Wat als de hele wetenschap op YouTube zat?
Vergeet influencers, unboxers en modellen. Echte magie ontstaat pas als wetenschappers hun verborgen werelden online gooien. Zoals entomoloog Adrian Smith, die van een doodnormale mot nog iets volslagen magistraals maakt.
‘Soms denk ik, het nuttigste wat ik als wetenschapper kan doen is de fancy science-camera’s richten op wat motjes die hun vleugels flappen voor een paarse achtergrond.’
Adrian Alan Smith van YouTubekanaal Ant Lab snapt het. Wilde je nog naar mooie beestjes kijken vandaag, laat het dan dit filmpje zijn:
Smith is een entomoloog uit North Carolina die vlogt over diergedrag. Zijn expertise: curieuze omgangsvormen bij mieren. Hij legt uit hoe werksters hun koningin herkennen aan een geur die voor hen werkt als anticonceptie. Of hoe een jaloerse koningin hele hordes werksters opzet tegen die ene werkster die het waagt zelf ook wat eitjes te leggen. Nog gekker: roofmieren uit Florida, die hun nesten versieren met de schedels van hun lievelingsprooi, de valkaakmier.
Toch spreekt Smith wanneer ik hem bel amper van motten en mieren. Hij lijkt voller van iets anders. Van een vraag: hoe geef je kennis door?
‘Het zit zó gek scheef in de wetenschap’, zegt Smith. ‘Laatst publiceerde ik een artikel over een totaal onbekende, nieuwe manier waarop de larf van een dwergschorskever springt. Het kwam in Plos One, een oké tijdschrift, niet iets om over naar huis te schrijven. Dit onderzoek zou ook geen schijn van kans maken bij een hoog impact tijdschrift…’
‘Maar meer dan 100.000 mensen hebben mijn video erover bekeken.’
‘Bedenk: het kost mijn lab 1.700 dollar om zo’n paper gepubliceerd te krijgen. Terwijl, als ik hetzelfde verhaal vertel met hetzelfde materiaal, en ik publiceer het op YouTube, dan levert dat mijn lab geld op!’
‘Goed, maar een paar honderd dollar tot nu toe. Maar tienduizenden mensen zagen springende babykevers en een deel van hen heeft zich geabonneerd op mijn kanaal, en zegt daarmee: ik wil volgen wat deze wetenschapper doet. Dat gebeurt niet als je een wetenschappelijk artikel publiceert.’
‘En dat blows my mind, elke keer dat ik eraan denk.’
‘Een reviewer van het keverpaper zei zelfs: kun je niet refereren aan je YouTubefilmpje? Ik begreep het paper beter na het zien ervan.’
Nou inderdaad. Waarom zitten niet alle wetenschappers op YouTube?
‘Geen idee! Was het maar zo. Ze kijken wel YouTube. Over die springende babykevers maakte ik eerder al een filmpje, toen kreeg ik reactie van een onderzoeker in Japan die dit gedrag ook kende bij Japanse dwergschorskevers, maar er nog niet over had gepubliceerd. Hij werd co-auteur! Samen documenteerden we het springgedrag als een ding dat voorkomt in deze hele groep kevers, over de hele wereld.’
Ik denk achteraf vaak dat ik niet goed heb kunnen uitdrukken hoe uniek die beelden zijn
Gebeurt dat vaker? Wie vinden jou zoal via YouTube?
‘Ik wil dingen op beeld zetten die niemand ooit heeft vastgelegd. Dat er geen andere plaats is waar je zoiets kunt zien. Zoals slijmetende insecten, die bacteriën eten die uit een boom komen sijpelen. Of hoe mieren precies gif injecteren in prooien. Ik spit de literatuur door: niks, stroop internet af: niks. Dan ga ik het filmen.’
‘Bij zulke dingen denk ik achteraf vaak dat ik niet goed heb kunnen uitdrukken hoe uniek die beelden zijn. Echt niemand heeft dit eerder gezien. Echt waar. Ik moet beter mijn best doen om dat over te brengen.’
‘Maar goed. Die gifinjectievideo, daar kreeg ik reactie op van Sander Gussekloo uit Wageningen die de legboor van sluipwespen bestudeert, in de context van het ontwerpen van naaldinjectiesystemen.’
Gussekloo wil een naald ontwikkelen die kan bewegen, die vloeistof af kan geven rond kwetsbare structuren. Voor procedures in het brein, of interventies rond het ruggenmerg.
‘Sluipwespen gebruiken de legboor om eieren te leggen. Die kunnen ze heel nauwkeurig naar een bepaalde plek sturen. Maar bij mieren is die legboor geëvolueerd tot enkel een angel. Het is een veel gespecialiseerder afgiftesysteem van vloeistoffen, dus voor analyse van dat deel beter te gebruiken. Nu de pandemie op z’n eind loopt kunnen we dat weer samen gaan bekijken.’
Je ziet dus graag meer wetenschappers op YouTube. Ik ook. Maar leent jouw beestjesonderzoek zich daar niet uitermate goed voor?
‘Er is een supergoed bekeken YouTubekanaal dat helemaal draait om één hydraulische pers. Gewoon van mensen in een werkplaats die graag kijken hoe allerlei objecten druk weerstaan. Gebaseerd op één stuk zeer gespecialiseerde apparatuur!’
‘Je kunt deze analogie goed gebruiken voor de wetenschap: want man – wat is dáár een hoop gespecialiseerde apparatuur, die gespecialiseerde dingen doet. Dat is praktisch alles wat wetenschap is.’
