Het is woensdag 18 maart 2020.
Het coronavirus rukt op. Restaurants, cafés, sportclubs en scholen zijn al een paar dagen gesloten. Premier Mark Rutte heeft in een tv-toespraak aan de natie proberen uit te leggen waarom. Beelden van doodskisten uit de Italiaanse stad Bergamo maken diepe indruk.
De vrees is dat de zorg overspoeld raakt met covidpatiënten. En dat de veiligheid van mensen in de zorg in het geding komt. Nog een paar dagen en dan zijn alle medische mondkapjes in Nederland op.
Wat dan?
Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport, VVD) mag deze middag de Tweede Kamer uitleggen waarom er zo weinig mondkapjes zijn. Hij weet dat er deals in de maak zijn. Hij verwacht dat er miljoenen mondkapjes aankomen. Maar Bruins wil de zorg en de Kamer geen valse hoop bieden. ‘Ik wil geen vogels in de lucht presenteren; ik wil vogels in de hand presenteren.’
Hij beschrijft de chaos waarin ziekenhuisinkopers en zijn ambtenaren de afgelopen weken terecht zijn gekomen. Partijen mondmaskers worden overboden, ladingen gestolen of voor woekerprijzen aangeboden. Er zijn fraudeurs op de markt en inkopers worden bedreigd, probeert Bruins uit te leggen.
Maar de Kamer neemt daar geen genoegen mee. De minister moet ‘alles op alles’ zetten voor ‘de helden van de zorg’. ‘Waarom heeft u toen niet, in januari, al meteen gezorgd dat wij voldoende van alle beschermingsmiddelen in Nederland voorhanden hadden?’ vraagt Geert Wilders (PVV). Jesse Klaver (GroenLinks) eist dat Bruins nog dezelfde avond alle bestaande voorraden mondkapjes in Nederland gaat vorderen.
Hoewel Bruins al een paar keer aan de Kamer heeft geprobeerd uit te leggen waarom dat weinig zinvol is – om ze te vorderen, moeten er immers wel mondkapjes zijn – zwicht hij uiteindelijk voor de druk van de Kamer: ‘Dan zal ik vanavond dat vorderingsbesluit doen ingaan.’ Kort na nog een laatste vragenspervuur bezwijkt de minister voor het oog van de camera achter het spreekgestoelte.
25 kilometer verderop zijn de inkopers van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam te druk om het debat te volgen. Zij proberen in opdracht van het ministerie koortsachtig aan mondkapjes te komen. Al twee weken lang, in heftige concurrentie met de rest van de wereld. Hun score tot dan toe?
Zo goed als nul.
Dit verhaal neemt je mee in hoe deze strijd zich achter de schermen voltrok, verteld door de ogen van twee inkopers van het Erasmus MC, Jeroen van der Bent en Stephanie Kühnle. Hoe ze sneller willen handelen dan de overheid verantwoordelijk acht. Hoe het in chaos verkerende ministerie twijfelt om op een markt vol oplichters grote hoeveelheden belastinggeld over te maken. Hoe een ziekenhuisdirecteur tóch besluit om tegen het advies van het ministerie in 4 miljoen euro uit eigen kas over te maken naar een onbekend adres in China. En hoe de overheid langzaam maar zeker gedwongen raakt meer risico’s te nemen.
De langzaam leeglopende loods en de snel groeiende onrust
Zaterdag en zondag 14 en 15 maart
Toen de coronacrisis toesloeg in het Erasmus Medisch Centrum, had het voor Jeroen van der Bent gevoeld alsof het personeel werd verdeeld in twee groepen: zij die het virus gingen bestrijden en zij die plaatsmaakten voor de bestrijders.
Van der Bent was projectmanager – ‘een kantoorbaan, uiteindelijk’ – en verwachtte dat hem gevraagd zou worden naar huis te gaan. Maar hij wilde graag bij de actieve bestrijders horen. Van der Bent had zijn hele carrière – achttien jaar lang – in het Erasmus MC gewerkt en voelde de noodzaak om iets te doen.
Desnoods wilde hij helpen mensen uit het ziekenhuis te weren. Dat scenario circuleerde. Dat alle niet-urgente zorg zou worden uitgesteld, dat al het bezoek moest stoppen, dat geweigerden boos zouden worden. En dat er dan iemand voor de deur moest gaan staan om ze tegen te houden.
