De Wopke-rel is een tropische storm in een glas water
We schrijven 2006. De 31-jarige Wopke Hoekstra, onze toekomstige minister van Financiën, klimt de Kilimanjaro op. Terug op de begane grond treft hij in de Tanzaniaanse stad Arusha een oude vriend van het Leidse studentencorps Minerva. Het is Bas Hochstenbach. Hochstenbach vertelt tijdens een dinertje dat hij na jaren zwoegen op de Zuidas meer wil dan alleen status en geld. Hij wil iets terugdoen voor de wereld. Hij vertelt Hoekstra over zijn ecovriendelijke toerismestart-up die hij met moeite van de grond krijgt. Hij zoekt investeerders die hem kunnen helpen.
‘Hôchstenbach, mooie baas’, sprak Hoekstra toen. ‘Gaan we regelen.’
Oké, dat laatste heb ik verzonnen, maar de rest is wel waar. Hoekstra investeert 26.500 euro in Hochstenbachs ecotoeristische onderneming. Maar voordat die gelden in Tanzania en Kenia terechtkomen, nemen ze nog even een omweg langs een vennootschap op de Britse Maagdeneilanden. Zoals dat gaat.
Vijftien jaar later. Staat je naam opeens in de Pandora Papers, de Gouden Gids van ’s werelds meest notoire belastingmijders – koning Abdullah, Vladimir Poetin, Shakira, Wopke Hoekstra. ‘Hoekstra staat nu schouder aan schouder met de Italiaanse maffia, die ook zulke schimmige belastingconstructies gebruikt’, verklaarde Europarlementariër Paul Tang (PvdA). Columnisten draaiden overuren.
Natuurlijk, het roept ook vragen op: waarom investeerde onze minister van Financiën via een onderneming gevestigd in een fiscaal piratennest? Het suggereert dat sprake is van kwalijke belastingontwijking. Waarom anders de Britse Maagdeneilanden?
Maar is dat ook zo? Heeft Hoekstra ook echt belastingvoordeel gehad?
Qua inkomstenbelasting is er niks aan de hand
De voornaamste aantrekkingskracht van de Britse Maagdeneilanden was dat het land het makkelijk maakte om eigendom te verhullen. De Nederlandse fiscus kon er moeilijk achter komen dat jij een investering had gedaan in een vennootschap op de Britse Maagdeneilanden, omdat de Britse Maagdeneilanden zelf ook niet wisten wie nu de eigenaar was van welk bedrijf. Maar Hoekstra zegt dat hij zijn investering netjes heeft aangegeven bij de Belastingdienst. Dus qua inkomstenbelasting is er hier niks aan de hand.
En qua winstbelasting evenmin. Want de Britse Maagdeneilanden zijn dan wel een belastingparadijs zonder vennootschapsbelasting, maar óók als Hoekstra zijn beleggingen via een Nederlandse bv had aangehouden, had hij geen vennootschapsbelasting betaald. In Nederland kennen wij namelijk de zogenoemde deelnemingsvrijstelling: wanneer er belasting wordt geheven over de winst van dochterondernemingen, hoeft er niet nog eens belasting te worden geheven over winst bij het moederbedrijf.
Dus het had niks uitgemaakt of die onderneming in Nederland of in de Britse Maagdeneilanden had gestaan. Een huizenbezitter met een aflossingsvrije beleggingshypotheek ‘ontwijkt’ in feite meer belasting dan Wopke Hoekstra.
Maar waarom dan zo ingewikkeld doen met een vaag vennootschap in een exotisch oord? In Het Financieele Dagblad komt oprichter Hochstenbach met een vrij banale verklaring. Zijn mede-oprichter had ‘nog zo’n ding staan op de BVI (British Virgin Islands, red.), dat was toen wel zo makkelijk’. Volgens Hochstenbach had het structureren via ‘een Nederlandse bv tot hogere kosten, startkapitaal en papierwerk geleid’.
Nu heb ik zelf geen vrienden die toevallig nog een beleggingsmaatschappij op de Maagdeneilanden hebben liggen, Wopke blijkbaar wel. Maar Hochstenbachs uitleg is niet compleet onbegrijpelijk: indertijd kostte het nog een flinke som geld om in Nederland een bv op te richten – en interesseerde het niemand als je een brievenbusmaatschappij ergens ver weg had staan.
Heeft Hoekstra een gebrekkig moreel kompas?
Wat overblijft in alle ophef, is vooral de ongure associatie met de Britse Maagdeneilanden. In een hoofdredactioneel commentaar verwijt Het Financieele Dagblad Wopke Hoekstra dat hij over een gebrekkig ‘moreel kompas’ beschikt. Is dat zo? Oppervlakkig contact met het financieel kapitalisme resulteert al snel in associaties met belastingparadijzen. De FD Mediagroep, uitgever van Het Financieele Dagblad, is bijvoorbeeld in handen van een bedrijf genaamd ‘HAL Trust’. En waar woont HAL Trust? Precies, op Bermuda.
Ik bedoel dat niet als kritiek op Het Financieele Dagblad. Maar enkel een associatie met een bedrijf in een belastingparadijs lijkt me wel wat mager voor zware persoonlijke verwijten. Moet ook niet aangetoond worden dat werkelijk sprake is van kwalijke belastingontwijking of -ontduiking?
