Anna Pappenheimer was negenenvijftig jaar toen ze tijdens een heksenjacht in 1600, georganiseerd door de hertog van Beieren, werd opgepakt en gemarteld tot ze haar pact met de duivel bekende. Samen met haar man Paulus en hun kinderen werd ze publiekelijk uitgekleed. Haar borsten werden afgehakt en in de monden van haar zoons gepropt (een martelhandboek uit die tijd vermeldde dat ‘de vrouwenborst zeer gevoelig is, vanwege de verfijning van de aderen’). Vervolgens moest ze toezien hoe Paulus op een staak werd gespietst die door zijn anus omhoog werd gedreven. Ten slotte werd het echtpaar levend verbrand, samen met hun twee oudste zoons, die immers heksengebroed waren. Hun jongste zoon Hansel, elf jaar, moest toekijken. Volgens ooggetuigen riep hij uit dat zijn moeder nog bewoog. Hij werd drie maanden later geëxecuteerd.
Alice Lake, moeder van vier kinderen, werd in 1651 in het Amerikaanse Dorchester veroordeeld als heks en opgehangen nadat ze onder marteling toe had gegeven dat ze ooit (vergeefs) had geprobeerd een zwangerschap af te breken.
De geneesvrouw Joan Petersen werd in 1652 in het Engelse dorpje Tyburn geëxecuteerd nadat men in haar schaamstreek een losse huidplooi had ontdekt, wat haar als heks aanmerkte – een ‘vlezige tepel’, waarvan men geloofde dat de duivel eruit dronk.
Ik kan nog een tijd doorgaan, want er zijn genoeg verslagen bewaard gebleven van de executies die plaatsvonden tijdens de grote heksenjachten van de renaissance. Hoeveel slachtoffers ze eisten is niet exact bekend – volgens de meest recente schattingen gaat het om vijftig- à honderdduizend doden – waarbij de verdachten die in de cel bezweken aan martelingen, aan verkrachting of aan zelfmoord niet zijn meegeteld, net zomin als zij die ‘slechts’ werden gemarteld of verbannen.
Een onschuldig woordgrapje? Dacht het niet
Deze gruwelen lijken nogal ver af te staan van het nieuwsfeitje dat vorige week passeerde: dat PVV-leider Geert Wilders het aftreden van minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Zaken op Twitter onthaalde met de hashtag #hexit – de heks, dixit Wilders, is exit. En natuurlijk werd de kreet gretig overgenomen op sociale media. ‘Ding dong, the witch is dead!’
Wat hebben die eeuwenoude martelingen te maken met Wilders’ venijnigheidje over Kaag, dat woordgrapje waar de PVV-leider en zijn spindokter waarschijnlijk erg mee in hun nopjes waren, net zoals hun Twittervolgers (‘Geniaal!’ ‘Is #hexit al trending??’)?
Veel meer dan je denkt. #Hexit spreekt namelijk boekdelen over de manier waarop Wilders – en met hem hele volksstammen – naar vrouwen kijken. Het is niet de eerste keer dat Kaag door haar collega voor heks is uitgemaakt, sterker nog, het is schering en inslag dat een vrouwelijke machthebber die titel krijgt opgespeld. Bij de dood van Margaret Thatcher haalde de single Ding-Dong! The Witch is Dead nummer twee in de Britse hitlijsten. De Amerikaanse oud-presidentskandidaat Hillary Clinton, ‘the Wicked Witch of the Left’, kwam op memes veelvuldig langs met puntmuts en haakneus, net als ‘Oberhexe’ Angela Merkel. #Hexit staat in een lange traditie.
Pas als je de wortels van die traditie kent, begin je te horen welke bijklank het woord ‘heks’ eigenlijk heeft. Wie dat woord gebruikt, slaat een akkoord aan dat allerlei beelden en ideeën in ons wakker maakt. Het bevat een hoogconcentraat misogynie: alle (mannelijke) angsten voor ongrijpbare of machtige vrouwen worden erop geprojecteerd. En de term wordt nog altijd gebruikt om te zeggen: vrouw, ken je plaats. Achter de figuur van de heks gaat een heel systeem van ideeën en angsten schuil – ideeën die nog altijd opspelen wanneer een vrouw zich doet gelden.