Dat wilde hij doen. Zolang hij maar wat kon betekenen. Iets bijdragen was de hele reden geweest om voor het ziekenhuis te gaan werken. Op zijn studie bedrijfskunde had iedereen in de private sector willen werken. Hij niet. ‘Wat is de private sector?’ zegt hij. ‘Geld afpakken van andere mensen om zelf rijk te worden.’
Net toen Van der Bent vermoedde dat hij toch naar huis moest, had hij een verzoek gekregen. Of hij het hoofd inkoop, René Dullaart, wilde assisteren, voor het geval deze zou uitvallen. Dullaart was sinds 4 maart bezig om mondkapjes te regelen. Niet alleen voor het Erasmus, maar voor heel Nederland. Daaraan bijdragen? Dat wilde hij wel. Dat hij nog nooit iets had ingekocht voor het Erasmus, op een barbecueset voor een personeelsfeestje na, deerde niet. Hij zette ‘Strategisch Inkoper’ op zijn LinkedIn-profiel en ging aan de slag.
Een van zijn nieuwe collega’s was Stephanie Kühnle, sinds een jaar werkzaam als inkoper in het Erasmus. Eerder had ze vier jaar bij webwinkel Coolblue gewerkt. In hittegolven was de inkoop van ventilatoren daar een ‘oorlogssituatie’ geweest. Gaan, rammen, verkopen, winst maken. Kassa. Die spirit was nodig in deze situatie – een oorlog om mondkapjes.
Eigenlijk had ze Coolblue verlaten, en voor het Erasmus gekozen, om het wat rustiger aan te doen. Suikerpatiënt en de werkdruk bij Coolblue: geen ideale combinatie. In het Erasmus had ze de kunst van het aanbesteden geleerd: via gedegen en trage procedures de belastingeuro’s zo efficiënt mogelijk uitgeven. Maar de pandemie, en de marktoorlog die deze had gecreëerd, hadden Kühnles commerciële driften doen ontwaken.
En die driften waren nodig. René Dullaart, haar baas, had na tien dagen zoeken tot zijn eigen verbijstering nog geen enkel mondkapje kunnen kopen. De markt was een en al bedrog gebleken. Wat Dullaart wel heeft op zaterdag 14 maart: hoop op een levering uit China. Het gaat om een deal die hij die dag in gang zet via een voormalige zakenpartner. De mondkapjes moeten over een week aankomen.
Maar het resultaat is onzeker. En dus vraagt Dullaart diezelfde zaterdag of Van der Bent, Kühnle en twee andere inkopers de volgende ochtend – zondag 15 maart – naar het distributiecentrum van het Erasmus in Barendrecht willen komen om daar samen alle mogelijke deals na te gaan. Ook aanwezig: Ivo Demandt, een ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), om deals goed te keuren, en hulp te bieden.
Zijn het de juiste kapjes? Voor een acceptabele prijs? Heeft de verkoper echte certificaten? Kunnen ze snel worden geleverd?
Bij elke lead werken ze hun checklist af. Zijn het de juiste kapjes? Voor een acceptabele prijs? Heeft de verkoper echte certificaten? Kunnen ze snel worden geleverd? Ze bellen, mailen en whatsappen de hele zondag. Maar er lukt nagenoeg niks – op één succes na.
Die dag belt Ernst Kuipers, baas van het Erasmus, de inkopers in Barendrecht. Een kennis van hem, een voormalig bestuurder van KPN genaamd Erik Hoving, kent iemand die iemand kent die een miljoen FFP2-mondkapjes kan leveren uit China. Of Van der Bent daar achteraan kan gaan?
Van der Bent spreekt Hoving, appt met diens Chinese contacten, en het klinkt goed. Ja, er moet eerst een aanbetaling worden gedaan. En nee, zekerheid of deze mondkapjes aankomen heeft hij niet. Maar het gaat om de juiste kapjes voor de juiste prijs, plus: het woord van een captain of industry, Hoving. We moeten dit doen, denkt Van der Bent.
Maar de verantwoordelijke ambtenaar van VWS, Ivo Demandt, zegt na ruggespraak met zijn superieuren: nee. Miljoenen uitgeven, miljoenen aanbetalen, puur omdat iemand iemand kent? Nee. We betalen pas als we de mondkapjes hebben, dat is en blijft de regel.
