Kalmerend: de worsteling van het kleinste bestaan, vol poeporgies en breinetende amoebes
Stress? Richt je ogen tot de microkosmos en zie wie op aarde werkelijk de toko runt, in deze geweldig serene serie over microben. Door amateurbioloog James Weiss en YouTube-held Hank Green.
Vrienden kochten laatst een huis in de Halteriastraat te Amsterdam. Wie is Halteria? dacht ik. Blijkt de straat vernoemd naar een protist. En niet als enige. Haaks daarop ligt de Stentorstraat, dan de Diatomastraat, de Arcella-, Amoebe-, en Astasiastraat – allemaal protisten. Een heuse protistwijk!
Welke zalige ambtenaar kreeg deze naamgeving erdoor? Vergeet vrouwen, #meerprotistopstraat.
‘Waar heb je het over’, klonk het in de groepsapp.
Protisten zijn een mysterieuze groep microben, een gigantische restcategorie zonder definitie – biologen spreken wel van een ‘dump taxon’. Het zijn eencelligen mét celkern (bacteriën hebben géén celkern, virussen hebben geen cel) en daar houden de overeenkomsten op. Je vindt meer verwantschap tussen een spin en een walvis.
Maar microben boeien niemand. Miljarden jaren waren ze druk met de aarde klaarstomen voor meercellig leven, en ze runnen de toko nog altijd, je lichaam incluis. Microben maken of breken je spijsvertering, je gemoedstoestand. Ze maken of breken klimaten met hun output aan zuurstof en CO2. En toch, desinteresse.
Dus, moesten die vrienden geen glas-in-loodraampje van de Halteria in de voordeur? Stukje sluipeducatie naar de buren toe. Ik googlen naar Halteriaplaatjes.
Maar Google deed een veel grootsere vondst, een YouToube-kanaal: ‘Journey to the Microcosmos’ van niemand minder dan Hank Green.
De Amerikaanse vlogger Hank Green (1980), voor wie hem niet kent, is een levende YouTube-legende door zijn ruim dertienhonderd crash courses in de wetenschap. Wat was ook alweer osmose, mitose, meiose? Hoe identificeer je een molecuul? Zie Hank.
En nu voiceoverde hij hoe de Actinobolina, een zeldzame protist gekenschetst als kleine roofegel en moeilijke eter, twee Halteria’s aan zijn stekels spiest, in een soort langlopende natuurserie annex soap over eencelligen.
Hank is leuk, maar vooral het haast meditatieve beeld van al die worstelingen van al die eenzame cellen, is fenomenaal. Wie is die persoon die duizenden uren naar microben moet hebben zitten turen, om ons dit te laten zien? Wie tovert protisten dobberend in een druppel water, nog om in leeuwen en antilopes op de savanne?
Green noemt hem de ‘master of microscopes’: James Weiss (1990). Hank ontdekte Weiss in de krochten van Instagram, waar Weiss verwoed filmpjes van microben aan het uploaden was. Of Weiss niet wilde samenwerken aan een microbenshow?
Nu twee jaar en honderd afleveringen later, brengt Weiss deze juni zijn eerste boek uit, bomvol foto’s: The Hidden Beauty of the Microscopic World. Het is een uitermate persoonlijke ode aan het microleven, aan wie Weiss zegt alles te danken. Wie is deze micro-evangelist? We belden.
Een amoebe met impact
Eigenlijk heet hij geen James Weiss. Op 23-jarige leeftijd vertrok Weiss als uitwisselingsstudent milieukunde naar Sardinië, om nooit terug te keren naar zijn geboorteland. Hij wil er niet eens mee geassocieerd worden, te veel herinneringen aan misbruik en verdrukking. ‘En als ik er toch ooit landt, moet ik meteen het leger in. Denk niet dat mijn microscoop dan mee mag’, lacht Weiss. ‘Ik ga liever dood.’
Op Sardinië werd Weiss verliefd op een Poolse, die hij volgde naar Warschau. Ze woonden samen, tot zij op een dag niet thuis kwam van werk. Verdwenen, als sneeuw voor de zon. Nu zat Weiss vast in Polen. Daar woont hij nog.
‘Gelukkig zag ik enkele maanden eerder tijdens een college over waterzuiveringsinstallaties mijn eerste microbe door een microscoop. Het leek op een gele, fonkelende diamant, waar langzaam een blob uit kwam zetten.’ De docent zei dat het een amoebe was, die een schelp bouwt van opgelost anorganisch materiaal uit het water. Bij de bouw was de schelp nog doorzichtig geweest, maar door het ijzer in het water kleurde hij geelbruin.
