De invloedrijkste klimaatwetenschapper van Nederland over de zin en onzin van de klimaattop

Lex Bohlmeijer
Correspondent Goede gesprekken
Foto door Marijn Smulders (voor De Correspondent)

Hoe gaat het nou precies met het klimaat? Wat klopt er van alle buitengewoon sombere voorspellingen over de klimaatverandering, welke maatregelen zijn absoluut nodig om het tij te keren? En in hoeverre kan #COP26 voor verandering zorgen? Klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren geeft antwoord op de prangendste vragen.

Vanwege de Conference of the Parties die deze weken in Glasgow wordt gehouden (het is de 26e klimaattop onder auspiciën van de Verenigde Naties – vandaar de naam: worden we bestookt met informatie. Die is niet altijd helder. Soms spreken experts elkaar tegen, spelen er belangen mee of is de info gebrekkig.

Daarom heb ik zowel de leden van De Correspondent als collega’s uitgenodigd om prangende vragen te formuleren die ik kan voorleggen aan een deskundige wiens autoriteit boven twijfel verheven is, en die het overzicht heeft: Detlef van Vuuren.

Van Vuuren is een Hij is onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving en hoogleraar aan de faculteit geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. Officieel heet zijn vak Integrated Assessment of Global Environmental Change’. En hij was de laatste twee keer lead author bij de

Kortom: Van Vuuren is de ideale persoon om de context te schetsen voor COP26. De vragen van collega’s hadden een meer journalistieke inslag en hadden betrekking op de top zelf, de vragen van leden gingen meer in het algemeen over de klimaatverandering. Belangrijke categorieën: de stand van zaken, het verleden, de maatregelen, het systeem en de toekomst van elektriciteit.

Wat stond er ook alweer in het verdrag van

‘We hebben als wereld afgesproken om de temperatuurstijging te beperken tot ruim onder de 2 graden. En als het even kan tot maximaal 1,5 graad. Het is een gek akkoord want we hebben het afgesproken als wereld, maar vervolgens moet het op landelijk niveau worden geïmplementeerd. Landen formuleren vrijwillig bijdrages. De vraag is hoe je ervoor zorgt dat al die bijdrages bij elkaar werkelijk het mondiale doel halen.’

Hoe staan we ervoor? 

‘We proberen het te monitoren, en dat is ingewikkeld want het gaat om iets in de toekomst. We doen het nog niet erg goed. De emissies, dat is de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen, moeten rond 2050 rond de nul uit gaan komen voor 1,5 graad opwarming. Als je dat wil halen, zou je in 2030 al de helft van de emissies eraf willen hebben. Voor ‘ruim-onder-de-2-graden’ moet er in 2030 een derde van af. In werkelijkheid, dan kom je daar nog lang niet, dan heb je misschien een stabilisatie van de wereldemissies. Bovendien moeten alle beloften nog in wetgeving vertaald worden. Je haalt nog maar de helft van wat er beloofd is.’

Gaan we ook de 2 graden niet halen?

‘Dat is onduidelijk. Wat ik net vertelde is het negatieve: we doen nog lang niet genoeg. Tegelijkertijd is het verdrag nog maar uit 2015. Je ziet dat langzamerhand radertjes in werking worden gezet die tot verandering leiden. Kijk naar de hoeveelheid nieuws rond het klimaat: er is iets aan het veranderen. Tien jaar geleden dachten we: hoe krijgen we het transport ooit op nul emissie? Nu ligt het voor de hand dat elektrisch rijden een rol gaat spelen. Hetzelfde geldt voor de elektriciteitsvoorziening. Zon en wind kosten inmiddels Voor 1,5 graad staat de deur hooguit op een kier, die zit al bijna dicht. Maar als we een tandje bijzetten, moeten we de richting op kunnen van ruim onder de 2 graden.’

Belangrijk om te beseffen: er moet geen CO2 meer bij komen. Je moet er helemaal mee stoppen, terug naar nul uitstoot van broeikasgassen.

