Als de laatste ouder is gestorven, komt de vraag: wat doen we met de spullen?

Dick Wittenberg
Correspondent Wereldverbeteraars
Beeld door Ciara Quilty-Harper (voor De Correspondent)

De afwikkeling van de nalatenschap van een laatste ouder is een mijnenveld. Spullen én levens worden herijkt, en de verhoudingen binnen een gezin op scherp gezet. Ik volgde de zeven kinderen van een overleden Brabantse moeder tijdens deze bewogen periode, en ontdekte hoe uniek en tegelijkertijd universeel het erfenisverhaal van een familie kan zijn.

Ooit verliest ieder mens zijn laatste ouder. Aan die wetmatigheid ontkom je alleen als je zelf voortijdig overlijdt. Het is een lot dat zich niks aantrekt van de plaats op aarde waar iemand wordt geboren. Niet van geslacht of seksuele geaardheid, niet van afkomst of huidskleur. 

De dood van een laatste ouder is een van de kantelmomenten in een mensenleven. 

Hij confronteert je met je eigen sterfelijkheid. Gisteren had je nog een moeder of vader. Jij bleef het kind, hoe oud je inmiddels ook was. Maar met de dood van de laatste ouder draag je je eigen kind-zijn ten grave. Je blijft verweesd achter. De oudste generatie, dat ben je nu zelf.

Afscheid nemen van een laatste ouder gebeurt doorgaans in twee etappes. Duizelingwekkend, niet te bevatten, is het tempo waarin nabestaanden zich van het stoffelijk overschot moeten ontdoen. Tussen het overlijden en de begrafenis of crematie mogen volgens de In die bewogen, uitermate hectische periode doen nabestaanden meestal hun best om de overledene een waardig, passend afscheid te bezorgen.

Voor het rouwen komt vaak pas ruimte in de tweede fase, als de nalatenschap wordt afgewikkeld. Die afwikkeling vergt maanden, soms jaren. Het is een bewerkelijke, moeizame klus.

Waarom hoor en lees ik er dan zo zelden over? Waarom zijn er geen bibliotheken over volgeschreven? Is het afhandelen van een erfenis misschien te privé? Een van de laatste thema’s die een mens exclusief voor zichzelf houdt? Kent elk gezin een ongeschreven code dat daar niet met buitenstaanders over wordt gepraat? 

Erfenisverhalen zijn uniek én universeel

In mijn boek dat op 2 november verschijnt, volg ik de zeven kinderen van een Brabantse moeder die op negentigjarige leeftijd is overleden. 

Het is een familieverhaal, maar het geeft ook een beeld van hoe Nederland tijdens het leven van deze moeder ingrijpend is veranderd. Hoe de welvaart een hoge vlucht nam.

Als achttienjarig meisje had deze moeder in 1944 misschien vijftig spulletjes die ze de hare mocht noemen. Bij haar overlijden vonden de kinderen naar schatting tienduizend spullen in haar huis.

Elke laatste ouder laat zijn eigen hoogstpersoonlijke verzameling spullen achter

Ik realiseer me terdege: zoals de afwikkeling van de nalatenschap zich bij deze Brabantse moeder voltrekt, gebeurt het nergens. Elk gezin heeft zijn eigen geschiedenis, zijn eigen omgangsvormen, zijn eigen dynamiek. En elke laatste ouder laat zijn of haar eigen hoogstpersoonlijke verzameling spullen achter. Het verhaal over de erfenis van deze moeder is per definitie particulier.

Maar elke afwikkeling kent vaste elementen. Zoals: het rouwen om een persoon die jouw leven mede heeft bepaald. Het inventariseren van nagelaten spullen en daarmee het onder ogen zien van wat belangrijk voor die ouder was. Spullen die onvermijdelijk herinneringen wekken en je confronteren met het verleden. Het samenspel met eventuele broers en zussen, die hun eigen rouwproces doormaken en hun eigen herinneringen hebben. 

Ballast of schat?

De Brabantse moeder liet een propvol koophuis achter. Restanten van een heel leven lagen opgeslagen bij haar thuis. Ze bewaarde alles. Alle bankafschriften vanaf 1959. Alle garantiebewijzen van apparaten die ze ooit had gekocht. Alle rekeningen, zoals van haar eerste auto uit 1969 – een Opel Kadett, kostprijs: 9.043 gulden. 

Zo gaat het niet bij elke laatste ouder. Een vader of moeder kan op latere leeftijd naar een verzorgings- of verpleeghuis zijn verkast, kleiner zijn gaan wonen, simpelweg verhuisd zijn, al dan niet na de dood van een eerste ouder. In die gevallen is al een groot deel van de tijdens een leven vergaarde spullen gewogen en te licht bevonden: de inboedel is geslonken tot een laatste bestaansminimum.