En dus neemt Ernst Kuipers zelf het risico. Van der Bent: ‘Ernst zei: "Ik vertrouw deze man en als die man zegt dat hij waar voor zijn geld biedt dan geloof ik dat."’ En dus zegt zondagavond Van der Bent aan Hoving toe de mondkapjes te kopen.
Het Erasmus neemt zelf het risico dat de overheid niet aandurft
Maandag 16 maart
Maandag doet het Erasmus de betaling. Niet VWS, maar het ziekenhuis maakt de gevraagde twee keer twee miljoen over – twee miljoen aanbetaling, twee miljoen bij aankomst. Maar, zegt Kuipers die maandag tegen VWS, als deze spullen binnenkomen, krijg ik het geld wel van jullie terug!
Hoe een 28-jarige inkoper de leiding krijgt
Dinsdag 17 maart
De volgende ochtend zien Kühnle en Van der Bent dat het niet goed gaat met hun baas. René Dullaart heeft dan dertien dagen non-stop gewerkt. Zicht op een nieuwe lading is er nog niet, en de gedachte dat de ic’s zouden moeten sluiten als hij geen mondkapjes weet te regelen wordt hem te veel. Op de achtste etage van het Erasmus stort hij in.
Kühnle neemt zijn werk over. Ze erft die middag Dullaarts telefoon, zijn whatsappgroepen, zijn mails, zijn afspraken én zijn verantwoordelijkheden. ‘Toen pas zag en voelde ik wat er op René was afgekomen’, vertelt Kühnle.
Vrijwel direct belandt ze in een conference call met hoge VWS-ambtenaren. De vraag is of Defensie zijn mondkapjes moet afstaan. Voordeel: honderdduizend mondkapjes. Nadeel: een deel van het leger zal daardoor niet inzetbaar zijn. Wat te doen? De vraag komt tot Kühnles verbazing bij haar terecht. ‘Ik dacht: ik ben vorig jaar 28 geworden, dit is mijn derde baan, en de elite van Nederland kijkt voor advies… naar mij?’
Maar ze zegt wat ze denkt: dat de volksgezondheid nu voorgaat op het leger. En het wordt nog onwerkelijker: iemand anders in de call vraagt of ze nog een boodschap heeft voor de koningin. Kennelijk zit Maxima’s woordvoerder in de call. Moet ik nu de koningin te woord staan? Blijkbaar! En dus doet ze dat.
‘Ik zei dat de nood hoog was, dat we te lang moesten wachten op het ministerie voor goedkeuring voor deals, en dat andere landen ons te snel af waren’, zegt Kühnle. ‘Het moest echt sneller.’
In de whatsappjes op de telefoon van haar baas vindt ze een uitgesproken medestander van die gedachte. Snelheid maken is precies wat Ilja Bonsen, expert in biochemische defensie – maar door corona ‘intermediair’ in mondkapjes geworden – al weken bepleit.
Bonsen kreeg uit zijn uitgebreide militaire netwerk tal van tips over ladingen mondkapjes. Via via had hij contact gelegd over zijn leads met Dullaart, de inkoper namens VWS. Dullaart had Bonsen op afstand gehouden. Zijn leads waren te onzeker, te ver weg, het moest te snel. Dullaart zag het niet zitten, VWS al helemaal niet.
In deze markt, denkt Bonsen, moeten kopers risico nemen, ook al zou dat soms betekenen dat er geld wordt overgemaakt naar een bedrieger
Het ergert Bonsen. Snapt VWS dan niet hoe snel deze markt werkt? In deze markt, denkt hij, moeten kopers risico nemen, ook al zou dat soms betekenen dat er geld wordt overgemaakt naar een bedrieger. Is dat erg? Niet als genoeg deals wel lukken. Je hebt mondkapjes nodig, toch? Nou dan. Portfoliomanagement noemt hij zijn benadering.
Kühnle, die op Dullaarts telefoon zijn berichtjes leest, herkent in Bonsen de Coolblue-spirit. Gaan, beslissen, handelen, risico nemen – precies de energie die nodig is. De pandemie is een oorlog, maar VWS hanteert vredestactieken. ‘De voorstellen moesten naar Ivo, dan ging het weer naar Marcel, die moest ook overleggen, en dan ging er een dag of meer overheen’, zegt Kühnle over VWS-ambtenaren. Bonsen is een wendbare, creatieve guerrillastrijder.