‘Oké, het is misschien geen Tom Cruise die hello komt zeggen, maar ik was totaal verkocht. Sindsdien kijk ik tien uur per dag naar allerlei watermonsters met allerlei microbes van over de hele wereld.’
‘Oké, het is misschien geen Tom Cruise die hello komt zeggen, maar ik was totaal verkocht.’
En niet onverdienstelijk. Niet alleen Green vond hem, maar ook een hoogleraar microbiologie: Genoveva Esteban, schrijver van het standaardwerk Ecology of Protozoa: The Biology of Free-living Phagotrophic Protists (2020), waar ook wat beelden van Weiss in kwamen te staan.
Na maanden heen en weer mailen over hun beider microvondsten, bood Esteban Weiss een promotieplek aan. Opmerkelijk, want Weiss heeft geen papiertjes in de biologie. ‘We willen werken aan de microbiotische gemeenschap van walvisvallen – alles wat leeft op het lijk van een gezonken dode walvis. We zoeken nog een instituut met een onderzoeksboot, waar ik op mee mag met mijn microscoop.’
Wat is er toch zo interessant aan die microben?
‘Haha, hun gedrag! Zoals laatst zag ik er eentje, een trilhaardiertje, die had ontzettend veel gegeten. Toen ging hij slapen in een balletje, of cyste, bij wijze van food coma. En opeens begint hij zichzelf te delen! Een binaire deling. En toen nog een binaire deling. Uiteindelijk kwamen er vierenzestig minitrilhaardiertjes uit het balletje. Waar er eerst eentje was!’
Zo van: na het eten even een siësta, en dan mezelf klonen.
‘Precies. Weird!’
Trilhaardiertjes?
‘Ja, toch wel mijn favoriete protisten. De trilhaardiertjes of Ciliophora zijn een soort pluizige microben, bedekt met duizenden kleine trilharen of ciliën. Daar bewegen ze mee. Of ze creëren een stroming die eten naar ze toe voert. Het staartje van een spermacel, de flagellum, lijkt op zo’n trilhaartje, maar de functie is anders.’
‘Trilhaardiertjes zijn héél divers, ze hebben veel vreemde vormen, zijn erg complex, vertonen vreemd gedrag. Ze mijden roofcellen, ze hebben pigmenten, ze vormen allemaal rare structuren. Houd op met me.’
Waar haal je je microben vandaan?
‘Meestal neem ik een Uber van mijn huis naar een bos in de buurt. Daar is een kleine vijver, zo groot als mijn woonkamer, met een bizarre biodiversiteit aan microbes. Binnenkort publiceer ik mijn eerste wetenschappelijke artikel, over al dat leven daar.’
‘Maar ik heb laatst ook een AirBnB bemonsterd, de microbes uit de afvoerpijp in de badkamer. En iemand heeft me eens een monster gestuurd van de permafrost in Siberië. Daar leeft ook van alles, of het komt opnieuw tot leven als het ontdooit. Dit jaar nog hebben Russische wetenschappers een Bdelloidea raderdiertje van vierentwintigduizend jaar oud uit de permafrost tot leven gewekt! Zwom gewoon weer rond!’
Een aflevering gaat over hersenetende amoebes – raak jij weleens geïnfecteerd met iets, tijdens het monsteren?
‘Je krijgt echt niks tenzij je echt je best doet. Ik smeer geen modder op open wonden, ik drink geen slootwater, en ik snuif het zeker niet op om amoebes in m’n brein te krijgen. Dus hoewel die hersenetende amoeben veel voorkomen, hun infecties doen dat niet. Er gaan meer mensen dood aan koeien. Elke keer dat ik sloten bemonster, zwemmen er kinderen in datzelfde water. Bijna alles wat ik laat zien is niet pathogeen. Komen microben toch je lichaam in, dan maken onze afweercellen ze dood.’
Sommige afleveringen op Journey to the Microcosmos zijn ruim een miljoen keer bekeken. Welke afleveringen zijn ondergewaardeerd?
‘Onze beerdiertjesseksvideo mag het wel beter doen. Hun paringsdans is echt verbijsterend. Net een Romeinse orgie, waarbij kleine mannetjes zich urenlang vergrijpen aan grote vrouwtjes, terwijl zij over hen heen poept. Ze kijken nog de camera in ook.’
