek neef en nicht Doest via Zoom. Bij Odette hangt rescue kapucijnaapje Jopie om haar nek, terwijl amazonepapegaai Crockey het gemunt heeft op haar lunch. Bij Jasper drentelen twee rotsduiven door de keuken: Ollie en Dollie. Hij heeft ze goed leren kennen dit coronajaar, toen hij noodgedwongen thuis zat en er aan ‘wildlife’ weinig anders te fotograferen viel. Ook de duivenserie viel in de prijzen.
Waar veel fotografie ‘de natuur’ in beeld brengt als iets paradijselijks, als ongerept oord hier ver vandaan zonder mensen, legt Jaspers werk de nadruk op de schoonheid én de uitwassen van juist het delen van een planeet.
Zo maakte hij een vermaarde fotoserie over badderende makaken in Japan. De apen werden bijgevoerd, deels om ze weg te houden bij de natuurlijke buitenbaden geliefd bij mensen, deels uit respect. Maar door dat bijvoeren explodeerde hun populatie. Makaken kwamen alsnog in conflict met zowel badgasten als boeren uit de buurt. Om de makaaktallen terug te dringen werden ze maar ingezet in de entertainmentindustrie.
Jasper: ‘Uiteindelijk kom je in een café terecht waar een aap met een luier in een soort Moulin Rouge-achtig setting met rood licht z’n kruis aan het betasten is.’ Een vreemde wending voor een dier dat van oudsher in de Japanse cultuur gezien wordt als de link tussen mens en God. ‘Hoe kwamen we van daar naar hier?’
Nee dan Bob en Odette. Een verhaal dat laat zien hoe de mens-dierrelatie óók kan uitpakken. Wat we elkaar juist te geven hebben.
Ze nam hem in huis. Odette: ‘Bob heeft een horrelvoet plus artritis: een chronische ontsteking aan beide pootjes. En een probleem met z’n linkervleugel.’ Met een dergelijke zorgvraag kan Bob niet terecht in de dierentuin. Het wild wordt ’m al helemaal niet.
Omdat Bob erg rustig is rond mensen, promoveerde Odette hem tot educatiedier voor haar stichting Fundashon Dier en Onderwijs Cariben (FDOC). Odette: ‘Laat een dierenarts een naam verzinnen haha. Stichting Bob was beter geweest.’
Want het Bob-evangelie bleef niet op de Cariben. Inmiddels is Bob te zien op de Duitse tv, staat in kranten van Peru tot Rusland, van Thailand tot Japan, en krijgt geregeld internationaal bezoek. Zoals van een schare fans uit Spanje.
Jasper: ‘Eén Amerikaans stel plande zelfs hun huwelijksreis rond Bob.’
Bob en de gang
Hoe plaats ik Bob ten opzichte van andere vogels? Kun je er een band mee krijgen zoals met een papegaai? Of is het eerder een duif? Flamingo’s schijnen in het wild wel monogame relaties te hebben die decennia duren.
Odette: ‘Ik denk dat Bob mij ziet als een andere flamingo die eten deelt. Vergelijken is lastig, vogels hebben allemaal een heel eigen karakter. Ook met duiven kun je echt een band hebben hoor! Ik had lang een educatieduif genaamd Vriendje. Die vloog naar me toe als ik riep, of zat rustig op mijn stoel in de studio tijdens televisie-interviews over duiven. Na afloop gezellig samen in de auto, van "roekoe roekoe" we gaan weer terug.’
‘Je kunt Bob misschien het beste vergelijken met een kat. Katten gaan hun eigen gang, je hoeft niet in hun wereld te zijn, maar heel fijn als je eten neerzet, dan zijn ze ineens je beste vriend. En ze hebben momenten dat ze je opzoeken en gewoon "bij je zijn".’
‘Soms komt Bob naast me staan als ik bezig ben, uit gezelschap. Of hij sluipt naar me toe als ik de vis maak voor de pelikanen en de genten. Dat heb ik dan niet meteen door, maar dan botst hij gewoon tegen me op, zo van "hallo, ik ben hier!" Beetje dominant. Soms geef ik hem wat vis en zie je hem denken: "Hè hè, zo. Eindelijk, duurt lang."
‘De rest van z’n flock staat hem dan aan te kijken van "Bob is gek." Hij heeft een groepje hier van drie flamingo’s: Dora, George en Thomas.’
Nog meer roze?
Jasper: ‘Flamingo’s leven in familiegroepen in de natuur en Odette heeft na Bob een aantal vogels opgevangen waarbij de vleugel geamputeerd moest worden. Die waren aangevallen door honden of tegen een elektriciteitsmast aangevlogen en konden ook niet terug naar het wild. Handig om die samen te brengen in een nieuwe flock, zodat Bob op sociaal vlak nog andere flamingo’s heeft en niet alleen mensen.’