‘CO2 blijft lang in de atmosfeer, wel eeuwen. Er is een directe relatie tussen de hoeveelheid CO2 die we stoppen in de atmosfeer en de temperatuurstijging.’

‘Als we infrastructuur bouwen zoals kolen- en gascentrales, dan doen we dat meestal voor een jaar of veertig. Wereldwijd ruim-onder-de-2-graden betekent dan ook dat je vanaf nu bijna niets meer neer kan zetten wat nog CO2 uitstoot. Voor 1,5 graad is het zelfs nog veel krapper. Er is uitgerekend wat de emissies zijn wanneer alle infrastructuur die we nu hebben gebruikt wordt tot de geplande levensduur. Het koolstofbudget voor 1,5 graden is 400 gtCO2. Dus moet je een deel van de bestaande infrastructuur vervroegd afschrijven en vervangen door hernieuwbare energie.’

Sommigen zeggen: het huis staat in brand. Anderen denken dat de wereld zich op natuurlijke wijze zal aanpassen. Hoe zie jij dat?

‘De natuur gaat zich sowieso aanpassen aan temperatuurstijging, en wij mensen zullen dat ook moeten doen. Dat is heel lastig. We hebben onze infrastructuur gebouwd voor een bepaald klimaat. We hebben steden bij de zee gebouwd, en op plekken die aantrekkelijk waren. We bedrijven landbouw op plekken die daarvoor geschikt zijn. Als we straks met 1, 2 of 3 graden temperatuurstijging zitten en de bijhorende stijging van de zeespiegel, dan staat een groot deel van die infrastructuur simpelweg op de verkeerde plek. Wij mensen zullen daar behoorlijk last van hebben.

‘We zullen ons aanpassen. Maar je kunt je alleen aanpassen als dat binnen de grenzen van de mogelijkheden ligt, en daarvoor is het echt belangrijk dat we én klimaatverandering beperken én ons tegelijkertijd gaan aanpassen. In 1988 werden de als dat toen was gelukt, hadden we op een rustige manier beleid kunnen invoeren. Nu hebben we nog twintig/dertig jaar om naar nul te gaan voor 1,5 graad. En misschien twintig jaar langer voor ruim onder de 2 graden. We moeten dus heel snel de bocht in. Technisch is het voorstelbaar, politiek een enorme uitdaging.’

De natuur past zich aan. Wat zal er gebeuren?

‘De natuur die oorspronkelijk voorkwam in Frankrijk zal proberen om meer ook in Nederland voor te komen. Dat gaat gepaard met Het klimaat heeft altijd geschommeld, maar nooit in het tempo dat we nu zien. Daarom vindt er zeker verlies van dingen die we mooi vinden plaats. Op de lange termijn zal de natuur zich aanpassen, maar Bij sommige tropische regenwouden dreigt degradatie. In India hebben we een subtiele situatie met de monsoon. De verliezen kunnen enorm zijn.’

De aarde komt er kaler uit te zien?

‘Jazeker. En voor de landbouw geldt eenzelfde verhaal. Uit de berekeningen van het blijkt dat er vooral druk is op tropische gebieden. Voor Rusland en Canada kun je je voorstellen dat ze De druk zit in de warme gebieden. Daar zit ook de bevolkingsgroei en dat zijn al de plekken met problemen in de voedselvoorziening. Boven op klimaatverandering komen sociale problemen.’

De echte catastrofe vindt plaats in de tropische arme landen?

‘Daar zijn de grootste gevolgen.’

Dat betekent dat wij solidair moeten zijn?

‘Overigens hebben wij in Nederland een goede reden om ons zorgen te maken: Met de huidige voorspellingen is het niet ondenkbaar dat we aan het einde van de eeuw een meter zeespiegelstijging hebben. Daar kunnen we nog tegenop bouwen. Maar we hebben ook een proces in gang gezet Voor Nederland is het handig om zo’n scenario te voorkomen. En dat geldt wereldwijd. Los van de solidariteit gaat het over de stabiliteit van de aarde. Delen van de aarde zullen onaantrekkelijk worden om te wonen. De mensen daar zullen een andere plek gaan zoeken.’

