In het Noord-Hollandse Wijdemeren, onder de rook van Hilversum, woont een vrouw die een bijstandsuitkering krijgt. Die hele uitkering gaat op aan haar vaste lasten, zoals de huur, de energierekening en de telefoonrekening.

Daarom krijgt ze van haar moeder zo’n 50 euro per week aan boodschappen van de Lidl: Op haar beurt doet de vrouw de nodige klusjes voor haar moeder.

Niets aan de hand, toch?

Fout: deze vrouw Dat houdt in simpele taal in dat je het moet laten weten zodra er iets in je inkomen verandert. Maar in de staat het in deze bewoordingen:

‘De belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het college kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.’

Wat wordt hier bedoeld met ‘het college’? Wat valt onder die feiten en omstandigheden? Wat is ‘arbeidsinschakeling’? En wanneer is de laatste keer dat je iemand het woord ‘onverwijld’ hardop hebt horen uitspreken? 

Taalgebruik doet ertoe, ook in de wet. De wet geldt namelijk voor iedereen, of je dat nu leuk vindt of niet. En je kunt er sneller mee in aanraking komen dan je denkt.

In de nesten door een gedrocht van een tekst

Misschien koop je binnenkort een huis, om er vervolgens achter te komen dat de uitbouw groter is dan de omgevingsvergunning toelaat. Dan heb jij plots een hoop werk aan de winkel,

Ga je binnenkort de zomer vieren op het Amsterdamse Leidseplein? Dan heb je straks misschien niet alleen een flesje pils in je hand, maar ook een boete van 95 euro,

Of leefde je afgelopen EK zo mee met het Franse elftal, dat in de achtste finale uitgeschakeld werd door Zwitserland, dat je een Zwitserse vlag kapot hebt getrapt? Dan zou je plots in het beklaagdenbankje voor de (Nederlandse!) strafrechter kunnen belanden,

Je kunt jezelf flink in de nesten werken dankzij een wet waar je het fijne niet van weet

Kortom: je kunt jezelf flink in de nesten werken dankzij een wet waar je het fijne niet van weet. Maar wat niet werkt in de rechtszaal, is je erop beroepen dat je de betreffende wet niet kende – of het nu gaat om de letterlijke tekst, de uitleg of het bestaan ervan. Probeer je het toch, dan zul je al snel te horen krijgen dat

Een aantal wetten spreekt natuurlijk voor zich. We snappen allemaal dat moord verboden is. Ook weten we dat iedereen in Nederland het recht heeft op het koesteren en uiten van een eigen mening, en dat je zelf mag bepalen of je een religie aanhangt, en zo ja, welke. 

Maar er zijn natuurlijk veel meer wetten dan dat: in Nederland bijna tienduizend. Tussen 2004 en 2009 nam het aantal nieuwe wetten dat er per jaar bij kwam af, mede omdat overheidsorganen Maar sindsdien stijgt het aantal weer: tussen 2009 en 2019 zijn er zo’n duizend wetten bij gekomen. Toenmalig staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken) zei daaruit ‘geen stellige conclusies’ te kunnen trekken over de regeldruk in Nederland, maar ik durf wel te concluderen dat geen enkele Nederlander al die wetten uit het hoofd kent.

En zelfs als je alle wetboeken door zou spitten, is de kans klein dat je alle wetten ook volledig begrijpt. Die worden namelijk vaak ingewikkelder opgeschreven dan nodig. Als jurist vind ik het al moeilijk om zo’n gedrocht van een tekst te doorgronden.

Pogingen tot eenvoudige juridische taal

In verschillende landen worden – weliswaar mondjesmaat – pogingen gedaan om juridische teksten toegankelijker te maken. In Zuid-Afrika is in 2008 de Consumer Protection Act in werking getreden, die vereist dat documenten en mededelingen die te maken hebben met commerciële handel – denk aan contracten, maar ook algemene voorwaarden – in duidelijke taal moeten worden opgesteld. 

En in 2010 tekende de toenmalige Amerikaanse president Barack Obama de Plain Writing Act, die stelde dat alle nieuwe documenten – dus ook wetten – van de federale overheid in begrijpelijke taal moeten worden opgesteld. Ambtenaren moeten les krijgen in eenvoudig schrijven, en burgers kunnen op hun beurt terugkoppelen of de overheidsteksten goed leesbaar zijn. 

