Beste,

Tjongejonge, wat is het ontzettend voetbalzomer, hè?

Twee EK’s (onder de 21, mannen) volgen elkaar vanaf het begin van deze maand in rap tempo op. Daarna kunnen we uitkijken naar de Olympische Spelen (ook daar wordt natuurlijk gevoetbald), en krijgen we in oktober de finale van de Nations League.

Op dit moment genieten Oranjefans nog na van een 3-2-overwinning op Oekraïne. Een puike overwinning na een Heb ik me laten vertellen, overigens – ten tijde van de wedstrijd zat ikzelf namelijk in m’n dooie uppie in de zaal van een Amsterdamse bioscoop, voor de verfilming van Griet Op de Beecks roman (vijf sterren, echt, ga dat zien).

Toch dwaalden mijn gedachten in die lege bioscoopzaal meermaals af naar het veld waar ‘onze jongens’ de Nederlandse glorie trachtten te verdedigen. Eerder vorige week luisterde ik namelijk de laatste aflevering van de podcast die Rivkah op het Veld, Jeroen Gortworst en Winfried Baijens maakten voor NOS.

In de podcast doen de NOS-presentatoren onderzoek naar homoseksualiteit in het voetbal. En in de laatste aflevering komt voor het eerst een actieve Nederlandse homoseksuele voetballer ‘van het hoogste niveau’ aan het woord. Anoniem, dat wel, om redenen die al in eerdere afleveringen van de podcast uitgebreid zijn uitgediept.

Zou hij op dít moment op het veld staan? vroeg ik me afgelopen zondag af, terwijl ik in het donker zat. En kunnen we door zijn dappere keuze om zijn verhaal te vertellen eindelijk stoppen met die onzin dat ‘ze er gewoon niet zijn’, die homoseksuele profs?

Verandering lijkt in elk geval ophanden. Want buiten De Schaduwspits kwam het gesprek over homofobie in het voetbal de afgelopen tijd ook op andere plekken in een broodnodige stroomversnelling.

Tijd voor een tussenstand.

VI-dossier: Het Laatste Taboe

Wie Nederlandse voetbaljournalistiek zegt, zegt Voetbal International. Al sinds 1965 brengt het weekblad analyses, achtergrondverhalen, interviews en reportages over de Nederlandse én internationale voetbalwereld. Noodzakelijk leesvoer voor elke voetbalfan dus.

In de editie van 12 mei publiceerde VI ‘Het Laatste Taboe’, een dossier verhalen over homoseksualiteit in het voetbal. Het was niet dat het blad aandacht besteedde aan de positie van homomannen in zijn sport, maar zelden deed het dat zo aandachtig en constructief als nu.

‘Ik vraag aan jeugdspelers die ik train ook dat ze eerlijk en vooral volledig zichzelf zijn. Dan moet ik zelf wél het goede voorbeeld geven’

‘Het Laatste Taboe’ bevat onder andere interviews met John de Bever (zaalvoetballer, en tot op heden de enige openlijk homoseksuele voetbalprof), (verdedigster bij Atlético Madrid, Oranjeleeuwin en openlijk lesbisch), Thijs Smeenk (de sportjournalist die zich al jaren hardmaakt voor de acceptatie van homoseksualiteit in de sport), en een groot achtergrondverhaal, waarin de moeizame geschiedenis van ‘het laatste taboe’ in de voetballerij uiteengezet wordt.

Verreweg het beste stuk in het dossier was echter de jeugdtrainer van Helios uit Deventer In het stuk vertelt hij dat hij, ondanks zijn optimistische instelling, lang gewacht heeft zijn geaardheid bekend te maken. De voornaamste reden: het voetbal. Van homo’s moeten medespelers niet veel hebben, dacht hij altijd. En voetbal is alles voor hem.

Maar de reacties op zijn coming-out waren louter positief. Nu het hoge woord eruit is, is hij vooral opgelucht. En hij hoopt dat zijn verhaal een positief voorbeeld kan zijn, voor profvoetballers in de kast, maar ook voor de jongens die hij traint: ‘Ik vraag aan jeugdspelers die ik train ook dat ze eerlijk en vooral volledig zichzelf zijn’, vertelt hij. ‘Dan moet ik zelf wél het goede voorbeeld geven.’

Mulier Instituut: ‘Profvoetballers geven acceptatie van homoseksualiteit een forse onvoldoende’

Als het verhaal van Mike in VI één ding duidelijk maakt, is het dat het binnen het amateurvoetbal in elk geval flink mee kan vallen om uit de kast te komen.

Of het in het betaalde voetbal net zo werkt – dat de mens vooral lijdt aan het lijden dat hij vreest – valt nog te bezien. Begin deze maand publiceerde het Mulier Instituut voor sportonderzoek namelijk De conclusie: voetbalprofessionals geven de acceptatie van homo’s in hun eigen sport een 4,6. Een dikke onvoldoende dus.

Meteen een paar kanttekeningen: met name over de houding van supporters ten opzichte van homoseksuele spelers zijn de voetbalprofs somber gestemd. Daarentegen zegt de overgrote meerderheid van de profspelers dat zij zelf geen enkel probleem met homoseksualiteit hebben, en dat ze een teamgenoot die gay zou blijken openlijk zouden steunen.

