Precies een maand geleden liep ik nog door de sneeuw over een gletsjer met stijgijzers onder mijn schoenen en een pickel in mijn hand. Samen met negen andere Nederlanders en twee Oostenrijkse berggidsen leerden we een week lang hoe veilig besneeuwde bergtoppen te beklimmen en gletsjer over te komen (zonder in een crevasse te vallen – dit zijn ijsspleten onder de sneeuw van enkele tot honderden meters diep).  

Bergsport is een grote en groeiende hobby van me. Het begon ooit met een tiendaagse trekking door de Pyreneeën, gevolgd door een top van 6.088 meter in Bolivia, meerdaagse trekkingen door Huaraz (Peru), Mallorca en de Alpen. Sinds mijn vriend en ik een aantal jaar klimmen, wisselen we de wandeldagen af met rotsklimmen. 

Deze foto is onderweg naar de Wildspitze gemaakt. Door: Ruud Walraven-Bosch.

Op de eerste dag van die alpiene cursus in Oostenrijk dit jaar, bekroop me een onbestendig gevoel, dat de rest van de vakantie met vlagen terugkwam. Misschien dat het kwam door de skilift die ons de eerste dag halverwege de berg bracht, evenals tientallen andere dagjesmensen. De bomen en struiken moesten wijken voor de reusachtige stalen constructie. En op verschillende plekken zag ik vanuit het liftje hoe mensen beneden mij met graafmachines en ander grof materieel de pistes stonden aan te harken en de berg stonden te bewerken. 

Ik moest denken aan de foto van de rij mensen boven op de Mount Everest in de Nooit eerder wilden er zo veel mensen tegelijk ‘s werelds hoogste berg op. Er viel dat jaar een recordaantal van elf doden door bevriezing en/of zuurstoftekort. 

Dat zo veel mensen zo’n beklimming wagen heeft onder meer te maken met het feit dat de gear en kleding steeds beter en betrouwbaarder wordt. Dat de paden steeds beter, veiliger,  toegankelijker worden door bijvoorbeeld uitgehakte rotsen, touwen, ladders en ijzeren kabels waaraan je je kan zekeren. En de hutten en tentenkampen in de bergen worden steeds luxer, met verse maaltijden en soms zelfs warme douches. De sherpa’s dragen de zwaarste spullen omhoog – voor wat extra geld zelfs je hele tas en wat extra zuurstofflessen. Bergtoppen worden daarmee steeds toegankelijker (niet qua prijs overigens – voor een beklimming van de Mount Everest ben je al snel meer dan 10.000 euro kwijt). 

En ja, overal waar de mens komt laat het sporen na. Hoe schoon je ook probeert te werk te gaan – etensresten, mueslireepverpakkingen, wc-papier, drinkflessen (tijdens een steile klettersteig – een ijzeren weg over rotsen – viel zo’n 1,5 liter fles van iemand boven mij tientallen meters de afgrond in); onbewust laat je van alles achter. Nog even los van de minuscule plastic vezeltjes die van al die synthetische sportkleding

Met rotsklimmen is het weer een ander verhaal: daar zijn het vooral de stalen haken die in de rotsen worden geboord die voor de bergvervuiling zorgen. Klimmen zonder is mogelijk, maar vergt veel meer kennis, techniek en materiaal. Die haken maken dat zo’n gebied toegankelijker is; waardoor er weer meer mensen op afkomen. 

Die drukte in de bergen, waar ik zelf onderdeel van uitmaak, kan toch nooit goed zijn? Het voelde alsof ik alleen maar kon ‘nemen’ van deze fantastisch mooie plekken, maar niks kon teruggeven. Een van de Oostenrijkse berggidsen die was opgegroeid in het dal met de skiliften, zag dat zelf anders: natuurlijk waren die skiplekken niet om aan te zien in de zomer. Maar het hele dorp, iedereen die hij kende, leefde van de inkomsten die toeristen meebrachten. En konden daarmee de natuur onderhouden en beschermen. 

Maar hoe behoudt je het evenwicht? Hoe weet je wanneer het genoeg is? En wat doe je eraan?

Als laatste...

Iets anders indrukwekkends, maar dan op een compleet andere manier: containerschepen zo groot als flatgebouwen. Met dat onderwerp – of meer specifiek: de invloed van de containervaart op de kleren die we dragen – hield ik me afgelopen tijd bezig, en verscheen deze week het resultaat.

Ook interviewde ik Agnes Jongerius voor de (deze zomer vragen we verschillende politici naar hun favoriete wet) over, jawel,

Fijne week gewenst, 

Emy

P.S. Op de cover van de eerste Scandinavisch Vogue deze maand staat Greta Thunberg, met erin waarin ze vertelt al jaren geen nieuwe kleren te kopen en dat duurzame mode op dit moment niet bestaat. Ik hoop dat deze Vogue-editie wel eindelijk kritisch durft te zijn op de mode-industrie.