Elke dag worden er in Nederland veertig tot vijftig jongetjes besneden. Soms om medische redenen, maar in de overgrote meerderheid van de gevallen is de besnijdenis cultureel Met name in het jodendom en de islam wordt bij het jonge kroost om godsdienstige redenen de voorhuid verwijderd. 

De pijnlijke ingreep valt onder bescherming van de godsdienstvrijheid. Maar het is óók een inbreuk op de lichamelijke integriteit van een kind. Is jongensbesnijdenis daarom wel ethisch te verdedigen? Ik denk van niet.

Uiteraard: godsdienstvrijheid is een zeer belangrijk grondrecht, dat ook – of misschien wel: vooral – in tijden waarin het aantal gelovigen in Nederland bescherming verdient. Want ja, dat recht staat onder druk: inmiddels geldt een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in openbare gebouwen (lees: een nikabverbod), wordt er officieel onderzoek gedaan naar is er een alsmaar terugkerende discussie over het onverdoofd slachten van dieren en worden nog te vaak gebedshuizen vernield.

Een verbod op besnijdenis – zoals soms wordt geopperd – zou de zoveelste aantasting van de vrijheid van godsdienst zijn, vinden sommige die er daarom tegen pleiten. De anti-religieuze tijdgeest moet terug in de fles. 

Maar het grond- en mensenrecht om te geloven en daar uitvoering aan te geven, kan alleen bestaan bij gratie van het recht niet (meer) te geloven. En dat betekent dus ook dat niet élke religieuze praktijk beschermd zou moeten worden – zeker niet een ingrijpende en onomkeerbare praktijk als jongensbesnijdenis. 

Wat échte godsdienstvrijheid betekent

Waar maak je je druk om, zou je kunnen denken, een lullig stukje huid? Een besneden man kan er toch altijd nog voor kiezen om niet meer te geloven, of een andere religie aan te hangen? Maar mij gaat het om het signaal, juist met het oog op religie in de verdrukking: échte godsdienstvrijheid betekent dat ieder individu zelf zijn religieuze identiteit mag vormgeven. 

Ikzelf ben besneden tijdens een vakantie in Turkije. Ik kan me niet herinneren dat dat in overleg met mij gebeurde. We verlieten mijn geboortedorp en gingen naar het centrum van de stad, omdat daar de lokale arts praktijk hield. Niet veel later moest ik een paar dagen lang in bed blijven, met over mijn geslachtsdeel een ijzeren bakje, zo een waarin de kippen hun voer kregen, als bescherming tegen mijn pyjamabroek en dekbed. Uit het hele dorp kwamen kennissen me beterschap en zegeningen wensen en hun lof uiten met een beetje geld, of wat goud. Voor de rest hielden we het vooral sober.

Een besnijdenisverbod zou dus drastisch zijn. Maar dat is de besnijdenis zelf ook 

Circumcisie is diepgeworteld in het jodendom en de islam. Besnijdenis is geen expliciete plicht die te vinden maar wel sprak de profeet Mohammed, vrede zij met hem, er volgens verschillende overleveringen lovend over. En de soenna, de levenswijze van profeet Mohammed, is voor moslims, na de Koran, de belangrijkste vorm van religieus recht. De besnijdenis kan daarom worden gezien als een zeer belangrijke morele verplichting. Voor gelovige joden is de verplichting mogelijk nog sterker: de verwijdering van het zogeheten praeputium geldt volgens de Thora als een verbond tussen

Een besnijdenisverbod zou dus drastisch zijn. Maar dat is de besnijdenis zelf ook. 

Ik kon de keuze zelf niet maken

Ik ervaar geen wrok of spijt door de keuze van mijn alleenstaande moeder om mij te besnijden. Het gaat me louter om het idee dat ik zelf de keuze niet kon maken. Uiteraard is de keuze van ouders voor een besnijdenis vanuit religieuze optiek goedbedoeld en liefdevol: het kindeke wordt een stuk volwassener in zijn religieuze identiteit, hij wordt gedragen naar de gemeenschap. Maar wat maakt dat uit: de kroost interpreteert het goede niet bij voorbaat zoals zijn ouder(s), nietwaar?

Stel dat alle katholieken een kruis op de borst van hun kind zouden laten tatoeëren, zou dat op enige manier te rechtvaardigen zijn? Behalve dat een tatoeage voor zo’n jong kind überhaupt zou vrijwel iedereen dit afkeuren. Daarentegen zou niemand raar opkijken als een ouder bepaalt dat een kind met een ketting met een kruis om rondkruipt of -loopt. Dat past binnen het ouderlijk gezag en het is niet voor eeuwig.

Moraal en wetten zijn godzijdank niet van staal. De wet kan de moraal beïnvloeden – en vice versa. Ik zou het toejuichen als de wetgever met een wettelijk verbod het mes zet in medisch niet-noodzakelijke circumcisie voor jongens. In naam van alle zonen die nog besneden zullen worden.

Meer lezen?

Thuis voel ik me waar de rechtsstaat me beschermt Voor een thuisgevoel heb je geen erkenning nodig, maar moet je slechts een filosofie vinden. Ik vond haar op de rechtenfaculteit. Lees de column