Odette: ‘Omdat zij met z’n drieën in de meerderheid zijn en de overtuiging delen dat mensen niet deugen, blijven ze ook een beetje wild. Precies de bedoeling, want hun taak is het rewilden van jonge flamingo’s die ik opvang.’
Hoe kom je aan die jonkies?
Odette: ‘Wilde Caribische flamingo’s trekken vanaf Venezuela en Bonaire naar Curaçao voor eten. Ze kunnen al vliegen vanaf dat ze vier maanden oud zijn. Maar sommigen zijn nog niet sterk genoeg en worden verzwakt door de vlucht, of ze vliegen ergens tegenaan en dan moeten ze eerder landen. Dat kan bij mensen in een zwembad zijn, in een straat, een tuin. Ze zijn gedesoriënteerd, verzwakt en hun flock kwijt. Je kunt ze dan wel oppakken en meteen bij de wilde groep zetten, maar vaak is er iets mis. Een wond, parasieten, ze zijn vermagerd. Dan verzorg ik ze tot ze weer gezond zijn, en terug het wild in kunnen. Zo zie ik tussen de twintig en de dertig flamingo’s per jaar.’
‘Ik houd ze zeker niet allemaal hoor! Dat zou wat zijn. Dan liepen er nu honderdtwintig flamingo’s in m’n achtertuin! Nee, mijn stichting is er voor de opvang, rehabilitatie en het weer loslaten van wilde dieren op de eilanden, voor educatie over die dieren en voor het denken over hoe we op een goede manier samenleven.’
Rehabiliteert Bob mee?
Odette: ‘Als we wilde flamingo’s binnenkrijgen, moet je ze normaal drie tot vijf dagen dwangvoederen voordat ze zelf gaan eten. Maar als ik een emmer neerzet en ze zien Bob uit die emmer eten, is dat zo opgelost. Dat snatergeluid van voederen, dat kent iedere flamingo. Je ziet ze denken: hoe komt hij aan eten? Oh joh interessant, emmer.’
Hoe wonen al die flamingo's?
Jasper: ‘Bob heeft samen met een aantal andere vogels een eigen kamer in huis. Vroeger was dat de veranda waar wij ontspannen bij het zwembad zaten. Die heeft Odette verbouwd tot vogelkamer. Alhoewel, de katten lopen overal tussendoor. Als Odette thuis is, zet ze de deur open, dan kunnen Bob & co zich wassen in een zwembad met blauwe mozaïektegeltjes. Het is een zoutwaterbad, dat kan geen kwaad.’
Een aantal andere vogels?! Hoeveel dieren leef je mee?
Odette: ‘Nu iets van honderd beesten? In de tuin lopen drie varkens, een stuk of twaalf konijntjes, twaalf kippen, vier genten, aapje Jopie woont in de boom. En de eend. Oh, de tien landschildpadden nog. Veel papegaaien.’
Jasper: ‘Elke keer als ik daar ben, word ik gewekt door iets anders. Er zat een keer een pelikaan op m’n bed. Of er loopt een geit in de woonkamer, een fregatvogel vliegt naar de wasbak. Er zit een kuifcaracara in de raamopening terwijl Odette de afwas aan het doen is. Dat soort dingen.’
Odette: ‘Het komt wel voor dat ik op zondagochtend – wanneer ik wil uitslapen – denk: jeetje wat gillen ze hard in de woonkamer. Dan ga ik kijken en heeft de dwergara de deuren open gezet, zij kan sleutels omdraaien. Loopt alles los door m’n huis!’
‘Gelukkig is het een vrij ruim huis, een oud koloniaal Shell-huis van 300 vierkante meter met 1.500 vierkante meter tuin, waar normaal een heel gezin in woont. Shell bouwde hier vroeger wijken voor haar werknemers uit Nederland.’
Dat je tijd overhoudt.
‘Andere mensen naaien kleding of verzamelen auto’s. Dieren hebben aandacht nodig. Zoals gister was die aap niet lekker, dan gaat hij mee naar de praktijk. Ik heb de hele avond opgezeten met hem aan het infuus, maar het gaat nu wel weer goed. Toch Jopie?’
Heb je ook nog een mensenzoon te verzorgen.
‘Ja, van zeventien, die woont hier haha. Hij vindt dieren heel leuk, maar zei vroeger toen hij klein was al: ‘Mam, als ik later groot ben... dan heb ik gewoon één kat.’