‘Denk aan de duizenden laboratoria die microscoopbeelden maken. Wat op deze schaal gebeurt zouden we op geen enkele andere manier zien. Dit is puur beeldmateriaal! Waarom tuigt niemand een keer een SEM-microscoopkanaal op?’
‘Het enige wat eraan ontbreekt is een verhaal. En de verbinding met een mens die deze dingen bekijkt om een boeiende reden.’
De verbinding met een mens?
‘Ja, mensen willen mij in beeld, maar niet om mij, ze hebben een mens nodig die betrokken is bij het verhaal. Dus probeer ik mezelf in elk verhaal te stoppen, zodat een kijker zich kan inleven in mijn nieuwsgierigheid.’
‘Ik ben niet de alwetende wetenschapsman die het je allemaal gaat vertellen. Het enige wat is zeg is: hoi! Ik doe dit omdat ik nieuwsgierig ben, en hier is het. Is het niet cool? Het is toch cool? Dat is het wel. Dat is het hele verhaal.’
‘In het begin, als alleen al vijfhonderd mensen mijn filmpje bekeken dacht ik: oh my god, wat is dit. Ik ben gewend onderzoek te presenteren aan twintig mensen op een conferentie. En nu hebben vijfhonderd mensen dit gezien? Cool. Dat was genoeg motivatie om aan de gang te blijven.’
‘Je leert steeds beter wat werkt. Afgelopen jaren probeerde ik allerlei formats: ik legde mieronderzoek uit aan mijn moeder, aan tieners, via stopmotionfilmpjes met basketballers, haha hoe niet?’
Deze experimentatiedrang heeft nu zelfs geleid tot een heus paper over hoe wetenschap het beste binnenkomt bij mensen.
‘Ja, dat komt half oktober uit. We wilden weten vanuit welk perspectief nieuwe wetenschappelijke bevindingen het geloofwaardigst overkomen. Laat je een wetenschapper over zijn eigen werk en drijfveren vertellen, is het beter iemand anders dat te laten doen? Of breng je informatie naar buiten via voice-over?’
‘Blijkt dat de wetenschapper die zelf over zijn vondst en motivatie vertelt het betrouwbaarst overkomt op kijkers. Ons onderzoeksvoorbeeld was: kijk, er is net een nieuwe miersoort ontdekt. Maar misschien gaat deze vlieger alleen op voor niet-controversiële informatie.’
Het is echt een nieuwe onderzoeksrichting zag ik: hoe wetenschap te presenteren op YouTube. Is het een grote stap? Van het schrijven van papers, naar film?
‘Onderzoeksverhalen in peer reviewed papers zijn zeer gestructureerd, rigide, en niet boeiend om te lezen. Je zegt: we deden deze vijftig dingen, en we analyseerden ze, en ze zeggen allemaal dit ene ding, n=50.’
‘Maar in je video focus je op n=1: ik ga je het mooiste voorbeeld laten zien wat ik heb, dat helemaal uitlegt wat er die andere vijftig keer ook aan de hand was. En daar moet je niet pas aan denken als je onderzoek al is afgerond, maar terwijl je er nog middenin zit.’
‘Ik ben niet het enige lab met een hogesnelheidscamera die het richt op insecten. Ik heb zelfs niet de beste hogesnelheidscamera. Maar bijna al die labs kopen zwart-wit camera’s, met zwart-wit sensoren, en laten de sensoren supervuil worden, omdat ze ze louter gebruiken om data mee te genereren. Echt zonde. Gemiste kans. Ik kocht expres een hogesnelheidscamera waar mooi beeld uit komt, omdat ik óók verhalen wil vertellen met de wetenschapsmachine.’
‘Ik zie collega's interessante dingen doen en het doet gewoon pijn in mijn ziel als hun verhalen niet worden verteld’
‘En soms moet je je eigen verhaal loslaten. Een van mijn populairste filmpjes beantwoordt de vraag: doet het pijn als een valkaakmier je bijt? Een vraag die ik altijd kreeg.’
Over dat loslaten van je eigen verhaal: je maakt soms ook filmpjes van het werk van collega's?
‘Ja, ik zie collega’s interessante dingen doen en het doet gewoon pijn in mijn ziel als hun verhalen niet worden verteld.’
‘Dit jaar kwam bijvoorbeeld Walter Tschinkels nieuwe boek uit: Ant Architecture: The Wonder, Beauty, and Science of Underground Nests. Hij giet aluminium in mierennesten en graaft de soms meterslange structuren die zo ontstaan uit. Echt fascinerend werk. Toen ik hoorde dat het boek uitkwam sprong ik meteen in m’n busje naar Florida. Want als ik het niet doe, doet niemand het!’
‘Of ik ging een keer met een collega lunchen, een astrofysicus. Hij zei: oh we publiceren deze week een beschrijving van een nieuw soort sterrenstelsel. In een of ander obscuur astronomisch tijdschrift. Hij deed er vrij blasé over, maar ik dacht: krankzinnig! Dat je gewoon een nieuw type sterrenstelsel kunt ontdekken!’
‘De eerste auteur was Burçin Mutlu-Pakdil. Filmpje van haar gemaakt. De media pikten het op. Inmiddels heeft ze zelfs een TED-talk over haar galaxy gehouden.’
‘Zo zie je maar.’
Sociale media promoten nu vooral make-up en modellen. Of gadgets. Wat als al die platforms even hard gebruikt werden voor melkwegstelsels en het insectbestaan?
‘Als meer wetenschappers zichzelf, hun interesses en expertise zouden delen, zou het een héél andere omgeving zijn. Interessanter.’
‘Hoe dan ook worden er een heleboel fascinerende verhalen niet verteld nu. En sowieso niet aan genoeg mensen.’