Enkel een associatie met een bedrijf in een belastingparadijs lijkt me wat mager voor zware persoonlijke verwijten
Het is namelijk kinderlijk eenvoudig om associaties met belastingparadijzen te vinden. In de beleggingsportfolio’s van Nederlandse pensioenfondsen tref je een schier eindeloze aaneenschakeling van exotische locaties. De meeste hedgefondsen zijn namelijk gezeteld op de Kaaimaneilanden. Het gros van de beleggingsfondsen zit in Luxemburg. Pensioenproducten zitten dikwijls op Guernsey. En investeringen in Afrikaanse landen lopen bijna altijd via Mauritius.
Hierbij zijn allerlei schakeringen grijs, het is niet allemaal even kwalijk. Er zijn soms goede redenen om je investeringen via een bepaald land te laten lopen. Het gevaar van internationale bedrijfsactiviteiten is namelijk dat meerdere overheden over dezelfde euro winstbelasting gaan heffen. Daarom wordt bijvoorbeeld vaak via Mauritius geïnvesteerd: het land heeft veel belastingverdragen met Afrikaanse landen om zulke dubbele belastingheffing te voorkomen.
Is dat moreel laakbaar? Het ligt eraan. Dat bedrijven hun activiteiten structureren zodat ze niet van elke euro winst maar 10 cent overhouden nadat meerdere landen belasting hebben geheven, is begrijpelijk. Het wordt pas verwijtbaar wanneer de belastingplanning zo agressief is dat over een euro winst (vrijwel) geen belasting meer wordt betaald. Wanneer winsten bijvoorbeeld worden afgeroomd met gekunstelde intellectuele-eigendomsconstructies die gelden naar fiscaal gunstige oorden geleiden, dan mag je daar je vraagtekens bij zetten.
Maar voor zover bekend is daarvan bij de casus-Hoekstra geen sprake. Hoekstra heeft zijn geld bovendien niet geïnvesteerd in wapenleveranties aan Oost-Congo, maar in ecovriendelijk toerisme in Kenia en Tanzania. Hij heeft toen hij minister werd zijn investering van 26.500 euro afgestoten. Daar heeft hij 4.800 euro aan overgehouden. En die heeft hij overgemaakt aan een goed doel dat wetenschappelijk onderzoek doet naar kankerbestrijding.
Dat heb ik de Italiaanse maffia nog nooit zien doen.
Paradise lost: goed nieuws over belastingontwijking
Nu trouwens toch alle aandacht op belastingparadijzen is gevestigd: misschien goed om dan ook te vermelden dat er genoeg te vieren valt in de strijd tegen belastingontwijking. Juist onder het afgelopen kabinet regent het maatregelen om de status van Nederland als belastingparadijs tegen te gaan.
Neem de cv/bv-structuur, waar ik vier jaar geleden over schreef. Lang verhaal kort: de Amerikaanse fiscus dacht dat een commanditair vennootschap (cv) een Nederlands bedrijf was. De Nederlandse fiscus vond het echter een Amerikaans bedrijf. En zo viel de cv in een fiscaal niemandsland. Het resultaat: zolang Amerikaanse bedrijven hun winst in Nederlandse cv’s lieten staan, betaalden ze geen Amerikaanse vennootschapsbelasting.
Zo konden Amerikaanse bedrijven krankzinnige bedragen oppotten in belastingparadijs Nederland:
Maar op 29 mei 2017 namen Europese landen de ATAD2-richtlijn aan, waardoor tegen 2020 een einde zou worden gemaakt aan ‘hybride mismatches’ (dat is fiscalees voor deze vorm van belastingontwijking). Amerikaanse bedrijven keerden in de jaren hierna op gigantische schaal winst uit. Medicijnfabrikant Pfizer haalde in twee jaar tijd bijna 130 miljard dollar (!) uit haar Nederlandse cv. President Donald Trump hielp die bedrijven ook nog een handje: hij verlaagde in 2018 tijdelijk de vennootschapsbelasting voor bedrijven die hun cash overzees hadden gestald naar 15 procent.
De status van Nederland als spaarpot voor Amerikaanse ondernemingen is sindsdien flink afgebrokkeld.
En ook op het gebied van illegale belastingontduiking zijn er successen te vieren. Het Zwitserse bankgeheim is inmiddels zelfs verdwenen. Waar Zwitserse banken in het verleden elk informatieverzoek van de Belastingdienst linea recta de shredder in mieterden, moeten ze inmiddels automatisch informatie delen over elke Nederlandse rekeninghouder. Hetzelfde geldt voor landen die obscure vennootschapsvormen kennen waarmee de ware eigenaar van een bedrijf is te verhullen (de Britse Maagdeneilanden waren ooit groot in deze niche). Ook zij moeten nu bijhouden wie de uiteindelijke eigenaar is van een bedrijf.
Onlangs werd er zelfs een aanzet gegeven tot een wereldwijd akkoord over een minimumtarief van 15 procent vennootschapsbelasting. Als je dat vijf jaar geleden had voorspeld, was je voor gek verklaard.
Ik wil maar zeggen: de wereld wordt soms ook weleens een beetje beter. Hoewel je die indruk niet altijd krijgt. Misschien is dat ook wel een les van de Wopke-rel: als de verontwaardiging over een onderwerp groot is, dan is de oplossing soms al dichterbij dan je denkt.