Nu je dit beeld hebt geschetst, wat moet er dan op de 26e Conference of Parties van de Verenigde Naties, COP26, geregeld worden?

‘De eerste waar ik het over wil hebben: temperatuur is lineair afhankelijk van hoeveel CO2 we in de atmosfeer stoppen. En als we temperatuurstijging willen stabiliseren, is er een beperkt budget. Om 1,5 graad te halen zou je nog maar Met de huidige emissies zit je dus in tien jaar op het maximum. Dat betekent dat je vanaf nu rechtstreeks in twintig jaar naar nul moet gaan. Dat laat een tweede goed zien. Elk jaar dat je rond de 40 gigaton blijft zitten, ga je met grote happen door het budget heen. Voor ruim onder de 2 graden is het budget ongeveer 1.000 gigaton CO2. De emissies moeten dus zo snel mogelijk naar beneden, naar een niveau dat we het weer een beetje onder controle krijgen.’

‘Het lastige van het Parijs-akkoord is dat er voor een traag proces is gekozen. Een stocktake process. Eerst stelden ze vast op welk niveau de emissies van alle landen samen zouden moeten zitten om aan de Parijse doelen te voldoen. Toen bleek: het past niet. We moeten veel meer doen. Vervolgens is een nieuwe ronde afgesproken die oorspronkelijk in 2020 zou zijn, maar verplaatst is naar 2021, waarin landen nieuwe pledges moeten doen, plannen voor verdere reductie van de emissies. Die plannen hebben we geëvalueerd. Nou, er is iets meer reductie, ongeveer 4 gigaton in 2030, maar lang niet genoeg. Er had minstens 15 GtCO2 af gemoeten. Cruciaal in Glasgow is dat al die regeringsleiders bij elkaar een afspraak maken om een extra ronde te doen waarin ze wel echt vergaande emissiereducties beloven.’

Mensen zeggen cynisch: ach, dit is weer zo’n conferentie met mannen in pakken, die gaan geen rigoureuze beloften doen.

‘We zullen er als wereld gezamenlijk uit moeten komen en dat is een ingewikkeld proces. In het verleden kwam twee derde van de emissies van ontwikkelde landen. En een derde van ontwikkelingslanden. Tegenwoordig komt twee derde van de ontwikkelingslanden

‘Stel je voor, je bent India, het probleem is in grote mate veroorzaakt door ontwikkelde landen maar ondertussen zijn jouw emissies ook zo groot dat je onderdeel van de oplossing moet zijn. Dat is een ingewikkeld verhaal. Want je hebt ook nog een heleboel andere ontwikkelingsproblemen om op te lossen. En tegeijkertijd zullen de ontwikkelde landen zeggen: we komen er niet met alleen maar reducties in Europa of de Verenigde Staten. India en China zullen ook mee moeten doen.’

Hoe is de bereidheid?

‘Dat was de afgelopen jaren steeds het struikelblok. Dat is bij een eerdere top in Kopenhagen (2009) ook helemaal misgegaan. Men wilde bindende afspraken maken. Het grote probleem is dat je vervolgens niet meer bezig bent met het klimaat, maar elkaar ziet als vijanden in onderhandelingen.’

Er ontstaat politieke strijd.

‘Het aardige van Parijs is dat dat doorbroken is, maar wel met een enorme concessie: landen mogen vrijwillig bijdrages formuleren. Je moet aan elkaar laten zien: ik doe dit, ben jij bereid om ook iets te doen? Daar zijn deze COP’s voor nodig, om steeds verder samen overtuigd te raken van wat we kunnen doen.’

Je mag het dus oefeningen in solidariteit noemen?