Waarom de heks meestal een vrouw is
Hoewel er bij de grote heksenjachten van de zestiende en zeventiende eeuw ook mannen en kleine kinderen werden vermoord, was ‘de heks’ meestal een zij: zo’n 80 procent van de verdachten, en 85 procent van de veroordeelden, was vrouw. Sommige vrouwen waren nog sneller verdacht dan andere: wie ouder was, weduwe of alleenstaand, had een grotere kans op de brandstapel te eindigen. Net als vrouwen die ruziemaakten met de buren, zich seksueel of anderszins niet bescheiden opstelden, vrouwen met (medische) kennis, en vrouwen die uitzicht hadden op een erfenis. Mannen werden vooral slachtoffer als hun vrouw, zus of ander familielid als heks was aangemerkt.
Vaak waren alleen al de fysieke kenmerken van een vrouwenlichaam genoeg om je op de brandstapel te krijgen. Zo zocht men naar de aanwezigheid van een ‘duivelstiet’, waaruit de duivel, eventueel in de vorm van een pad, kat of ander dier, zijn satanische borstvoeding dronk, en die dikwijls werd herkend in een huidplooi van de labia of een uitgesproken clitoris. Menstruatiebloed zou magische krachten hebben, en er werd geloofd dat de duivel sprak door de schaamlippen van een vrouw. De vulva was, kortom, op zich al diabolisch.
De heksenjachten waren geworteld in misogynie, sla het handboek van de heksenjagers er maar op na. In de Malleus Maleficarum uit 1486, oftewel de ‘Hamer der heksen’, verzamelden de Elzasienner theoloog Heinrich Krämer en de Zwitserse dominicaan Jakob Sprenger alle bijgeloof en angsten over heksen die in die tijd in Europa al bij het volk leefden, en die in de decennia daarvoor hadden geleid tot heksenjachten.
Heksen legden een een krioelend nest afgehakte penissen aan
Wat het immens populaire boek – er werden internationaal zo’n 30.000 van verkocht, voor die tijd een fenomenaal aantal – onderscheidde, was dat de auteurs ‘op elke pagina de verantwoordelijkheid van vrouwen onderstreepten’, schrijft historicus Guy Bechtel. De vrouw was volgens de heren theologen zwak, lui, ontrouw, leugenachtig, draagster van de erfzonde en had ‘een onstilbare vleselijke lust’, waarmee ze een gemakkelijke prooi voor satan was. De heks was een vrouw in het kwadraat, die haar aangeboren vrouwelijke zwaktes tot volle wasdom had gebracht.
En natuurlijk had ze ook een hekel aan mannen. Volgens Krämer en Sprenger maakten heksen mannen onvruchtbaar en stalen ze hun penissen: sommige heksen zouden er wel twintig of dertig bewaren, verstopt in vogelnestjes in de bomen, waar die arme penissen hulpeloos bleven krioelen als regenwormen.
De invloed van hun tot boek gestolde castratie-angst is nauwelijks te overschatten. Het dicteerde de vorm van alle daaropvolgende heksenprocessen en wakkerde het vuur van de brandstapels aan. De elite, die tot dusver nauwelijks blijk had gegeven van een geloof in hekserij, omarmde het als nuttig instrument van sociale uitsluiting: wilde je van iemand af, dan wees je diegene als heks aan, de Hamer der heksen in de hand.
Ook de goede heks moest dood
Overigens gingen veel hekserij-aanklachten niet per se over ‘kwaad doen’ of over kwade magie. Ook ‘heksen’ die mensen hadden geholpen konden om die reden worden vermoord. Marguerite Peigne bijvoorbeeld, die een aantal van haar buren in Correnol, Zwitserland, had genezen met kruiden uit haar tuin. Omwille van die genezing – en de verdenking dat ze het had doen hagelen – werd ze veroordeeld.
En wist je je als verdachte goed te verdedigen, dan hielp dat je niet per se. Integendeel. De Schotse vroedvrouw Margaret Lang uit Erskine, Paisley, stond te boek als ‘gewaardeerd’ en ‘wijs en exact in haar ambacht’. Nadat ze door een jong meisje was beschuldigd van hekserij, verdedigde ze zich tegenover de rechters zo eloquent dat ooggetuigen meenden dat ‘noch geestelijken, noch advocaten, het beter zouden doen’. Maar juist haar welsprekendheid werd gezien als een van de sterkste bewijzen dat ze inderdaad een heks moest zijn, en ze werd opgehangen en verbrand.
