Wat ik leerde van de kartonnen doos
Ken jij het verhaal van de kartonnen doos? Een van de meest briljante, duurzame uitvindingen ooit die ironisch genoeg nu de motor is van bijna alles wat onze samenleving ónduurzaam maakt.
Nee? Lees ’t dan hier:
(Ik ben heel blij ook met de ietwat vervreemdende, en vooral hilarische beelden die Willem de Haan bij dit stuk maakte.)
In deze nieuwsbrief schreef ik al vaker over de kartonnen doos. Na het zien van de overvolle papierbakken op straat en alle HelloFresh-, bol.com- en Coolblue-dozen ernaast, vroeg ik me bijvoorbeeld af of dat niet wat duurzamer kon. Zouden er geen herbruikbare verpakkingen kunnen worden gebruikt bijvoorbeeld?
Verschillende mensen hadden hier iets zinnigs over te zeggen en voorbeelden van dergelijke verpakkingen waren er genoeg. Maar iets bleef me dwarszitten.
En toen realiseerde ik het me.
Al die zogenaamd duurzame oplossingen voor de kartonnen doos maken online bestellen vooral efficiënter. Maar is dat wel wat we willen? Een systeem dat in de kern niet duurzaam is, maak je met een minder schadelijke verpakking nog niet duurzaam. Sterker nog: meer efficiency leidt vaak tot een toename van consumptie. En leidt bovendien af van het werkelijke probleem.
Ik zag een parallel met kleding, waar ik al jaren over schrijf. Hoeveel zelfverklaarde duurzame en verantwoorde merken heb ik al niet zien langskomen? Welk groot modemerk heeft anno 2021 geen zogenaamde conscious kledingcollectie? Allemaal leuk en aardig, maar het werkelijke probleem – overconsumptie en verspilling – los je er niet mee op.
De noodzaak tot uitzoomen
Een les die ik hieruit trok, en die ik ook tegenkwam in het boek De oplossing is SimPol (waarover ik al eerder in deze nieuwsbrief schreef), is de noodzaak tot uitzoomen. Dan pas zie je dat veel dingen met elkaar verbonden zijn; en dat elke oplossing die je bedenkt, tenzij je de grondoorzaak ervan aanpakt, weer tot een nieuw probleem kan leiden.
Het lastige is alleen om dat grotere geheel te zien. Want wanneer weet je of je iets, bijvoorbeeld een probleem, ook echt in zijn volle omvang overziet? Deze vraag hoop ik morgen beantwoord te krijgen in een interview met een van de auteurs, John Bunzl, CEO van een internationaal textielbedrijf. Een aantal leden deelde al vragen onder het stuk dat ik afgelopen week over het boek publiceerde. Mocht je nog meer vragen hebben, laat het mij weten.
Een doe-het-zelfdonsjas
Wat als meer informatie leidt tot meer onzekerheid? Hieraan moest ik denken toen ik het kunstproject van fotograaf Sheng-Wen Lo zag over dons en er met hem over sprak. Een paar jaar geleden werd hij samen met een aantal andere kunstenaars uitgenodigd om naar Spitsbergen, de eilandengroep in de Noordelijke IJszee, te reizen. Van de organisatie kreeg hij een lijst met spullen, voornamelijk kleren, die hij hiervoor moest aanschaffen. Een daarvan: een donsjas. Een dierlijk product.
Toen hij een groepje ganzen bij hem in de buurt zag rondscharrelen, dacht hij: waarom maak ik die bontjas niet zelf?
In zijn werk onderzoekt hij vaak de relatie tussen mens en dier, en dus was hij benieuwd waar het dons uit de jassen die je in de winkel kunt kopen vandaan komt. Hij las over certificeringen, keurmerken die aangeven dat dons op een verantwoorde manier is verkregen, hij zag video’s van ganzen waarvan de veertjes in razend tempo worden afgerukt. Hoe meer hij erover te weten kwam, hoe minder hij daadwerkelijk wist over hoe het nu echt zat met de donsjas die hij op het oog had. Dus toen hij een groepje ganzen bij hem in de buurt zag rondscharrelen, en de witte pluizige veertjes in het gras zag liggen, dacht hij: waarom maak ik ’m niet zelf?
Hij verzamelde zo’n drieduizend veertjes, en kreeg er meer dan alleen een warme, diervriendelijke donsjas voor terug. Ook bouwde hij een relatie op met de ganzen, met het dons, met de jas. Een kledingstuk met een verhaal, dacht ik, is misschien nog wel de beste manier om duurzamer om te gaan met onze kleren. Omdat het een zeker gevoel van verbondenheid met zich meebrengt. Maar hoe lastig is het om dat te bereiken als het verhaal zich uitstrekt over zo veel landen, fabrieken, mensen? En als er zo gigantisch veel tegelijk worden gemaakt? Ik ben benieuwd wat je van het beeldessay vindt dat ik erover maakte.
Kunst van karton
Over kunst gesproken: onder het verhaal van de doos tipte iemand mij dit fan-tas-tisch mooie werk van de Franse kunstenaar Eva Jospin. Helaas was ik net te laat om het in het echt te bewonderen − haar sierlijke, indrukwekkende bouwsels van karton waren tot 19 september te zien in het Noordbrabants Museum.
Ik kwam er ook achter dat Jospin een prachtig wandkleed, bestaande uit zijde, hennep, linnen en katoen, van maar liefst 40 meter ontwierp voor de modeshow van Dior dit jaar.
Dozen en draden; ze blijven me bezighouden.
Tot de volgende,
Emy