Hoe vind je rust als je inbox niet op vakantie is?
In deze laatste week van 2021 publiceren we op De Correspondent geen nieuwe stukken. In plaats daarvan tippen we onze favoriete Correspondent-verhalen van het afgelopen jaar. Deze drie stukken deden mij even ontsnappen aan de dagelijkse sleur, of plaatsten mijn alledaagse problemen in een nieuw perspectief.
‘Ook als je geen journalist bent, herken je vast het gevoel dat er op gezette tijden simpelweg te veel input is. Veel banen bestaan uit de ganse dag e-mailen en vergaderen, en veel sociale levens worden geleid door WhatsApp, Instagram of andere sociale media.’
‘Dat gaat goed, tot het ineens niet meer goed gaat. Dan voelt het alsof er tennisballen op je worden afgeschoten door een ballenmachine die steeds harder wordt gezet. Op een gegeven moment lukt het niet meer om ze allemaal terug te slaan. Dus moet je ballen laten lopen.’
Een schot in de roos vond ik deze alinea’s uit het zeer persoonlijke, openhartige verhaal dat collega Sanne Blauw dit jaar schreef. In de afgelopen twee jaar, waarin er door het (vroegtijdig) sluiten van cafés, sportscholen, bioscopen, musea en dansscholen vaak te weinig ruimte was voor afleiding, en coronanieuwtjes elkaar in megasnel tempo opvolgden, herkende ik me regelmatig in het gevoel dat Sanne beschrijft.
En dan sta of stond ik nog niet eens – zoals zij – in de frontlinie van alle ophef, discussie, chaos.
Naast herkenning leverde dit verhaal mij meer op: de erkenning dat nuance – en het niet direct paraat hebben van een eigen mening – helemaal niet erg is. Sterker nog: dat het juist heel fijn is als mensen eerst open vragen stellen, eer ze hun oordeel vellen (mocht dat laatste al nodig gevonden worden).
Geruststellend is, zoals Sanne ook schrijft, dat de meerderheid waarschijnlijk al zo denkt, maar dat die zich veel minder laat horen.
Mooi om te zien hoe gretig die mensen dan wél reageerden onder dit verhaal:
Wat doe je op het moment dat het je even allemaal te veel wordt? Sanne trok in haar eentje de bossen in. Telefoon uit, laptop dicht, even geen of zo min mogelijk prikkels.
Herkenbaar. Wandelen in de natuur of door de stad kan enorm meditatief zijn. Net zoals het lezen van een goed boek of artikel.
Collega Thomas Oudman publiceerde dit jaar zo’n verhaal waardoor je je even op een totaal andere plek waant. En wát een plek: tussen duizenden brandganzen op de afgelegen, uitgestrekte toendra van Spitsbergen – daar waar gans en ecoloog zich om heel andere dingen zorgen maken.
Me onderdompelen in de belevingswereld van iemand anders helpt ook vaak om mijn eigen (kleine) ‘problemen’ te vergeten, maar ook om ze te relativeren en in perspectief te zien.
Dat grotere perspectief krijg ik vaak zodra ik op vakantie ben in de bergen, op avontuur. Dan zijn het totaal andere dingen die je bezighouden.
Fysieke verbondenheid in plaats van geestelijke verbondenheid zouden we wel wat meer kunnen gebruiken in het leven, zo drukt avonturier Jaco Benckhuijsen het uit in een interview met collega Lex Bohlmeijer. Dat ‘scherpt je bewustzijn van de omgeving’, zegt hij.
Het plaatst je ‘gevaren’ of ‘zorgen’ in een ander daglicht. In het geval van Benckhuijsen deed het hem realiseren dat onzichtbaar gevaar, zoals de toekomst of hoe mensen over je denken, vaak veel meer stress geeft dan problemen die concreet zijn.
Mooie reflecties, ervaringen en lessen om nog eens goed bij stil te staan, alleen al om te voorkomen dat ze overschaduwd raken door een constante stroom van oppervlakkige berichten, appjes, e-mails, meningen en speculaties.
Goed 2022!