‘Allereerst oefeningen in solidariteit. Daar zit een enorme technische molen achter, want men wil op een redelijke manier kunnen controleren of landen werkelijk iets doen. Er worden dus gedetailleerde afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over hoe je om moet gaan met emissies uit landgebruik.’

‘Dat is een visie. Tegelijkertijd is het wel zo dat we in een bepaalde groove zijn gekomen, en dat is niet de meest snelle. Het kan geen kwaad om daar af en toe iets anders tegenover te zetten. Daar zouden de regeringsleiders kunnen proberen om een sneller proces in het leven te roepen, om iedereen eens een flinke schop te geven.’

Je hebt nog een drietal grafieken die cruciaal zijn voor de COP. Over de eerste twee had je het hierboven al. Wat zie je op de

‘Wat gebeurt er als we niks doen, ingezoomd op 2030. Twee lijnen. Wat is er beloofd voor 2030, dat zijn de ndc’s, nationally determined contributions, dat zijn de plannen die landen moeten inleveren. En wat is er inmiddels werkelijk in beleid geformuleerd, dat zijn de current policies, de wetgeving die door de parlementen is aangenomen. Beide lijntjes zijn ruim onvoldoende. Het spannende is: kunnen we ze op een of andere manier zover krijgen dat ze wel op het niveau van 1,5 of 2 graden komen?’

Wordt dit wereldwijd gemeten?

‘Er zijn plekken waar gemeten wordt. Er is een aantal instituten die schattingen maken van de historische emissies. En er is een aantal clubs die projecties maken, verwachtingen van wat er gebeurt bij het huidige beleid, wat er nodig is, en wat de huidige beloften opleveren. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is een van de instituten die daar wereldwijd mee bezig zijn.’

Het klimaat schommelt, zeg je. Kunnen we iets leren van het verleden?

‘In die zin dat we zien wat historische schommelingen teweeg hebben gebracht. We weten wat de gevolgen zijn bijvoorbeeld voor de zeespiegelstijging. Maar de oorzaak is nu anders. Nu is de oorzaak het gebruik van de fossiele brandstoffen. Die modellen zijn niet moeilijk. Je kunt vrij makkelijk uitrekenen wat de emissies zijn als je fossiele brandstoffen gebruikt. Vervolgens kun je de koolstofkringloop volgen, die kennen we ook redelijk goed. Het beeld is helder.

‘De stap naar temperatuurstijging is ook niet zo gek. We weten dat het natuurlijke broeikaseffect bestaat; het is een logische veronderstelling dat als je meer broeikasgassen in de atmosfeer stopt, de temperatuur gaat stijgen. Dit is eigenlijk geen rocket science. Dit stond al Een veel grotere vraag is: waar gaat al die extra energie heen? Levert het temperatuurstijging op, of komen er meer wolken bijvoorbeeld die wellicht weerkaatsing opleveren? Dat is de afgelopen twintig, dertig jaar goed bekeken en we zijn er nu van overtuigd dat de historische opwarming van de afgelopen honderd jaar is veroorzaakt door de fossiele brandstoffen met name, en door landgebruiksverandering. We zijn er ook van overtuigd dat als je nog meer CO2 in de lucht stopt, de temperatuur gaat toenemen.’

Wat is de invloed van de groei van de bevolking op dit alles?

‘We verwachten dat de wereldbevolking in de komende dertig, veertig jaar zal groeien van zeven naar negen miljard en misschien wel tien miljard. Dat heeft een bijdrage aan de verdere emissiestijging. Maar we weten ook dat het verschil in emissie per hoofd tussen India, het wereldgemiddelde en de Verenigde Staten of Saoedi-Arabië Dus onze levensstijl, Het helpt wel als we de bevolkingsgroei binnen de perken kunnen houden, niet alleen voor het klimaat maar ook voor veel andere duurzaamheidproblemen.’

Wat moet er in Glasgow specifiek worden afgesproken over de olie- en gasmarkt? Dat blijft de belangrijkste bron.