Dat het weinig uitmaakte wát je deed als je eenmaal een heks heette, blijkt ook uit de woorden van de Britse heksenjager William Perkins. Sterker nog, de goede heksen... ‘which do no hurt but good, which do not spoil and destroy, but save and deliver’ – waren schadelijker. ‘Of the two the more horrible and detestable monster is the good witch,’ oftewel de wise woman, schreef Perkins: ‘…it were a thousand times better for the land, if all Witches, but especially the blessing Witch might suffer death.’
Wat de heks werd aangerekend waren, kortom, haar kunde en macht, niet het specifieke gebruik daarvan ten goede of ten kwade.
Als ik de commentaren op Kaags vertrek lees, krijg ik ook niet het gevoel dat de mensen die zich vrolijk maken over #hexit zich werkelijk bekommeren om het lot van Afghaanse tolken. Ze bekommeren zich vooral om het kale feit dat ‘die lelijke oma’ haar plaats niet kent: ze moet ‘FUCKOFFEN uit het #Parlement en het goede voorbeeld verstrekken aan #vrouwen door haar echtgenoot en kleinkinderen te dienen’.
Dat Kaag duidelijk zeer welbespraakt, getalenteerd en misschien zelfs van goede wil is, maakt het alleen maar erger.
Een overheidscampagne ter heropvoeding van de vrouw
Waarom zou je bezwaar maken tegen ‘heks’ als scheldwoord? De heks is toch een koddig figuur bij de Halloweenpompoenen? Heksenjachten waren niets meer dan een soort uitbarsting van middeleeuwse barbarij, van bijgeloof over vrouwen die op bezems rondvliegen en baby’s tot zalf vermalen? Totaal absurd en daarom geen serieuze aandacht waard.
Maar als je de feiten erop naslaat, blijkt dat de heksenjachten géén middeleeuwse volksgekte waren. Ze speelden zich met name af tijdens de renaissance en duurden tot de o zo rationele verlichting. De kerk speelde een relatief kleine rol: de meeste heksen werden vermoord op aanjagen van lokale overheden, die de heksenjachten organiseerden en financierden. Niet geheel toevallig voerden diezelfde overheden in dezelfde periode allerlei wetswijzigingen door die de rechten van vrouwen sterk inperkten. Met name op twee cruciale gebieden: seks en werk.
De middeleeuwse vrouw had relatief veel vrijheid. Ze werkte in het huis en op het land, maar kon ook werken als brouwer, heler, vroedvrouw, apotheker, molenaar, naaier, spinner, barvrouw, dakdekker, kantspinner, stratenmaker, cateraar, wever, marktvrouw, enzovoorts, vaak als assistent van haar man. Vrouwen waren weliswaar uitgesloten van publieke functies en van formele opleiding, maar ze namen deel aan het economische leven en verstrekten bijna alle beschikbare medische diensten, wat hun een zeker aanzien gaf.
Dat veranderde in de zestiende eeuw, een tijd van grote inflatie, armoede en sociale spanningen. De kloof tussen arm en rijk groeide. Wellicht was deze economische druk de aanleiding dat vrouwen vanaf 1500 overal in Europa bijna compleet uit de gildes werden geweerd, zodat ze in toenemende mate waren aangewezen op slechtbetaald, marginaal werk.
De arbeid van vrouwen was voortaan onbetaald, waarmee een hoeksteen voor een kapitalistische economie werd gelegd
Halverwege de zeventiende eeuw was het alleenstaande vrouwen in de Duitstalige landen bijvoorbeeld volledig verboden om buitenshuis te werken, en zelfs om binnenshuis goederen voor de verkoop te produceren – zodat er, behalve het huwelijk, nauwelijks een manier voor hen overbleef om in leven te blijven. Weduwen mochten het ambt dat ze met hun man hadden uitgevoerd niet langer voortzetten, vrouwen werden per wet uitgesloten van opleidingen en met name van het beoefenen van geneeskunde. De arbeid van vrouwen was voortaan onbetaald, waarmee een hoeksteen voor de nieuwe, kapitalistische economie werd gelegd.