En op dinsdag besluit VWS om toch in te gaan op een van Bonsens leads.
Een Amerikaans-Koreaanse zakenman met wie Bonsen in contact is gekomen biedt 1,5 miljoen mondkapjes aan voor 3 dollar per stuk – een schappelijke prijs. Wel wil de zakenman vooruit betaald worden, terwijl het VWS-beleid is om pas na ontvangst te betalen. Bonsen probeert het contact warm te houden, maar het duurt de Koreaan te lang, zoals deze dinsdagnamiddag om 17.09 aan Bonsen appt: ‘I am afraid the Germans keep on taking every available masks now.’
Even later zit Kühnle in een call met VWS. Bonsen appt haar een bericht door van de Koreaanse zakenman, die om 17.41 uur schrijft: ‘The Dutch government has to make a decision now.’ De druk heeft ogenschijnlijk effect op VWS. Om 17.43, twee minuten later, appt ze Bonsen dat de betreffende VWS-ambtenaar ‘de werkopdracht krijgt dit zo snel mogelijk met jou te regelen. Heeft zijn baas nu gezegd.’
De deal is on. Die avond krijgt Bonsen per mail een go van Erik Gerritsen, de hoogste ambtenaar van het ministerie, op voorwaarde dat de mondkapjes kunnen worden geïnspecteerd.
Er dient sneller gehandeld te worden
Woensdag 18 maart
Nog diezelfde nacht doet Bonsen die inspectie, in een videocall, met een Chinese tussenpersoon genaamd ‘Showfan’.
’s Ochtends om zeven uur bespreken Kühnle, GGD-voorman Sjaak de Gouw en enkele ambtenaren met Bonsen wat hij heeft kunnen zien. Showfan liep door een magazijn, terwijl hij Bonsen de dozen met mondkapjes toonde. De eerste dozen zagen er veelbelovend uit. Tienduizenden hoogwaardige FFP2-maskers met de juiste certificaten. Maar toen Bonsen vroeg de achterste dozen ook open te maken, bleken ze leeg.
Al met al schat Bonsen dat hij zo’n 500 duizend maskers heeft gezien ‘die van goede kwaliteit leken’ , maar dat is bij lange na niet de 1,5 miljoen die in het vooruitzicht was gesteld. Wat te doen?
Kopen, luidt het oordeel, na de call. Sjaak de Gouw adviseert positief, heeft daarna contact met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), en kort daarop boekt het LUMC 4,5 miljoen dollar over naar Zuid-Korea. Bonsen verdient met de deal 450.000 dollar, door een ‘finders fee’ van tien procent die hij heeft afgesproken met VWS.
Niettemin is Bonsen zwaar geërgerd – zoals ook de inkopers merken. Die woensdagavond krijgen alle betrokkenen bij de deal een pinnige mail, waarin Bonsen onder het kopje ‘leerpunten’ de top van het ministerie twee oorvijgen geeft.
‘1. Het kost te lang om beslissingen te nemen en geld over te maken. (...) Er moet kapitaal beschikbaar komen dat op een tactisch niveau direct kan worden uitgegeven. Feit is dat dit risico met zich meebrengt van verlies van geld dat moet worden afgezet tegen het risico van onvoldoende PPE.
2. De markt is een chaos, en er dient sneller gehandeld te worden. “Normale” regels van handelsverkeer gelden momenteel niet. De markt wordt bepaald door netwerken van relaties en cash. Al het andere zoals contracten is momenteel noodgedwongen van ondergeschikt belang.’
Bonsen verwoordt precies hoe Kühnle en Van der Bent erover denken. En Bonsen is nog niet klaar. Enkele uren nadat de onbekende biologische defensie-expert de overheid met zijn adviezen de les leest – vrijwel gelijktijdig met het instorten van Bruno Bruins – benadert Bonsen Kühnle alweer met een nieuwe deal.
En wat voor deal.
‘Heb Ilja aan de telefoon’, appt Kühnle om half elf ‘s avonds aan Jeroen van der Bent. ‘Hij heeft 5 mio op Schiphol.’
5 miljoen mondkapjes, in Nederland, dat is een geschenk uit een genadige hemel, zelfs voor de gevraagde 6 euro per stuk. Eerder die dag zijn twee grote deals – 5 miljoen mondkapjes uit Polen, 5 miljoen mondkapjes uit Oostenrijk – nog steeds niet rondgekomen. Het vermoeden rijst dat ook die deals bedrog zijn.
