De inwoners van Berlijn zijn de woningbeleggers zat (en willen dat de staat hun huizen opkoopt)
Twee weken geleden was er geen nieuwsbrief, ik was aan het wandelen in de Alpen. De afgelopen anderhalve week werkte ik vanuit Berlijn. Toen ik vorige week zondag opstond en naar buiten ging, hingen plotseling overal verkiezingsposters. Het was vanaf die dag toegestaan affiches op te hangen, en gedurende de nacht waren vrijwilligers van de verschillende partijen in de weer geweest om de beste plekjes te bemachtigen. Ze hingen de posters zo hoog mogelijk, zodat aanhangers van rivaliserende partijen ze er niet zo makkelijk vanaf kunnen trekken.
De komende weken schrijf ik samen met collega’s Marc Chavannes en Riffy Bol een stuk over de Duitse verkiezingen. Even een uitstapje van het onderwerp wonen dus. Hoewel we het niet helemaal links zullen laten liggen, want ook in Duitsland zijn de stijgende huren en huizenprijzen een belangrijk onderwerp op de politieke agenda.
De inwoners van Berlijn stemmen op 26 september niet alleen voor de Bondsdag en voor de regering van hun deelstaat. Er vindt ook een referendum plaats over het opkopen van huurwoningen door de staat. Het burgerinitiatief ‘Deutsche Wohnen & Co enteignen’ – de naam verwijst naar de grootste Berlijnse huisbaas – stelt voor de huizen van alle vastgoedeigenaren met meer dan drieduizend woningen te onteigenen.
Investeerders in huurwoningen zijn in heel Europa aan een opmars bezig
Hoe dat precies in zijn werk zou moeten gaan, is nog niet duidelijk. De Berlijnse regering is niet verplicht de uitslag van het referendum uit te voeren – ook als een meerderheid van de kiezers vóór stemt. De linkse partij Die Linke wil de onteigening van de rond 240.000 huizen die onder het voorstel uit het referendum vallen ook daadwerkelijk uitvoeren. Dat zou miljarden kosten, ook als het Berlijn lukt de huizen voor minder dan de marktprijs te kopen.
De Groenen, die samen met Die Linke en de sociaaldemocratische SPD de regering van de deelstaat vormen, lieten weten onteigening als laatste redmiddel te zien. Liever wil de partij strenge afspraken maken met verhuurders, bijvoorbeeld dat die de huur vijf jaar lang bevriezen (niet toevallig ging het daar ook om bij het huurplafond dat Berlijn vorig jaar invoerde, en dat door het Duitse constitutioneel hof werd tegengehouden). De SPD is tegen onteigening.
Het referendum kan een voorbeeld worden voor andere grote steden waarvan de inwoners met hoge huren kampen. In heel Europa zijn investeerders in huurwoningen aan een opmars bezig. In Nederland stopten beleggers vorig jaar ruim 11 miljard euro in huurwoningen – een vertienvoudiging ten opzichte van 2011. Steeds meer mensen moeten zich afvragen wat het betekent als hun huis niet alleen een plek is om te wonen, maar ook een verdienmodel voor beleggers.
Ook als er geen meerderheid is voor het referendum, bereiken de initiatiefnemers dus wel iets anders: een breed gedragen discussie over de beste manier om de huurmarkt in te richten. Wie zijn de aangewezen partijen om te bouwen, commerciële verhuurders of publieke instellingen? En helpt het tegen de woningnood als de staat huizen opkoopt?
Prachtige documentaire over (de nadelen van) wonen in een ecocommune
Vanaf komende zaterdag vertonen we op De Correspondent de film Journey to Utopia van de Noorse regisseur Erlend Eirik Mo, die eerder te zien was bij het Movies that Matter-festival. Mo filmde hoe hij met zijn gezin van het Noorse platteland naar een ecologische leefgemeenschap in Denemarken verhuisde. Zijn documentaire laat als geen ander zien wat het kost om te leven op een manier die de aarde niet onnodig belast.
De bouw van het ecodorp verloopt allesbehalve soepel, getuige de vele vertragingen en verhogingen van de kosten om er te leven. Mo heeft heimwee naar de boerderij die hij erfde van zijn vader, maar die zo afgelegen is dat hij en zijn vrouw met het vliegtuig naar hun werk moesten. En hij lijdt onder de sociale druk om mee te werken in de commune, ook als hij soms tijd voor zichzelf nodig heeft. Het is af en toe tenenkrommend om naar te kijken, maar het levert ook een prachtige documentaire op.
Om te lezen, kijken en luisteren
- Het predicaat 'achterstandswijk' is zelden terecht, als je het aan de bewoners vraagt. Trouw publiceerde onlangs deze mooie reportage over de wijk Presikhaaf in Arnhem, waar jongeren een tentoonstelling hebben gemaakt over hoe zíj hun omgeving waarnemen.
- Sinds de overstromingen van deze zomer kan niemand het meer negeren: klimaatverandering is een risico op de woningmarkt. Maak informatie over klimaatrisico's een verplicht onderdeel van de verkoop van een huis, betogen Alexander Carlo en Martijn Stroom in NRC.
- Het Financieele Dagblad ging op bezoek in het Zeeuwse Burgh-Haamstede, tot voor kort het meest vergrijsde dorp van Nederland. Nu er wat meer jonge gezinnen komen, is er een tekort aan huizen. Dat komt ook omdat maar weinig ouderen naar een kleinere woning gaan.
- In De Rudi & Freddie Show ging collega Jesse Frederik in gesprek met Edwin Buitelaar, programmaleider ruimtelijke ontwikkeling bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Er komen een aantal interessante onderwerpen langs, zoals hoe de prijs van grond wordt berekend. En waarom het slopen van sociale huurwoningen om er duurdere huizen voor terug te bouwen, geen goed idee is.
Tot de volgende,
Josta
P.S. Het is alweer een paar weken geleden, maar voor mijn vakantie publiceerde ik een bespreking van Simon Winchesters boek Land. Hij laat zien hoe privébezit van grond aan de basis ligt van uiteenlopende conflicten.