Wel stellen drie op de tien spelers dat er in hun team regelmatig grappen of negatieve opmerkingen over homoseksualiteit gemaakt worden. Toch zien de meesten van hen dit soort opmerkingen als onschuldig en niet kwetsend bedoeld. Daarom is er ook weinig draagvlak voor het bestraffen van homonegatieve uitlatingen op het veld; slechts 25 procent van de respondenten vindt dit een goed idee. Daarentegen is 66 procent van hen voor ingrijpen bij homofobe spreekkoren.

Het beeld dat het rapport schetst is dubbel: aan de ene kant is het positief dat veel profspelers een homoseksuele teamgenoot zouden steunen, en aan de andere kant blijkt ook dat er nog een lange weg te gaan is, omdat velen van hen niet positief gestemd zijn over de algemene acceptatie van homoseksualiteit binnen hun sport.

Bovendien: hoewel 55 procent van hen zegt wel iemand in zijn omgeving te kennen die gay is, zegt geen van hen een openlijk homoseksuele collega te kennen.

De Schaduwspits

Het moge duidelijk zijn: het gesprek zit voorlopig dus nog op slot. En dat is iets wat De Schaduwspits – de podcast van de NOS – open probeert te breken.

In de podcast gaan Rivkah op het Veld, Jeroen Gortworst en Winfried Baijens op zoek naar de verhalen van homomannen in het voetbal, die tot op de dag van vandaag nog steeds de grote afwezigen zijn in het debat over homofobie in hun sport. Ze spreken met allerlei sleutelfiguren uit het betaald voetbal om erachter te komen: waarom is er nog steeds geen enkele actieve profvoetballer openlijk homo?

Maar tussendoor vertellen de presentatoren – allen lhbti – ook over hun eigen ervaringen met hun coming-out. Jeroen tenniste op hoog niveau, Winfried deed in zijn jonge jaren aan wedstrijdzwemmen. Ook zij hebben op kleine schaal meegemaakt wat de anonieme voetballer die ze zoeken op grote schaal zal doormaken, mocht hij ooit publiekelijk voor zijn geaardheid uitkomen.

Waarom is er nog steeds geen enkele actieve profvoetballer openlijk homo?

Door de mix van persoonlijke verhalen en gesprekken met professionals uit het betaald voetbal is de podcast een bijzondere luisterervaring. Hij biedt een kijkje achter de schermen bij het journalistieke onderzoek van de presentatoren, maar beantwoordt ook de vraag waarom ze zo gemotiveerd zijn om dit onderzoek te plegen.

En het lukt ze. De stem van de homoseksuele voetballer, die eerst als een soort spook boven het debat zweefde, wordt er eindelijk een van vlees en bloed.

Of zijn verhaal definitief het fluitsignaal betekent voor de homonegativiteit binnen het voetbal, valt te betwijfelen. Er is nog een lange weg te gaan. Maar nu de media steeds serieuzer – en vooral: constructiever – aandacht besteden aan wat homoseksuele voetballers doormaken, komen we wel in de tweede helft van deze wedstrijd.

We hoeven niet meer te zoeken naar degene voor wie we het doen – óf er wel iemand is voor wie we het doen –, maar kunnen beginnen te praten over oplossingen. Hoe maken we het makkelijker voor hem om openlijk zichzelf te kunnen zijn?

Bal op de middenstip. En dóór.

Mag ik je tot slot nog iets vragen?

De komende periode blijf ik nog even bezig met de sport. Aan de Olympische Spelen zal namelijk voor het eerst in de geschiedenis een openlijke transgender atlete deelnemen:

Over hoe eerlijk het is dat de Nieuw-Zeelandse het zal opnemen tegen cisgender vrouwen in haar sport, zijn de meningen verdeeld; Hubbard ging pas in transitie nadat ze al enkele jaren op topniveau uitkwam bij de mannen.

Haar verhaal is onderdeel van een bredere discussie: hoe houden we sport zo eerlijk mogelijk, en welke plaats krijgen transgender atleten in dat verhaal? Sportbonden steggelen over richtlijnen en testosteronniveaus, en ondertussen hangen er zo’n in de pijplijn van diverse Amerikaanse staten die trans meisjes moeten weren uit de meisjesteams van hun scholen.

Ik wil tot op de bodem uitzoeken hoe dit zit: is het inderdaad oneerlijk om trans vrouwen in de vrouwencategorieën van sport deel te laten nemen? Op welke kennis zijn die claims eigenlijk gebaseerd? En zijn er misschien andere oplossingen te bedenken, waar iedereen blij van wordt?

Daarbij kan ik alle hulp van jou, de lezer, goed gebruiken. Is er iets wat ik zeker moet lezen? Vragen die ik sowieso moet beantwoorden? Iemand die ik hierover zou moeten spreken? Of heb je zelf kennis of ervaringen die mij zouden kunnen helpen dit heikele debat te ontrafelen? Laat het me weten, in de bijdragen of per mail.

Mijn mailadres is valentijn@decorrespondent.nl.

Ik hoop van jullie te horen. Alvast veel dank!

Valentijn

Deze nieuwsbrief liever in je inbox? Dat kan! Meld je hieronder aan, dan ploft mijn persoonlijke nieuwsbrief elke twee weken op je digitale deurmat. Schrijf je hier in voor mijn tweewekelijkse nieuwsbrief