Toen ik een aantal jaar geleden een artikel schreef sprak ik veel mensen met groene idealen. Ze hadden zonnepanelen op het dak, een warmtepomp op zolder, elektrische fietsen voor de deur. Er was één ding dat niet in dat beeld paste. Allemaal hadden ze een groot huis.

Ik was toen meer bezig met technologische oplossingen, zoals de dikte van de isolatie, de aanleg van warmtenetten en vooral waarom dat laatste maar niet wil vlotten.

Inmiddels zit ik op een ander spoor.

De afgelopen decennia zijn Nederlanders, parallel aan al die energiebesparende maatregelen, In Amsterdam bijvoorbeeld steeg het gemiddelde woonoppervlak per persoon

Energiebesparing werkt zichzelf tegen

Doordat we steeds groter wonen, maken we de winst van de nieuwste energiebesparende snufjes deels weer ongedaan. Ironischer nog: maatregelen om energie te besparen, werken groot wonen zelfs in de hand, en zichzelf daarmee tegen.

Hoe dat zit, leerde ik van duurzaamheidsonderzoeker Zij interviewde mensen – stuk voor stuk welvarende, milieubewuste types. Wat haar opviel: de meesten van hen hadden hun huis ook meteen uitgebouwd. Terwijl ze uit het oogpunt van energiebesparing beter af waren geweest zonder die extra serres, studeerkamers en gastenvertrekken.

Dat haar proefpersonen geen probleem zagen in hun nieuwe kamers, komt volgens de onderzoeker door de manier waarop het energieverbruik van huizen wordt gemeten. Een huis krijgt een goed energielabel als het heel efficiënt is, dus weinig elektriciteit en warmte nodig heeft Het totale energieverbruik van een woning speelt geen rol bij dat label. 

Een huis kan dus op papier veel duurzamer worden, terwijl het de facto evenveel – of misschien zelfs meer – energie verbruikt. Soms is de toegenomen efficiëntie zelfs een reden om groter te gaan wonen. Want doordat het huis per vierkante meter minder verbruikt, gaan de kosten voor de verwarming of airconditioning niet omhoog.

En dat geldt niet alleen voor individuele huizenbezitters. Ook bouwbedrijven en ontwikkelaars kunnen zich keurig houden aan alle duurzaamheidseisen en toch meewerken aan een stijging van het energieverbruik, doordat ze

Het is een beetje zoals met Tesla’s. Ze veroorzaken minder CO2-uitstoot dan benzineauto’s. Maar waarom zijn er überhaupt

Wereldwijd neemt het energiegebruik van huizen toe

Het bouwen van steeds meer en grotere huizen heeft verstrekkende gevolgen. Wereldwijd is het energieverbruik van gebouwen sinds 2010 elk jaar 0,5 tot 1 procent efficiënter geworden, blijkt uit cijfers van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Maar het totale gebruiksoppervlak van gebouwen is jaarlijks ook met 3 procent gegroeid. Daardoor

‘We zullen ook minder moeten consumeren. We kunnen er niet van uitgaan dat we alle energie duurzaam kunnen maken’

Dit komt vooral door de snelle nieuwbouw in ontwikkelingslanden. In Nederland is het totale energieverbruik van huishoudens maar ook hier staat die winst onder druk. Als we de klimaatdoelen van Parijs willen halen, zullen Nederlandse huishoudens tot 2030 minder moeten uitstoten dan ze op basis van het huidige beleid zouden doen.

Dat doel hoeven we niet met energiebesparing alléén te bereiken. Als een huis wordt verwarmd of gekoeld met zonne- of windenergie, veroorzaakt dat geen uitstoot van broeikasgassen. ‘We zullen ook minder moeten consumeren. We kunnen er niet van uitgaan zegt Ellsworth-Krebs.

Groot wonen is geen behoefte op zich

Hoe krijg je mensen zover dat ze kleiner gaan wonen? Net zoals je de (Tesla)rijder niet zomaar de trein in krijgt, zul je mensen met een villa niet blij maken met een klein appartement, zou je denken.

Maar hier is iets geks aan de hand. Een groot huis is geen behoefte op zich. Het gaat om de vraag waarom mensen groot wonen, en of een kleiner huis ook aan hun verwachtingen kan voldoen.

De mensen die Ellsworth-Krebs hadden het niet over het oppervlak van hun huis. Belangrijker was voor hen de mogelijkheid om hun eigen muziek te luisteren, of ongestoord te studeren. Ze wilden graag een logeerkamer voor gasten, en een grote eettafel voor vrienden.

Hoe klein wonen aantrekkelijk kan worden

Voor al deze dingen hoef je niet per se een groot huis te hebben. Een kleine, goed geïsoleerde kamer geeft evenveel privacy als een grote. De woonkamer met grote eettafel kan op een ander moment studeerkamer zijn, met slaapbank voor als er gasten komen. En als kinderen het huis uit zijn, kunnen de ouders besluiten een kamer te

Er is een groep mensen die het klein wonen al heeft omarmd: de tinyhousebeweging. Zo’n minihuisje is voor velen misschien weer Maar dit kunnen we van de beweging leren: wie echt energie wil besparen, moet kleiner gaan wonen. Dat is minder aantrekkelijk dan het installeren van een warmtepomp, want het betekent spullen wegdoen en gedag zeggen tegen de studeer- of gastenkamer. Misschien is het daarom een oplossing die we liever negeren, maar energiezuinig leven en groot wonen gaan niet samen.

Over de beelden Het werk van de befaamde Britse illustrator Heath Robinson laat zich herkennen door tekeningen rondom geavanceerde techniek en vindingrijke installaties. Een hoogtepunt in zijn werk is een serie waarin hij het efficiënte wonen overweegt, genaamd The Ideal Home. De beelden zijn speels, absurd en ingenieus maar ook - bijna honderd jaar later - nog steeds relevant. Want hedendaagse problemen rondom ruimte en praktisch wonen had Heath Robinson met een paar pennenstreken toch makkelijk opgelost? Bekijk hier meer werk van Heath Robinson


Nieuwsbrief Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Wonen wil ik weten hoe we goed en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk kunnen maken. Elke twee weken stuur ik een mail waarin ik je op de hoogte houd van mijn onderzoek en artikelen. Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief

Lees verder

Waar een tiny house groot in kan zijn Superklein wonen is populair, ook in Nederland, bij idealisten én bij mensen met een kleine beurs. Toch komen er door alle regels maar mondjesmaat tiny houses bij. ‘Wij willen dat je weer gewoon kunt voelen: hé, ik leef op deze aarde.’
Lees het stuk van Johannes Visser hier terug