‘Heks’ en ‘hoer’ lagen vlak bij elkaar
In dezelfde periode werden vrouwen ook de duimschroeven aangedraaid als het ging om seks en zwangerschap. Was seks voor het huwelijk in de middeleeuwen vrij gangbaar, nu, in de tijd van de Reformatie en Contrareformatie, werden zulke ‘uitspattingen’ hard bestraft, en de straffen vloeiden over in heksenvervolgingen. Kijk je naar de aanklachten die tegen heksen werden gebracht, dan zijn seksuele overtredingen daarin prominent aanwezig. ‘Heks’ en ‘hoer’ lagen vlak bij elkaar.
De historica Anne Llewellyn Barstow zet in haar boek Witchcraze de twee ontwikkelingen – wettelijke knechting van de vrouw en heksenjachten – naast elkaar. Ze beschrijft hoe in Denemarken in 1617 strengere straffen kwamen voor overspel en buitenechtelijke seks, en voorschriften voor welke soort kleding elke klasse mocht dragen. Datzelfde jaar begonnen de aanklachten wegens hekserij te stijgen, en in de acht jaar daarna had Denemarken 297 hekserijprocessen, het grootste aantal in zo’n korte periode in de Europese geschiedenis.
Eenzelfde patroon zie je in Zweden, waar een wetshervorming uit 1664 zorgde dat seksuele bezigheden die eerst alleen werden beboet, nu met lijf- en doodstraffen konden worden bestraft. Voorhuwelijkse seks, dorpsfeesten, publiekelijk zingen en dansen, huwelijksoptochten: allemaal werden ze verboden. Kort daarop, in 1668, werden er 23 ‘heksen’ ter dood gebracht. In de jaren daarna zouden nog 640 Zweedse vrouwen volgen.
Wie seksueel losbandig was, en met name wie dan ook nog het lef had om de gevolgen daarvan in eigen hand te willen houden, was al snel een heks. Vervolgingen voor hekserij piekten tegelijk met vervolgingen voor abortus en infanticide – een patroon dat zich internationaal herhaalde.
De vrouw – de heks – moet haar mond houden
De jaren 1560 – waarin de heksenvervolgingen hun eerste grote vlucht namen – vormden ook het decennium waarin de eerste vermeldingen waren van de scold’s bridle, ook wel witch’s bridle genoemd. Het was een metalen kooi die als straf om het hoofd werd geplaatst, met een bit in de mond waaraan meestal een scherpe pin was bevestigd die de drager – bijna altijd een vrouw – het spreken onmogelijk maakte. Een scold was een luide, onaangepaste vrouw; de bit snoerde haar letterlijk de mond, maar ook figuurlijk, want wie zo’n instrument ooit op de buurvrouw toegepast had gezien, bedacht zich wel twee keer voor ze haar grieven uitsprak.
Kortom: in de tijd van de grote heksenjachten grepen overheden een ongekende macht over de tong, het economische en seksuele leven van de vrouw − en de heksenjachten speelden in die machtsgreep een belangrijke rol. Ze zorgden ervoor dat bepaald gedrag keihard werd afgestraft. Zie het als een soort hypergewelddadige overheidscampagne voor ‘goed gedrag’, speciaal gericht op meisjes en vrouwen.
En dat voor de heksenjachten de bewuste medewerking van machthebbers nodig was, blijkt uit het feit dat vrouwen in Europa tot in de late zestiende eeuw geen personen waren voor de wet. Ze hadden dezelfde status als kinderen en slaafgemaakten, namelijk die van ‘eigendom’. Vrouwen werden door de wet pas voor vol aangezien tijdens de heksenjachten, voor de heksenjachten.
Tegen deze achtergrond kun je de heksenjachten zien voor wat ze zijn: geen bizarrerie, maar een scharnierpunt in het lot van de westerse vrouw, die in eeuwen niet meer zo vrij zou zijn als ze voor die tijd was.
Achter het beeld van die koddige heks op een bezemsteel gaat een tijdperk van knechten en kleinmaken schuil dat nog altijd doorklinkt.