‘Ga nu akkoord geven’, schrijft Kühnle aan Van der Bent. ‘Betaling is pas na inspectie.’ (Er is dus geen vooruitbetaling nodig.)
‘ABN gaat het proberen te regelen’, appt ze aan Van der Bent.
‘Fantastisch!’, antwoordt Van der Bent.
‘Maaar’, schrijft Kühnle.
‘Nee, ik wil geen maar.’
Er is wel een maar.
‘VWS moet morgen een brief geven dat [het] akkoord is. Aan ABN.’
Oh God. Nee. VWS. Van der Bent, dan vier dagen op aarde als strategisch inkoper, heeft het helemaal gehad met VWS. Bij diverse deals zijn ze de afgelopen dagen te laat geweest, omdat VWS te lang nodig had. Als het op VWS’ snelheid moet gaan, kan dit nooit wat worden.
Dan maakt hij zelf wel een brief voor de Raad van Bestuur van het Erasmus MC, appt Van der Bent terug, om tien over half elf. ‘Als VWS te langzaam is sturen wij hem.’
‘Dag, we kennen elkaar niet, maar heb je misschien 30 miljoen dollar voor me?’
Donderdag 19 maart
En precies zo gaat het.
De volgende ochtend – het is donderdag 19 maart – stormt Van der Bent de werkkamer binnen van de CFO van het Erasmus, Paul Boomkamp. ‘Ik zei: "We kennen elkaar niet maar ik heb een handtekening nodig voor 30 miljoen."’
Nu.
Ilja Bonsen zit ondertussen in Van der Bents WhatsApp te hijgen dat de Turkse aanbieder een contract wil zien. Pas dan deelt hij de locatie van de mondkapjes. Boomkamp begrijpt het en tekent snel. Waarop Van der Bent en Kühnle naar Lelystad racen – de Turkse verkoper heeft Bonsen laten weten dat de mondkapjes daar in de buurt liggen, niet op Schiphol. Waar precies in Lelystad, dat volgt later.
Mondkapjes inspecteren, mondkapjes betalen, mondkapjes meenemen, het land redden – het lijkt zo simpel.
Maar dat valt tegen.
Onderweg naar Lelystad belt een ambtenaar die helpt bij de deal, Linda Holst, dat ze naar de parkeerplaats van de jeugdgevangenis in Lelystad moeten rijden – naar wat Holst de ‘staging area’ noemt. Daar gaat Holst hen een briefing geven, en er is ook politie en een DSI-team aanwezig.
Briefing? Staging area? DSI-team? Toevallig weet Kühnle wat DSI’ers zijn; een bekende van haar had DSI’er willen worden. De Dienst Speciale Interventies – een zwaarbewapend elitekorps voor de serieus gevaarlijke klussen. ‘Ik zei tegen Jeroen: "Waar zijn die dan voor nodig? Wij zijn toch maar gewone inkopers?"’
Op de parkeerplaats staat Holst op hen te wachten. Achter haar staan de DSI’ers, met hun zwarte wagens, en, in een achterbak, zo ziet Van der Bent, enkele serieus grote geweren, waarmee je inderdaad vrij speciaal zou kunnen interveniëren. Holst begint vanaf een iPad met haar briefing.
Er is een reële kans dat ze, zodra ze de mondkapjes in bezit hebben, worden overvallen
Zodra ze van de verkopers te horen krijgen waar de mondkapjes liggen, zal Holst de lading met de DSI’ers ‘veiligstellen’. Als de situatie eenmaal veilig is – veilig waarvoor, denkt Kühnle – kunnen Kühnle en Van der Bent de mondkapjes inspecteren. Daarna zullen de mondkapjes naar het distributiecentrum in Bergambacht worden gereden. De afslagen worden afgezet, er is politiebegeleiding bij, de DSI’ers rijden mee. Holst legt uit waarom. Er is een reële kans dat ze, zodra ze de mondkapjes in bezit hebben, worden overvallen.
Worden overv…?
Criminelen hebben het mogelijk op de lading gemunt, gaat Holst verder. En daarom, zo begrijpen Van der Bent en Kühnle, staat ook een helikopter paraat met sluipschutters aan boord om het transport te begeleiden. Op deze tamelijk spectaculaire mededeling volgt een tamelijk droge vraag. Of Kühnle en Van der Bent met het konvooi mee terug willen rijden? Een passend heroïsch antwoord valt Van der Bent niet in, en dus maakt hij het praktisch.