Beeld door Ciara Quilty-Harper voor de Correspondent

Een laatste ouder kan ook in een huurwoning hebben gewoond, misschien al een leven lang. Die woonsituatie dwingt nabestaanden de inboedel snel te ruimen. Een legioen woningzoekenden staat te wachten. Het huis moet leeg, liefst veegschoon, en wel snel.

Wat nabestaanden van laatste ouders gemeen hebben, ongeacht hun huisvestingssituatie, is dat ze ongevraagd met een berg spullen zitten opgescheept waar ze iets mee moeten. Ballast of schat?

Ze kunnen natuurlijk bellen naar een van die bedrijfjes die in kranten adverteren: ‘Huis ontruimen. Snel en Netjes.’ Of: ‘Woningontruiming na overlijden of verhuizing. Wij leveren uw woning bezemschoon op! Gegarandeerd de goedkoopste.’ Maar er zijn maar weinig nabestaanden, vermoed ik, die daar onmiddellijk na het overlijden toe overgaan. Niet voordat ze eerst zelf een blik op de inboedel werpen.

De rommelige praktijk

Opruimcoaches geven op internet allerlei praktische tips om het huis van een overleden ouder geolied leeg te halen. Die tips klinken overzichtelijk en gestructureerd. De praktijk is meestal rommeliger.

Dat is de werkelijkheid die schrijver Nicolaas Matsier beschrijft in zijn autobiografische werk Gesloten huis, een van de weinige romans in de Nederlandse literatuur over de afwikkeling van de nalatenschap van een laatste ouder. 

‘We begonnen zomaar ergens’, schrijft Matsier. ‘De een hier, de ander daar. Natuurlijk zonder over criteria te beschikken. Het gevoel van lukraakheid was aanvankelijk enorm. Helemaal verdwijnen zou het nooit, ook niet tijdens de latere opruimexercities. Het kon zich op totaal onverwachte momenten opnieuw voordoen, het moedeloze gevoel van lood om oud ijzer.’

Matsier signaleert ook hoe de opstellingen van de nabestaanden uiteen kunnen lopen. ‘Mijn broer was het radicaalst en het meest onthecht, mijn zus het meest praktisch en het zakelijkst. Ik het voorzichtigst. Mij gingen dingen al snel te ver.’

Dingen zijn eenzaam zonder mensen die er ooit waarde aan hechtten

Voor nabestaanden hebben nagelaten spullen nooit de betekenis die ze hadden voor de overledene. In het huis van die Brabantse moeder stelde ik me voor hoe ze in haar eentje elke ochtend opnieuw de dag begon. Beneden in de woonkamer, zittend in haar leunstoel, terwijl haar ogen langzaam langs de muren en meubels streelden.

Dag sepiakleurige portretten van vader en moeder. Dag snuisterijen, schelpen en steentjes die de kinderen altijd voor haar meebrachten van vakanties. Vanaf het wandmeubel lachten ze haar toe.

Dag eetkamerameublement dat al meer dan een halve eeuw haar leven deelde, gemaakt door haar vader en broers. Zoals in dat gedicht van Paul van Ostaijen: Waar ze haar ogen ook liet rusten, haar huisraad voelde vertrouwd.

Deze Brabantse moeder was mede wat ze bezat aan spullen. Haar spullen weerspiegelden haar bestaan. Met haar dood verloren ze de betekenis die zij hen ooit gaf. Dingen zijn eenzaam zonder mensen die er ooit waarde aan hechtten.

Het inventariseren van al die spullen vraagt veel tijd

De oudste dochter van de Brabantse moeder inventariseerde in haar eentje alle spullen in het huis. Elk kruidenpotje, elke handdoek, elke foto liet ze door haar vingers gaan. Het was haar manier om in alle rust afscheid van moeder te nemen. Dertig dagdelen, zeventig uur was ze daar mee bezig. Ik hield haar vaak gezelschap. 

Beeld door Ciara Quilty-Harper voor de Correspondent

De dochter vond het lastig, eigenlijk ondoenlijk, om bij het inventariseren consequent te zijn. Bij de boeken die in de woonkamer in het eikenhouten wandmeubel stonden, vermeldde ze in een schrift de titel. Wat haar opviel, was dat alle boeken dateerden uit de vorige eeuw. Dat gold ook voor de massa videobanden, lp’s en singles die ze aantrof. Alsof het leven van haar moeder al grotendeels voorbij was, ver voor haar dood.

De titels van lp’s en singles had de dochter niet genoteerd. Ze voerde ze op als groep, met daarachter het totaal aantal stuks. Bij de videobanden en dvd’s vermeldde ze weer wel de titels. Ze wist dat het ongerijmd was. EK Voetbal ’88. Dat sprak voor zich. Huwelijk Willem-Alexander en Máxima. Dat was in 2002. 