‘In wezen gaat dat indirect. Je onderhandelt in Glasgow over emissies en aan de andere kant van de munt zitten de consequenties voor fossiele brandstoffen. Daarnaast is een flinke bron landgebruiksverandering – En dan blijft er nog iets minder dan over, wat veroorzaakt wordt door andere broeikasgassen zoals methaan, waarvan ook weer een flink deel aan fossiele brandstoffen is gekoppeld. Lekkage van aardgas bijvoorbeeld. Het grootste deel daarvan is echter gekoppeld aan de landbouw.’

Je moet helemaal stoppen met fossiele brandstoffen?

‘Op termijn. Je wilt sowieso naar nul emissie. Want temperatuurstijging is gekoppeld aan de totale cumulatieve uitstoot van CO2. En alles wat je aan CO2 toevoegt in de atmosfeer, blijft er heel lang in zitten. Dus je moet of naar nul voor fossiele brandstoffen, of je probeert het te combineren met Of je zorgt voor negatieve emissies om wat overgebleven fossiele emissies te compenseren zoals door herbebossing. Daarmee haal je netto CO2 uit de atmosfeer. Dat betekent misschien dat je je iets langer kunt veroorloven om in een bepaalde sector nog fossiele brandstoffen te gebruiken.’

Je snapt meteen dat daar weerstand tegen is vanuit de industrie. Wordt dat spel in Glasgow gespeeld, achter de bühne?

‘Indirect, ja. De echte besprekingen gaan over broeikasgasdoelen, maar aan de andere kant van diezelfde munt zitten de fossiele brandstoffen. Partijen nemen daarover posities in. Verwacht nou niet de meest scherpe reductiedoelen vanuit het Midden-Oosten, bijvoorbeeld. Dat levert extra spanning op in de onderhandelingen. Voor kolen weten we vrij zeker dat die snel uitgefaseerd moeten worden. Maar in sommige landen is de energievoorziening bijna volledig gebaseerd op kolen, dus daar ligt het ingewikkeld.’

Wat is het alternatief?

‘Kolen worden voornamelijk in de elektriciteitsvoorziening gebruikt. Daar hebben we voor de hand liggende alternatieven met hernieuwbare energie, wind en zon, misschien ook fossiel met CO2-afvang. Voor sommige landen is Dit is de aanbodzijde. Helder is ook dat je je energievraag moet beperken. Als die blijft toenemen, valt er op een gegeven moment niet meer tegenaan te hollen.’

Levensstijl dus.

‘In ieder geval efficiency, en mogelijk ook levensstijl. We kunnen veel efficiënter met onze energie omgaan. Fabrieken en elektriciteitscentrales efficiënter maken, efficiënter thuis energiebesparing toepassen. Tegelijkertijd kan het aantrekkelijk zijn om oplossingen te zoeken in de sfeer van levensstijl. Methaan is naast CO2 ook een belangrijk broeikasgas. Een belangrijke bron voor methaan is de landbouw en met name de vleesproductie. helpt om emissies te reduceren, dat is aantrekkelijk en effectief. Bovendien, als je in het Westen teruggaat naar het niveau van vleesconsumptie dat om gezondheidsredenen wordt aangeraden, heeft dat al effect. Levensstijlveranderingen kunnen bijdragen. En met technologie kom je ook een heel eind.’

Heeft een autoloze zondag zin?

‘Als wetenschapper kan ik laten zien welke routes beschikbaar zijn om uiteindelijk op netto nul uit te komen. Je kunt bijvoorbeeld bio-energie combineren met CO2-afvang. Als je CO2 onder de grond stopt, heb je ook een netto negatieve oplossing. We kunnen de routes verkennen en laten zien wat de voor- en nadelen zijn. De samenleving moet zelf nadenken wat het meest aantrekkelijke is. Een autoloze zondag zou ongetwijfeld iets bijdragen naar ligt niet voor de hand. Voor mij is het logischer om openbaar vervoer te bevorderen door het aanbieden van een aantrekkelijke infrastructuur. Snelle Europese treinen die qua ten opzichte van vliegverkeer op korte afstand. Dat ligt meer voor de hand dan rigoureuze maatregelen.’

