Toen ik in het jaar 2003 na Christus mijn studie Slavische talen en culturen had afgerond aan de Rijksuniversiteit Groningen en er toen achter kwam dat vrijwel niemand daar een baan mee kreeg (tenzij je bij de IND of de AIVD wilde werken), besloot ik ‘dan maar’ een journalistieke postdoc te gaan doen. En zo leest u vandaag een verhaal van mijn hand op een journalistiek platform.

Mijn les van toen: ik had geen cultuur- maar een kulstudie gedaan, een opleiding waar je niets mee kon. Leuk, persoonlijk heel waardevol, maar voor de maatschappij helaas nutteloos. Logisch, dat ze de studie niet heel lang daarna besloten op te heffen: dat dacht ik een tijd lang.

Maar nu niet meer.

Lees deze drie verhalen van collega’s Tamar Stelling, Lynn Berger en Maite Vermeulen – en je ziet ineens hoe waardevol het is om meer te begrijpen van talen en culturen. Iedereen verdient een veel grondiger begrip van de manier waarop we ons beeld van de wereld vormen en hoe dat ons vormt. Taal betekent macht – misschien hadden ze ons dat in Groningen iets explicieter kunnen leren: waarom die studie er wél toe deed.

Een beleidsmaker die bewust kan spelen met taal, kan framen hoe heel veel mensen kijken naar gebeurtenissen in het nieuws. En dat bepaalt weer welk beleid die mensen accepteren en normaal vinden. Dat laat Maite Vermeulen zien aan de hand van het thema migratie. Samen met Tomas Vanheste onderzocht ze grensbewaking heet bijvoorbeeld ‘migratiemanagement’.

Je voelt pas echt wat het uitmaakt het als Maite het perspectief van zogenoemde migranten en hun taal beschrijft. Wat mensen hier een asielzoekerscentrum leren noemen, noemen mensen daar een kamp. En uiteraard noemt geen enkele migrant zichzelf een migrant.

Bekwaam je in dit spel, en je kan ook behoeftes creëren. De manier waarop Ikea van gebruik maakt in een nieuwe reclamecampagne, bezorgt Lynn Berger de rillingen. Vervolgens ontdekt ze dat aan de Universiteit van Amsterdam onderzoek wordt gedaan naar weerstand tegen metaforen. En beschrijft ze op welke manier de termen die we gebruiken ons denken, onze emoties én onze beleving beïnvloeden. Dat dit zo werkt blijkt keer op keer uit, inderdaad, wetenschappelijk taal- en cultuuronderzoek.

Dat wij (westerse) mensen een cultuur hebben waarin we cultuur zien als iets typisch menselijks, en wat een volstrekte apekool dat is, laat Tamar Stelling zien in haar verhaal over de cultuur van walvissen. Dat deed mij met een schok beseffen dat je een gekapt oerwoud dus helemaal niet kan vervangen door een heleboel nieuwe bomen aan te planten en daar weer apen in los te laten, zoals je een zee niet kan leeg vissen en daarna weer op nieuw kan bevolken met dieren uit het Seaquarium.

Walvissen (de brede term voor dolfijnen, orka’s, bruinvissen, etcetera) zingen en koken met elkaar en zijn daarvan afhankelijk geworden voor hun overleven, net als wij. Een productie vol met prachtige anekdotes en filmpjes: allemaal zelf ook weer cultuur.