Zoals bij de Brabantse moeder hoeft het niet te gaan. Opruimcoaches en rouwbegeleiders raden juist aan om van het in kaart brengen van alle nagelaten spullen een gezamenlijke activiteit te maken van alle nabestaanden. Zo’n harmonieuze inventarisatie met zijn allen vergt wel tijd en energie. Die heeft niet iedereen. De dood vraagt om vertragen. Werk en gezin jagen juist op.

De slotbalans opmaken kan pijnlijk zijn

En dan komt bij alle nabestaanden onvermijdelijk het moment dat de spullen worden verdeeld. In het geval van de Brabantse moeder trokken de kinderen daar een zondagmiddag in december voor uit. De meesten van hen zagen er als een berg tegenop. Sommige vreesden dat smeulende spanningen zouden oplaaien tot een verzengend conflict.

De dochter die om duistere redenen altijd het lievelingetje van moeder was, moet het nu bezuren

‘Bij het verdelen van de nalatenschap wordt de balans van hele levens opgemaakt’, schrijft gezinstherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt in haar boek Wie krijgt de gouden armband van moeder? ‘De balans van afgesnoepte moederliefde, van onbegrepen straf omdat je als oudste beter moest weten, van verdriet omdat vader je niet zag staan of moeder je niet geloofde.’

De zoon die in de ogen van vader nooit wilde deugen, haalt alsnog verhaal. De dochter die om duistere redenen altijd het lievelingetje van moeder was, moet het nu bezuren. Het kind dat zich het meest tekort voelt gedaan, claimt de meeste spullen. Dat is geen wet van Meden en Perzen, maar zo kan het gaan. 

Het onvermijdelijke opmaken van de slotbalans met de laatste ouder kan hoogst pijnlijk zijn. Als je altijd verlangd hebt naar de erkenning van je moeder, dat ze je een keer stevig vast zou vastpakken, dat ze je zou zeggen hoe blij ze met je is, en je er altijd diep van binnen op bent blijven hopen, kun je het nu vergeten. Dat gebeurt niet meer. 

En als je je schaamt omdat je haar verjaardag al jaren vergat, en verder ook zelden tijd voor haar maakte, omdat je het zo druk had, omdat ze altijd zo zeurde, dan kun je daar niets meer aan doen. Dit was jouw leven met die ouder. Genadeloos definitief.

Een erfenis behelst meer dan spullen alleen

Spullen staan volgens Van den Eerenbeemt voor aandacht en veiligheid. Spullen zijn een stukje moeder of een restje vader. Alles wat er in het gezin is vergeven aan liefde, erkenning en waardering, wordt na het overlijden van de laatste ouder gewogen. Het is afrekentijd. De afwikkeling van een erfenis zet de verhoudingen binnen een gezin op scherp. Soms brengt ze de kinderen dichter bij elkaar. Soms rijt ze een gezin uiteen.

Bij de Brabantse moeder was de verdeling een uitputtingsslag, maar liep ze niet uit de hand. Wel leek ze eindeloos te duren. De kinderen wilden allemaal wel een paar voorwerpen die hen aan moeder deden denken, of aan vader, die al vijfendertig jaar dood was. Die spullen kregen een plaats bij hen thuis. 

Beeld door Ciara Quilty-Harper voor de Correspondent

Voor de een was dat de secretaire, een familiestuk dat niet verloren mocht gaan. Voor de ander het beeldje van een moeder met zeven kinderen, dat ze moeder zelf ooit cadeau had gegeven. Voor de derde een miniatuur-buurtbus waarmee zijn zoon nooit had mogen spelen. Voor de vierde twee schilderijtjes van vader op boomschors, vanwege het liefdesverhaal erachter. Voor de vijfde het enige abstracte schilderij dat moeder ooit gemaakt had. Voor de zesde het kruisbeeld met de indigoblauwe tegels die heeroom had meegebracht uit Mozambique. Voor de zevende een monopolyspel.

Voor de meeste van haar eikenhouten meubels had niemand interesse. Dat gold ook voor driekwart van haar boeken en de meeste van haar kleren. Het leeuwendeel van de spullen die ze een leven lang vergaard en bewaard had, verdween uiteindelijk naar de kringloopwinkel of belandde op de stort. 

Bij de Brabantse moeder besloeg de afwikkeling van de nalatenschap strikt genomen dertien maanden: van de begrafenis tot het moment dat bij alle kinderen ieders erfdeel op hun bankrekening bijgeschreven werd. Maar een erfenis behelst meer dan bezit.

Wat blijft zijn herinneringen, normen en waarden die zijn overgedragen, woorden en gezegdes die alleen de gezinsleden kennen, levensmotto’s die van generatie op generatie overgaan. Het afwikkelen van een nalatenschap druppelt een leven lang na. Maar steeds zachter, vager, minder hevig.

Meer lezen?