‘Of die over de roofschimmel die nematodes vangt, kleine rondwormen. Behoorlijk gruwelijk. De schimmel maakt vallen met zijn lange draden, als een spinnenweb. Dan verleidt ze de nematode als een sirene, met geur in plaats van zang. Komt de nematode te dichtbij dan breekt de schimmel in in diens lichaam en koloniseert het terwijl het alle voedingsstoffen eruit zuigt.’
Wat overblijft, in de woorden van Hank Green: ‘A corpse that has become home to its cause of death.’
Ik wil dit ook allemaal live zien. Welke microscoop koop ik?
‘Hank en ik hebben onze eigen startersmicroscoop ontworpen. We deden daar een tijdje terug een crowdfunding voor en sturen binnenkort ruim duizend microscopen de wereld over. Later zijn ze denk ik voor een paar honderd dollar verkrijgbaar in onze webshop. Maar elke samengestelde microscoop met meerdere lenzen is goed.’
Zijn er plannen om geavanceerdere microscopen te bouwen?
‘Nou, ik werk nu juist aan het namaken van een eeuwenoude microscoop! Eentje van Antoni van Leeuwenhoek, de vader van de microbiologie. Ik wil zijn lenzen namaken voor afleveringen met Hank in september, want 7 september* is een feestdag in zijn naam.’
‘Van Leeuwenhoek vond een manier uit om kleine lensjes te slijpen die een vergroting bereikten tot wel driehonderd keer! De andere lenzen uit zijn tijd kwamen tot dertig keer. Daarom was hij de eerste mens die al die bacteriën en protisten zag.’
‘Als persoon is hij een inspiratie voor mij, want ook hij was van huis uit geen wetenschapper, maar een stoffenhandelaar uit Delft. Wetenschappers geloofden hem niet toen hij ze schreef over zijn microbiële vondsten. Zo reageerden veel microbiologen ook op mij: wat weet jij er nou van.’
‘Maar Van Leeuwenhoeks nieuwsgierigheid was niet te doven. Hij bestudeerde alles, tot zijn tandplak aan toe.* Hij zag van alles wriemelen in het witte spul. Dan dronk hij koffie en keek opnieuw: geen beweging. Dat wat wriemelde kon dus ergens aan dood gaan. Interessant. Vervolgens ging hij op zoek naar mensen met slechte mondhygiëne, om ook hun tandplak te bemonsteren. Heel grappig.’
Ga jij ook het leven in jouw lichaamsvocht verfilmen?
‘Nee, ik wil niet dat mensen mijn sperma zien, of mijn bacteriën, dat is te persoonlijk. Dat is mijn microkosmos.’
Troost door een lens
Zo gesloten als Weiss is over zijn microbes, zo openhartig is hij over wat ze met hem doen. Veel indruk maakt het hoofdstuk in zijn boek waarin hij zichzelf vergelijkt met het beerdiertje.
Beerdiertjes kunnen decennia overleven in een slapende fase, wachtend op betere tijden, schrijft Weiss. In deze toestand genaamd ‘cryptobiose’, stopt hun biologische klok met tikken. Ze leven, maar tegelijkertijd leven ze niet, ze overleven alleen maar.
‘Zo heb ik me lang gevoeld; niet levend, maar overlevend. Als een beerdiertje rolde ik me op tot een bolletje om omgevingsstress te vermijden. Ik overleefde extreme omstandigheden, maar had nooit het gevoel dat ik leefde terwijl het gebeurde.’
Op een dag sterven ook de mensen uit en vergruist ons werk tot stof, en het leven zal dat gebruiken om meer leven te maken. Ik denk dat dat zinvol is
De microbiologie bood troost: zien hoe beerdiertjes geboren werden op hun microscoopglaasjes, hoe ze rondwaggelden in hun glazen tuin, hoe ze niet beter wisten. ‘Ik begreep dat het leven niet draait om één soort of individu. We zijn hier kort. Op een dag sterven ook de mensen uit en vergruist al ons werk tot stof, daarna tot moleculen en atomen, en het leven zal dat gebruiken om meer leven te maken. Ik denk dat dat zinvol is.’
‘Zolang ik me kan herinneren wil ik al ergens deel van uitmaken: een functionerend gezin, een vriendengroep zoals in Friends, een relatie met iemand waar ik smoorverliefd op ben. Deze gedachten gaven me altijd het gevoel dat ik veel miste.’
Toen kwamen de microben. ‘Ik zag ze geboren worden, uitkomen, zich delen. Ik zag ze leven en sterven. Ik voelde me getuige van duizenden levenslopen. En na enige tijd daalde zo het besef dát ik al deel uitmaakte van iets heel bijzonders en wonderlijks.’
‘Het leven zelf.’
Tekeningen van protisten?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!