Hoe FC Barcelona helemaal rondom Lionel Messi werd gebouwd (en daar nu aan ten onder gaat)
FC Barcelona was jarenlang de beste club ter wereld, maar werd lui door zijn succes. De club bouwde een imperium rondom één extreem getalenteerde voetballer, Lionel Messi. Die ‘Messidependencia’ wreekt zich nu.
De verliesmakende Amerikaanse huurwagenfirma Avis was jarenlang nummer twee in zijn sector, ver achter de reus Hertz. In 1962 lanceerde Avis met de moed der wanhoop een nieuwe reclamecampagne: ‘When you’re only No. 2, you try harder.’
De slogan bleek briljant. Binnen een jaar werd Avis winstgevend. De reclamecampagne zou vijftig jaar voortduren, met subslogans als ‘Avis can’t afford not to be nice’ en ‘Avis can’t afford dirty ashtrays.’ De campagne werkte omdat Avis op een genegeerde waarheid was gestoten: de nummer twee moet harder werken. Als je nummer één bent, gaat alles goed, vernieuw je jezelf minder vaak, en word je lui.
Deze regel verklaart waarom FC Barcelona – jarenlang nummer één in de voetbalsector – zo aftakelde dat het een schuld van 1,2 miljard euro opliep en deze week gedwongen werd om Leo Messi, ’s werelds beste speler, te laten gaan. Barcelona ging ten onder aan het lot van de nummer één.
De Messi-strategie: Messi lost alles op
Er zijn allerlei redenen dat Barça de nummer één werd, maar de belangrijkste is waarschijnlijk Messi. In 2000 kwam hij als dertienjarige met zijn gezin uit Argentinië, in 2004 debuteerde hij in het eerste, en al gauw groeide hij uit tot de paraplu van de voltallige organisatie. Voor zijn komst leefde de club in een eeuwig heden waarin de volgende wedstrijd ook meteen de volgende crisis betekende. Het elftal kon zelden aan de verwachtingen van de Catalaanse natie voldoen.
Maar mede dankzij Messi werd het besturen van Barcelona relatief eenvoudig. Als je tussen 2006 en 2015 vier keer de Europese Champions League wint (vier keer zo vaak als in de halve eeuw daarvoor) verstomt de interne stammenstrijd. Witte zakdoekjes – het teken waarmee Spaanse fans traditioneel hun onvrede aangeven – verdwenen uit het Camp Nou-stadion. Van 2003 tot 2020 ontsloeg Barça geen enkele trainer tijdens het lopende seizoen.
De club heeft een aantal keer eerder de beste voetballer ter wereld in dienst gehad – Johan Cruijff, Diego Maradona, en de Brazilianen Ronaldo en Ronaldinho – maar het feest duurde nooit lang. Ronaldo vertrok na een jaar, en de andere drie hielden al snel op te renderen. Messi moest de uitzondering worden, de ster die in Barcelona bleef presteren. De club ontwierp een ‘Messi-strategie’: de hele werkplek werd ingericht om het hem naar de zin te maken. Als hij wilde dat een trainer of speler werd gehaald of weggestuurd, dan gebeurde dat meestal.
Barça gaf Messi de sleutels van de club. Het werd het meest succesvolle man-managementproject uit de voetbalgeschiedenis. Vijftien jaar lang presteerde hij vijftig keer per seizoen top in het Barcelona-shirt. Maar de keerzijde was dat de organisatie door zijn aanwezigheid lui werd. Met hem op het veld hoefde Barça niet hard na te denken. De ooit pionierende speelstijl en jeugdopleiding – allebei bedacht door Cruijff in zijn periode als hoofdcoach van 1988 tot 1996 – verstoften. Het spelsysteem van Barcelona versimpelde: geef de bal aan Messi en hij lost het wel op. Messidependencia heet dat in Catalonië. De achtervolgende clubs dachten harder na.
De inkomsten van Messi groeiden (en de andere salarissen groeiden mee)
Intussen bleven de inkomsten van Barça mede dankzij Messi groeien. Barcelona speelde briljant voetbal, verscheen wereldwijd op tv, won prijzen, en trok fans en sponsors. In 2018 werd de club uit de tweede stad van een niet erg rijk, middelgroot land de eerste sportclub in de geschiedenis met een jaaromzet van meer dan een miljard dollar.
Jorge Messi, de vader en zaakwaarnemer van Leo, zag dat ook. Leo Messi had een rollend contract, dat hij na elk seizoen kon opzeggen. Jorge gebruikte dat als een drukmiddel om voortdurend opslag te vragen; anders liep zijn zoon misschien weg. Barcelona gaf steeds toe. Waarom niet? Het geld kwam met bakken binnen, en dat zou toch gewoon blijven doorgaan?
Tussen 2017 en 2021 verdiende Messi in totaal meer dan 555 miljoen euro, volgens zijn contract dat deels werd gepubliceerd in de krant El Mundo. * De voorzitter van Bayern München Karl-Heinz Rummenigge zei dat hij had ‘moeten lachen’ toen hij het bedrag zag. ‘Ik kan hem alleen maar complimenten geven dat hij er zo’n astronomisch salaris heeft uitonderhandeld.’*
Een hoge Barça-official vertelde mij dat het salaris van Messi tussen 2014 en 2020 was verdrievoudigd. Hij zei: ‘Het probleem is niet Messi. Het probleem is dat de rest van de ploeg wordt aangestoken.’ Elke keer dat Messi opslag kreeg, wilden zijn ploeggenoten dat ook.
Uiteindelijk betaalde Barcelona de hoogste salarissen in de gehele teamsport. Spelers vertrokken liever niet, want geen andere club kon hun salarissen betalen, en dus verouderde de selectie. De Fransman Antoine Griezmann, overgekomen van Atlético Madrid, schrok van het gezapige tempo op de Barça-training. Bij Atlético, zo vertelde hij, ‘was elke training zo zwaar als een wedstrijd’.* Maar tot 2019 bleef de club van Messi meestal winnen.
Corona deed de club de das om
Toen Barcelona tegen een onverwachte tegenvaller aanliep – het coronavirus – werd dat een drama. De stadions sloten en de inkomsten kelderden. Op 9 augustus 2020 maakte de 8-2-afstraffing door Bayern München duidelijk dat Barça niet meer nummer één was.
Maar de meeste overbetaalde spelers bleven. Dit jaar betaalt Barcelona meer dan de gehele clubomzet uit aan salarissen. Zelfs toen Messi een gehalveerd salaris wilde accepteren om te blijven, kon dat niet meer. Clubpresident Joan Laporta vertelde de vertegenwoordigers van de speler donderdag: sorry, hij moet gaan, we kunnen hem niet meer betalen.
Volgens lokale media is Messi er kapot van. Hij wil blijven, zijn drie zoontjes willen niet in een vreemd land aan een nieuwe school beginnen. Maar het vertrek is ook zijn schuld: hij heeft de club opgegeten. Nu is Barcelona niet meer nummer één, en moet het gaan nadenken.
De komende tijd schrijf ik voor De Correspondent een korte serie over het succes en de ondergang van FC Barcelona, en de invloed van de club op het moderne voetbal. Delen van dit stuk komen voor in mijn nieuwe boek FC Barcelona – Het imperium, dat op 17 augustus 2021 verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.