Is dit het punt waarop ik een van mijn meest geliefde stokpaardjes omver ga werpen? 

Jarenlang schreef ik over fast fashion als symbool van wat er mis is in de bergen spotgoedkope kleren, gemaakt onder erbarmelijke omstandigheden en voor een hongerloon, die na een aantal keer dragen weer worden afgedankt.

Maar de definitie van fast fashion heeft in feite betrekking op de doorloopsnelheid. Oftewel: hoe snel een bedrijf in staat is om een kledingstuk van de tekentafel in het winkelrek En dus niet: de snelheid waarmee mensen hun kleren weggooien. En fast fashion is per definitie geen synoniem voor goedkope, in massa geproduceerde kleding – het is eerder het tegenovergestelde.

De term is vermoedelijk afkomstig uit 1989, toen een journalist van verslag deed van de komst van Spaanse modeketen Zara naar New York, die iedere week nieuwe zendingen kleren uit Spanje ontving en er vijftien dagen over deed om een nieuw ontwerp in de winkel te krijgen. Ze noemt het fast fashion.

Zara wordt gezien als de pionier, of uitvinder, van dit bedrijfsmodel. Waar andere merken een half jaar tot anderhalf jaar deden (en grotendeels nog steeds doen) over de productie van nieuwe kleding, lukt(e) dit Zara in zo’n twee weken. Inmiddels zijn er bedrijven die het nog sneller kunnen: de zogenaamde als boohoo en Fashion Nova.

Wanneer het, bijvoorbeeld in de media, gaat over winkelketens die goedkope kleding in enorme aantallen aanbieden, zoals H&M en Primark, wordt vaak naar ze verwezen In feite klopt dat niet. De meeste kleren die deze merken produceren, hebben lange doorlooptijden – van drie tot wel meer dan twaalf maanden. De fabrieken die hun kleding produceren zitten dan ook veelal in Azië, terwijl een bedrijf als Zara veel meer laat produceren in Turkije, Marokko, Portugal en Spanje. (Het verschepen van een spijkerbroek vanuit China naar Duitsland duurt dertig dagen, terwijl deze met een vrachtwagen vanuit Turkije in twee tot drie dagen

Fastfashionbedrijven slaan minder vaak de plank mis, waardoor de kans op met bergen onverkochte kleren blijven zitten veel kleiner is

Het fastfashionbusinessmodel is dan ook eigenlijk best duurzaam. Een van de grootste problemen in de kledingindustrie is dat veel bedrijven een half tot anderhalf jaar van tevoren hun bestellingen plaatsen bij hun fabrikanten. Iemand met wie ik onlangs sprak stelde dat de sector eigenlijk één grote gokmachine is – want wie weet er nu wat mensen over een halfjaar of jaar willen dragen? De kans dat bedrijven de plank volledig misslaan en met een berg kleren op de markt komen die op dat moment niemand wil dragen, is vrij groot. De risico’s die bij dit bedrijfsmodel komen kijken, worden zo veel mogelijk afgewenteld op de fabrikanten. Zij kopen van tevoren de stoffen in, hebben soms tienduizenden kledingarbeiders op de loonlijst staan en moeten op tijd leveren.

In het geval van fast fashion zijn bedrijven veel flexibeler. De aantallen waarin zij produceren, zijn vele malen kleiner: als ze zien dat een bepaald kledingstuk erg gewild is, laten ze dat gewoon bijproduceren. Ze slaan minder vaak de plank mis (ze zitten dichter op de vraag), waardoor de kans op met bergen onverkochte kleren blijven zitten veel kleiner is.

Je zou fast fashion zelfs kunnen zien als een soort tussenstadium: van vooraf geproduceerde kleren in enorme aantallen naar steeds meer op bestelling gemaakte kleding, die aansluit op de wensen en behoeften van mensen op dat moment. 

Hiermee wil ik niet betogen dat fast fashion geweldig is. Integendeel. De snelheid legt ook grote druk op leveranciers en hun arbeiders. En je zou kunnen betogen dat juist doordat deze bedrijven zo goed (en steeds beter) in weten te spelen op wat mensen op dat moment willen, consumentisme wordt aangewakkerd.

Maar: enige nuancering is denk ik wel op z’n plaats.

Leestips

  • In Mexico zijn zo’n 100.000 mensen vermist. Vaak zijn alleen de lege omhulsels van een persoon nog over: een bebloed sweatshirt, een top met stroken, een gescheurde jurk. Deze NYT-fotograaf legde de zoektocht van hun familieleden vast
  • Over de precieze geschiedenis van textiel weten we maar weinig, omdat het in de loop der tijd vergaat. Onderzoekers aan de Arizona State University hebben nu ontdekt dat de oorsprong van kleding waarschijnlijk veel ouder is dan gedacht werd, zo valt af te lezen aan gereedschap waarmee textiel vervaardigd
  • Net als in Europa en Amerika is de tweedehandskledingmarkt in China flink
  • In Californië is onlangs een wet aangenomen die een minimumloon voor kledingarbeiders

Tot de volgende,

Emy