‘We moeten toch die kant op, dus graag.’
Maar zover is het nog niet. De Turkse verkopers willen eerst cheques zien, pas dan zeggen ze waar de mondkapjes precies liggen.
De bank die de betaling aan de Turkse verkopers zal uitvoeren, Deutsche Bank, stuit na wat onderzoek echter op problemen. De verkopers blijken verbonden aan een taxichauffeur en een Mexicaanse cannabishandelaar, die ook flinke bedragen krijgen. Hoe komen een taxichauffeur en een wiethandelaar aan mondkapjes, vraagt de bank zich af.
Een nee betekent dit nog niet, en dus begint het wachten, urenlang. Jeroen van der Bent krijgt een ingeving: kunnen we de mondkapjes niet confisceren? Als de DSI’ers het Turkse stel onder druk zetten, krijgen ze misschien de locatie door. En als ze de locatie hebben…
‘Heeft iemand van jullie goede connecties op ministerie?? We hebben alle mensen hier om de mondkapjes in beslag te nemen’, schrijft hij in een whatsappgroep van het Erasmus. ‘Dit zou toch moeten kunnen op basis van volksgezondheid.’
Zou minister De Jonge daarvoor toestemming geven, vraagt hij in een apart bericht aan Erasmusbaas Kuipers. Zeker, antwoordt die – maar dat blijkt een vergissing. Een go uit Den Haag blijft uit. ‘Iedereen gaat naar huis’, appt Van der Bent in de Erasmusgroep om tien uur. ‘Hangt op een check van Deutsche Bank. Morgen weer verder. 5 miljoen is te mooi om te laten schieten. Wij zijn op.’
‘The deal is off’
Vrijdag 20 maart
Maar de volgende dag gaat het niet verder. Rond het middaguur melden de Turken Bonsen dat ze zijn opgelicht (zij waren ook tussenpersoon). Er zijn geen mondkapjes in Lelystad of in de buurt. ‘The deal is off’, appt Bonsen. ‘Echt zo zonde dat er zoveel onnodig tijd hierin is gaan zitten’, appt Kühnle. ‘Wij gaan hard op zoek naar nieuwe lading 💪🏻’.
Tips genoeg. Er zouden 5 miljoen mondkapjes in Antwerpen liggen, weet Van der Bent. Betalen bij ontvangst. Risicovrij! Hij wil ervoor gaan. Maar VWS wil niet meer. De volgende dag wordt de eerste levering verwacht, die René Dullaart een week eerder had geregeld; intussen is ook het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH), dat de inkoop overneemt, aan het opstarten. Het is niet meer nodig, kortom. Van der Bent ziet dit anders.
Die middag ziet hij hoe een medewerker van het Erasmus, begeleid door een beveiliger, de afdelingen afgaat om mondkapjes te verzamelen. De weinige kapjes die er nog zijn, moeten centraal worden verdeeld onder de afdelingen die ze het meeste nodig hebben. Zal dat vrijwillig gaan? Dat is niet helemaal zeker – vandaar dat de beveiliger meeloopt. ‘Dat was heftig’, zegt Van der Bent.
Je moet schieten, anders kun je niet scoren
Terugblik
Zo eindigden de pogingen van de inkopers van het Erasmus om voor Nederland mondkapjes te kopen. Van der Bent en Kühnle gingen terug naar hun eigenlijke werk bij het Erasmus MC, en zagen hoe het LCH hun inkooptaak overnam.
Ze denken nog vaak terug aan deze dagen in maart – met name de dag in Lelystad.
Was de Lelystad-deal oplichting? Dat zou Kühnle verbazen. Er zou pas worden betaald bij levering, dus als je geen mondkapjes hebt te verkopen, waarom dan deze tijd en energie erin steken? Het alternatieve scenario – dat er wel mondkapjes waren in Lelystad – is al even vreemd. Van der Bent hield de weken erna de markt scherp in de gaten, en nergens doken 5 miljoen mondkapjes van hetzelfde merk, 3M, op. Van der Bent: ‘En waarom zou je geen 30 miljoen euro willen verdienen?’