Ding dong, de heks is niet dood
De meeste moderne vrouwen zullen verbaasd opkijken als je beweert dat ook zij in zekere zin de gevolgen van de heksenjachten nog voelen. Toch is dat het punt dat de Franse journaliste Mona Chollet overtuigend maakt. In haar boek Heksen benadrukt ze hoeveel indruk de eeuwenlang aanhoudende gewelddadige openbare processen en martelingen moeten hebben gemaakt op álle vrouwen. En hoe diep de boodschap – gedraag je, loop in de pas, maak je niet opvallend of verdacht – door hen allemaal moet zijn verinnerlijkt.
Ga maar na, zegt Chollet: de soorten gedrag waarvoor je destijds als heks veroordeeld kon worden, zijn nog altijd dingen waar een door mannen gedomineerde maatschappij moeite mee heeft als vrouwen ze doen. Onafhankelijk zijn, verouderen, vrij over je lichaam en je seksualiteit beschikken, een sterke mening hebben: nog altijd roepen ze commentaar en afkeuring op, als je een vrouw bent. Nog altijd kleeft er een stigma aan vrouwen die ‘de heks’ het meest belichamen: die ouder zijn, grijze haren hebben, kinderloos zijn of ‘te lang’ single. Vrouwen die zich uitspreken, die macht hebben, die zich autonoom en onafhankelijk opstellen.
Het zijn die vrouwen die uit de machtscentra geweerd moeten worden. De reacties op Twitter daags na #hexit drukken het helder uit. ‘Vroeger wisten ze wel raad met heksen’, staat er bij een plaatje van een brandstapel. ‘Dat wijf is doodeng, ze praat alsof ze de koningin is en dacht wel even de president te worden. #Hexit die #KutKaag hup op de bezemsteel en scheer je weg, weg!’ aldus @WeerStandNL.
Waar hier weerstand tegen is, wat ‘doodeng’ is, is een ‘wijf’ met klasse en ambitie
Waar hier weerstand tegen is, wat ‘doodeng’ is, is een ‘wijf’ met klasse en ambitie. En, voor de duidelijkheid, met een #Kut. Zij moet ‘weg, weg!’ uit het Binnenhof.
Het is precies waar de heksenjachten toe dienden: de vrouw haar plaats te doen kennen. Dat project is nog altijd niet voorbij. #Hexit is een woordgrapje dat een concentraat aan eeuwenlange vrouwenhaat bevat, en dat haarfijn blootlegt hoe er nog altijd gekeken wordt naar vrouwen met een mening, met een leeftijd, en met macht.
Wat mij betreft mogen er veel meer van dat soort vrouwen opstaan, en daarom amuseert het me dat de heks bezig is met een comeback. Vooral in de feministische en regenboogkleurige hoeken van het web stuit ik steeds vaker op boeken met titels als Wake the Witch en How to Become a Witch, en op sporen van een levendige handel in grimoires, kaarsen, altaarstukken enzovoorts. De heks is steeds vaker een positief figuur, een soort ideaal van de ongetemde vrouw.
Sigrid Kaag en andere opvallende vrouwen zullen de benaming ‘heks’ nog vaak om de oren krijgen. Laat het dan maar een geuzennaam worden. Misschien moet Kaag ’m ownen. Ik stel subtiele pentagram-oorbellen voor, straks bij de beëdiging van het nieuwe kabinet. Of misschien een broche in de vorm van een vogelnestje, gevuld met treurig krioelende penissen.
Over de beelden Hoe diepgeworteld het stereotype beeld van de vrouw is, blijkt uit de beelden bij dit stuk. Slechts één woord heeft Clare Strand nodig om een sober beeld van een simpele tafel met formele bekleding, te transformeren tot het vrouwelijke cliché: een mens gereduceerd tot rok.Clare Strand is een Britse kunstenares die het fotografisch medium onderzoekt. Ze verdiept zich in de oorsprong van fotografie, speelt met haar beperkingen en zoekt naar manieren om haar vermogen om tot de verbeelding te spreken op te rekken.
Skirts maakt aanstaande November onderdeel uit van de tentoonstelling Constellations in SFMoMa
Meer lezen?
Wie is de nieuwe lijsttrekker van D66? Ik liep een week mee met Sigrid Kaag Sigrid Kaag is de nieuwe lijsttrekker van D66. Haar diplomatieke ervaring zal haar nog van pas komen. Ik liep in 2015 een week met haar mee tijdens haar werk als VN-gezant in Libanon en leerde een alom gerespecteerde ‘Iron Lady’ kennen.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!