In Nederland kennen we al de ‘Klare Taalbokaal’, die sinds 2017 wordt uitgereikt aan de rechter En het moet gezegd worden: Nederlandse rechters doen hun best. Als er bijvoorbeeld een uitspraak plaatsvindt met grote maatschappelijke waarde, zoals dan bevat het vonnis

Maar wetteksten kunnen nóg toegankelijker

Toch zou ik nog een stap verder willen gaan om Nederlandse wetgeving toegankelijk te maken voor iedereen: – eenvoudig Nederlands dat voor

Om ervoor te zorgen dat die wetboeken ook gelezen worden, moeten ze overal beschikbaar worden. Online publiceren lijkt me een goede optie, maar misschien kan de overheid ook een zeer bondige versie van de Grondwet of het Wetboek van Strafrecht in eenvoudige taal kosteloos huis aan huis verspreiden.

Juristen liggen vaak dwars als een wettekst versimpeld moet worden

En stel je daarnaast eens voor dat elke kersverse eigenaar van een auto de Wegenverkeerswet in eenvoudig Nederlands cadeau krijgt. Of de trotse nieuwe inwoner van een gemeente de Algemene plaatselijke verordening (APV) van die gemeente in begrijpelijke taal. 

Uiteraard blijft het normale, ‘complexe’ wetboek dan (voorlopig) de rechtsgeldige wettekst. Juristen liggen vaak dwars als een wettekst versimpeld moet worden, met reden: wetteksten zijn vaak zo ingewikkeld omdat ze bijvoorbeeld ook uitzonderingen en voorwaarden moeten kunnen toelaten. Als de letter van de wet de hoogste autoriteit heeft, dan mag die niets aan het toeval overlaten.

Toch zou je zelfs dat complexe wetboek in theorie overboord kunnen gooien. Zo heb je in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten amper wetten, en ligt de verantwoordelijkheid veel meer bij de rechters: Britse en Amerikaanse rechters kunnen zo al meer rekening houden met de leesbaarheid voor het publiek.

Iedereen heeft baat bij klare taal

Voor blijvende verandering moet ook het juridisch onderwijs op de schop. Tijdens mijn bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid heb ik amper schrijfopdrachten gehad. De focus lag vooral op het correct toepassen en interpreteren van de wet. Dat is natuurlijk niet onbelangrijk voor toekomstig juristen, maar een groot deel van het werk zal ook uit schrijven bestaan. Daarom zouden toekomstige juristen moeten leren om begrijpelijk te schrijven. Om bijvoorbeeld niet te koketteren met moeilijke woorden – zoals ‘koketteren’ in plaats van ‘opscheppen’ –

Uiteindelijk heeft de hele maatschappij baat bij begrijpelijker taalgebruik in het recht. 

En mocht je zelf ooit in het beklaagdenbankje terechtkomen, dan zal het je in elk geval niet vergaan als hoofdpersoon Josef K. in Franz Kafka’s roman Het proces: als een burger met het volste vertrouwen in de wetten en de rechters – totdat je er zelf mee te maken krijgt en erachter komt dat je er nooit iets van begrepen hebt.

Meer lezen?

Een rechtvaardiger samenleving begint óók op de rechtenfaculteit Voor mensen met juridische problemen en een krappe beurs is er gesubsidieerde rechtsbijstand: de sociaal advocaat. Maar het aantal sociaal advocaten neemt af en de rechtenstudenten lijken liever aan de slag te gaan bij de grote advocatenkantoren. De rechtenstudie kan helpen dit tij te keren. Lees het pleidooi van jurist en journalist Olivia den Hollander Welke ideeën heeft de samenleving nú nodig? In deze nieuwe serie gaan we op zoek naar antwoorden Wij stellen wetenschappers, ervaringsdeskundigen en andere experts de vraag: welk idee heeft de samenleving nodig? De komende tijd zullen we elke week een expert aan jullie voorstellen, die zijn of haar idee deelt en met wie jullie in gesprek kunnen gaan. Lees hier meer over deze serie