Kan de strijd tegen klimaatverandering gewonnen worden binnen ons economische systeem?

‘Hier heb ik als klimaatonderzoeker geen antwoord op. Voor mij, als Detlef van Vuuren, zijn een aantal basisvoorwaarden, zoals het net zo belangrijk, die zou ik niet willen opgeven.’

En het kapitalistische systeem?

‘Ook hier vind ik persoonlijk dat we met een marktsysteem, waarbij de overheid duidelijk het speelveld bepaalt, prima oplossingsrichtingen kunnen vinden. Maar dit komt in de sfeer van de politiek. Als andere mensen een andere mening hebben, is dat prima.’

Wat kan de rol van Nederland zijn tijdens de conferentie? 

‘Parijs vraagt aan iedereen om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Nederland zit in emissies ver boven het wereldgemiddelde, We zitten ook boven Europa’s gemiddelde. Nederland zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en dus ook zeggen: onze doelstelling is nul emissie in 2050. Je kunt je afvragen of je niet meer moet doen. Je hebt een grotere verantwoordelijkheid voor de historische emissies, je bent een relatief rijk land, je hebt veel technologische oplossingen voorhanden. Daar moet je als politiek over nadenken.’

‘Het belang van Nederland kan groot zijn. Wij zijn kwetsbaar voor de zeespiegelstijging. Als Nederland het voortouw neemt en het serieus neemt zodat andere landen ook hun maatregelen gaan nemen, dan kan dat positief werken. In Parijs is gekozen voor een proces van vertrouwen in elkaar krijgen.’

En niet het slechtste jongetje van de klas zijn. Terwijl we ons zo graag op de borst slaan.

‘De afgelopen twintig jaar zijn de Nederlandse emissies terwijl ze op andere plekken in Europa aan het afnemen waren. Nederland loopt achter qua hernieuwbare energie. Onze plannen liggen wel in lijn met Europa. We hebben dus een versnelling nodig om op het Europese gemiddelde te komen.’

Betekent het dat wij in Nederland onze levensstandaard moeten verlagen?

‘Ik denk persoonlijk dat het goed mogelijk is om aan de doelen te voldoen met energiebesparingsmaatregelen en allerlei dingen aan de aanbodzijde. Er kan een component aan zitten, maar dat betekent niet automatisch dat de levensstandaard verlaagd wordt. Met een dieet waar een beetje minder vlees in zit, kun je zelfs een hogere levensstandaard krijgen.’

Wat is de rol van de EU in dit verband?

‘Europa heeft altijd geprobeerd een voortrekkersrol te hebben. In onderhandelingen heeft Europa vaak het initiatief genomen om vergaande stappen te zetten rond het klimaat. Als je te ver vooruitgaat, loop je de kans om het contact met de anderen te verliezen, dat is een zoektocht.’

Welke uitkomst zou deze COP tot een succes maken?

‘Er zijn allerlei technische dingetjes en dingen rond financiën die geregeld moeten worden. Dat zou hartstikke mooi zijn. Wat mij betreft gaat het voornamelijk om de urgentie dat de ronde van nieuwe ndc’s onvoldoende heeft opgeleverd. Een nieuwe set beloften krijg je ter plekke niet snel voor elkaar. Hopelijk leidt het in ieder geval tot een afspraak hoe we dit sne gaan regelen. Als we wachten tot 2025 voordat er een nieuwe ronde komt van aangescherpte doelstellingen, heb je alweer 160 gigaton CO2 extra in de lucht gestopt. En dat is de helft van het 1,5 graadbudget.’

Het hoogst haalbare is een gedeeld besef van urgentie en van saamhorigheid?