De politie heeft het blijkbaar ook niet kunnen achterhalen. Kühnle en Van der Bent zijn verhoord als getuigen, nadat Deutsche Bank een melding had gemaakt van een ongebruikelijke transactie bij de politie. Maar ze hebben er nooit meer wat van gehoord. Misschien ligt het onderzoek onderop een stapel. En dat zou Kühnle ook wel begrijpen, ‘want niemand had geld verloren’. (Het OM laat weten dat het onderzoek nog niet is afgerond, ‘in afwachting van de uitvoering van een rechtshulpverzoek aan het buitenland.’)
Hoe dan ook: René Dullaart, Stephanie Kühnle en Jeroen van der Bent hebben keihard gewerkt, maar veel minder klaargespeeld dan ze wilden – of dan mogelijk was geweest. Niet dat zij daar zelf veel aan konden doen, vinden ze. Dullaart, Kühnle, Van der Bent en collega’s hebben lead na lead nagebeld en uitgeplozen, maar het meeste bleek ofwel niet meteen beschikbaar, ofwel het was oplichting. Of het ministerie reageerde te traag – en dat zit Kühnle het meeste dwars.
Of die aanbiedingen wél echt waren geweest? En of sneller handelen een verschil had gemaakt? Lastig te zeggen. Maar dat was precies het punt, vindt Kühnle. Je kon het alleen maar weten als je het had geprobeerd. Als je na een aantal checks soms wel een aanbetaling had gedaan, in plaats van alleen te betalen na levering. ‘Dat zijn verantwoorde risico’s, zeker in de situatie waarin we zaten.’
Feit is dat de enige successen in die eerste periode kwamen uit de deals waar risico op zat – vrij veel risico zelfs. De aankoop van Ernst Kuipers, die 4 miljoen euro overmaakte van de rekening van het Erasmus MC, was geheel gebaseerd op vertrouwen, niet op certificaten of inspectie van de mondkapjes – en was een succes: 1 miljoen goede mondkapjes arriveren twee weken later in Nederland. Ook de mondkapjes uit de deal met de Koreaanse zakenman, waarvoor het LUMC 4,5 miljoen dollar overmaakte, komen dan aan op Schiphol.
Voor beide deals lag het risico niet bij de overheid, maar bij ziekenhuizen
Winst voor de BV Nederland. Maar voor beide deals lag het risico niet bij de overheid, maar bij ziekenhuizen: het Erasmus MC en het LUMC. Vreemd, vindt Kühnle. ‘4 miljoen is voor een ziekenhuis als het onze veel geld, maar voor de overheid heel weinig. Als je geen risico neemt, verspil je geen geld, dat klopt. Maar kun je ook wekenlang mistasten. En dat was precies wat er gebeurde. We zaten overal naast. Het is net alsof de overheid niet durfde, alsof ze banger waren om fouten te maken dan om succes te hebben.’
Zou dat het zijn geweest?
‘Ik weet ook niet precies wat daar gebeurde. Ze waren natuurlijk met meer zaken bezig dan alleen maar met mondkapjes of alleen maar met ons. Dan snap ik wel dat dingen langzamer gaan. Maar wij waren in opdracht van het ministerie bezig met de aanschaf van mondkapjes. En die traagheid is wel wat ik ervaarde.’
En chaos was het, op het ministerie, dat alle zeilen probeerde bij te zetten – zoals zal blijken in een vervolgverhaal van Operatie Mondkapje.
We hebben VWS een aantal vragen gesteld over de gebeurtenissen in dit artikel, maar het ministerie onthoudt zich van commentaar tot het rapport van onderzoeksbureau Deloitte over de aanschaf van mondkapjes door de overheid verschijnt.
Correctie 9-12-2021: In een eerdere versie citeerden wij een uitspraak van Linda Holst over sluipschutters. Omdat we niet met zekerheid kunnen vaststellen dat deze woorden zo zijn uitgesproken, hebben wij deze toch geparafraseerd.
Meer lezen?
1 man, 2 weken, 3 miljoen mondkapjes: hoe één ‘simpel inkopertje uit Rotterdam’ de Nederlandse zorg moest redden René Dullaart was tussen 4 maart en 17 maart zo’n beetje in zijn eentje verantwoordelijk voor de inkoop van mondkapjes door de overheid. Hoe dit allemaal gebeurde, beschreven we in dit stuk.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!