‘En een soort noodplan hoe je alsnog verregaande emmissiereductiedoelen voor elkaar gaat krijgen. Dat betekent vergaand in een aantal ontwikkelde landen, maar vooral ook dat je een aantal andere partijen die het nu laten afweten verder krijgt. Daar zitten landen bij uit het Midden-Oosten. Rusland gaat ook niet ver. Het zou ontzettend mooi zijn als we India zover krijgen dat zij ook bereid zijn iets verder te gaan dan wat ze nu beloofd hebben.’ 

‘En China is cruciaal. China is op dit moment verreweg Het enige positieve is dat daar wel allerlei beloften gedaan zijn. China heeft verleden jaar beloofd Dat was een belangrijke stap. Ze stelden zich lang op als ontwikkelingsland. Nu moet het nog vertaald worden naar een formeel plan. Ten tweede, we willen natuurlijk ook dat er op korte termijn emissies worden gereduceerd. We moeten zorgen dat daadwerkelijk gaat gebeuren wat er beloofd is en dan nog een tikje erbij.’

Wordt er in Glasgow gesproken over financiële compensatie voor arme landen?

‘Dat is een enorm pijnpunt voor ontwikkelingslanden. In Parijs is afgesproken dat er een fonds zou komen van 100 miljard dat beschikbaar is voor ontwikkelingslanden voor klimaatbeleid en adaptatie. Dat fonds is De ontwikkelingslanden hameren er voortdurend op, en terecht, jullie verwachten alles van ons maar krijg nou eerst deze belofte eens voor elkaar.’

Verwacht je dat er dingen zijn die echt stof doen opwaaien op deze top?

‘Ik weet het niet. Ik verwacht dat men een soort ambitie zal uitspreken, dat er een versnelling moet plaatsvinden. Dat was bij de start al het geval, Johnson Ik verwacht niet dat er een doorbraak plaats zal vinden, maar ik kan me vergissen.’

‘Het is wel uniek dat er een enorme druk op staat. Je kunt geen krant openslaan of je komt de klimaattransitie tegen. Het komt hoger op de politieke agenda terecht. Daarmee zijn de verwachtingen van deze COP enorm. Je kunt je voorstellen dat men zich gedwongen voelt om iets van een oplossing te formuleren.’

Sommige leden bevragen jouw rol als wetenschapper. Hoe motiveer je mensen, zowel armen als rijken? Moet je als hoogleraar niet hel en verdoemenis prediken?

‘Dat is een goeie vraag. een beroemde Amerikaanse wetenschapper, was een van de eersten om de klimaatverandering op de agenda te zetten. Hij noemde het een groot probleem, we moeten ermee aan de slag. Gevolg is dat hij jarenlang bedreigd werd. Hij schreef een boek: Daarin stelt hij: als wetenschapper geef je de situatie weer en die is enorm ernstig. Hij verwachtte dan ook dat er iets mee gedaan zou worden, maar dat was niet zo. Schneider vroeg zich af of hij in de overdrive moest gaan, moet je het verhaal nog een tandje sterker vertellen? Hij zei toen: dat kan niet, want als ik betrapt word op mijn overdrijving dan is mijn geloofwaardigheid weg.’

‘Mijn houding is vergelijkbaar. Ik wil het verhaal zo genuanceerd mogelijk weergeven, terwijl ik ervan overtuigd ben dat we in actie moeten komen. Het is allemaal serieus genoeg om snel te gaan handelen. Je ziet de gevolgen van 1 graad temperatuurstijging om ons heen gebeuren. Het heeft ook voordelen om de emissies te reduceren. Als je zorgt voor hernieuwbaar in het energiesysteem, zon en wind, gaat de luchtverontreiniging naar beneden. We moeten de bocht nemen in de transitie, maar mijn rol blijft simpelweg de feiten weergeven’.

Verwacht je niet het meeste initiatief van het bedrijfsleven? Het is innovatief en heeft een commercieel belang.

‘Ja, maar het bedrijfsleven moet wel een level playing field hebben. Bedrijven die in fossiele brandstoffen zitten kunnen een belangrijke rol hebben bij innovatie, maar het is wel prettig als ze dat kunnen doen in het vertrouwen dat andere bedrijven in dezelfde sector hetzelfde doen. Daarom is het zo belangrijk dat de overheid de grenzen aangeeft. Je ziet dat milieuorganisaties het bedrijfsleven aanspreken via de rechter. Het gevolg is dat Shell ambities uitspreekt die verdergaan dan ze eerst deden.’

Iedereen kan een rol spelen?

‘Iedereen zal een rol moeten vervullen, dat is het ingewikkelde als je het vergelijkt met milieuproblemen waar we eerder mee te maken hadden, zoals of de Die zaten in de rand van ons handelen. Het gat in de ozonlaag werd veroorzaakt door spuitbussen, daar konden we gemakkelijk vanaf. Fossiele brandstoffen zitten in het fundament van onze samenleving. We zijn allemaal betrokken, we moeten met zijn allen oplossingen vinden die vergaand gedragen zijn. Je moet een brede coalitie vinden.’

Hoeveel elektriciteit halen we uit biomassa?

‘Het lastige van zon en wind is dat die energie met beperkte zekerheid beschikbaar is. Wind kan ook niet waaien, de zon kan niet schijnen. In het elektriciteitssysteem moet je dingen hebben die wel zekerheid bieden. We kunnen uitrekenen dat het een positieve bijdrage kan leveren aan het voorkomen van klimaatverandering. Maar je zult die bio-energie wel moeten produceren en dat vereist land, en dat is spannend, want dat land hebben we ook nodig voor de bescherming van biodiversiteit, voor bossen; we hebben het ook nodig voor voedselvoorziening en het oplossen van honger. De samenleving moet daar een inschatting van maken. Ik denk dat er een rol is voor bio-energie, mogelijk op basis van residuen, afvalstoffen uit land- en bosbouw. Daar moeten we serieus een dialoog over voeren.’

En je moet opslaan. Hoeveel accu’s heb je daarvoor nodig? 

‘Dat is het andere deel van het verhaal. Met zon en wind in je elektriciteitssysteem heb je enorm veel opslagcapaciteit nodig. Ook daar is gelukkig de laatste jaren veel ontwikkeling, de kosten van de accu’s zijn En we moeten op zoek naar manieren om het handig in te richten. Als we straks elektrisch rijden hebben we een grote accucapaciteit zitten in de auto’s. Daar kunnen we gebruik van maken bij het opslaan van elektriciteit. Ook dat is een zoektocht, want voor heb je metalen nodig die schaars zijn. Maar tot nu toe is altijd gebleken dat je daar technologisch wel uitkomt.’

Welke hippe maatregelen sorteren weinig effect? 

‘Er zijn wel oplossingen die we op de lange termijn nodig hebben, maar op dit moment niet eens zo veel bijdragen. E Uiteindelijk is het een belangrijk deel van de oplossing maar op dit moment haal je die elektriciteit uit het bestaande elektriciteitsnetwerk waar ook fossiele brandstoffen bij zitten. De bijdrage gaat wel groot worden straks, als we elektriciteit produceren op basis van hernieuwbare bronnen.’

‘De andere is Dat kan een belangrijke rol hebben in dat nieuwe systeem omdat het ook stabiliserend kan zijn. Een overschot aan elektriciteit kun je gaan benutten voor waterstof. Waterstof is toepasbaar op plaatsen waar het misschien niet voor de hand ligt. Hogetemperatuurtoepassingen. Ook op Tegelijkertijd zul je de waterstof wel moeten gaan produceren. In een deel van de plannen wordt waterstof gekoppeld aan fossiele brandstoffen, waardoor je niet in de buurt van de nul uitkomt. Ook waterstof zal op de lange termijn geproduceerd moeten worden uit hernieuwbare bronnen. Dat is zoeken hoe je het puzzeltje precies passend krijgt. Ik denk dat waterstof een rol vervult, ik vraag me af of die zo groot is als je nu soms hoort.’

Lees ook: